ECLI:NL:RBLIM:2024:538
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling eigen bijdrage zorg op basis van vermogensinkomensbijtelling in het kader van de Wet langdurige zorg
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 6 februari 2024, worden twee beroepen behandeld van eiseres tegen de vaststellingen van de eigen bijdragen voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor twee verschillende periodes in 2022. Eiseres betwist de gehanteerde vermogensinkomensbijtelling van 4% en verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, dat volgens haar van toepassing zou zijn. De rechtbank oordeelt echter dat dit arrest niet relevant is voor de vermogensinkomensbijtelling, die losstaat van de vermogensrendementsheffing waar het arrest op doelt. De rechtbank concludeert dat de eigen bijdrage correct is vastgesteld op basis van de gegevens van de Belastingdienst, en dat de 4% bijtelling rechtmatig is. De beroepen worden ongegrond verklaard, en eiseres krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht. De rechtbank bevestigt dat de vaststelling van de eigen bijdrage voor de periode van 7 februari 2022 tot en met 31 december 2022 in stand blijft.