Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
per 1 augustus 2024 wegens een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van haar in redelijkheid niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen DHL Express (Netherlands) B.V. en de werknemer, hierna aangeduid als [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek]. De werknemer was sinds 1 juni 2021 in dienst bij DHL als TH-Operator. DHL verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024, omdat de arbeidsverhouding zodanig verstoord was dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet redelijk was. De werknemer erkende de verstoorde arbeidsverhouding, maar verzocht om een ontslagvergoeding van € 4.000,- bruto, inclusief transitievergoeding.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsverhouding inderdaad verstoord was, zonder dat de werknemer daar een verwijt van kon worden gemaakt. Tevens werd geconcludeerd dat herplaatsing van de werknemer in een andere functie binnen DHL niet mogelijk was. Gezien de omstandigheden heeft de kantonrechter besloten de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 augustus 2024, met toekenning van de gevraagde ontslagvergoeding van € 4.000,- bruto. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.
De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.P.J. Quaedackers.