Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 600,00-/-
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 3 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen DHKnl B.V. en een gedaagde partij over een consumentenkoop. DHKnl vorderde betaling van een restantbedrag van € 882,13 voor de levering en montage van kunststof kozijnen, na een eerdere aanbetaling van € 1.200,00. De overeenkomst was gesloten op 29 april 2020, en de kozijnen waren op 9 juli 2020 geleverd. De gedaagde heeft echter nagelaten het resterende bedrag te betalen en stelde dat de vordering was verjaard.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een consumentenkoop, waarbij de wettelijke bepalingen van consumentenkoop prevaleren. De verjaringstermijn voor consumentenkoop bedraagt twee jaar, die begint op de dag van aflevering. DHKnl had op 29 september 2020 een betalingsherinnering gestuurd, maar de gedaagde heeft pas op 3 januari 2023 weer een aanmaning ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de verjaringstermijn al was verstreken op het moment van de aanmaning, waardoor de gedaagde terecht een beroep deed op verjaring.
DHKnl's argumenten dat er meermaals geprobeerd was om een afspraak te maken voor herstel van beschadigingen aan de kozijnen werden niet onderbouwd, en de kantonrechter concludeerde dat de vordering van DHKnl moest worden afgewezen. Tevens werd DHKnl veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 50,00.