Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de belanghebbende
5.De beoordeling
6.De beslissing
.
Rechtbank Limburg
Op 8 februari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven in de zaken C/03/326219 / JE RK 24-33 en C/03/326227 / JE RK 24-36. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3] en een machtiging tot deeltijd uithuisplaatsing van [minderjarige 1]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de onveilige opvoedsituatie en de conflicten tussen de ouders. Ondanks eerdere hulpverlening is er geen stabilisatie in de situatie bereikt. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de veiligheid van de kinderen te waarborgen en hen te beschermen tegen emotionele en fysieke schade. De machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] is verleend om zijn huidige verblijf in een pleeggezin te bevestigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en geldt voor een jaar, tot 8 februari 2025.