ECLI:NL:RBLIM:2024:4056

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juni 2024
Publicatiedatum
5 juli 2024
Zaaknummer
11142304 AZ VERZ 24-41
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen DHL Express (Netherlands) B.V. en de werknemer, hierna aangeduid als [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek]. De werknemer was sinds 1 juni 2021 in dienst bij DHL als TH-Operator. DHL verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024, omdat de arbeidsverhouding zodanig verstoord was dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet redelijk was. De werknemer erkende de verstoorde arbeidsverhouding, maar verzocht om een ontslagvergoeding van € 4.000,- bruto, inclusief transitievergoeding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsverhouding inderdaad verstoord was, zonder dat de werknemer daar een verwijt van kon worden gemaakt. Tevens werd geconcludeerd dat herplaatsing van de werknemer in een andere functie binnen DHL niet mogelijk was. Gezien de omstandigheden heeft de kantonrechter besloten de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 augustus 2024, met toekenning van de gevraagde ontslagvergoeding van € 4.000,- bruto. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.

De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.P.J. Quaedackers.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11142304 \ AZ VERZ 24-41
Beschikking van 28 juni 2024
DHL EXPRESS (NETHERLANDS) B.V.,
te Schiphol,
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: DHL,
gemachtigde: mr. A. Koekkoek,
tegen
[verweerder, verzoeker in het tegenverzoek],
te [woonplaats] ,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] ,
gemachtigde: mr. P.H.J. Nass.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift, met een tegenverzoek
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 27 juni 2024.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

[verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] is op grond van een arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juni 2021 bij DHL in dienst getreden als TH-Operator tegen een loon van € 2.522,10 bruto per maand.

3.Het geschil

3.1.
DHL verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] te ontbinden
per 1 augustus 2024 wegens een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van haar in redelijkheid niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
3.2.
[verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] heeft verweer gevoerd maar niettemin wel erkend dat sprake is van de door DHL gestelde verstoorde arbeidsverhouding. [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] verzoekt om een ontslagvergoeding, inclusief transitievergoeding, van € 4.000,- bruto.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter is van oordeel dat, zonder dat [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] daarvan een verwijt valt te maken, de arbeidsverhouding tussen partijen zodanig verstoord is dat van DHL in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Verder staat vast dat herplaatsing van [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] in een andere passende functie binnen de organisatie van DHL niet mogelijk is en dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod. De arbeidsovereenkomst zal daarom, rekening houdend met de opzegtermijn op grond van art. 7:671b lid 1 onder a en 7:669 lid 3 onder g BW ontbonden worden per 1 augustus 2024, onder toekenning van een ontslagvergoeding van € 4.000,- bruto.
4.2.
De overige tussen partijen ter zitting van 27 juni 2024 gemaakte afspraken zullen niet in deze beschikking worden opgenomen.
4.3.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2024,
5.2.
veroordeelt DHL tot betaling van € 4.000,- bruto aan [verweerder, verzoeker in het tegenverzoek] ;
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2024.
BM