ECLI:NL:RBLIM:2024:5213

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
6 augustus 2024
Zaaknummer
C/03/325866 / FA RK 23-4953
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing wijziging voornaam in het kader van een verzoek tot naamswijziging

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 6 augustus 2024 een beschikking gegeven inzake de wijziging van de voornaam van verzoeker, die in 1984 in [geboorteplaats] is geboren. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.P.J. Appelman, heeft verzocht om zijn voornaam [voornaam] te wijzigen in [voornamen]. Dit verzoek is ingediend op 22 december 2023 en is onderbouwd met de stelling dat verzoeker, na zijn bekering tot het christelijke geloof, zijn islamitische voornaam niet langer kan verenigen met zijn identiteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van zijn voornaam, aangezien hij zich niet meer kan identificeren met de betekenis van zijn huidige naam. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gewenste voornamen niet ongepast zijn en dat er geen beletselen zijn voor de wijziging. Daarnaast heeft de rechtbank gelast dat de Indiase geboorteakte van verzoeker, die niet in de Nederlandse registers voorkomt, kan worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om de beschikking en de bijbehorende documenten te verzenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, met inachtneming van een termijn van drie maanden voor eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 6 augustus 2024
Zaaknummer: C/03/325866 / FA RK 23-4953
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven inzake:
[verzoeker] ,
verzoeker,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudend in Alkmaar.
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,
verder te noemen: de ambtenaar.

1.Het verloop van de procedure

Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 22 december 2023;
  • de brieven van de ambtenaar van 20 maart 2024 en 9 april 2024;
  • de brief van verzoeker van 23 mei 2024, met bijlagen;
  • de brief van de ambtenaar van 24 juni 2024;
  • het F9-formulier van 18 juli 2024.

2.De feiten

2.1.
Verzoeker is geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] .
2.2.
Verzoeker heeft afschriften van zijn geboorteakte voorzien van apostilles overgelegd met registratie nummer COC/1999/06/088/00057/0, geregistreerd op 30 maart 1999 en afgegeven op 12 november 2017 en 16 april 2024 door de “City Health Officer” in Chennai, India. In de Indiase geboorteakte die is afgegeven op 12 november 2017 is verzoeker vermeld met de namen [verzoeker] en in de geboorteakte die is afgegeven op 16 april 2024 met de namen [verzoeker] .
2.3.
Bij Koninklijk Besluit van 23 mei 2003 is aan verzoeker het Nederlanderschap verleend en is zijn geslachtsnaam vastgesteld als [geslachtsnaam] en zijn voornaam als [voornaam] .
2.4.
In de basisregistratie personen is verzoeker geregistreerd met de voornaam [voornaam] , de geslachtsnaam [geslachtsnaam] en de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank de wijziging zal gelasten van de voornaam [voornaam] in [voornamen] , zodat hij voortaan [verzoeker] zal heten.
3.2.
Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn verzoek het volgende gesteld.
Verzoeker is geboren als moslim, maar heeft zich bekeerd tot het christelijke geloof, in welk verband hij in 2022 zich officieel in India heeft laten dopen. Hij wenst zijn geloofsovertuiging tot uiting te brengen in zijn voornamen, mede omdat zijn huidige voornaam [voornaam] islamitisch van aard is en daarnaast omdat hij de wens heeft om christelijke voornamen aan te nemen. Verzoeker kan zich niet meer verenigen met de betekenis van de naam [voornaam] (dienaar van/slaaf van) en zou die daarom graag willen wijzigen. De gewenste namen [voornamen] hebben voor verzoeker een positieve connotatie gelet op de betekenis daarvan. Verzoeker stelt dat het zijn dagelijkse geluksgevoel ten goede zal komen indien hij enerzijds afstand kan nemen van de naam [voornaam] en anderzijds de door hem gewenste voornamen [voornamen] kan formaliseren. Gelet op het voorgaande stelt verzoeker een zwaarwichtig belang bij zijn verzoek tot voornaamswijziging te hebben. De voornaam is daarbij geoorloofd. De geboorteakte van de verzoeker komt niet in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand voor. Verzoeker meent dat deze vatbaar is voor inschrijving in het daartoe bestemde register van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtsmacht en het toepasselijk recht
De onderhavige zaak heeft een internationaal karakter. De rechtbank dient daarom eerst te beoordelen of aan de Nederlandse rechter bevoegdheid toekomt. Aangezien verzoeker in Nederland woonplaats heeft, heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rechtsmacht.
Op grond van artikel 10:20 eerste volzin van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden de geslachtsnaam en de voornamen van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, bepaald door het Nederlandse recht.
4.2.
De voornaamswijziging
Artikel 1:4 lid 4 BW geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon de wijziging te gelasten van zijn voornamen. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Bepalend bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang, is de mate van ongemak en/of overlast die de betrokkene in het dagelijks leven van zijn voornamen ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Daarnaast dient het verzoek te worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW. Beoordeeld moet worden of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker door zijn in het verzoekschrift, met bijlagen, gegeven toelichting, op overtuigende wijze naar voren heeft gebracht dat hij een zwaarwichtig belang heeft bij de door hem verzochte wijziging van de voornamen.
Niet gebleken is van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW tegen de gewenste voornamen van verzoeker. Gezien het vorenstaande zal het verzoek tot wijziging van de voornamen van verzoeker worden toegewezen, in die zin dat de voornaam [voornaam] wordt gewijzigd in [voornamen] , zodat verzoeker voortaan [verzoeker] zal heten.
4.3.
De inschrijving van de geboorteakte
Ingevolge artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. Daarbij geldt dat in geval van wijziging van de voornamen van een buiten Nederland geboren persoon de rechtbank die de beschikking geeft, voor zoveel nodig ambtshalve een last tot inschrijving van de akte van geboorte geeft.
De ambtenaar heeft bij genoemde brieven meegedeeld dat de geboorteakte van de verzoeker niet in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand voorkomt. De ambtenaar heeft, nadat zij heeft kennisgenomen van de door verzoeker overgelegde afschriften van zijn Indiase geboorteakte en de Indiase huwelijksakte van zijn ouders, aangegeven dat zij, indien verzoeker aan de rechtbank een origineel afschrift van de geboorteakte afgegeven op 16 april 2024 heeft overgelegd, geen bezwaar heeft tegen inschrijving van die Indiase geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.
Verzoeker heeft zich middels genoemd F9-formulier van 18 juli 2024 geconformeerd aan voormeld standpunt van de ambtenaar.
Nu de ambtenaar geen bezwaar heeft gemaakt, is de rechtbank van oordeel dat de door verzoeker bij brief van 23 mei 2024 overgelegde buitenlandse geboorteakte afgegeven op
16 april 2024 vatbaar is voor inschrijving in het register van geboorten van de gemeente 's-Gravenhage, zodat de rechtbank op de voet van artikel 1:4 lid 4 BW de inschrijving van die akte zal gelasten. Daarbij dienen tevens de latere vermelding betreffende de vaststelling bij Koninklijk Besluit van de geslachtsnaam en de voornaam van verzoeker en de latere vermelding betreffende de voornaamswijziging te worden gevoegd.
De rechtbank zal op de voet van artikel 1:20e lid 1 BW en artikel 1:25f lid 1 BW bepalen dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal doen toekomen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, zulks onder bijvoeging van voornoemde Indiase geboorteakte van verzoeker, dit in verband met het inschrijven van die geboorteakte en de toevoeging aan die geboorteakte van de latere vermelding betreffende de vaststelling bij Koninklijk Besluit van de geslachtsnaam en de voornaam van verzoeker en de door de rechtbank gelaste voornaamswijziging van verzoeker.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
gelast de wijziging van de voornaam van [verzoeker] geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] , in die zin dat hij voortaan [verzoeker] zal heten;
5.2.
gelast de inschrijving van de bij brief van 23 mei 2024 overgelegde en op 16 april 2014 afgegeven Indiase geboorteakte van verzoeker in het daartoe bestemde register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage;
5.3.
bepaalt dat de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, zulks onder bijvoeging van voornoemde Indiase geboorteakte van verzoeker, dit in verband met het inschrijven van die geboorteakte en de toevoeging aan die geboorteakte van de latere vermelding betreffende de vaststelling van de geslachtsnaam en de voornaam van verzoeker en de voornaamswijziging van verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.J. Frénay, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 6 augustus 2024.
SV
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.