In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verpleegkundige en haar werkgever, Stichting Zuyderland Medisch Centrum. De verpleegkundige was op staande voet ontslagen omdat zij op 24 augustus 2023 beelden van een reanimatie had opgenomen met haar privételefoon, zonder toestemming van de patiënt of diens nabestaanden. De kantonrechter oordeelde dat het opnemen van deze beelden een ernstige inbreuk op de privacy van de patiënt vormde en dat dit een dringende reden voor ontslag op staande voet rechtvaardigde. De verpleegkundige had in haar verzoekschrift aangegeven dat zij de beelden had opgenomen voor educatieve doeleinden en om zich voor te bereiden op een gesprek met de nabestaanden. De kantonrechter oordeelde echter dat zij onvoldoende had onderbouwd dat het maken van de opname een legitiem doel had. De rechter benadrukte dat het maken van een opname van een reanimatie met een privételefoon, zonder toestemming, niet toelaatbaar was. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was en wees de verzoeken van de verpleegkundige af, inclusief haar verzoek om doorbetaling van loon en transitievergoeding. Tevens werd zij veroordeeld in de proceskosten van de werkgever.