ECLI:NL:RBLIM:2024:5730

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
03.659281.18 (TBS)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging voorwaarden terbeschikkingstelling in het kader van de vordering van het openbaar ministerie

Op 10 juli 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van de voorwaarden van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, geboren in 1988. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, waarbij de voorwaarden van de TBS zijn gewijzigd en dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard. De betrokkene was niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. L.R. Rommy, was wel aanwezig en heeft de vordering betwist. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen op basis van een advies van Reclassering Nederland, waarin werd aangegeven dat de huidige voorwaarden niet meer uitvoerbaar zijn en dat er zorgelijke signalen zijn over de betrokkene. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van anderen, gezien de ernst van de eerdere delicten van de betrokkene, waaronder poging doodslag en mishandeling. De rechtbank heeft de gewijzigde voorwaarden geformuleerd zoals voorgesteld door de reclassering en de officier van justitie, en heeft de betrokkene verplicht om mee te werken aan het reclasseringstoezicht en aan een klinische behandeling. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier, mr. N. Lejeune, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.659281.18 (TBS)
Datum uitspraak : 10 juli 2024
Tegenspraak (artikel 279 Sv)
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
in het kader van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
wonende te [adresgegevens betrokkene] ,
hierna te noemen [betrokkene] .
[betrokkene] is niet verschenen. Wel is verschenen zijn bepaaldelijk gemachtigde raadsman mr. L.R. Rommy, advocaat, kantoorhoudende te Amsterdam-Duivendrecht.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 21 juni 2024 ingekomen ter griffie van de rechtbank op 28 juni 2024;
  • het advies van Reclassering Nederland Advies- & Toezichtunit 4 regio Zuid­West, omtrent de wijziging van de voorwaarden, d.d. 17 juni 2024;
  • een aanvulling op bovengenoemd advies met daarin een opsomming van de gewenste voorwaarden en een overzicht van politiemutaties eenheid Amsterdam, opgemaakt door [naam] , omtrent [betrokkene] ;
  • de beslissing van deze rechtbank d.d. 5 februari 2024, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling is verlengd met één jaar en waarbij de voorwaarden verbonden aan de terbeschikkingstelling zijn gewijzigd;
  • het persoonsdossier van [betrokkene] .
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de voorwaarden verbonden aan de terbeschikkingstelling zal wijzigen zoals geadviseerd door de reclassering.

2.De procesgang

Bij het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 3 februari 2021 is aan [betrokkene] de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd ter zake van poging doodslag, mishandeling (viervoudig), poging zware mishandeling en vrijheidsberoving, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van die maatregel eiste.
De hiervoor genoemde delicten betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 3 februari 2021.
De terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank d.d.
5 februari 2024 met een jaar verlengd en hierbij zijn tevens de voorwaarden gewijzigd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 10 juli 2024. Ter terechtzitting zijn gehoord de officier van justitie, de raadsman mr. L.R. Rommy en [naam reclasseringswerker] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.

3.Het advies van de reclasseringsinstantie

Voornoemd advies van Reclassering Nederland vermeldt -kort gezegd- het volgende. Op
5 februari 2024 werd de tbs-maatregel met één jaar verlengd en werden de bijbehorende
voorwaarden aangepast. De reclassering ondervindt sindsdien grote moeilijkheden bij de uitvoering van het reclasseringstoezicht, en meer in het algemeen in de uitvoering van
het risicomanagement. Voorts ontvangt de reclassering zorgelijke signalen gecommuniceerd vanuit onder andere de politie, waaruit zij kan opmaken dat het niet goed lijkt te gaan met [betrokkene] en de wijze waarop hij zich thans (weer) verhoudt tot de samenleving, hetgeen [betrokkene] zelf niet herkent dan wel onderkent. Het huidige toezicht is thans onder de huidige voorwaarden niet voort te zetten en de reclassering verzoekt derhalve tot het wijzigen van de huidige voorwaarden.
Ter zitting heeft [naam reclasseringswerker] bovenstaand advies bevestigd.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering. Daartoe heeft hij aangevoerd dat [betrokkene] te snel te veel vrijheid heeft gekregen, hetgeen resulteert in een voor de reclassering onhandelbare situatie waarin geen uitvoering kan worden gegeven aan het reclasseringstoezicht. De officier van justitie verzoekt [betrokkene] , onder de wijziging van de voorwaarden zoals geadviseerd, nog een allerlaatste kans te geven, ondanks de telkens door hem gemaakte fouten en het aanhoudende middelengebruik. De officier van justitie verzoekt de rechtbank vandaag uitspraak te doen en de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

De raadsman verzoekt de vordering van de officier van justitie af te wijzen en voert hiertoe het volgende aan. De beslissing van deze rechtbank d.d. 5 februari 2024 waarbij de bijzondere voorwaarden zijn gewijzigd is weloverwogen genomen. [betrokkene] wenst graag zelf de regie te hebben en de conclusie was destijds dat begeleiding en toezicht door een hulpverlener die “met hem mee zou bewegen” en “op een natuurlijke manier autoriteit zou uitoefenen” op dat moment het hoogst haalbare was en dat zou ook voldoende recidivebeperkend werken. Een klinische setting zou niet noodzakelijk zijn. De raadsman erkent dat het op dit moment minder goed gaat, maar ziet vooral een taak voor de reclassering weggelegd om middels een andere aanpak [betrokkene] te bewegen zich te onthouden van het vertonen van onwenselijk gedrag zodat de mutaties stoppen. Het toezicht kan dan alsnog onder de huidige voorwaarden worden voortgezet.

6.De beoordeling

De rechtbank verenigt zich met het advies van de reclassering. De rechtbank zal de vordering derhalve toewijzen en de thans geldende voorwaarden wijzigen zoals geadviseerd. Gelet op de vele mutaties van de politie zal de rechtbank bovendien deze bijzondere voorwaarden en het op de naleving van die gewijzigde voorwaarden uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaren, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat [betrokkene] wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Voor wat betreft de formulering van de gewijzigde voorwaarden houdt de rechtbank de formulering aan zoals door de reclassering voorgesteld en door de officier van justitie gevorderd en handhaaft de overige bij vonnis opgelegde voorwaarden.

7.De beslissing

De rechtbank:
-
wijzigtde bij vonnis van de rechtbank Limburg d.d. 5 februari 2024 opgelegde voorwaarden, in dier voege dat deze thans inhouden:
1. de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. de ter beschikking gestelde verleent medewerking ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of biedt ter inzage aan een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht;
3. de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
 De ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
 De ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
 De ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
 De ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;
 De ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
 De ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
 De ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
4. De ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of de Nederlandse Antillen, zonder toestemming van de reclassering;
5. De ter beschikking gestelde werkt mee aan het vinden en behouden van een door de reclassering goedgekeurde zinvolle dagbesteding, betaald dan wel onbetaald;
6.
Opname in een zorginstelling
Betrokkene laat zich opnemen in een FPK of een soortgelijke zorginstelling (herhaalde klinische behandelpoging), te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen alsook de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
7.
Ambulante behandeling
Betrokkene volgt aansluitend op de klinische opname een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen alsook de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;
8.
Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
9.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Betrokkene verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de verantwoordelijke instantie voor plaatsing. Het verblijf start aansluitend op zijn klinische traject en duurt tot het einde van de termijn van de maatregel of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
10.
Drugs- en alcoholverbod (en meewerken aan middelencontrole)
Betrokkene gebruikt geen alcohol en drugs en werkt mee aan controle op dit alcohol- en drugsverbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
11.
Het geven van openheid aan het betrokken professionele netwerk
Betrokkene geeft de reclassering openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten uit zijn (sociale) netwerk te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn (sociale) netwerk. Betrokkene vermijdt voorts contacten die zijn resocialisatie in gevaar kunnen brengen;
- bepaalt dat de gewijzigde voorwaarden en het op de naleving van die voorwaarden uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.M.E. Kessels, voorzitter, mr. D. Osmić en mr. M.E.M.W. Nuijts, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Lejeune, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting van 10 juli 2024.
Buiten staat
Mr. Kessels is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.