ECLI:NL:RBLIM:2024:6264

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
13 september 2024
Zaaknummer
11106466 \ CV EXPL 24-2461
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen uit overeenkomst tussen arbeidsbemiddelaar en montagebedrijf

In deze zaak vordert Polmatch Recruitment B.V. (hierna: Polmatch) betaling van een openstaand bedrag van € 8.517,75 van Hoogbouw Nederland Montage B.V. (hierna: Hoogbouw) op basis van een overeenkomst waarbij Polmatch personeel heeft geleverd aan Hoogbouw. De procedure begon met een dagvaarding op 23 april 2024, gevolgd door een herstelexploot en schriftelijke stukken. Polmatch heeft personeel geleverd in de weken 49 tot en met 51 van 2023, maar Hoogbouw heeft een deel van de verschuldigde bedragen onbetaald gelaten. Polmatch heeft Hoogbouw meerdere keren gesommeerd om de openstaande facturen te voldoen.

Hoogbouw erkent de overeenkomst en heeft deelbetalingen gedaan, maar betwist de hoogte van de in rekening gebrachte kosten en de wettelijke handelsrente. De kantonrechter oordeelt dat Hoogbouw gehouden is aan de betalingsverplichtingen uit de overeenkomst. De kantonrechter wijst de vordering van Polmatch tot betaling van € 5.854,96 toe, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf 23 april 2024. Daarnaast wordt Hoogbouw veroordeeld in de proceskosten van Polmatch, die zijn begroot op € 2.471,22.

De kantonrechter overweegt dat Polmatch niet voldoende heeft onderbouwd waarom zij aanspraak maakt op buitengerechtelijke kosten, maar kent wel een subsidiaire vordering toe. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11106466 \ CV EXPL 24-2461
Vonnis van 11 september 2024
in de zaak van
POLMATCH RECRUITMENT B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eisende partij,
hierna te noemen: Polmatch,
gemachtigde: Ahrends B.V.,
tegen
HOOGBOUW NEDERLAND MONTAGE B.V.,
statutair gevestigd te Noorbeek, gemeente Eijsden-Margraten en kantoorhoudend te Bunde, gemeente Meerssen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Hoogbouw,
vertegenwoordigd door haar bestuurder [naam bestuurder] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 april 2024, met producties 1 t/m 10
- het herstelexploot van 8 mei 2024
- de schriftelijke weergave van het mondeling antwoord met (ongenummerde) producties
- de conclusie van repliek tevens vermindering van eis
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Daarna is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Polmatch drijft een onderneming op het gebied van arbeidsbemiddeling. Hoogbouw is een montagebedrijf.
2.2.
Polmatch heeft met Hoogbouw een overeenkomst gesloten waarbij Hoogbouw tegen betaling personeel (ZZP-ers) heeft ingehuurd van Polmatch om werkzaamheden voor Hoogbouw te verrichten.
2.3.
Polmatch heeft op verzoek van Hoogbouw personeel geleverd in week 49 t/m 51 van 2023, dat de door Hoogbouw verzochte werkzaamheden heeft verricht. Hoogbouw is de kosten voor het ingehuurde personeel aan Polmatch verschuldigd.
2.4.
Hoogbouw heeft een deel van hetgeen zij op grond van de overeenkomst aan Polmatch verschuldigd is, onbetaald gelaten.
2.5.
Polmatch en haar gemachtigde hebben Hoogbouw diverse malen gesommeerd om de facturen te voldoen.

3.Het geschil

3.1.
Polmatch vordert na vermindering van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Hoogbouw te veroordelen tot betaling van:
  • € 8.517,75 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom van € 8.517,75 vanaf 18 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • de proceskosten alsmede de nakosten.
3.2.
Polmatch legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Hoogbouw tekortgeschoten is in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Hoogbouw heeft het door Polmatch geleverde personeel ingezet voor het verrichten van werkzaamheden, maar is niet tot volledige betaling daarvan overgegaan.
3.3.
Polmatch erkent de deelbetalingen van telkens € 4.500,00 verricht op 30 maart 2024, 27 april 2024 en 21 mei 2024. Polmatch heeft de deelbetaling van 30 maart 2024 al verwerkt in de vordering zoals ingesteld bij de dagvaarding. Ten aanzien van de deelbetalingen van 27 april en 21 mei 2024 stelt Polmatch dat deze haar door administratieve complicaties zijn ontgaan. Bij conclusie van repliek heeft Polmatch deze deelbetalingen op de oorspronkelijke vordering in mindering gebracht.
3.4.
Polmatch heeft ingevolge artikel 6:44 lid 1 BW de door Hoogbouw verrichte deelbetalingen eerst in mindering gebracht op de kosten, vervolgens op de verschenen rente en tenslotte op de hoofdsom en de lopende rente. Polmatch stelt dat het resterende openstaande bedrag € 8.517,75 is.
3.5.
Hoogbouw erkent de overeenkomst en een daaruit voortvloeiende betalingsverplichting. Hoogbouw stelt drie deelbetalingen (twee voor de dagvaarding en één erna) van telkens € 4.500,00 te hebben gedaan, welke door Polmatch zijn ontvangen en op de totale vordering in mindering zijn gebracht. Hoogbouw betwist de juistheid van de berekening van de in rekening gebrachte kosten.
3.6.
Hoogbouw stelt dat er na de vermindering van de deelbetalingen op de hoofdsom nog een bedrag van € 4.896,00 open stond. Hoogbouw heeft dit bedrag per omgaande aan Polmatch betaald.
3.7.
Hoogbouw stelt voorts dat het thans resterende bedrag van € 3.621,75, bestaat uit buitengerechtelijke kosten (€ 2.759,40) en wettelijke handelsrente (€ 862,35). Omdat twee deelbetalingen voor de dagvaarding betaald zijn, betwist Hoogbouw de berekening van deze buitengerechtelijke kosten en de wettelijke handelsrente. Hoogbouw verzoekt deze kosten te herzien.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het staat vast dat partijen een overeenkomst hebben gesloten op grond waarvan Polmatch op verzoek van Hoogbouw aan Hoogbouw personeel heeft geleverd in week 49 t/m 51 van 2023. Hoogbouw is als contractspartij, gehouden de verplichtingen voortvloeiend uit deze overeenkomst te voldoen, waaronder de betalingsverplichting. Hoogbouw heeft de verschuldigdheid en de hoogte van de facturen (hoofdsom € 18.396,00) op zichzelf niet weersproken, zodat deze voor juist worden gehouden.
4.2.
Polmatch maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelt dat Hoogbouw geen consument is en handelt in de uitoefening van een bedrijf. Nu Polmatch niet heeft toegelicht op grond waarvan zij meent aanspraak te kunnen maken op de buitengerechtelijke kosten gebaseerd op Rapport Voorwerk II komt de vordering op de primaire grond niet voor toewijzing in aanmerking. Polmatch heeft wel voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Het subsidiair gevorderde bedrag (€ 958,96) komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen. De btw is niet toewijsbaar omdat Polmatch btw-plichtig is.
4.3.
Polmatch vordert € 862,35 aan vervallen wettelijke handelsrente, berekend tot en met 17 april 2024. Het door Polmatch in het lichaam van de dagvaarding genoemde bedrag (€ 693,27) aan vervallen wettelijke rente, berekend tot en met 17 april 2024 (randnummer 17) wijkt af van het in het petitum van de dagvaarding gevorderde bedrag (€ 862,35) en het bedrag zoals weergegeven in het overzicht opgenomen in de brief van 6 maart 2023 (de kantonrechter leest 2024, productie 6 bij dagvaarding), en berekend tot 6 juni 2024 (de kantonrechter leest 6 maart 2024). Dit laatste bedrag correspondeert met het genoemde bedrag in randnummer 22 van de dagvaarding, maar dan berekend tot en met 17 april 2024. Nu er verschillende bedragen en verschillende data genoemd worden zal bij gebreke van een nadere toelichting, die Polmatch niet heeft gegeven, de wettelijke handelsrente worden toegewezen vanaf datum dagvaarding.
4.4.
Met in achtneming van hetgeen hiervoor is overwogen en het gegeven dat in totaal ten minste een bedrag van € 13.500,00 door Hoogbouw is voldaan en door Polmatch is erkend, ligt de (resterende) vordering tot een bedrag van € 5.854,96 voor toewijzing gereed (€ 18.396,00 + € 958,96 - € 13.500,00 = € 5.854,96).
Nu gesteld noch anderszins is gebleken (een bankafschrift van de betaling van 30 maart 2024 van € 4.500,00 is niet overgelegd) dat Hoogbouw bij zijn betaling een betalingskenmerk heeft vermeld, was Polmatch gerechtigd dit bedrag ingevolge artikel 6:44 BW eerst toe te rekenen aan de kosten en de verschenen rente, en daarna aan de hoofdsom.
4.5.
De door Hoogbouw bij conclusie van dupliek gestelde betaling van € 4.896,00 is niet onderbouwd en Polmatch heeft bovendien op die stelling niet meer kunnen reageren. De kantonrechter gaat ervan uit dat indien Polmatch deze betaling daadwerkelijk heeft ontvangen, Polmatch deze op het nog te betalen bedrag in mindering brengt.
4.6.
Hoogbouw zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten (inclusief de nakosten). De proceskosten van Polmatch worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.471,22

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Hoogbouw om aan Polmatch te betalen een bedrag van € 5.854,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 23 april 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Hoogbouw in de proceskosten aan de zijde van Polmatch tot dit vonnis begroot op € 2.471,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Hoogbouw niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024.
MW