ECLI:NL:RBLIM:2024:5402

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/03/317540 / HA ZA 23-207
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake gebreken aan woning en vochtproblemen na aannemingsovereenkomst

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een rechtszaak aangespannen tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde], gevestigd te [vestigingsplaats], naar aanleiding van gebreken aan de woning die door [gedaagde] is gebouwd. De procedure is gestart na een eerdere uitspraak van de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, waarin [gedaagde] was veroordeeld tot herstel van verschillende gebreken aan de woning, waaronder scheurvorming in het stucwerk en vochtoverlast. Eiser stelt dat [gedaagde] niet aan deze veroordeling heeft voldaan en vordert nu herstel van de gebreken, schadevergoeding en betaling van buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft behoefte aan deskundigenrapporten om te beoordelen of de herstelwerkzaamheden door [gedaagde] adequaat zijn uitgevoerd en of de vochtoverlast het gevolg is van gebrekkige bouw. De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling en de benoeming van een deskundige.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/317540 / HA ZA 23-207
Vonnis van 10 juli 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. L.L.M.A.A. de Vor,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. B. van Meurs.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 18,
  • de akte eiswijziging van [eiser] ,
  • de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 3,
  • de akte eiswijziging en aanvullende producties 19 tot en met 21,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 15 april 2024,
  • de akte uitlaten van [eiser] van 1 mei 2024,
  • de akte uitlaten van [gedaagde] van 1 mei 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 4 maart 2008 heeft [eiser] met [gedaagde] een aannemingsovereenkomst gesloten met betrekking tot de nieuwbouw van een woning op een perceel van [eiser] , gelegen aan de [adres] , [woonplaats] . De aanneemsom bedroeg
€ 660.450,00 inclusief BTW.
2.2.
De oplevering van de woning heeft plaatsgevonden in maart 2009. [eiser] heeft kort daarna aan [gedaagde] laten weten dat hij gebreken aan de woning had geconstateerd.
2.3.
Op 7 juli 2009 heeft [eiser] aan [gedaagde] per e-mail laten weten dat hij sinds dat weekend op de begane grond van de woning, ter plaatse van het kantoor, het trappenhuis en de woonkamer, last heeft van optrekkend vocht langs de muren. [gedaagde] heeft vervolgens herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
2.4.
Op 6 juni 2013 heeft Gevelsupport B.V. een schadeonderzoek gevelafwerking aan de woning uitgevoerd. Hierbij waren [naam 1] en [naam 2] van [gedaagde] aanwezig. In het quickscan-rapport, dat naar aanleiding van dit bezoek is opgesteld, staat -voor zover thans van belang- het volgende vermeld:
‘(…).Conclusie
De schade aan het oppervlak van het gevelisolatiesysteem is veroorzaakt door vochtinwerking van binnenuit. Via het dak heeft er vochtinwerking achter de isolatieplaten plaatsgevonden. Dit vocht is via naden en aan de bovenzijde van het gevelisolatiesysteem in de grondmortel weefsellaag binnengedrongen. Dit vocht heeft dit gedeelte gevelisolatiesysteem in enige mate verzadigd en is heeft onder invloed van dampspanningsgedrag en vorst de grondmortellaag inwendig doen deformeren. Opbolling en scheurvorming zoals zichtbaar aan het oppervlak van de sierpleisterafwerking is hierbij het gevolg.
Herstel dient plaats te vinden door het verwijderen van de loszittende delen grondmortel
weefsellaag, het controleren van de hechting van de isolatieplaten en het aanbrengen van een nieuw gedeelte grondmortel weefsellaag en sierpleisterafwerking. (herstel kan plaatsvinden op de basis dat er geen lekkage meer vanuit de gevelconstructie aanwezig is).
Achtergevel plafond inwendig terras
De scheurvorming zoals zichtbaar aan het oppervlak van deze plafondafwerking is veroorzaakt door werking vanuit de ondergrond zijnde de prefab betonnen breedplaatelementen. Dit soort scheurvorming zijnde rechtlijnig of licht gebogen van vorm is een reactie op het ontladen van verhardings- of drogingskrimpgedrag vanuit deze vloer/plafondconstructie. Op basis van het plaatselijk uittreden van kalk-/en/of zoutkristallen lijkt het er sterk op dat er zich vanuit bovenzijde van dit plafond er plaatselijk een hoge vochtbelasting aanwezig geweest is. Dit vocht tracht aan de plafondzijde, immers de bovenzijde is met een geïsoleerde dakbedekking bekleed, aan de omgevende buitenlucht te verdampen. Door langzame verdamping kan er een spanningsgedrag in de beton ontstaan dat wordt gereduceerd op de betondelen die het minst sterk zijn, zijnde de naden. Tevens komt er licht gebogen scheurvorming voor wat impliceert dat er in de beton zelf ook een krimpspanningsgedrag is ontstaan. De gestukadoorde afwerking kan dit soort
krimpgedrag niet opvangen. Indien de constructie voldoende droog is kan er vanuit worden gegaan dat dit soort krimpgedrag niet opnieuw zal ontstaan. Herstel van de plafondafwerking is dan ook mogelijk.
De scheur langs de rand van het plafond nabij het aluminium profiel is het gevolg van hygro-thermisch gedrag van dit profiel en het gegeven dat de gestukadoorde afwerking hier star tegenaan is aangebracht. Hier had de gestukadoorde afwerking moeten worden losgesneden. Herstel kan plaatsvinden door het v-vormig uitkrabben van de scheuren en het dichten van de scheuren met een cementgebonden hechtmortel of een flexibel blijvende reparatiemortel.
Achtergevel
De scheurvorming zoals ter plaatse geconstateerd is veroorzaakt door spanningsgedrag in de gevelafwerking. Door uitzetting en krimp heeft er een ontlading van spanningen plaatsgevonden op het raakvlak tussen gevelisolatiesysteem en beplating van de koven. Omdat dit twee verschillende ondergronden zijn, met ieder haar specifieke eigenschappen, heeft dit spanningsgedrag op een ongelijkmatige wijze plaatsgevonden. Normaliter dienen dit soort overgangen te worden gedilateerd waardoor dit spanningsgedrag zich kan afbouwen zonder dat er scheuren ontstaan. Het toepassen van lagen wapeningsweefsel kan in enige mate dit soort spanningsgedrag opvangen doch niet afbouwen.
De waterslagen bevatten verkeerde kopschotten. De kopschotten hadden een dakje moeten
hebben en zouden in het gevelisolatiesysteem moeten zijn ingewerkt. Tevens zouden er
ontspanningsruimtes tussen kopschotten en waterslagprofiel aanwezig geweest moeten zijn en zou de maximale lengte van de waterslagen de 3 meter niet moeten hebben overschrijden. Bij langere afstanden dient het profiel in meerdere lengtes met flexibel werkende koppelstukken te worden uitgevoerd. Tevens dienen de waterslagen met voldoende verankeringen te worden bevestigd.
Herstel van deze geveldelen dient plaats te vinden door het verwijderen van de bestaande
waterslagen, het verwijderen van de gedeformeerde houten onderdelen van de koven, het
verwijderen van de gedeelten gevelafwerking met scheurvorming.
Hierna nieuwe waterslagen stellen met je juiste verankering, voorgecomprimeerd cellenband en de juiste kopschotten die ingewerkt worden in het gevelisolatiesysteem. Het aanbrengen van verticale dilatatieprofielen.
Hierna het gevelisolatiesysteem repareren waarbij het nieuwe wapeningsweefsel met een overlap van 10 cm op de bestaande mortelweefsellaag wordt aangebracht. Vervolgens de
sierpleisterafwerking aanhelen. (dit herstel dient op basis van het verkrijgen van een acceptabel gevel beeld te worden uitgevoerd.)’
2.5.
In een tweetal gespreksverslagen, te weten van 30 juli 2014 (productie 2 bij dagvaarding van 2020) en van 21 juni 2018 (productie 7 bij dagvaarding van 2020) hebben partijen afspraken met betrekking tot herstel van de gebreken gemaakt.
2.6.
In het gespreksverslag van 30 juli 2014 staat het volgende vermeld:
1.
‘Scheurvorming buitengevelstucwerk
1.1
Afgesproken is dat [gedaagde] het stucwerk plaatselijk nagenoeg onzichtbaar zal
herstellen en verticale dilatatievoegen zal aanbrengen. [eiser] zal in overleg met
architect [naam architect] aangeven hoever deze moeten doorlopen. Deze voegen zullen in
alle ramen aan de tuinkant van dc woning, alsmede aan de zijkant ter plaatse van
de onderslaapkamer worden aangebracht, dus ook ter plaatse van het dakterras.
1.2
Ten aanzien van het schilderwerk van alle gevels met uitzondering van de
voorgevel is afgesproken dat [gedaagde] aan Schilder [naam schilder] opdracht zal geven om
voor zijn rekening te laten schilderen met pearlcoat. De materiaalkosten zijn voor
rekening van [eiser] . [gedaagde] zal [naam schilder] het materiaal laten inkopen. Verder zal
[gedaagde] mij nog een prijs doorgeven om ook de voorgevel door [naam schilder] te laten
behandelen.
(…).
9. Scheurvorming stucwerk ouderbadkamer: akkoord met herstel door [gedaagde] , zie
plan van aanpak d.d. 4 juli 2014.
(…).
11. Scheurvorming plafond terras: [gedaagde] zal over de volledige lengte van de
aluminium strip het stucwerk losgesneden zal worden en zal worden hersteld. De
kosten van het schilderwerk zijn evenwel voor [eiser] . [gedaagde] zal hiertoe
namens [eiser] opdracht geven aan [naam schilder] .
(...).’
2.7.
In het gespreksverslag van 21 juni 2018 staat het volgende vermeld:
‘1. Scheuren in de gevel bij ouderslaapkamer en kinderbadkamer: er is een afspraak
ingepland met [naam 3] en [naam 4] om te bekijken wat we kunnen doen. Verder zal het
stucwerk aan de gevel raam kinderbadkamer helemaal verwijderd moeten worden
en opnieuw aangebracht moeten worden.
2. Verwerk gevels ontstaat mosvorming. Volgende week komt [naam schilder] Schilderwerken
kijken wat er aan moet gebeuren.
3. Het stucwerk plafond terras is af aan het brokkelen. Volgens [naam 5] komt dit door de
metalen strip die uitzet en het stucwerk losduwt.
4. Aan de buitengevel van de woning (bij zijdeur garage/bij voordeur etc) zitten nog
veel verfspatten. [naam 5] laat deze verwijderen. Ook op diverse plaatsen op de tegels
buiten.’
2.8.
Ten aanzien van vier gebreken heeft [eiser] in 2020 een procedure gevoerd bij de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Roermond. Het ging in deze procedure om de volgende gebreken:
a. scheurvorming in het stucwerk aan de buitenzijde van de ouder- en
kinderbadkamer en de kinderslaapkamers op de eerste verdieping;
b. afbrokkelen van het plafond van het overdekt terras;
c. mosvorming op het verfwerk van de buitengevels van de woning;
d. verfspatten op diverse plaatsen aan de buitengevels van de woning en op
diverse buitentegels.
2.9.
Bij verstekvonnis van 26 augustus 2020 heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg, afdeling Burgerlijk recht, als volgt beslist:
3. De beslissing
De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij tot nakoming van de tijdens het gesprek op 30 juli 2014 en op 21 juni 2018 gemaakte afspraken en over te gaan tot het binnen 6 weken na heden herstellen van de gebreken naar eis van goed en deugdelijk werk, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat gedaagde partij daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van € 10.000,00,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij, tot op heden begroot op € 371,54,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan bovenstaande veroordelingen voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 90,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag van volledige betaling,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.’
2.10.
[gedaagde] is niet tegen het verstekvonnis in verzet gegaan. Het vonnis is in kracht van gewijsde gegaan.
2.11.
Op 21 juli 2021 heeft Technisch Bureau Afbouw (hierna: TBA) in opdracht van [eiser] een onderzoek uitgevoerd. Hierbij waren aanwezig [eiser] , de heer [naam 6] namens [gedaagde] , de heer [naam 7] namens EMN en [gedaagde] en de heer [naam 8] , namens TBA.
2.12.
Op 2 maart 2022 heeft TBA het verslag van het bezoek opgesteld. Hierin staat, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
‘ARAG SE Nederland heeft TBA, Technisch Bureau Afbouw, verzocht om een onderzoek uit te voeren. Dit aangaande het geschil tussen [eiser] en [gedaagde] voor wat betreft de uitgevoerde reparaties aan het oppervlak van het op de gevels aanwezige gevelisolatiesysteem, de scheurvorming in een plafond van het overdekte terras en vervuiling van natuursteenstrippen, als eindafwerking op geveldelen. Het herstel van de gebreken diende op basis van een vonnis van de Rechtbank Limburg (zaaknummer, 8636908 CV EXPL, 20-3341, d.d. 26 augustus 2020, door [gedaagde] op basis van tussen partijen gemaakte afspraken (gesprekken op 30 juli 2014 en
21 juni 2018) naar eis van goed en deugdelijk werk te worden uitgevoerd. De heer [eiser] heeft [gedaagde] aangegeven dat de herstelwerkzaamheden van de gebreken niet op basis van “nagenoeg onzichtbaar” zijn uitgevoerd.
Het onderzoek van TBA dient zich te concentreren op de beantwoording van de door ARAG
geformuleerde onderzoeksvragen, te weten:
a.
Voldoet het herstel aan hetgeen de rechter in het vonnis- onder r.o. 3.1, heeft geoordeeld? Daarbij graag de gebreken puntsgewijs behandelen:
- Het stucwerk aan de buitenzijde van de ouder- en kinderbadkamer en
kinderslaapkamers (op terras eerste verdieping) plaatselijk nagenoeg onzichtbaar
herstellen en verticale dilatatievoegen aanbrengen;
- Het stucwerk plafond terras herstellen;
- Verfspatten in en rondom de woningen dienen verwijderd te worden;
Zo niet, welke werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden om te voldoen aan het vonnis?
Staat de scheur aan de binnenkant van de woning in verband met de scheur aan de
buitenkant van de woning? Met andere woorden, is de scheur aan de binnenkant het
gevolg van het niet(deugdelijk) aanpakken van de scheur aan de buitenkant? Welke
werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden om dit gebrek te herstellen?
De door de wederpartij gemaakte opmerkingen/verzoeken en uw commentaar daarop.
ONDERZOEK DESKUNDIGE
Oppervlak geschilderde-, gestukadoorde achtergevels, woning en rechterzijgevel 1e verdieping boven de garage (foto 1)
Achtergevel links, 1e verdieping zijde balkon, oost (foto 2)
- Aan het oppervlak van deze gevelafwerking zijn geen gebreken geconstateerd.
Achtergevel midden 1e verdieping, met balkonzijde en begane grond, zuid (foto 3 t/m 18)
- Aan het oppervlak van de (volgens mededeling tot tweemaal overgeschilderde) sierpleisterafwerking zijn boven- en tussen raam- en deurkozijnen, -vanuit uitwendige hoeken, in verticale richting dilataties (of anders genaamd bewegingsvoegen) zichtbaar. Deze dilataties zijn met kit afgewerkt.
- Ter hoogte van verschillende van deze uitwendige hoeken zijn contouren van uitgevoerde
plaatselijke reparaties aan de sierpleisterafwerking zichtbaar. Deze reparaties vallen op door een afwijkende randstructuur en een afwijkende oppervlaktestructuur van deze sierpleisterdelen. Tevens zijn vanuit verschillende uitwendige kozijnhoeken scheuren in diagonale richting zichtbaar.
- Tussen de raamkozijnen van de achtergevel, zijde midden of slaapkamers, komt op 1e
verdiepingsniveau, dicht onder de dakrand, in verticale richting een rechtlijnige scheur in de gevelafwerking voor (foto 6 en 7). Deze scheur is vrijwel zeker gesitueerd op een verticale aansluitnaad tussen twee eps isolatieplaten zoals aanwezig achter de gestukadoorde afwerking.
- Onder de aluminium waterslagprofielen van de kozijnen zijn scheuren in de gevelafwerking (geschilderde-, sierpleister-, en grondmortellaag) ontstaan. Deze scheuren staan tot meer dan 8 mm wijd open en laten vochtinwerking (opstuwing van hemelwater) toe (foto 10). Dit kan schade veroorzaken in de gevelafwerking. Deze naden dienen te worden voorzien van een kitafdichting.
- Ter hoogte van het balkon is aan de bovenkant van een deuropening zichtbaar dat de rolluik-/screenkast aan de buitenzijde bestaat uit twee lagen beplating. Volgens mededeling van [naam 6] is dit een cementgebonden vezelplaat met daarop een Wedi, gecacheerde isolatieplaat (foto 18).
- Aan de binnenzijde (overloop en ouderslaapkamer) werd aan het oppervlak van de wandafwerking (geschilderde stucwerk) geen verticaal rechtlijnige scheur geconstateerd waar aan de buitenzijde deze wel in de gevelafwerking voorkomt (foto 19 en 20). Wel werd er vanuit een bovenhoek van een raamkozijn ter hoogte van de boven- en verticale links gesitueerde neggekant een scheur en deformatie van de wandafwerking aangetroffen. Deze deformatie kan gerelateerd worden aan spanningsgedrag vanuit de gevelconstructie.
Achtergevel vlak rechts, oost, 1e verdieping en begane grond (foto 21 t/m 26)
- Aan het oppervlak van de sierpleisterafwerking zijn boven- en tussen raam- en deurkozijn, vanuit uitwendige hoeken, in verticale richting dilataties (of anders genaamd bewegingsvoegen) zichtbaar.
Deze dilataties zijn met kit afgewerkt.
- Ter hoogte van deze uitwendige hoeken zijn in beperkte mate contouren van uitgevoerde plaatselijke reparaties aan de sierpleisterafwerking zichtbaar. Deze reparaties vallen op door een iets afwijkende randstructuur en een afwijkende oppervlaktestructuur van deze sierpleisterdelen. Tevens is vanuit uitwendige kozijnhoeken enige scheurvorming in diagonale richting zichtbaar.
Achtergevel links begane grond, oost, plafond overdekt terras (foto 27 t/m 34)
- Langs de (later geplaatste) aluminium randafwerking-/strip is aan de binnenzijde (plafond) een geschilderde gestukadoorde afwerking aanwezig (op prefab betonnen breedplaatelementen).
- Aan de linkerzijde komt op het raakvlak tussen zijkant aluminium strip en plafondafwerking schade voor. De schade bestaat uit gescheurde- en losgeraakte fragmenten verf- en stucwerk. Aan het oppervlak van deze schadeplek is zichtbaar dat er op ± 25 mm vanaf de strip vanuit de ondergrond (beton) een scheur is ontstaan in een beton-, of cementgebonden afwerking. De scheur is vrijwel zeker aanwezig op de aansluiting tussen kopse zijde betonelement en dit gedeelte beton-, of cementafwerking. Op dit aansluitdetail tussen aluminium strip en plafondstucwerk komt over een groter gedeelte een holklinkend gedrag voor. Hier is de plafondafwerking deels onthecht vanaf dit beton oppervlak.
- Ter plaatse van diverse kozijnen zijn verfspetters en verf uitlopers zichtbaar.
- Aan het oppervlak van de geschilderde-, gestukadoorde plafondafwerking zijn op verschillende gedeelten op willekeurige hart op hart afstanden vrij rechtlijnig verlopende scheuren zichtbaar. Dit dus niet alleen op de v-naden tussen de 2,40 m brede betonelementen. Ook werd scheurvorming in een gebogen vorm waargenomen.
Rechterzijgevel 1e verdieping en zijde garage, zuid (foto 35 t/m 38)
- Dit geveloppervlak is volgens mededeling, in verband met ontstane blaasvorming in de
sierpleisterafwerking, geheel voorzien van een nieuwe laag sierpleisterwerk. Aan het oppervlak zijn over het geheel gezien geen gebreken geconstateerd. Wel is aan een gedeelte horizontaal gesitueerde onderrand een lichte acceptabele, afwijking in de oppervlaktestructuur aanwezig.
- Aan het oppervlak van de natuursteenstrippen komt plaatselijk vervuiling van verf- en/of stucmortel spetters voor.
CONCLUSIE
Op basis van beantwoording van de vragen:
a.
Voldoet het herstel aan hetgeen de rechter in het vonnis- onder r.o. 3.1. heeft geoordeeld?
Daarbij graag de gebreken puntsgewijs behandelen:
- Het stucwerk aan de buitenzijde van de ouder- en kinderbadkamer en
kinderslaapkamers (op terras eerste verdieping) plaatselijk nagenoeg onzichtbaar
herstellen en verticale dilatatie voegen aanbrengen;
Antwoord TBA:
Het herstel van het oppervlak van het geschilderde- sierpleisterwerk op de achtergevel midden 1e verdieping, met balkonzijde en begane grond, zuid (foto 3 t/m 18) zijde slaap- en badkamer, en de achtergevel vlak rechts, oost, 1e verdieping en begane grond (foto 21 t/m 26), voldoen niet ten aanzien van hetgeen de rechter in het vonnis onder r.o. 3.1 heeft geoordeeld. Op basis van het vonnis dient het herstel te worden uitgevoerd overeenkomstig de tijdens het gesprek van 30 juli 2014 en 21 juni 2018 gemaakte afspraken (Productie 2, punt 1.1). Hierin staat o.a. omschreven: “Afgesproken is dat [gedaagde] het stucwerk plaatselijk nagenoeg onzichtbaar zal herstellen en verticale dilataties zal aanbrengen.” Op basis van dit onderzoek dient gesteld te worden dat het oppervlak van deze 2 gevels plaatselijk duidelijke reparatieplekken vanuit de sierpleister reparaties bevatten, scheurvorming vertonen vanuit de hoeken bij raam- en deuropeningen en een verticale scheur bevat (vrijwel zeker op een overgang tussen twee zijden van op elkaar aansluitende isolatieplaten). Deze gebreken zijn duidelijk zichtbaar en leiden toekomstgericht bij vochtinwerking tot gevolgschade aan deze gevelafwerking. Technisch en esthetisch herstel is noodzakelijk.
- Het stucwerk plafond terras herstellen;
Antwoord TBA:
Het herstel van de rand van de plafondafwerking van de luifel van het overdekt terras, achtergevel links begane grond, oost, plafond overdekt terras (foto 27 t/m 34), voldoen niet ten aanzien van hetgeen de rechter in het vonnis onder r.o. 3.1 heeft geoordeeld. Op basis van het vonnis dient het herstel te worden uitgevoerd overeenkomstig de tijdens het gesprek van 30 juli 2014 en 21 juni 2018 gemaakte afspraken (Productie 2, punt 11). Hierin staat o.a. omschreven: “Scheurvorming plafond terras. [gedaagde] ( heeft aangegeven dat:
tekstgedeelte aangepast door TBA) over de volledige lengte van de aluminium strip het stucwerk losgesneden zal worden en zal worden hersteld.” Op basis van dit
onderzoek dient gesteld te worden dat er aan het oppervlak van de plafondafwerking scheurvorming en losgeraakte delen stucwerk voorkomen. Tevens is de rand beton-/of cementmortel losgeraakt vanaf de zijkant van het betonelement, Er komen hier ook op andere randgedeelten holklinkende delen stucwerk voor alsmede vertoont het plafondoppervlak veel scheurvorming. Herstel is nodig om deze schade te verhelpen.
- Verfspatten in en rondom de woningen dienen verwijderd te worden;
Antwoord TBA:
Het herstel van de verfspatten op de natuursteenstrippen e.d. , onderzijde rechterzijgevel, en zijde garage, zuid (foto 35 t/m 38) alsmede de kozijnen ter plaatse van het overdekt terras, voldoen niet ten aanzien van hetgeen de rechter in het vonnis onder r.o. 3.1 heeft geoordeeld. De rechter heeft geoordeeld dat moet worden overgegaan tot het herstellen van de gebreken naar eis van goed en deugdelijk werk. Dit is niet gebeurd. Op basis van het vonnis dient het herstel te worden uitgevoerd overeenkomstig de tijdens het gesprek van
30 juli 2014 en 21 juni 2018 gemaakte afspraken (Productie 7, punt 4). Hierin staat o.a. omschreven: “Aan de buitengevel van de woning (bij zijdeur garage/bij
voordeur etc) zitten nog veel verfspatten. [naam 5] laat deze verwijderen.” Op basis van dit onderzoek dient gesteld te worden dat er aan het oppervlak van de natuursteenstrippen en kozijnen nog plaatselijk verf- en/of stucmortel spetters aanwezig zijn. Deze dienen verwijderd te worden.
Zo niet, welke werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden om te voldoen aan het vonnis?
Antwoord TBA:
Op basis van dit onderzoek dient gesteld te worden dat het oppervlak van deze 2 gevels plaatselijk duidelijke reparatieplekken vanuit de sierpleister reparaties bevatten, scheurvorming vertonen vanuit de hoeken bij raam- en deuropeningen en een verticale scheur bevat (vrijwel zeker op een overgang tussen twee zijden van op elkaar aansluitende isolatieplaten). Deze gebreken zijn duidelijk zichtbaar en leiden toekomstgericht bij vochtinwerking tot gevolgschade aan deze gevelafwerking. Technisch en esthetisch herstel is noodzakelijk. Hierbij dient hetzelfde type en kleur sierpleister te worden gebruikt.
Indien dit niet mogelijk is, danwel er ontstaat kleurverschil ten opzichte van de bestaande
gevelafwerking, dan dienen alle gevels van een nieuw verfsysteem te worden voorzien.
Zie tevens antwoord TBA op bovenstaande vraag a.
Staat de scheur aan de binnenkant van de woning in verband met de scheur aan de buitenkant van de woning? Met andere woorden, is de scheur aan de binnenkant het gevolg van het niet (deugdelijk) aanpakken van de scheur aan de buitenkant? Welke werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden om dit gebrek te herstellen?
Antwoord TBA:
Op basis van de locatie van de scheur aan de binnenkant van de woning, linker bovenhoek
neggekanten raamkozijn, staat deze scheur niet in direct verband met de aan de buitenkant/gevelzijde zichtbare verticale scheur aan de bovenzijde van de penant tussen de kozijnen (onder de dakrand). Echter het is wel mogelijk dat deze scheur aan de binnenkant te maken heeft met de wederom ontstane diagonale scheuren vanuit de bovenhoeken van de kozijnen aan de buitenkant. Het alleen dilateren (aanbrengen van een bewegingsvoeg) in de gestukadoorde gevelafwerking (buitenkant) is onvoldoende (deugdelijk) gebleken om deze scheurvorming aan het zicht te onttrekken. De werkzaamheden die kunnen leiden tot het herstel van dit type scheurvorming (dit is nimmer met 100% zekerheid te stellen, i.v.m. thermische bewegingen vanuit de bouwconstructie (mogelijk eerst hieromtrent bouwkundig onderzoek laten uitvoeren door b.v. SGS Intron te Sittard of TNO Bouw te
Delft)), is het openen/verwijderen van het gevelisolatiesysteem op deze gescheurde gevelgedeelten en het herstel van deze afwerking tot op de kalkzandsteenondergrond. Hiertoe ook gescheurde delen isolatieplaat verwijderen en opnieuw aanhelen met toepassing van dilataties die door en door tot op de kalkzandsteenondergrond doorlopen.
De door de wederpartij gemaakte opmerkingen/verzoeken en uw commentaar daarop.
Antwoord TBA:
TBA heeft partij [gedaagde] verzocht aan te geven opmerkingen/verzoeken te doen, [gedaagde] heeft opmerkingen geplaatst binnen “mededelingen ter plaatse”. Voor het overige zijn er geen verzoeken gedaan en heeft TBA hier geen commentaar op gegeven.
(…).’
2.13.
Na een heftige regenval in 2021 heeft zich opnieuw vochtoverlast in de woning voorgedaan. Naar aanleiding daarvan heeft [eiser] diverse zoutbelaste muren laten injecteren, op advies van Bedi Vochttechniek.
2.14.
[eiser] heeft het vochtprobleem vervolgens op 24 maart 2023 door [naam bedrijf] laten onderzoeken om vast te stellen in hoeverre het vochtprobleem is verholpen. In het rapport dat van dit bezoek is opgemaakt, gedateerd op 30 maart 2024, staat als volgt -voor zover thans van belang- vermeld:
‘De Vraagstelling die we hieruit formuleren:
Wat is de oorzaak van de vochtproblemen en hoe zijn deze op te lossen?
1.
Om vast te stellen of het aansluitdetail van gevel op maaiveld zo is uitgevoerd als door de architect getekend, is op 24 maart 2023 een destructief onderzoek uitgevoerd, zodat vastgesteld kon worden hoe de vochtkerende laag in het detail daadwerkelijk is uitgevoerd. De steenachtige plintbekleding alsmede de isolatie is voor een deel verwijderd. Op een 2e plaats (ter plaatse van het raam aan de linkerzijde voorzijde van de woning (in gebruik als kantoorruimte) is de grindafdekking ter plaatse van de onderdorpel van een kozijn verwijderd, om zo te kunnen zien hoe de waterkerende laag is aangebracht. Hieruit blijkt het volgende.
a.
In tegenstelling tot wat het detail vermeld, is geen DPC folie aangebracht, maar een afdichting d.m.v. een bitumineuze coating, Inertol van Sika.
b.
In tegenstelling tot wat het detail vermeld, is er geen volledig vorstrand gemaakt, maar een betonnen funderingssloof, waarop de vloer met een verdiepte rand is gestort. In die zin moeten we dus tevens vaststellen dat het detail anders is uitgevoerd dan het in hoofdstuk 2.2. aangehaalde principedetail.
c.
De Inertol afdichting is ter plaatse van de gevel aangebracht vanaf de onderzijde van het geïsoleerde stucwerk (enkele tientallen centimeters boven maaiveld) tot op de betonnen funderingssloof.
d.
Ter plaatse van de natuurstenen dorpel onder het kozijn is te zien dat de Inertol
afdichting ten minste tot aan deze dorpel is aan gebracht, maar waarschijnlijk
doorloopt tot achter de dorpel.
e.
De NPR richtlijn vereist een waterdichte afwerking tot minimaal 50 mm boven peil. Aan deze basisvoorwaarde om een waterdichte gevel te ontwerpen lijkt met bovenstaande constateringen te worden voldaan.
f.
Het productblad met verwerkingsrichtlijnen van Inertol vermeldt de volgende in dit geval relevante zinsneden:
i. Het product is niet geschikt bij permanente verwering.
ii. Op beton dient een systeem van 2 a 3 lagen te worden aangebracht.
iii. Vermeldt wordt alleen een ondergrond van stofvrij, gezond en hechtsterk
beton, of staal.
g.
N.a.v. bovengenoemde aanwijzingen uit het productblad constateren we het
volgende:
i.
T.p.v. de onderdorpels onder het gecontroleerde kozijn is duidelijk als gevolg van verwering, de Inertol laag plaatselijk geheel verdwenen.
ii.
Bovendien is het de vraag of de ondergrond waarop het is toegepast
hechtsterk is. Het is waarschijnlijk gasbeton of kalkzandsteen.
iii.
Er zijn zeker geen 3 lagen, maar waarschijnlijk zelfs geen 2 lagen Inertol
toegepast.
2. Er kunnen nu meerdere oorzaken zijn voor de ervaren wateroverlast:
a. Waterdoorslag doordat een te dunne laag Inertol is toegepast.
b. Waterdoorslag doordat de Inertol laag door verwering plaatselijk is verdwenen.
c. Waterdoorslag doordat de laag Inertol niet goed heeft gehecht op de ondergrond,
en daardoor capillaire werking veroorzaakt
d. De combinatie van bovengenoemd.
3. Het feit dat de kim aan de binnenzijde is geïnjecteerd lost het probleem van intrekkend
vocht naar boven op. Echter, mogelijk intrekken van water onder dekvloer kan hierdoor nog
steeds plaatsvinden.
4. Bovendien kan bij langdurige vochtbelasting de constructie worden aangetast. Lijmen en
kalkzandsteen constructies bijvoorbeeld moeten na eventueel intrekken van vocht weer op
korte termijn kunnen drogen.
5. Bovenstaand impliceert dat het directe zichtbare gevolg van het probleem, namelijk het nat worden van de muur aan de binnenzijde boven peil, wel is opgelost door het injecteren van de wanden, maar dat de oorzaak van het probleem nog niet is verholpen, en dat de
constructie mogelijk op langere termijn gevaar loopt.
4. VERVOLGSTAPPEN
Om het geschetste probleem op te lossen zullen de volgende stappen genomen moeten worden.
1. Ontgraven van het maaiveld over de volledige omtrek van het gemarkeerde
probleemgebied (zie punt 7 hierna), tot onderzijde van de lnertol laag, daarbij dient ook de
bovenzijde van de betonnen sloof vrijgemaakt te worden.
2. Verwijderen van de steenachtige plint en isolatie
3. Verwijderen van alle niet gehechte Inertol coating.
4. Controleren of het vocht mogelijk ook onder de dekvloer aan de binnenzijde is gelopen en
in welke mate. Dit zou kunnen door een deel van de gasbeton koudebrugonderbreking te
verwijderen en het vocht gehalte onder de dekvloer van buitenaf te meten, zodat de bestaande vloerafwerking niet beschadigd behoeft te worden.
5. Schoonmaken van het geheel, inclusief de uitstekende rand van de onderste
funderingssloof, en voldoende laten drogen.
6. Aanbrengen van een nieuwe afdichting. Gezien het geconstateerde verweringsprobleem
onder de onderdorpels van de kozijnen, lijkt Inertol hierbij geen optimale oplossing. Als
alternatief stellen wij een EPDM folie voor, welke volledig verkleeft wordt aangebracht, met een hiervoor geschikte lijm. Ter plaatse van de overgang van gevel naar kozijn dient de
EPDM volledig aan te sluiten, liefst gevouwen als 1 geheel, desnoods in delen en verlijmd.
Overwogen kan nog worden om de rand onder de harstenen dorpel met een rvs strip af te
dekken en zo te beschermen tegen mechanisch beschadiging en UV licht. (…).’
2.15.
Bij brief van 31 oktober 2022 heeft [eiser] [gedaagde] in gebreke gesteld en gesommeerd tot nakoming van het herstel van de gebreken waartoe zij bij verstekvonnis is veroordeeld als ook de gebreken die de oorzaak zijn van het vochtprobleem.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I.
Primair
[gedaagde] veroordeelt tot nakoming van het vonnis 2020 en derhalve over te gaan tot het binnen zes weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis herstellen van de gebreken 2020 naar eis van goed en deugdelijk werk en het werk schriftelijk gereed te melden aan [eiser] ,
bepaalt dat [gedaagde] zes weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan [eiser] een direct opeisbare dwangsom verbeurt van € 1.000,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat [gedaagde] met dit herstel in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00,
Subsidiair
[gedaagde] veroordeelt tot betaling van de herstelkosten van de gebreken 2020 ten titel van vervangende schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
II.
Primair
1. [gedaagde] veroordeelt tot herstel van het vochtprobleem binnen zes weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis conform de eisen van goed en deugdelijk werk met in achtneming van in ieder geval het herstelplan zoals omschreven op pagina 5 van het deskundigenrapport [naam bedrijf] waarbij in afwijking van punt 6 van het herstelplan van [naam bedrijf] bij de fundering van de linkerzijgevel een hechtende bitumenemulsie inclusief drainmat wordt toegepast in plaats van de door [naam bedrijf] geadviseerde EPDM-folie, althans op een door de
rechtbank te benoemen deskundige te bepalen wijze, en voor het overige naar de eis van goed en deugdelijk werk, en het werk schriftelijk gereed te melden aan [eiser] ,
2. [gedaagde] veroordeelt om na afronding van de onder 1. bedoelde werkzaamheden binnen zes weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis alle bij die werkzaamheden toegebrachte schade en/of wijzigingen aan of om de woning voor eigen rekening en risico naar eis van goed en deugdelijk werk te herstellen in de situatie zoals die was voorafgaand aan die werkzaamheden,
3. bepaalt dat [gedaagde] zes weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan [eiser] een direct opeisbare dwangsom verbeurt van € 1.000,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat [gedaagde] met het onder 1. en 2. gevorderde in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00,
Subsidiair
[gedaagde] veroordeelt tot betaling van de herstelkosten van het Vochtprobleem aan [eiser] ten titel van vervangende schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
III.
1. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 5.316,75 ten titel van schadevergoeding, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf primair 29 november 2022 en subsidiair
vanaf 8 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
2. [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de (overige) schade die [eiser] heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het Vochtprobleem, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
IV.
1. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiser] van € 2.706,18 ten titel van
buitengerechtelijke (incasso)kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
2) [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn vordering verwijst [eiser] naar de hiervoor onder 2. weergegeven feiten en voert hij verder het volgende aan.
3.2.1.
[gedaagde] heeft het herstel waartoe zij is veroordeeld bij voormeld verstekvonnis, te weten het goed en deugdelijk herstel van de scheurvorming in het stucwerk aan de buitenzijde van de ouder- en kinderbadkamer en de kinderslaapkamers op de eerste verdieping en het goed en deugdelijk herstel van de scheurvorming en het afbrokkelen van het plafond van het overdekt terras, niet naar behoren uitgevoerd. Voorts zijn er, ondanks veroordeling tot verwijdering daarvan, nog verfspatten op diverse plaatsen aan de buitengevels van de woning. Ten slotte is sprake van vochtoverlast. De vochtoverlast bestaat uit vochtdoorslag door de muren.
3.2.2.
Ten aanzien van de gestelde scheurvorming en afbrokkeling van stucwerk in en aan de woning baseert [eiser] zich op het rapport van TBA(zie rov. 2.12.). Ten aanzien van de vochtoverlast baseert [eiser] zich op het rapport van [naam bedrijf] . Uit onderzoek blijkt dat de vochtoverlast voortkomt uit verkeerde materiaalkeuze door [gedaagde] en het foutief aanbrengen van de Inertol. De vochtdoorslag doet zich voornamelijk voor ter plaatse van het linker deel van de woning. Volgens [naam bedrijf] kunnen er meerdere oorzaken zijn voor de ervaren wateroverlast. Zo kan er sprake van waterdoorslag zijn doordat een te dunne laag Inertol is toegepast, doordat de Inertol laag door verwering plaatselijk is verdwenen, doordat de laag Inertol niet goed heeft gehecht op de ondergrond en daardoor capillaire werking veroorzaakt, dan wel door een combinatie van voornoemde oorzaken.
3.2.3.
[gedaagde] is volgens [eiser] toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van het vonnis 2020 ten aanzien van het goed en deugdelijk herstellen van de scheurvorming, het afbrokkelen en de verfspatten. Ten aanzien van de vochtoverlast stelt [eiser] dat sprake is van uitvoeringsfouten bij de bouw van de woning, waarvoor [gedaagde] aansprakelijk is gedurende 20 jaar na oplevering van de woning.
3.2.4.
[eiser] vordert primair herstel van de gebreken. Subsidiair vordert [eiser] de schade voor het herstel van de gebreken te vergoeden die [eiser] lijdt. Deze schade moet aan de hand van de herstelkosten worden vastgesteld.
3.3.
[gedaagde] betwist de vorderingen en heeft daartoe naar voren gebracht dat de herstelwerkzaamheden die [gedaagde] in 2020 heeft uitgevoerd, genoeg zijn om aan het verstekvonnis te voldoen. Dat blijkt ook uit de rapportage van EMN. De nieuwe scheurvorming is het gevolg van het feit dat [eiser] geen afdoende nieuwe dilatatievoegen wil laten aanbrengen. Het vochtprobleem komt door een onjuist ontworpen en aangelegde tuin, waardoor het regenwater naar de gevel toe stroomt in plaats van er vandaan, waarvoor [gedaagde] [eiser] heeft gewaarschuwd. Door het onjuiste tuinontwerp is een permanente verwering ontstaan, die door [eiser] had moeten worden voorkomen. Voorts is het probleem van het optrekkend vocht opgelost, nu de kim aan de binnenzijde is geïnjecteerd. Het mogelijk intrekken van water onder de dekvloer is alleen maar mogelijk bij langdurige vochtbelasting. Indien [eiser] zijn bestrating verhoogt en er voor zorgt dat het regenwater in zijn tuin van de gevel wordt weggevoerd in plaats van naar de gevel toe blijft staan, zal er geen sprake meer zijn van langdurige vochtbelasting, waardoor er geen reden is [gedaagde] tot herstel te veroordelen. Kortom, er is geen sprake van een materiaal of uitvoeringsfout aan de zijde van [gedaagde] verzoekt de rechtbank dan ook een deskundige te benoemen, teneinde een en ander in kaart te brengen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het er niet over eens of de herstelwerkzaamheden waartoe [gedaagde] bij vonnis 2020 is veroordeeld, goed en deugdelijk zijn uitgevoerd. Volgens [gedaagde] is dit, voor zover mogelijk, het geval. Ter onderbouwing wijst zij op de rapportage van EMN. [gedaagde] betwist echter uitdrukkelijk dat de vochtoverlast wordt veroorzaakt door haar toedoen. Volgens [gedaagde] is door een onjuist tuinontwerp een permanente verwering ontstaan. Het mogelijk intrekken van water onder de dekvloer is alleen maar mogelijk bij langdurige vochtbelasting. Indien [eiser] zijn bestrating verhoogt en er voor zorgt dat het regenwater in zijn tuin van de gevel wordt weggevoerd in plaats van naar de gevel toe blijft staan, zal het probleem zijn opgelost, waardoor er geen reden is [gedaagde] tot herstel te veroordelen.
4.2.
Omdat partijen het er niet over eens zijn of [gedaagde] aan de veroordeling van het verstekvonnis heeft voldaan en of er sprake is van vochtoverlast, veroorzaakt door verkeerde materiaalkeuze bij de bouw en het foutief aanbrengen van de Inertol door [gedaagde] , en TBA, [naam bedrijf] en EMN als partijdeskundigen hebben te gelden, heeft de rechtbank behoefte aan voorlichting door een onafhankelijke deskundige. De rechtbank heeft derhalve het voornemen deze te benoemen. Die deskundige moet gaan beoordelen of [gedaagde] het herstel waartoe zij is veroordeeld goed en deugdelijk heeft uitgevoerd en of de gestelde vochtoverlast door de gebrekkige bouw van [gedaagde] is veroorzaakt.
4.3.
De te benoemen deskundige zal eerst de vraag dienen te beantwoorden of en in welke mate er thans, na het herstel dat door [gedaagde] eerder is uitgevoerd, nog sprake is van de gestelde gebreken aan de woning. Daarbij dient tevens de vraag te worden betrokken hoe deze gestelde, indien aanwezige, gebreken zich manifesteren en waardoor zij worden veroorzaakt.
4.4.
De rechtbank acht het noodzakelijk een deskundigenbericht in te winnen teneinde de gerezen vragen omtrent de door [eiser] gestelde tekortkomingen te beantwoorden. De rechtbank zal de vragen aan de deskundige formuleren, rekening houdend met de voorstellen die partijen op dat punt reeds tijdens de mondelinge behandeling hebben gedaan.
4.5.
Voordat tot een benoeming van een deskundige zal worden overgegaan, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n), over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen en over de hoogte van het voorschot van de deskundige(n). Indien partijen zich wensen uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige(n), dienen zij daarbij aan te geven over welke deskundige(n) zij het op voorhand eens zijn, dan wel tegen wie zij gemotiveerd bezwaar hebben. De rechtbank zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen.
4.6.
De rechtbank is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van bouwadvies en dat de navolgende vragen aan de deskundige kunnen worden voorgelegd:
Kan ten tijde van het onderzoek worden vastgesteld dat er verfspatten zijn op de buitengevels en het buitentegelwerk van de woning?
Kan ten tijde van het onderzoek worden vastgesteld dat er sprake is van scheurvorming aan de buitenzijde van de woning? Zo ja, waar?
Indien er scheurvorming aan de buitenzijde van de woning optreedt, wat is daar de oorzaak van?
Is de scheurvorming het gevolg van niet afdoende dilatatievoegen? Zo ja, is zonder het aanbrengen van afdoende dilatatievoegen het gevorderde herstel niet mogelijk?
Is het werk met betrekking tot de voegen door [gedaagde] uitgevoerd zoals door de architect is aangegeven?
Kan ten tijde van het onderzoek worden vastgesteld dat het plafond van het overdekt terras afbrokkelt? Zo ja, waar?
Kan ten tijde van het onderzoek vochtoverlast worden vastgesteld in de wanden van de woning? Zo ja, geef een zo uitgebreid mogelijke toelichting op hetgeen wordt vastgesteld per wand.
Zo ja, op welke wijze manifesteert deze vochtoverlast zich of heeft deze zich gemanifesteerd?
Zo ja, wat is de oorzaak van de geconstateerde vochtoverlast?
Zo ja, kunt u vaststellen dat de vochtoverlast, gelet op de aard, de omvang en de uiterlijke kenmerken van de geconstateerde vochtoverlast, wordt veroorzaakt door tekortkomingen in de bouw, uitgevoerd door [gedaagde] ?
Kunt u aangeven op welke wijze de in vraag 1, 2, 6 en 7 bedoelde gebreken kunnen worden hersteld?
Kunt u aangeven of, indien het geval, de gebreken zoals bedoeld in vraag 1, 2 en 6 het gevolg zijn van het niet goed en deugdelijk uitvoeren van de herstelwerkzaamheden, waartoe [gedaagde] is veroordeeld bij vonnis in 2020?
Door [eiser] is een rapport overgelegd van [naam bedrijf] waarin onder

4. Vervolgstappen’ (zie rov. 2.14. hiervoor) staat vermeld welke stappen genomen zullen moeten worden om het vochtprobleem op te lossen. Wat is uw mening hieromtrent?
14) Kunt u gespecificeerd opgave doen van de kosten, die gemoeid zijn met het herstel
van de door u geconstateerde gebreken? Brengen deze herstelwerkzaamheden
bijkomende kosten met zich, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van herstel van
schilderwerk, beschadiging van andere onderdelen en dergelijke? Zo ja, hoe hoog
zijn die kosten, inclusief btw? Zijn er eventueel ook goedkopere opties voor herstel
die een goed en blijvend alternatief vormen?
14) Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens
u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
4.7.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door [eiser] moeten worden betaald.
4.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 augustus 2024 voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over rov. 4.5. en 4.6.,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op
10 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.type: AP