ECLI:NL:RBLIM:2024:4653

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
10696196 CV EXPL 23-3870
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad en toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst met betrekking tot energievoorziening

In deze zaak vordert Enexis Netbeheer B.V. betaling van een schadevergoeding van [gedaagde] wegens onrechtmatige daad en toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de dagvaarding en de verschillende conclusies van partijen. De feiten zijn als volgt: [gedaagde] was bestuurder van een ontbonden rechtspersoon die een loods huurde. In deze loods werd een hennepkwekerij aangetroffen, waarbij illegaal gas werd afgenomen. [gedaagde] heeft de loods onderverhuurd aan derden, die de hennepkwekerij hebben geëxploiteerd. Enexis stelt dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door fraude te faciliteren. [gedaagde] betwist dit en stelt dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de handelingen van derden. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door de onderhuurovereenkomst te sluiten en dat hij daarmee heeft bijgedragen aan de schade die Enexis heeft geleden. De schade wordt vastgesteld op € 19.597,03, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter wijst de vordering van Enexis toe en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10696196 CV EXPL 23-3870
Vonnis van de kantonrechter van 17 juli 2024
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eisende partij,
gemachtigde: mr. A.M. Takkenberg,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J.M. McKernan.
Partijen worden aangeduid als ‘Enexis’ en ‘ [gedaagde] ’.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 22 augustus 2023 met producties,
  • de conclusie van antwoord met productie,
  • de conclusie van repliek met producties,
  • de conclusie van dupliek met productie,
  • de akte uitlating productie aan zijde van Enexis.
1.2.
Ten slotte is partijen meegedeeld dat vonnis zal worden gewezen.

2.Feiten

2.1.
Op grond van de onweersproken inhoud van de stukken gaat de kantonrechter van het volgende uit.
2.2.
[gedaagde] was enig bestuurder en aandeelhouder van de (sinds 31 december 2021 ontbonden) rechtspersoon [naam bv] (verder: [naam bv] ).
2.3.
[naam bv] huurde met ingang van 15 november 2016 van Litogra Holding B.V. een loods gelegen aan de [adres] te [plaats] . De huurovereenkomst is op 15 november 2016 namens [naam bv] ondertekend door [gedaagde] .
2.4.
[gedaagde] heeft, al dan niet namens [naam bv] , een deel van de loods onderverhuurd, dan wel ter beschikking gesteld, aan derden. Daartoe is in de zomer van 2017 een scheidingswand in de loods geplaatst.
2.5.
Op 14 februari 2019 heeft een politie-inval in de loods plaatsgevonden en is in het door de scheidingswand afgebakende gedeelte een hennepkwekerij aangetroffen. In de kwekerij bevonden zich twee kweekruimten: een ruimte met 1256 hennepplanten van enkele weken oud en een ruimte met plantbakjes met pas afgesneden hennepplanten.
2.6.
In het Proces-Verbaal van 27 februari 2019 (verder PV) staat onder het kopje ‘Stroomvoorziening’ het volgende vermeld:
‘(…) Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, een aangetroffen groot model gas aggregaat vermoedelijk stroom opwekte en zodoende de kweekruimtes van stroom voorzag. Deze aggregaat was gekoppeld aan het gasnet echter zonder dat daartussen een gasmeter was geplaatst. zodoende concludeerde de fraude inspecteur dat er sprake was van diefstal van gas teneinde de kweekruimtes van stroom te voorzien.’
2.7.
In het PV staat ook dat er dieselaggregaat is aangetroffen waarop een krachtstroomstekker was aangesloten. Onder foto 31 behorend bij het PV staat dat de stekker en kabaal verbonden waren met
‘het hok ernaast’.
2.8.
In de Rapportage Bevindingen (verder: rapportage) van Enexis van 21 maart 2019 staat dat in de meterkast geen diefstal van elektriciteit werd geconstateerd maar wel diefstal van gas en dat
‘door nader onderzoek bleek dat de hennepplantages werden voorzien van Elektriciteit door een grote gasgenerator’. En verder valt in de rapportage te lezen:
’Vanuit de meterkast was een gasleiding gemonteerd die rechtsreeks naar de Gasgenerator ging achter in de loods’.Bij de rapportage zijn foto’s gevoegd van de opstelling zonder gasmeter en van de gasleiding die rechtstreeks naar de gasgenerator loopt.
2.9.
De gas- en elektriciteitsaansluitingen van [adres] te [plaats] stonden op naam van [naam bv] .
2.10.
Bij vonnis van deze rechtbank, zittingsplaats Maastricht, van 30 november 2022 (verder: het strafvonnis) is [gedaagde] veroordeeld voor medeplichtigheid aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod door opzettelijk gelegenheid en middelen te verschaffen en opzettelijk behulpzaam te zijn door aan onbekend gebleven personen een pand voor de teelt van hennepplanten ter beschikking te stellen. [gedaagde] is voor het overige vrijgesproken.

3.Vordering en verweer

3.1.
Enexis vordert veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van [gedaagde] tot betaling
van € 21.907,62 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2019 met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Enexis stelt daartoe dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van
overeenkomst doordat [gedaagde] fraude heeft gepleegd dan wel er niet voor heeft gezorgd dat er niet is gefraudeerd. Voor het geval er geen sprake is van een tekortkoming door [gedaagde] , voert Enexis aan dat [gedaagde] onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld. In beide gevallen bestaat de schade uit berekend verbruik (€ 19.447,83), administratiekosten (€ 384,31), kosten afsluiting (€ 560,48), kosten uitvoerder (€ 690,00), kosten monteur (€ 594,00) en kosten fraude-inspecteur (€ 231,00).
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering. Hij vindt dat Enexis [naam bv] had moeten
dagvaarden en dus niet-ontvankelijk is. [gedaagde] betwist dat hij wetenschap had van de hennepkwekerij en de fraude met het gas. [gedaagde] vraagt zich af of er wel gas buiten de meter om is gebruikt omdat er ook een dieselaggregaat is aangetroffen. Verder betoogt [gedaagde] dat de berekeningswijze van Enexis niet klopt omdat er uit wordt gegaan van elektra terwijl er geen elektra buiten de meter om is gebruikt. Bij de berekening is ook gebruik gemaakt van onjuiste aantallen apparatuur: er zijn minder apparaten in beslag genomen. Ook de wattages, de omzettingsmethode van gas naar elektra en de gasprijs die Enexis bij de berekening heeft gebruikt, worden betwist. Daarnaast worden ook de berekende kosten voor afsluiting en voor de werkzaamheden van de monteur en uitvoerder betwist. [gedaagde] voert verweer tegen de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad en kondigt bij voorbaat hoger beroep aan tegen een toewijzend vonnis.
3.4.
Op de nadere stellingen van partijen wordt, voor zover nodig voor de beoordeling,
hierna nog ingegaan.

4.Beoordeling

Niet-ontvankelijk?
4.1.
Het staat Enexis vrij om [gedaagde] in persoon te dagvaarden omdat [gedaagde] volgens Enexis toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst dan wel omdat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld. Niets verplicht Enexis om in plaats van [gedaagde] [naam bv] te dagvaarden. Dat zegt overigens niets over de vraag of de vorderingen van Enexis kunnen worden toegewezen.
Toerekenbare tekortkoming [gedaagde] ?
4.2.
Het staat vast dat de overeenkomst tot levering van energie is gesloten tussen [naam bv] en Enexis en niet tussen [gedaagde] en Enexis. [gedaagde] betoogt dat er dus geen sprake kan zijn van een tekortkoming van zijn kant nu hij niet de contractant is. [gedaagde] heeft op zichzelf niet dan wel onvoldoende betwist dat de gasmeter was gemanipuleerd dan wel verwijderd en dat buiten de meter om gas is betrokken. Dat blijkt ook zonder meer uit het PV en de rapportage. Dat daarvan sprake was staat in dit geding dus vast. Deze feiten leveren tekortkomingen op die naar verkeersopvattingen voor rekening van [naam bv] komen, als wederpartij van Enexis. [naam bv] had als houder van de gasaansluiting als een goed huisvader voor deze aansluiting moeten zorgen en heeft dat niet gedaan. [naam bv] had ervoor moeten zorgen dat derden geen fraude konden plegen met de aan haar zorg toevertrouwde gasaansluiting. [gedaagde] zelf is evenwel geen partij bij de overeenkomst zodat [gedaagde] niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Artikel 6:74 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan dan ook niet tot grondslag van de vordering dienen.
Onrechtmatige daad [gedaagde] ?
4.3.
Op grond van artikel 6:162 BW is hij die tegenover een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht de schade die de ander daardoor lijdt, te vergoeden. De vraag is aan de orde of [gedaagde] als bestuurder van [naam bv] aansprakelijk is voor de niet nakoming van de overeenkomst door [naam bv] . De bestuurder van een vennootschap kan persoonlijk aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatig handelen voor de ontstane schade bij de wederpartij wegens niet-nakoming van een overeenkomst door de vennootschap, ingeval hij dat heeft bewerkstelligd of toegelaten en hem daarvan afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval een voldoende ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt (zie Hoge Raad, 18 februari 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA4873).
4.4.
Anders dan Enexis stelt, kan niet worden vastgesteld dat [gedaagde] zelf buiten de gasmeter om gas heeft afgenomen of anderszins met de gasmeter heeft gefraudeerd. [gedaagde] is in het strafvonnis ook vrijgesproken van diefstal van gas.
4.5.
Enexis stelt daarnaast dat [gedaagde] ervoor heeft gezorgd dat derden fraude met de gasmeter hebben gepleegd dan wel dat [gedaagde] dat had moeten voorkomen. Volgens Enexis heeft [gedaagde] zijn zorgplicht tegenover Enexis geschonden. Vaststaat dat [gedaagde] een onderhuurovereenkomst heeft gesloten met derden (dan wel die derden toegang heeft verschaft) die in de verhuurde ruimte een hennepkwekerij zijn gestart en daarbij buiten de gasmeter om gas hebben afgenomen of anderszins met de gasmeter hebben gefraudeerd. Vaststaat ook dat [gedaagde] hiervoor in ieder geval € 1.500,00 per maand ontving en dat hij volgens het strafvonnis uit was op financieel gewin. Uit het strafvonnis volgt ook dat [gedaagde] opzettelijk behulpzaam is geweest door het gedeelte van de loods aan de onbekend gebleven derden voor de teelt van hennep ter beschikking te stellen. De rechtbank overweegt
‘op grond van het dossier en verdachtes verklaring ter terechtzitting kan niet meer worden vastgesteld dan dat de verdachte een gedeelte van zijn loods ter beschikking heeft gesteld aan derden om daar een hennepkwekerij aan te leggen, en dat hij daarvoor maandelijks 1.500 euro ontving’ (pagina 2 strafvonnis
). Op pagina 3 van het strafvonnis overweegt de rechtbank
‘door een deel van zijn loods ter beschikking te stellen voor de hennepteelt kan weliswaar worden gezegd dat verdachte had kunnen weten dat er -wellicht- hennep aanwezig was in de kweekruimte, maar niet kan worden bewezen dat deze in zijn machtssfeer bevond.’Al met al oordeelt de kantonrechter met Enexis dat [gedaagde] wist van de hennepkwekerij (dan wel dat dat [gedaagde] daarvan op de hoogte had kunnen zijn).
4.6.
Ervan uitgaande dat [gedaagde] de onderhuurovereenkomst heeft gesloten dan wel derden tot de loods heeft toegelaten om daar een hennepkwekerij aan te leggen, is de kantonrechter van oordeel dat hij daarmee heeft bewerkstelligd of toegelaten dat [naam bv] de verplichtingen uit hoofde van haar overeenkomst met Enexis niet is nagekomen en dat Enexis daardoor schade heeft geleden. Op grond van het feit dat [gedaagde] wist dat de ruimte gebruikt zou gaan worden als hennepkwekerij (dan wel daarvan op de hoogte had kunnen zijn) kan hem daarvan een voldoende ernstig persoonlijk verwijt worden gemaakt. Het is immers zo dat in nagenoeg alle gevallen bij een illegale hennepkwekerij ook sprake is van diefstal van energie. Of dat diefstal is van elektra of, zoals in dit geval van gas, maakt niet uit. [gedaagde] had dus kunnen weten dat de derden die hij in de gelegenheid heeft gesteld om een hennepkwekerij te starten schade zouden kunnen berokkenen aan Enexis. Met Enexis oordeelt de kantonrechter dat [gedaagde] onvoldoende zorg heeft gehad voor de belangen van Enexis omdat [gedaagde] er niet op heeft toegezien dat er geen gas buiten de meter om werd afgenomen. Al met al moet [gedaagde] hebben geweten of redelijkerwijs heeft behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze door onbekend gebleven derden tot gevolg zou hebben of kunnen hebben dat [naam bv] haar contractuele verplichtingen tegenover Enexis niet zou nakomen. Dat betekent dat [gedaagde] onrechtmatig tegenover Enexis heeft gehandeld en dat hij gehouden is de schade die Enexis daardoor lijdt te vergoeden.
Omvang schade: geschat gasverbruik
4.7.
Het is niet in geschil, want niet door [gedaagde] betwist, dat er twee kweekruimten zijn aangetroffen en dat Enexis bij de berekeningen uit mocht gaan van één kweekruimte waarbij planten van enkele weken oud zijn aangetroffen en waar één voorafgaande teelt heeft plaatsgevonden en één kweekruimte waarbij net was geoogst.
4.8.
Voor de vaststelling van de schade is het aan Enexis om haar schade aannemelijk te maken, maar daarbij is wel van belang dat daaraan niet al te hoge eisen kunnen worden gesteld. Het is immers aan [gedaagde] te wijten dat de gasmeter niet gebruikt kan worden om de verbruikte hoeveelheid gas vast te stellen en de schade daardoor geschat moet worden. De onzekerheden die hiervan het gevolg zijn, komen daarom in belangrijke mate voor risico van [gedaagde] .
4.9.
Anders dan door [gedaagde] is betoogd, mocht Enexis de schade begroten door eerst de voor de groei en bloei van de hennepplanten (aangetroffen teelt en voorafgaande teelt) benodigde elektriciteit te berekenen en dit geschatte elektraverbruik vervolgens om te zetten naar gasverbruik. Het is immers makkelijker te begroten wat het elektraverbruik van de diverse elektrische apparaten, nodig voor de groei en bloei van de hennepplanten, is geweest. Dat er (ook) met een dieselaggregaat elektra is opgewekt, is onvoldoende komen vast te staan. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen om met meer te komen dan slechts de stelling dat hij van
‘degenen die de hennepkwekerij hebben geëxploiteerd heeft vernomen dat de diesel contant is afgerekend’.Bovendien bleek het dieselaggregaat verbonden te zijn met het achtergelegen hok en niet dus niet met de in de kweekruimte aangetroffen apparatuur.
4.10.
Enexis heeft in haar berekeningen gewerkt met een omzettingsfactor van 3,04 (1m3 gas=3,04 Kwh). [gedaagde] heeft dit betwist en gesteld dat 1 m3 gas 10,55 Kwh oplevert. Enexis heeft de berekening van [gedaagde] betwist door te stellen dat de berekening van [gedaagde] ziet op een warmtepomp. Enexis heeft daarbij een gespecificeerde berekening van Centrica Business Solutions overgelegd. [gedaagde] heeft die berekening vervolgens niet of onvoldoende inhoudelijk betwist zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid van omzettingsfactor 3,04. De gebruikte wattages heeft [gedaagde] weliswaar ook betwist maar [gedaagde] heeft niet gesteld welke wattages dan wel moet worden gehanteerd zodat de kantonrechter aan dit verweer voorbijgaat. [gedaagde] heeft wel terecht aangevoerd dat er minder ventilatoren zijn aangetroffen. Enexis heeft haar vordering daarop verminderd met een bedrag van € 568,59. Nadat Enexis heeft toegelicht dat er wel met acht stuks Opti Climates moet worden gerekend, is [gedaagde] daar niet meer inhoudelijk op ingegaan zodat bij de berekening uitgegaan mag worden van acht stuks. Ten slotte heeft [gedaagde] nog betwist dat Enexis
€ 0,2858 per m3 gas betaalt maar Enexis heeft met de tabel (pagina 8 Conclusie van repliek) voldoende toegelicht dat de gasproducent dit tarief doorberekend aan Enexis.
4.11.
Al met al is het door Enexis geschatte schadebedrag voor gasverbruik buiten de meter van € 19.447,83 minus € 568,59= € 18.879,24 juist.
Omvang schade: overige schadeposten
4.12.
De schade bestaande uit administratiekosten (€ 384,31) en kosten voor de fraude-inspecteur (€ 231,00) zijn niet betwist en zullen worden toegewezen.
4.13.
De kosten van de afsluiting zullen worden verlaagd naar € 102,48 (in plaats van
€ 560,48). Enexis heeft immers na de betwisting door [gedaagde] niet nader onderbouwd dat de afsluiting buiten heeft plaatsgevonden. Daarom is door Enexis ten onrechte het buitentarief gerekend.
4.14.
De schade bestaande uit de kosten voor de uitvoerder en de monteur worden afgewezen. Enexis heeft met het overleggen van het tarievenboek onvoldoende onderbouwd of, en zo ja, op welke dagen en hoeveel uren deze personen hebben gewerkt.
4.15.
Voor overige schadeposten zal dan ook een bedrag van € 717,79 worden toegewezen.
Slotsom
4.16.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van Enexis worden toegewezen voorzover het de gevorderde hoofdsom van € 19.597,03 (€ 18.879,24 + € 717,79) betreft.
4.17.
De gevorderde rente zal, als onbetwist, worden toegewezen.
4.18.
Enexis verzoekt om uitvoerbaarheid bij voorraad. [gedaagde] voert hiertegen aan dat dit nadelige gevolgen voor hem kan hebben en kondigt aan in hoger beroep te gaan. Beide door [gedaagde] aangevoerde omstandigheden maken niet dat afgezien moet worden van uitvoerbaarheid bij voorraad. Het vonnis zal dan ook uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4.19.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] veroordeeld worden in de kosten van de procedure. De proceskosten bedragen:
Dagvaarding: € 107,84
Griffierecht: € 1.384,00
Salaris gemachtigde: € 812,00 (2 punten maal € 406,00)
Nakosten: € 135,00
======
Totaal € 2.438,84.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Enexis tegen kwijting te betalen € 19.597,03, vermeerderd
met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW vanaf 15 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.438,84, te betalen binnen veertien dagen
na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
5.4.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Swildens en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2024.