ECLI:NL:RBLIM:2024:4763
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens gebrek aan materiële connexiteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 23 juli 2024 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen, dat op 15 mei 2024 spoedeisende bestuursdwang had toegepast vanwege illegaal achtergelaten afval op haar perceel. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat zij kosten moest betalen, terwijl het bestreden besluit geen betalingsverplichting voor haar inhield. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen materiële connexiteit was tussen het verzoek om voorlopige voorziening en het bestreden besluit, omdat het verzoek niet betrekking had op de inhoud van het besluit maar op een voornemen tot kostenverhaal dat nog niet was genomen. Hierdoor verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt het belang van de materiële connexiteit in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder een voorlopige voorziening kan worden verleend.