1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 3 april 2024 ter griffie ontvangen verzoekschrift, tevens houdend een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
- het op 21 mei 2024 ingekomen verweerschrift, tevens houdend een zelfstandig verzoek dat strekt tot (voorwaardelijke) ontbinding van de arbeidsovereenkomst,
- de op 21 en 24 mei 2024 ingekomen e-mails, met bijlagen, van de toenmalige gemachtigde van [werknemer]
- de op 24 mei 2024 ingekomen e-mail, met bijlagen, van [werknemer] zelf
- de op 29 mei ingekomen e-mail van VDL met producties H tot en met K
- de mondelinge behandeling d.d. 30 mei 2024, waarbij zijn verschenen: [werknemer] , bijgestaan door zijn toenmalige gemachtigde mr. Rutten alsmede zijdens VDL [HR-medewerker] en Wassen
- de pleitaantekeningen van beide partijen
- het e-mailbericht van 11 juni 2024, met bijlage, van VDL
- de door [werknemer] ingediende herziene versie van het verweerschrift inzake het voorwaardelijk zelfstandig verzoek
- de mondelinge behandeling d.d. 15 augustus 2024, waarbij zijn verschenen: [werknemer] , bijgestaan door mr. Ruiter, alsmede de heer Wassen namens VDL
- de pleitnota van mr. Ruiter.