Uitspraak
RECHTBANK Limburg
2. de onderlinge waarborgmaatschappij
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 19 juli 2023 met producties 1 tot en met 18;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 maart 2024;
- de spreekaantekeningen van mr. Van Dijk;
2.De feiten
Lichamelijk onderzoek
geringe degeneratieve veranderingen ter plaatse van het AC-gewricht.”. Dit gewricht zit tussen het schouderdak (acromion) en het sleutelbeen (clavicula) in.
Anamnese
15 december 2018.
2 april 2019 voor de schade door het achterblijven van een gedeelte van het inbrenginstrumentarium.
9 februari 2021 en anesthesioloog/medisch adviseur [anesthesioloog] (hierna: [anesthesioloog] ) op 5 mei 2022 adviezen uitgebracht. Naar aanleiding van deze adviezen heeft [eiseres] op 7 juli 2022 Centramed bericht dat Zuyderland volgens haar naast het achterlaten van een gedeelte van het inbrenginstrumentarium ook andere fouten heeft gemaakt. Centramed heeft niet op dit bericht van [eiseres] gereageerd. Op
23 februari 2024 heeft [niet-praktiserend chirurg 2] in opdracht van [eiseres] opnieuw een medisch advies uitgebracht.
3.Het geschil
4.De beoordeling
[orthopedisch chirurg 2] en [orthopedisch chirurg 3] , niet hebben gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. [eiseres] maakt [orthopedisch chirurg 2] , althans Zuyderland, een drietal verwijten ten aanzien van de operatie van 22 mei 2018. Het eerste verwijt is primair dat de diagnose subacromiaal pijnsyndroom (hierna: SAPS) niet is gesteld en subsidiair dat de diagnose SAPS niet op de juiste wijze is gesteld. Het tweede verwijt luidt dat zonder duidelijke indicatie na het eerste consult is overgegaan tot operatief ingrijpen in plaats van een (uitputtende) conservatieve behandeling. Het derde en laatste verwijt is dat
informed consentontbrak omdat [eiseres] niet vooraf is geïnformeerd over de diagnose impingement en over het risico dat zij een frozen shoulder zou ontwikkelen in geval van een operatie. Als [eiseres] hierover was geïnformeerd, zou zij geen toestemming voor de ingreep hebben gegeven. Tot slot maakt [eiseres] [orthopedisch chirurg 3] , althans Zuyderland, een verwijt met betrekking tot de operatie van 13 november 2018. Volgens [eiseres] is voorafgaand aan de operatie de beweeglijkheid van haar schouder niet gecontroleerd en is het ontbreken van deze controle niet lege artis. Zuyderland is gelet op het voorgaande toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van een verbintenis die voortvloeit uit de geneeskundige behandelingsovereenkomst, aldus [eiseres] . Als gevolg daarvan heeft [eiseres] een frozen shoulder ontwikkeld en schade geleden. Haar schade bestaat uit materiële schade (daggeldvergoeding ziekenhuis, medische kosten, reiskosten, kosten van huishoudelijke hulp, kosten ADL, verlies van arbeidsvermogen en verlies van zelfwerkzaamheid) en immateriële schade. [eiseres] spreekt (ook) Centramed hiervoor aan op grond van artikel 7:954 lid 1 BW (directe actie).
informed consent.Tot slot heeft [orthopedisch chirurg 3] voorafgaand aan de derde operatie op 13 november 2018 de beweeglijkheid van de schouder van [eiseres] wel onderzocht, terwijl zij onder narcose was. Volgens Zuyderland c.s. is de derde operatie dus (ook) uitgevoerd met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts mocht worden verwacht. Zuyderland c.s. verwijzen naar verklaringen van [orthopedisch chirurg 3] van 12 juni 2023 en [orthopedisch chirurg 2] van 14 juli 2023.
informed consentvoor behandelingen (artikel 7:448 jo. 7:450 BW) en een dossierplicht (artikel 7:454 BW).
primair) de diagnose SAPS niet is gesteld;
subsidiair) de diagnose SAPS niet op de juiste wijze is gesteld;
informed consentwerd geopereerd.
alle niet-traumatische (meestal unilaterale) schouderklachten die leiden tot pijn, veelal verergerend tijdens of aansluitend aan het heffen van de arm, waarbij het aannemelijk is dat structuren in subacromiale ruimte hierbij een rol spelen”. [3] Uit deze beschrijving leidt de rechtbank af dat impingement ter hoogte van het AC-gewricht volgens de richtlijn onder SAPS valt. Daar komt bij dat zowel [orthopedisch chirurg 3] als [orthopedisch chirurg 2] tijdens de zitting hebben bevestigd dat SAPS en impingement hetzelfde zijn. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat bij [eiseres] de diagnose SAPS is gesteld.
informed consent.Bij de mondelinge behandeling heeft [eiseres] verduidelijkt dat het verwijt is dat zij voorafgaand aan de operatie niet is geïnformeerd over de diagnose impingement en het risico op een frozen shoulder. Volgens [eiseres] blijkt ook niet uit het medisch dossier dat zij over dit risico is geïnformeerd. Gelet op de klachten die [eiseres] destijds ervaarde en het feit dat zij toen werkzaam was in het ziekenhuis, een eigen pedicurepraktijk runde en volledig functioneerde in het dagelijks leven, stelt [eiseres] dat het aannemelijk is dat zij van de ingreep had afgezien als zij vooraf door [orthopedisch chirurg 2] over het risico op een frozen shoulder bij een operatie was geïnformeerd.
informed consent.Zuyderland c.s. wijzen erop dat [orthopedisch chirurg 2] naar aanleiding van het consult op 8 maart 2018 heeft genoteerd dat hij “
uitgebreide uitleg” aan [eiseres] heeft gegeven. Uit de verklaring van [orthopedisch chirurg 2] van 14 juli 2023 volgt dat hij [eiseres] tijdens dit consult heeft voorgelicht over de mogelijke operatierisico’s, zoals de kans op een postoperatieve infectie, een breuk van het schouderdak en het ontwikkelen van een pijnlijk stijve schouder. Het enkele feit dat [orthopedisch chirurg 2] niet in het medisch dossier heeft genoteerd welke risico’s hij met [eiseres] heeft besproken, kan volgens Zuyderland c.s. niet tot de conclusie leiden dat deze uitleg niet is gegeven. Volgens Zuyderland c.s. mag de verklaring van [orthopedisch chirurg 2] bij het bewijs worden betrokken. Tot slot wijzen Zuyderland c.s. op het advies van [niet-praktiserend chirurg 2] van 23 februari 2024, waarin staat dat het niet aannemelijk is dat een redelijk handelend patiënt zou hebben afgezien van een operatie als deze daaraan voorafgaand over het risico op een frozen shoulder zou zijn geïnformeerd.
uitgebreide uitleg” heeft gegeven (zie 2.8. hiervoor). Het risico op een frozen shoulder staat hierin niet met zoveel woorden genoemd. [orthopedisch chirurg 2] heeft verklaard dat patiënten in de regel uitgebreid over de operatierisico’s worden voorgelicht, waaronder het risico op een frozen shoulder. Volgens [orthopedisch chirurg 2] zal hij dit met [eiseres] ook hebben besproken, maar hij weet niet meer precies hoe dit consult is verlopen. Op basis hiervan kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vastgesteld of [eiseres] wel of niet is geïnformeerd over het risico op een frozen shoulder. Zelfs als zou vaststaan dat [eiseres] hierover niet is geïnformeerd, heeft zij echter naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd gesteld dat een redelijk handelend patiënt in de gegeven omstandigheden niet zou hebben gekozen voor een operatie, of dat zij daar om persoonlijke redenen niet voor zou hebben gekozen. Dit plaatst de rechtbank mede in het licht van de verklaring van [orthopedisch chirurg 2] ter zitting dat er geen andere optie was dan opereren omdat [eiseres] al drie jaar pijn had en conservatief uitbehandeld was. De slotsom is dat (ook) het causaal verband tussen de mogelijke schending van de eis van
informed consenten de schade niet vaststaat.
13 november 2018. De rechtbank wijst de gevraagde verklaring voor recht over de aansprakelijkheid van Zuyderland c.s. voor deze operatie dan ook af.
5.De beslissing
mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.