ECLI:NL:RBLIM:2024:6691

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
11233014 AZ VERZ 24-56
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de gevolgen voor transitievergoeding, onregelmatige opzegging en billijke vergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] en Atlas Hotel B.V. [verzoeker] was in dienst bij Atlas Hotel en werd op 30 mei 2024 op staande voet ontslagen. De werkgever stelde dat [verzoeker] zich niet aan de gedragsregels hield en meerdere keren te laat op het werk verscheen. [verzoeker] betwistte deze claims en stelde dat het ontslag onterecht was. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat de opgegeven redenen niet voldoende waren om een dringende reden voor ontslag te rechtvaardigen. Hierdoor had [verzoeker] recht op een transitievergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een billijke vergoeding. De kantonrechter kende [verzoeker] een transitievergoeding van € 936,00, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 1.300,00, een billijke vergoeding van € 2.500,00 en een vergoeding voor niet genoten vakantiedagen van € 2.235,20 toe. Daarnaast werd Atlas Hotel veroordeeld tot het verstrekken van een bruto/netto-specificatie van de te betalen bedragen en tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummers: 11233014 AZ VERZ 24-56
Beschikking van de kantonrechter van 17 september 2024
in de zaak van
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek],
wonend te [woonplaats] ,
verzoekende partij, tevens verwerende partij in het tegenverzoek,
gemachtigde mr. G.T.P.J. Bremmers,
tegen
ATLAS HOTEL B.V.,
gevestigd te Valkenburg aan de Geul,
verwerende partij, tevens verzoekende partij in het tegenverzoek,
gemachtigde mr. R.R.J.W. Delsing,
Partijen zullen hierna [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] en Atlas Hotel genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen 1 tot en met 10
  • het verweerschrift inclusief zelfstandig tegenverzoek met bijlagen 1 en 2
  • de spreekaantekeningen van mr. Bremmers
  • de mondelinge behandeling van 12 september 2024.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] , geboren op [geboortedatum] 2005, is met ingang van 1 augustus 2022 in dienst getreden van Atlas Hotel op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (tot en met 31 juli 2024) in de functie van algemeen medewerkster, tegen een loon van laatstelijk
€ 1.300,00 bruto per maand exclusief emolumenten.
2.2.
Bij emailbericht van 30 mei 2024 is [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] op staande voet ontslagen. In die e-mail staat voor zover relevant:
(…) Het is gebleken dat u zich niet aan de geldende gedragsregels houdt of kunt houden. U bent aantoonbaar vele keren te laat op het werk verschenen. U bent ook meermaals gecorrigeerd ten aanzien van de door u uitgevoerde werkzaamheden. Er heeft verder een incident in het hotel plaatsgevonden met duistere types die iets van u moesten en naar u op zoek waren. Hierover bent u begin mei gewaarschuwd. (…)
Afgelopen zondag de 26e mei jl. stond u ingeroosterd. U bent zonder kennisgeving niet komen opdagen op uw werk. (…) Niet komen opdagen is onacceptabel. (…) U bent kort hiervoor ook gewaarschuwd omdat u op 7 april ook niet bent komen opdagen op uw werkplek.
U bent uitgenodigd om afgelopen dinsdag 28 mei 2024 tekst en uitleg te komen geven.
Tot overmaat van ramp bent u vervolgens de dag erna op woensdag 29 mei zonder enige kennisgeving niet op de werkvloer verschenen. Ook heden 30 mei bent u niet op uw werkplek verschenen om uw dienst te draaien. (…)
Daarenboven verricht u wel werkzaamheden bij [naam] te Maastricht terwijl u werkzaam dient te zijn bij Atlas Hotel (…). Atlas Hotel heeft u ook geen toestemming gegeven om elders werkzaamheden te verrichten.
Uw gedrag is volstrekt onacceptabel. De bedrijfsvoering komt ernstig in het gedrang door uw handelen en/of nalaten te komen werken. (…) Het meermaals zonder enige aankondiging niet op uw werkplek verschijnen, het na het een laatste gesprek weer twee dagen niet komen opdagen, het eisen van salaris zonder dat u bereid bent om te werken kan afzonderlijk en in onderlinge samenhang gekwalificeerd worden als dringende redenen welke een ontslag op staande voet rechtvaardigen.
Ik bericht u namens cliënt dat u per direct op staande voet bent ontslagen. (…)
2.3.
Bij brief van 17 juli 2024 heeft (de gemachtigde van) [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] bericht dat de redenen die aan het ontslag op staande voet ten grondslag zijn gelegd afzonderlijk noch in samenhang het ontslag kunnen rechtvaardigen, verzocht een minnelijke regeling te treffen en voor zover dat niet mogelijk is aangekondigd een procedure bij de rechtbank te zullen starten waarin aanspraak wordt gemaakt op een billijke vergoeding.

3.Het geschil

3.1.
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
veroordeling van Atlas Hotel tot:
  • betaling van € 936,00 bruto aan transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente,
  • betaling van € 1.300,00 bruto aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging, vermeerderd met de wettelijke rente,
  • betaling van € 12.500,00 bruto aan billijke vergoeding althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente,
  • betaling van € 2.235,20 bruto aan vergoeding opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen (inclusief vakantiebijslag), vermeerderd met de wettelijke verhoging en de optelsom te vermeerderen met de wettelijke rente,
  • het verstrekken van een bruto/netto specificatie over de hiervoor gevorderde bedragen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Atlas Hotel daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft met een maximum van € 5.000,00,
  • betaling van de proceskosten.
3.2.
Atlas Hotel heeft verweer gevoerd en bij wijze van tegenverzoek verzocht [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] te veroordelen tot betaling van € 520,70 netto aan te veel betaald loon en de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader ingegaan worden.

4.De beoordeling

Verzoeken van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek]
4.1.
berust in beëindiging van het dienstverband. Aan de orde is of [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] onder meer aanspraak kan maken op een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde vergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Transitievergoeding
4.2.
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verzoekt Atlas Hotel te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding. Op grond van artikel 7:673 lid 7, onderdeel c, BW is de transitievergoeding niet verschuldigd, indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.
4.3.
Nu [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] heeft berust in de beëindiging van het dienstverband, hoeft de kantonrechter geen oordeel uit te spreken over de rechtsgeldigheid van het gegeven ontslag op staande voet. Wel dient de vraag beantwoord te worden of [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] voldoende heeft aangetoond dat zij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld als gevolg waarvan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] aanspraak kan maken op een transitievergoeding ex artikel 7:673 BW.
4.4.
Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, kan de aan- of afwezigheid van een dringende reden wel een rol spelen bij de beoordeling van de vraag of aan de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] sprake is van (ernstige) verwijtbaarheid. Om die reden zal worden beoordeeld of [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] Atlas Hotel een dringende reden voor ontslag heeft gegeven.
4.5.
Voor de beoordeling van de vraag of het door Atlas Hotel aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zijn de aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] opgegeven redenen zoals vermeld in de hiervoor onder 2.2. weergegeven e-mail maatgevend, want het gerezen geschil is afgebakend door het daarin als dringende reden genoemde verwijt. Dit betekent dat de verwijten van Atlas Hotel aan het adres van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] dat zij brutaal en onbeschaafd gedrag heeft geuit, disfunctioneert, de gebeurtenis ter zake van schimmige types en het beweerdelijk verrichten van werkzaamheden bij [naam] thans niet ter beoordeling voorliggen.
De kantonrechter merkt ter zijde op dat niet gebleken is van gerichte maatregelen van de kant van Atlas Hotel om het gestelde beweerdelijke disfunctioneren van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] - zo hier al sprake van is, dit wordt immers door [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] betwist - te verbeteren. Van een werkgever mag namelijk verwacht worden dat deze ten aanzien van een in haar ogen niet of minder functionerende werknemer aangeeft wat er aan schort en vervolgens gericht tracht dit te verbeteren. In het kader van dat verbetertraject dienen vervolgens voor beide partijen duidelijke afspraken te worden gemaakt met betrekking tot doelstelling, begeleiding en/of opleiding en termijn. Bovendien zal de werkgever de werknemer er in niet mis te verstane bewoordingen op moeten wijzen dat het voortzetten van de arbeidsrelatie in het geding komt indien de werknemer er niet in slaagt, ondanks de geboden middelen, het functioneren op het gewenste niveau te brengen. In het kader van deze procedure wordt niet zichtbaar dat Atlas Hotel op dit punt ten aanzien van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] deze stappen heeft gezet.
4.6.
De in het e-mailbericht van 30 mei 2024 opgegeven redenen kunnen het ontslag op staande voet naar het oordeel van de kantonrechter niet rechtvaardigen. Atlas Hotel verwijt [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] dat zij op 7 april 2024, 26 mei 2024, 29 en 30 mei 2024 - zonder aankondiging - niet op de werkvloer is verschenen. [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] betwist de door Atlas Hotel gestelde gang van zaken en stelt dat zij op 7 april 2024 wel degelijk heeft gewerkt en betwist een waarschuwing te hebben ontvangen. Ten aanzien van het niet verschijnen op de werkvloer op 26, 29 en 30 mei 2024 is de lezing van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] dat haar op 26 mei 2024 telefonisch door de heer [naam bedrijfsleider] , bedrijfsleider, te kennen is gegeven dat zij niet meer hoefde te komen en zij op 28 mei 2024 te horen heeft gekregen dat zij op staande voet is ontslagen en desgevraagd toen haar sleutels heeft ingeleverd.
4.7.
De lezingen van partijen over de inhoud van het gesprek op 28 mei 2024 lopen uiteen. De lezing van Atlas Hotel dat zij in dit gesprek te kennen heeft gegeven zich te gaan beraden over een eventueel ontslag op staande voet en dat van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verlangd werd dat zij de daaropvolgende dagen op het werk diende te verschijnen, komt de kantonrechter niet aannemelijk voor. Uitgaande van deze lezing had het op de weg van Atlas Hotel gelegen [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] op 29 dan wel 30 mei 2024 te contacteren en te bevelen om alsnog op het werk te verschijnen. Atlas Hotel heeft dit niet gedaan. Belangrijker nog dan dat is dat ook het handelen van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] nadien erop wijst dat haar op 28 mei 2024 wel degelijk te kennen is gegeven dat ze niet meer hoefde te komen. Ze stelt dat haar in het gesprek is gezegd dat zij
€ 600,00 aan Atlas Hotel verschuldigd is ter zake minuren (welke claim min of meer overeenkomt met de inzet van Atlas Hotel in deze procedure). Middels het tonen van een pintransactie op haar telefoon heeft [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] ter zitting laten zien dat zij na afloop van het gesprek, nog diezelfde dag naar een pinautomaat is gegaan om geld op te nemen om de door Atlas Hotel in het gesprek opgevorderde minuren te betalen. Echter ze kon niet meer opnemen dan haar limiet van € 500,00. Ook het feit dat [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] zich op 30 mei 2024 tot het juridisch loket heeft gewend en blijkens de mail van 30 mei 2024 van het juridisch loket daar advies heeft ingewonnen omdat ze op staande voet ontslagen was, wijst erop dat haar op 28 mei 2024 te kennen is gegeven dat ze niet meer hoefde te verschijnen.
4.8.
Atlas Hotel heeft met het ontslag op staande voet gegrepen naar de zwaarst mogelijke arbeidsrechtelijke sanctie. Immers moet het ontslag op staande voet worden gezien als een ultimum remedium. Het had op de weg van Atlas Hotel gelegen [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] eerst op voldoende duidelijke wijze te waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van het niet (of te laat) op het werk verschijnen en de betaling van haar loon eventueel op te schorten alvorens haar toevlucht te nemen tot een zo drastische maatregel als een ontslag op staande voet. Van een dergelijke voldoende duidelijke (niet voor misverstand vatbare) waarschuwing is niet gebleken. Atlas Hotel stelt weliswaar (in haar emailbericht van 30 mei 2024) dat er voorafgaande waarschuwingen zijn gegeven, maar gelet op het door [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] ingenomen standpunt dat zij nimmer een (officiële) waarschuwing van Atlas Hotel heeft ontvangen vanwege het niet (tijdig) op de werkvloer verschijnen en nimmer is gewezen op de mogelijke arbeidsrechtelijke consequenties, had het op de weg van Atlas Hotel gelegen nader toe te lichten en te onderbouwen wanneer [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] waarschuwingen heeft ontvangen. Nu Atlas Hotel dit heeft nagelaten is niet komen vast te staan dat [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] eerdere waarschuwingen heeft ontvangen.
4.9.
Geconcludeerd moet worden dat in dit geval een dringende reden voor onverwijlde opzegging ontbreekt, en dat een andere minder verstrekkende maatregel hier had volstaan, te meer nu niet gebleken is van eerder getroffen disciplinaire maatregelen. Nu de gehanteerde ontslaggronden in rechte geen stand houden, heeft Atlas Hotel de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig opgezegd in de zin van artikel 7:671 BW. De vraag of tevens onverwijld opgezegd is (onder onverwijlde mededeling van de daarvoor gehanteerde reden), behoeft gelet op het ontbreken van een voldoende dringend te achten reden geen bespreking meer.
4.10.
Nu de arbeidsovereenkomst is geëindigd doordat Atlas Hotel heeft opgezegd en van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] geen sprake is, heeft [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] recht op een transitievergoeding. Het door [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] berekende bedrag is niet weersproken, zodat de transitievergoeding zal worden toegewezen zoals verzocht.
4.11.
Met toepassing van artikel 7:686a lid 1 BW zal de gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding worden toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Vergoeding wegens onregelmatige opzegging
4.12.
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] maakt aanspraak op een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Artikel 7:672 lid 11 BW bepaalt dat de partij die opzegt tegen een eerdere dag dan tussen partijen geldt aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd is gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. Het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig gegeven, zodat Atlas Hotel deze vergoeding aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verschuldigd. Nu sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging, is de opzegtermijn bepalend voor de hoogte van deze vergoeding. Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een opzegtermijn van één maand. De door [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging ligt dan ook voor toewijzing gereed.
4.13.
Met toepassing van artikel 7:686a lid 1 BW zal de gevorderde wettelijke rente over de toe te wijzen vergoeding worden toegewezen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.
Billijke vergoeding
4.14.
Nu hiervoor geoordeeld is dat niet rechtsgeldig is opgezegd, komt aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] op grond van artikel 7:681 lid 1 aanhef en onder a BW een billijke vergoeding toe. Bij de bepaling van de omvang van de billijke vergoeding zal de kantonrechter rekening houden met alle bijzondere omstandigheden van het geval en deze vergoeding matigen tot € 2.500,00 bruto. Daarbij is gelet op de zo-even genoemde omstandigheden, als ook de leeftijd van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] , de korte duur van het dienstverband, de hoogte van het loon, en [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] kansen op de arbeidsmarkt (die goed zijn gelet op het enorme tekort aan personeel in veel onderdelen van de economie). De billijke vergoeding is daarnaast een middel om werkgever te wijzen op de noodzaak om haar handelwijze aan te passen. Weliswaar heeft de billijke vergoeding geen punitief karakter, maar met een billijke vergoeding kan wel worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen. Van de billijke vergoeding dient in dit geval dus ook een afschrikwekkende werking uit te gaan.
4.15.
De gevorderde wettelijke rente over de billijke vergoeding zal eveneens worden toegewezen.
Opgebouwde maar niet genoten verlofdagen (compensatie in geld als loonvorm)
4.16.
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] stelt dat zij in totaal 165,57 niet genoten vakantie-uren heeft opgebouwd die voor vergoeding in aanmerking komen. Atlas Hotel heeft dit deel van het verzoek niet weersproken. Voor zover het verweer van Atlas Hotel over de minuren ziet op de vakantie-uren, wordt opgemerkt dat minuren niet gelijkgesteld kunnen worden aan vakantie-uren. Daarenboven geldt dat voor zover Atlas Hotel de vakantie-uren betwist, Atlas Hotel ingevolge artikel 7:641 lid 2 BW verplicht is de administratie van de door werknemer genoten en openstaande vakantiedagen bij te houden en in beginsel haar betwisting mede moet motiveren aan de hand van de uit deze administratie blijkende gegevens die dan ook door Atlas Hotel in het geding moeten worden gebracht (HR 21 juni 1991, NJ 1991, 743 en HR 12 september 2003, NJ 2003, 604). In dat geval heeft te gelden dat Atlas Hotel haar betwisting niet mede heeft onderbouwd met uit haar administratie blijkende gegevens (dergelijke gegevens zijn niet in het geding gebracht).
4.17.
Gelet op het vorenstaande ligt de door [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verzochte vergoeding van de opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen van € 2.235,20 bruto voor toewijzing gereed, evenals de daarover gevorderde wettelijke rente.
Verstrekken bruto/netto-specificatie
4.18.
[verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verzoekt om Atlas Hotel te veroordelen om aan haar een bruto/netto-specificatie te verstrekken van de - hierna in het dictum toe te wijzen - bedragen. Dit zal worden toegewezen. De termijn van verstrekking daarvan zal op een redelijke termijn van veertien dagen na dagtekening van deze beschikking worden gesteld. De te verbeuren dwangsom zal toegewezen worden zoals verzocht.
Tegenverzoek van Atlas Hotel
4.19.
Atlas Hotel heeft in haar verweerschrift gesteld dat [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] 56,67 minuren, oftewel
€ 520,70 netto (56,67 x € 12,00), te veel uitbetaald heeft gekregen. Atlas Hotel verzoekt [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] tot terugbetaling van voormeld bedrag dan wel dat dit bedrag verrekend wordt met hetgeen Atlas Hotel mogelijk aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] verschuldigd is. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Atlas Hotel zich op het standpunt gesteld dat er sprake is van 50,25 minuren en dat haar vordering op dit punt gecorrigeerd dient te worden.
4.20.
Anders dan Atlas Hotel stelt, staan op de loonstroken geen minuren vermeld. Op de loonstroken staat een saldo aan verlof-, verzuimuren en vakantiedagen vermeld. Gelet op de betwisting van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] en bij gebreke van een nadere toelichting en onderbouwing ligt dit zelfstandig tegenverzoek van Atlas Hotel voor afwijzing gereed.
In de verzoeken en het tegenverzoek
Proceskosten
4.21.
Atlas Hotel zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] worden begroot op:
- griffierecht € 87,00
- salaris gemachtigde € 814,00
- nakosten
€ 135,00(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.036,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
in de verzoeken van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek]
5.1.
veroordeelt Atlas Hotel om aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] te betalen:
  • € 2.500,00 bruto aan billijke vergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf twee weken na deze beschikking tot de dag van volledige betaling,
  • € 1.300,00 bruto aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot de dag van volledige betaling,
  • € 936,00 bruto aan transitievergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot de dag van volledige betaling,
  • € 2.235,20 bruto aan vergoeding van de opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen (inclusief vakantiebijslag), vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% en de optelsom te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf twee weken na deze beschikking tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Atlas Hotel om binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking aan [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] te verstrekken een deugdelijke bruto/netto-specificatie van de - hiervoor onder 5.1. weergegeven - te betalen bedragen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Atlas Hotel hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00,
in het tegenverzoek van Atlas Hotel
5.3.
wijst het verzoek af,
in de verzoeken en het tegenverzoek
5.4.
veroordeelt Atlas Hotel tot betaling van de proceskosten (inclusief nakosten), die aan de zijde van [verzoeker, tevens verweerder in het tegenverzoek] tot heden zijn bepaald op € 1.036,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Atlas Hotel niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de uitspraak daarna wordt betekend,
5.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders verzochte,
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en is in het openbaar uitgesproken.
CJ