ECLI:NL:RBLIM:2024:6906

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
4 oktober 2024
Zaaknummer
11179558 \ CV EXPL 24-3197
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van huurprijs en incassokosten in het kader van een bijzondere overeenkomst

In deze zaak heeft Bill Incasso B.V. een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, voormalige vennoten van een ontbonden vennootschap onder firma, voor het niet betalen van huurprijs voor horecabenodigdheden. De gedaagden hebben op verschillende data bij een bedrijf horecabenodigdheden gehuurd, maar hebben de verschuldigde huurprijs van in totaal € 1.262,55 niet voldaan. Bill Incasso, die de vordering in eigendom heeft overgenomen, vordert betaling van € 1.531,77, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde sub 2 heeft verweer gevoerd en stelt dat hij niet aansprakelijk is, omdat de vennootschap per 1 januari 2023 is ontbonden en hij per die datum is uitgetreden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde sub 1 in gebreke is gebleven en heeft de vordering tegen hem toegewezen. De wettelijke handelsrente is toegewezen vanaf 13 juni 2024. Bill Incasso heeft de eis tegen gedaagde sub 2 verminderd tot nihil, waardoor deze in de procedure in het ongelijk is gesteld en Bill Incasso de verletkosten van gedaagde sub 2 moet betalen. Het vonnis is uitgesproken op 2 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11179558 \ CV EXPL 24-3197
Vonnis van 2 oktober 2024
in de zaak van
BILL INCASSO B.V.,
te Bergen op Zoom,
eisende partij,
hierna te noemen: Bill Incasso,
gemachtigde: Trivarso B.V.,
tegen
1.
[gedaagde sub 1] , H.O.D.N. [handelsnaam] , VOORMALIG VENNOOT VAN DE OP 14 FEBRUARI 2024 UITGESCHREVEN [naam VOF],
te [woonplaats] ,
niet verschenen,
hierna te noemen: [gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2] , VOORMALIG VENNOOT VAN DE OP 14 FEBRUARI 2024 UITGESCHREVEN [naam VOF],
te [woonplaats] ,
procederend in persoon,
hierna te noemen: [gedaagde sub 2] ,
gedaagde partijen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van [gedaagde sub 2]
- de conclusie van repliek
- [gedaagde sub 2] heeft geen conclusie van dupliek genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam VOF] heeft bij [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ) op verschillende data diverse horecabenodigdheden gehuurd, waarvoor [naam bedrijf] op 16 oktober 2023, 23 oktober 2023 en 30 november 2023 een factuur heeft verzonden. Het totaalbedrag van deze facturen bedraagt € 1.262,55.
2.2.
[naam bedrijf] heeft haar vordering op [handelsnaam] in eigendom overgedragen aan Bill Incasso.
2.3.
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zijn niet overgegaan tot betaling.
2.4.
Per 1 januari 2023 is [naam VOF] ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
Bill Incasso vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tot betaling van € 1.531,77, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering voert Bill Incasso (samengevat) het volgende aan. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben diverse malen bij [naam bedrijf] horecabenodigdheden gehuurd en in huur ontvangen, maar hebben niet de daarover verschuldigde huurprijs van in totaal € 1.262,55 betaald. Bill Incasso maakt aanspraak op de wettelijke handelsrente vanaf 14 dagen na factuurdatum, berekent deze tot de dag van dagvaarding (13 juni 2024) op € 79,84 en vordert de wettelijke handelsrente verder vanaf 3 juni 2024 tot de dag van volledige betaling. Voorts stelt Bill Incasso dat aan haar een vergoeding van € 189,38 verschuldigd is voor gemaakte buitengerechtelijke invorderingskosten.
3.3.
[gedaagde sub 2] voert verweer en stelt dat hij niet aansprakelijk is voor de vordering van Bill Incasso. [gedaagde sub 2] betoogt dat [naam VOF] per 1 februari 2023 is opgeheven en dat hij per die datum is uitgetreden. [gedaagde sub 2] heeft producties overgelegd waarin staat dat de [naam VOF] is ontbonden en beëindigd per 1 januari 2023. De niet betaalde facturen zijn van een latere datum.
3.4.
Vervolgens heeft Bill Incasso bij conclusie van repliek verzocht om [gedaagde sub 2] als gedaagde te “schrappen”.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde sub 1] is zonder kennisgeving niet in de procedure verschenen. Nu aan alle daarvoor geldende de formaliteiten is voldaan zal tegen [gedaagde sub 1] verstek worden verleend en de vordering tegen hem zal worden toegewezen nu die de kantonrechter niet onrechtmatig noch ongegrond voorkomt. Ten aanzien van de gevorderde wettelijke handelsrente vanaf 3 juni 2024 zal deze worden toegewezen vanaf 13 juni 2024 aangezien het gevorderde bedrag van € 79,84 aan wettelijke handelsrente reeds is berekend tot 13 juni 2024.
4.2.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
1.262,55
- wettelijke handelsrente tot 13 juni 2024
79,84
- buitengerechtelijke incassokosten
189,38
+
totaal
1.531,77
4.3.
[gedaagde sub 1] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Bill Incasso worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
117,56
- griffierecht
372,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
999,56
4.4.
De kantonrechter kwalificeert het verzoek van Bill Incasso om [gedaagde sub 2] als gedaagde te schrappen als een vermindering van eis ex artikel 129 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarbij Bill Incasso de vordering op [gedaagde sub 2] vermindert tot nihil.
4.5.
Bill Incasso wordt, nu zij om haar moverende redenen de eis jegens [gedaagde sub 2] vermindert tot nihil, in de procedure tegen [gedaagde sub 2] in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde sub 2] betalen. Deze worden tot aan dit vonnis begroot op € 50,00 aan verletkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde sub 1] om aan Bill Incasso te betalen een bedrag van € 1.531,77, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 1.262,55, met ingang van 13 juni 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] in de proceskosten van € 999,56, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Bill Incasso in de verletkosten van [gedaagde sub 2] van € 50,00,
5.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de onderdelen 5.1 en 5.2 uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.
VC