ECLI:NL:RBLIM:2024:7176

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 september 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
03.102727.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en drugshandel in Maastricht geleid door verdachte

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 16 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die als oprichter en leider van een criminele organisatie, bekend als 'Tony', jarenlang betrokken was bij de grootschalige export en handel in harddrugs, met name heroïne en cocaïne, in Maastricht en omgeving. De verdachte, geboren in 1989, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.L.P. Biesmans. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie, het voorhanden hebben van grote hoeveelheden harddrugs, witwassen van een aanzienlijk geldbedrag en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van acht jaren opgelegd, evenals een geldboete van €100.000,-. De rechtbank heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de strafprocedure, maar heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de criminele organisatie zwaar laten wegen. De verdachte is niet verschenen ter zitting en heeft geen verantwoording afgelegd voor zijn daden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar de overige feiten zijn wettig en overtuigend bewezen verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.102727.21
Tegenspraak (gemachtigde raadsvrouw)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 16 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 8] op [geboortedatum 1] 1989,
wonende te [adres 4] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.L.P. Biesmans, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 juli 2024 en op 16 september 2024 formeel gesloten. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsvrouw. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachten [medeverdachte 1] met het parketnummer 03.038352.21, [medeverdachte 2] met het parketnummer 03.299412.20 en [medeverdachte 3] met het parketnummer 03.299604.20.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1:als oprichter, leider en/of bestuurder deel heeft genomen aan een criminele organisatie;
feit 2:al dan niet samen met anderen in totaal 2446,14 gram cocaïne en/of 420,08 gram heroïne aanwezig heeft gehad;
feit 3:al dan niet samen met anderen heroïne en/of cocaïne heeft uitgevoerd en/of gehandeld heeft in heroïne en/of cocaïne;
feit 4:al dan niet samen met anderen € 255.510,- heeft witgewassen, subsidiair is dit ten laste gelegd als eenvoudig witwassen;
feit 5:al dan niet samen met anderen een wapen van categorie III onder 1 en munitie van categorie II en III van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

Geldigheid dagvaarding
De raadsvrouw heeft bepleit dat de dagvaarding voor wat betreft feit 1 partieel nietig dient te worden verklaard, gelet op de ruime tenlastegelegde periode en het ontbreken van uitvoeringshandelingen aangaande softdrugs. Er blijkt onvoldoende duidelijk waarop de verdenking ziet.
De rechtbank is van oordeel dat het onder 1 tenlastegelegde voldoende duidelijk is. De tenlastelegging ziet op de deelname aan een criminele organisatie die als oogmerk had het plegen van strafbare feiten op het gebied van hard- en softdrugs. Dat uit het dossier niet blijkt van strafbare feiten op het gebied van softdrugs, maakt niet dat de tenlastelegging voor dit gedeelte nietig dient te worden verklaard. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten. Ten aanzien van feit 3 heeft zij gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde, het witwassen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich, overeenkomstig haar pleitnota, op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten niet kunnen worden bewezen en de verdachte derhalve vrij dient te worden gesproken. Op specifieke verweren van de verdediging zal de rechtbank hierna ingaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Verweren verdediging
Sky-ECC
De raadsvrouw heeft bepleit dat de interceptie en verwerking van de Sky-ECC data op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden en dat, gelet daarop, bewijsuitsluiting dient plaats te vinden, dan wel dat strafvermindering moet worden toegepast.
Artikel 126ff Sv
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van de kopers en verkopers onrechtmatig zijn verkregen, nu zij het resultaat zijn van een bewuste c.q. gecontroleerde doorlating als bedoeld in artikel 126ff, tweede lid, Sv.
De rechtbank zal deze verweren gezamenlijk behandelen, nu dit verweren zijn die zien op vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek als bedoeld in artikel 359a Sv.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Indien binnen de door artikel 359a Sv bepaalde grenzen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in deze bepaling, en de rechtsgevolgen daarvan niet uit de wet blijken, moet de rechter beoordelen of aan dat vormverzuim enig rechtsgevolg dient te worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg dan in aanmerking komt. Daarbij dient de rechter rekening te houden met de in het tweede lid van artikel 359a Sv genoemde factoren. Het rechtsgevolg zal immers door deze factoren moeten worden gerechtvaardigd. De eerste factor is ‘het belang dat het geschonden voorschrift dient’. De tweede factor is ‘de ernst van het verzuim’. De derde factor is ‘het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt’. [1]
Het is vaste jurisprudentie van de Hoge Raad [2] dat voor de zogenoemde 359a-verweren een specifieke zware stelplicht geldt. Dit betekent dat van de verdediging, die een beroep doet op schending van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, mag worden verlangd dat zij duidelijk en uitdrukkelijk onderbouwd, aan de hand van de in het tweede lid van dit artikel genoemde factoren, aangeeft tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg het door de verdediging bepleitte onherstelbare vormverzuim dient te leiden. Alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoen beide verweren van de raadsvrouw niet aan deze vereisten. Zo gaat de raadsvrouw onder meer niet in op het belang van het geschonden voorschrift en het nadeel dat de verdachte hierdoor zou hebben geleden.
De rechtbank verwerpt dan ook deze verweren.
Voorwaardelijk verzoek prejudiciële vragen
Voorts heeft de raadsvrouw een voorwaardelijk verzoek gedaan om prejudiciële vragen aangaande de interpretatie van het Unierecht voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
De rechtbank zal dit verzoek afwijzen nu de Hoge Raad zich recent over deze kwestie heeft uitgelaten. [3] De uitspraak van het Hof van Justitie van 30 april 2024 noopt ook niet tot het stellen van enige vraag in dit verband, ook nu het door de Hoge Raad geschetste kader op relevante onderdelen bevestiging vindt in deze uitspraak [4] .
Partiële vrijspraak feit 1, artikel 11 van de Opiumwet
Aan de verdachte is onder feit 1 de deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd welke organisatie als oogmerk had het uitvoeren, verhandelen, aanwezig hebben of voorbereiden van misdrijven die zien op hard- en softdrugs.
Op grond van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen dat er sprake was van strafbare feiten die zien op softdrugs, artikel 11 of 11a van de Opiumwet. De rechtbank zal de verdachte dan ook van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken.
Bewijsmiddelen [5]
Aangehouden kopers/dealers
Het proces-verbaal van bevindingen: [6]
Er werd een onderzoek ingesteld naar eerdere aanhoudingen van mensen die in Maastricht verdovende middelen hadden gekocht van een persoon of groepering welke door de kopers ‘ Tony ’ genoemd werd.
Op 6 februari 2015 werd in Maastricht [naam 4] verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 4] werd 22,4 gram heroïne, 8,6 gram cocaïne, een telefoon en een geldbedrag van € 465,- aangetroffen. Als verdacht van het kopen van heroïne van [naam 4] werd aangehouden [naam 5] (geboren te [geboorteplaats 2] . Bij [naam 5] werd 2,4 gram heroïne aangetroffen. [naam 5] verklaarde dat hij telefonisch verdovende middelen besteld had bij Tony in Maastricht, die te bereiken was op het telefoonnummer + [nummer 26] . [naam 5] was in het gezelschap van [naam 6] . [naam 6] verklaarde dat hij samen met de man die door de politie was aangehouden met de bus vanuit België naar Nederland was gekomen en dat de man toen via de telefoon verdovende middelen had besteld bij iemand in Maastricht.
Op 3 juli 2015 werd in Maastricht waargenomen dat [naam 7] iets overgaf aan [naam 8] . Bij de staandehouding van [naam 8] bleek het te gaan om 0,4 gram cocaïne. [naam 8] verklaarde dat hij naar Maastricht was gekomen en dat hij telefonisch een kleintje coke had besteld bij Tony . Hij had hiervoor het telefoonnummer + [nummer 26] gebeld. Er kwamen steeds verschillende mensen die de verdovende middelen afleverden.
Op 13 november 2015 werd in Maastricht [naam 9] aangehouden als verdacht van het in bezit hebben van verdovende middelen. Bij hem werd 2,7 gram heroïne aangetroffen. [naam 9] verklaarde dat hij de verdovende middelen had gekocht door telefonisch contact op te nemen met Toni die te bereiken was onder telefoonnummer: + [nummer 11] . Er kwamen echter steeds andere mensen verdovende middelen leveren. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer van [naam 9] vanaf 20 oktober 2019 tot en met 11 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers + [nummer 27] , + [nummer 11] , + [nummer 26] , + [nummer 12] en [nummer 5] .
Op 25 juli 2016 werd [naam 10] in Maastricht aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 10] werd 36,8 gram heroïne, een telefoon en een geldbedrag van € 1.025,- aangetroffen. [naam 10] verklaarde dat hij de verdovende middelen die hij had verkocht van iemand anders had gekregen, dat hij de naam van deze persoon niet wilde noemen en dat hij werd gedwongen om de verdovende middelen te verkopen omdat hij schulden had. Als verdacht van het kopen van heroïne van [naam 10] werden [naam 11] (geboren te [geboorteplaats 3] ) en [naam 12] (geboren te [geboorteplaats 4] ) aangehouden. Bij [naam 11] werd 5,2 gram heroïne aangetroffen. [naam 11] verklaarde dat hij Tony belde en dat de dealer verdovende middelen afleverde. Het telefoonnummer waar [naam 11] Tony onder kon bereiken was + [nummer 11] .
Op 23 februari 2017 werd [naam 13] aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 13] werd 63,3 gram heroïne en 9,4 gram cocaïne aangetroffen. [naam 13] verklaarde dat hij de verdovende middelen verkocht voor de organisatie Tony . Hij was door Tony zelf benaderd, omdat hij verslaafd was en niet meer bij Tony had gekocht. Hem werd toen het voorstel gedaan om zelf te gaan verkopen, waar [naam 13] mee akkoord ging. [naam 13] kon Tony bereiken onder meer op het telefoonnummer: + [nummer 11] . [naam 13] kreeg van Tony de plaats door waar hij moest leveren en hoeveel hij moest leveren. [naam 14] werd verdacht van het kopen van heroïne van [naam 13] . Bij [naam 14] werd 2,6 gram heroïne aangetroffen. [naam 14] verklaarde dat zij Tony belde op het telefoonnummer: [nummer 5] en dat de dealer de verdovende middelen afleverde.
Bijlage: het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 13] :
V: Wie is Tony ?
A: Een Marokkaan of Turk.
A: Best een grote neus, een heftige neus, hij is lang en smal. Korte zwarte haren, soms een baardje.
Op 23 april 2017 werd [naam 46] aangehouden in Maastricht als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij [naam 46] werd 21,2 gram heroïne, 5,5 gram cocaïne, een telefoon en € 495,- aangetroffen. [naam 46] had verdovende middelen verkocht aan
[naam 16] (geboren te [geboorteplaats 5] ). [naam 16] verklaarde dat hij 5 gram heroïne had gekocht en deze had besteld bij Tony . Tony was te bereiken op het telefoonnummer [nummer 5] . [naam 16] kocht al jaren verdovende middelen bij Tony . [naam 16] had Tony zelf ongeveer 3 jaar geleden voor het laatst gezien. Tony is een Marokkaan, smal postuur en een grote kromme neus. Tony pakt wel altijd de telefoon op als hij hem belt. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer van [naam 16] vanaf 7 november 2019 tot en met 3 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers [nummer 5] , + [nummer 12] en + [nummer 11] .
Op 15 juni 2017 werd in Maastricht [naam 17] aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werden 26,6 gram heroïne, 1,5 gram cocaïne, een telefoon en € 110,- aangetroffen. [naam 17] verklaarde dat hij werkte voor de organisatie genaamd Tony . [naam 17] werd gedwongen om voor deze organisatie te verkopen, omdat hij een tijdje geleden opgepakt was en de toen ontstane schuld moest terugbetalen. Hij was door mensen die werkzaamheden voor Tony verrichten mishandeld. [naam 17] had verdovende middelen verkocht aan [naam 47] (geboren te [geboorteplaats 5] ). Bij [naam 18] werd 2,7 gram heroïne en 0,5 gram cocaïne aangetroffen. [naam 18] verklaarde dat hij vanuit België met Tony had gebeld en dat hij vervolgens in Nederland verdovende middelen had gekregen en al 2 jaar verdovende middelen kocht bij Tony . Hij wist dat het Nederlandse telefoonnummer eindigde op [nummer 6] .
Op 17 mei 2018 werd in Maastricht [naam 19] aangehouden als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werd 19 gram heroïne en 9,7 gram cocaïne aangetroffen, alsmede diverse telefoons en een geldbedrag van € 280,-. Als verdacht van het kopen van 21,1 gram heroïne van [naam 19] werd aangehouden [naam 20] . [naam 20] verklaarde dat zij Tony belde en dat [naam 19] de verdovende middelen afleverde. [naam 20] kocht al ongeveer 5 jaar bij Tony verdovende middelen. Het telefoonnummer waar [naam 20] Tony op kon bereiken was [nummer 5] .
Op 21 maart 2019 werd in Maastricht aangehouden [naam 21] als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werden 1,5 gram cocaïne en 42,4 gram heroïne aangetroffen. Als verdacht van het kopen van 0,4 gram cocaïne van [naam 21] werd aangehouden [naam 22] (wonende te [geboorteplaats 6] ) en [naam 23] (wonende te [geboorteplaats 6] ). [naam 22] verklaarde dat hij de verdovende middelen besteld had bij Tony . Uit onderzoek in de printgegevens bleek dat het telefoonnummer van [naam 22] vanaf 30 november 2019 tot en met 31 oktober 2020 veelvuldig in contact was geweest met de telefoonnummers + [nummer 26] , [nummer 5] , + [nummer 27] en + [nummer 11] .
Op 19 februari 2020 werd in Maastricht aangehouden [naam 24] als verdacht van het handelen in verdovende middelen. Bij hem werden 28,3 gram heroïne, 3,3 gram cocaïne en 1,3 gram hennep aangetroffen. Als verdacht van het kopen van 2,9 gram heroïne van [naam 24] werd [geboorteplaats 7] (geboren te [geboorteplaats 7] ) aangehouden. [geboorteplaats 7] verklaarde dat hij verdovende middelen kocht bij Tony in Maastricht. Hij kocht al zeker 5 jaar verdovende middelen bij Tony . Het nummer waar hij Tony op kon bereiken stond in zijn telefoon. Hij had eerst een ander nummer, maar sinds een week had hij het volgende nummer van Tony gekregen via een sms-bericht: + [nummer 27] . Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer dat bij [geboorteplaats 7] in gebruik was tussen 15 november 2019 tot en met 31 oktober 2020 contact had met de telefoonnummers [nummer 7] , [nummer 5] en + [nummer 12] .
Op 8 oktober 2020 werd in Maastricht [naam 26] aangehouden als verdacht van het in bezit hebben van verdovende middelen. Bij hem werd 5 gram heroïne aangetroffen. [naam 26] verklaarde dat hij de verdovende middelen gekocht had door telefonisch contact op te nemen met Tonie . Hij werd vervolgens vanuit België naar het adres [adres 2] te Maastricht gestuurd. Aldaar trof hij buiten de bewoner nog vier personen aan die verdovende middelen wilden hebben. Hierna kwam een man binnen die iedereen van verdovende middelen voorzag. Deze man was niet Tonie , maar de dealer van Tonie . [naam 26] had de volgende telefoonnummers waarop hij Tony kon bereiken in zijn telefoon staan: [nummer 8] , Fa1: + [nummer 11] en Fa3: + [nummer 27] . Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer dat bij [naam 26] in gebruik was tussen 21 oktober 2019 en 8 oktober 2020 veelvuldig contact had met de voornoemde telefoonnummers. [naam 26] herkende [verdachte] als zijnde Tonie .
Bijlage: het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 26] , d.d. 9 oktober 2020:
A: […] Dit was niet de persoon waarvan ik gekocht had in de woning. Dit was niet Tony zelf. Die ken ik wel. Die heb ik in het verleden persoonlijk ontmoet. Tony is begonnen op 16-jarige leeftijd en dit is 16 jaar geleden. Dit is een Marokkaan. Volgens mij heet Tony eigenlijk [naam 27] .
[…]V: Was dit ook de persoon die u sprak toen u een afspraak maakte om verdovende middelen te kopen?
A: Nee, dat was Tony . Die stem herken ik. Zoals gezegd heb ik dat nummer ook al een hele tijd. In die 16 jaar dat ik gebruik spreek ik ook steeds met Tony . Zodoende herken ik hem ook.
Bijlage: het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 26] , d.d. 9 oktober 2020:
V: Wat kun je ons vertellen over het uiterlijk van ‘ Tony ’?
A: Een smal gelaat, Marokkaans, ongeveer 1,70 meter groot, normaal van postuur, […]
V: Wij tonen jou een foto van een persoon. Herken je deze persoon?
A: Ja dat is hem. Dat is de voor mij bekende Tony .
A: Ik herken hem voor 100% […].
Op het adres [adres 2] te Maastricht is woonachtig [naam 28] . [naam 28] is te bereiken op telefoonnummer + [nummer 25] . Dit telefoonnummer werd tussen 26 september 2020 te 07:51 uur en 1 oktober 2020 te 20:14 uur afgeluisterd. Uit onderzoek bleek dat dit telefoonnummer tussen 26 september 2020 en 1 oktober 2020 meerdere malen contact had met het telefoonnummer + [nummer 26] en tussen 2 oktober 2019 en 8 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers + [nummer 11] en + [nummer 26] .
Bij onderzoek aan voornoemde zaken bleek dat het overgrote deel van de aangehouden kopers van verdovende middelen bestelden bij ‘ Tony ’ in Maastricht. Dit gebeurde telefonisch waarna zij een plek kregen te horen waar zij verdovende middelen verstrekt kregen. De mensen die de verdovende middelen verstrekten waren zeer wisselend en het betroffen veelal jonge mannen. Zij maakten veelal gebruik van mobiele telefoons van het merk Nokia waar alleen mee gebeld kon worden berichten konden worden verzonden.
Bij het uitlezen van inbeslaggenomen telefoons werd vastgesteld dat er veelal sms-berichten verzonden werden naar de leveranciers van de verdovende middelen, waarbij gecodeerd de afleverplaats alsmede de hoeveelheid en soort verdovende middelen werd doorgegeven. Hierbij werden afkortingen gebruikt voor de soort en hoeveelheid verdovende middelen, te weten:
K = klein bolletje heroïne
G = groot bolletje heroïne
M = bolletje heroïne
Als afleverplaatsen werden veelal de volgende afkortingen gebruikt waarbij de volgende plaatsen horen:
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
  • [opsomming afleverplaatsen]
Tijdens de aanhouding en waarnemingen door de politie bleek dat de voornoemde plaatsen regelmatig gebruikt werden als plaatsen waar verdovende middelen werden afgeleverd.
Het proces-verbaal van bevindingen: [7]
Op 1 september 2015 werd in Maastricht [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1989, aangehouden. Bij [verdachte] werd 28,1 gram heroïne en 3,3 gram cocaïne aangetroffen. De potentiële koper van de verdovende middelen, [naam 29] , verklaarde dat hij de dealer die hij in zijn telefoon had staan onder vermelding [bijnaam 1] en het telefoonnummer [nummer 5] gebeld had.
Het proces-verbaal van bevindingen: [8]
Op 24 september 2016 werd ik, verbalisant, aangesproken door de mij bekende [naam 48] en een onbekend gebleven jongen. Zij verklaarden spontaan over het drugsnetwerk rondom Toni . Zij vertelden mij dat Toni op dit moment geleid wordt door [verdachte] . Ik hoorde dat ze zeiden dat [verdachte] op het moment in Marokko verbleef.
Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 26] bij de rechter-commissaris, d.d. 21 december 2020: [9]
Ik kocht toen drugs van een zekere Tony . Tony was de vaste persoon waar ik drugs van kocht. Ik heb Tony ook in het echt gezien. In het begin bezorgde Tony de drugs zelf en later stuurde hij jongens om de drugs te bezorgen. Ik heb Tony persoonlijk ontmoet. Dat was een aantal jaren eerder, toen ik voor de eerste keer bij hem bestelde. Ze geven je een nummer met de naam Tony . Ik heb als nieuwe klant Tony een paar keer persoonlijk ontmoet. Hij stelde zich voor als Tony . Daarna kwamen andere mensen. Tony had tegen mij gezegd dat hij voor zichzelf ging starten en hij gaf mij daarna een ander telefoonnummer. Ik heb het telefoonnummer van Tony opgeslagen onder ‘Fa’. Ik had Fa1, 2 en 3. Ik kocht alleen bij Tony . Bij het wisselen van het nummer kreeg ik een sms’je. Het nummer van Tony heb ik ongeveer drie jaar voor mijn aanhouding gekregen. Toen ik Tony leerde kennen was hij rond de 20 jaar en hij is nu rond de 35 jaar. Hij was heel jong toen hij startte.
Telefoongegevens
Het proces-verbaal van bevindingen (gebruikersgegevens bestelnummers): [10]
Van het telefoonnummer [nummer 26] werden gegevens verstrekt door de provider Lebara. Het telefoonnummer bleek geactiveerd te zijn op 21-08-2014 om 17.37 uur.
Van het telefoonnummer [nummer 11] werden gegevens verstrekt door de provider Lebara. Het telefoonnummer bleek geactiveerd te zijn op 02-09-2015 te 15.14 uur.
Van het telefoonnummer [nummer 12] werden gegevens verstrekt van de provider Lebara. Het telefoonnummer bleek geactiveerd te zijn op 18-03-2017 te 16.19 uur.
Het proces-verbaal van bevindingen (IMSI-catcher): [11]
De telefoonnummers [nummer 13] , [nummer 14] , [nummer 26] , [nummer 15] en [nummer 16] zijn blijkens de inzet van de nummervergaring – op 4 augustus 2020 en op 25 augustus 2020 – in gebruik bij [verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen (bestelnummers i.c.m. [verdachte] ): [12]
Op 21 augustus 2020 volgde ik, verbalisant, live de verkeersgegevens van de telefoonnummers: [nummer 17] , [nummer 18] , [nummer 19] en [nummer 20] . Ik zag dat de genoemde telefoonnummers zich tussen 13:30 uur en 15:15 uur vanuit Maastricht richting Tegelen verplaatsten. Omstreeks 15:10 uur namen wij positie op de [straat 1] te Maastricht. Wij hoorden dat de telefoonnummers op dat moment masten in Maastricht aanstraalden in het gebied van de [straat 1] . Ik zag vlak na dit bericht een lichtgrijs gekleurde Renault Megane vanaf de [straat 1] de [straat 2] inrijden. Ik zag dat het kenteken begon met de Nederlandse combinatie [kenteken] . Ik herkende de bestuurder als [verdachte] . Ik heb meerdere foto’s van [verdachte] gezien en herkende hem aan zijn gezicht. Ik zag dat [verdachte] een telefoon in zijn hand hield.
Het proces-verbaal van bevindingen (beelden observatie woning [verdachte] ): [13]
Uit verkregen informatie van de RDW blijkt dat verdachte [verdachte] eigenaar is van een Renault Megane, kenteken: [nummer 21] .
Het proces-verbaal van bevindingen (masten telefoon [verdachte] op 26 augustus 2020): [14]
Op 26 augustus 2020 werd tussen 10:03 en 14:40 uur een observatie verricht op de verdachte [verdachte] . Hierbij werd gezien dat de verdachte bestuurder was van het voertuig voorzien van Nederlands kenteken [nummer 21] . Hij bezocht coffeeshop [naam 31] , een woning in een flatgebouw op de [adres 6] en theehuis [nummer 23] gelegen aan de [adres 7] te Maastricht.
Naar aanleiding van vorenstaande werd een onderzoek gedaan in de printgegevens van de besteltelefoonnummers. Hierbij werd geconstateerd dat de besteltelefoonnummers + [nummer 26] en + [nummer 27] op 26 augustus 2020 tussen 10:00 uur en 14:40 uur van dezelfde zendmasten gebruikmaakten. Hierbij wordt opgemerkt dat beide telefoonnummers vermoedelijk in één telefoon zaten. Tevens werd op 26 augustus 2020 tussen 10:00 uur en 14:40 uur geconstateerd dat de besteltelefoonnummers + [nummer 12] en + [nummer 11] van dezelfde zendmasten gebruikmaakten. Hierbij wordt opgemerkt dat beide telefoonnummers vermoedelijk in één telefoon zaten.
De route die blijkens de gegevens van de zendmasten kon worden vastgesteld, kwam overeen met de route die de verdachte [verdachte] die dag tussen genoemde tijdstippen reed.
Het proces-verbaal van bevindingen (observatie mast/baken op 14 september 2020): [15]
Op 14 september 2020 omstreeks 14:22 uur gaf het baken de [straat 5] te Maastricht aan. Wij reden richting de [straat 5] en ter hoogte van de [straat 6] zag ik het voertuig met kenteken [nummer 21] de rotonde naderen vanaf de [straat 7] . Wij zagen dat er twee personen in het voertuig zaten. Vanaf dit moment hebben wij de gegevens van het baken vergeleken met de mastgegevens van de telefoonnummers [nummer 17] , [nummer 18] , [nummer 24] , [nummer 19] en [nummer 16] . De telefoonnummers straalde omstreeks 14:30 uur aan op de masten: [straat 1] , [wijk] en [straat 8] . Alle masten bevinden zich in Maastricht West. De [straat 6] is onder alle masten mogelijk. Omstreeks 16:00 uur hebben wij [verdachte] herkend als bijrijder in het bebakend voertuig.
Het proces-verbaal van bevindingen (reis naar Marokko): [16]
Uit de analyse van de verkregen verkeersgegevens en opgenomen telecommunicatie hebben wij het navolgende bevonden:
Op 18 september 2020 te 22:57 uur wordt een mast aangestraald op de [straat 9] te Hillegom. Dit betreft het laatste contact van het telefoonnummer + [nummer 11] , waarbij mastgegevens worden vermeld. Hillegom is nabijgelegen aan Schiphol Airport.
Op 18 september 2020 te 22:57 uur wordt een mast aangestraald op het [park] te Vijfhuizen. Dit betreft het laatste contact van het telefoonnummer + [nummer 26] , waarbij mastgegevens worden vermeld. Vijfhuizen is nabijgelegen Schiphol Airport.
Op 19 september 2020 te 10:33 uur wordt een mast aangestraald op het Skicentrum in Hoofddorp. Dit betreft het laatste contact van het telefoonnummer + [nummer 27] waarbij Nederlandse mastgegevens worden vermeld. Hoofddorp is nabijgelegen aan Schiphol Airport. Op 20 september 2020 te 12:45 uur verkrijgen wij via de verkeersgegevens dat de mast met nummer 604-01-347-5517 wordt aangestraald door het telefoonnummer + [nummer 27] .
Op 18 september 2020 te 01:45 uur wordt een mast aangestraald op de [straat 1] te Maastricht. Dit betreft het laatste contact met het telefoonnummer + [nummer 16] . Op 20 september 2020 te 01:19 uur verkrijgen wij via de verkeersgegevens dat de mast met nummer 604-00-50100-50470 wordt aangestraald door het telefoonnummer + [nummer 16] .
De landcode 604 behoort toe aan Marokko. De telefoonnummers + [nummer 16] en + [nummer 27] zijn gezien de weergegeven landcode in Marokko op voornoemde momenten.
Van de telefoonnummers + [nummer 11] en + [nummer 26] zijn vanaf 19 september 2020 te 23:10 uur wel nog inkomende contacten te zien, maar zijn geen (Nederlandse) mastgegevens meer verkregen. Het niet krijgen van mastgegevens, maar wel inkomende oproepen, doet vermoeden dat de genoemde telefoonnummers buiten het Nederlandse telefoonnetwerk zijn.
Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [naam 28] ): [17]
In de periode van 25 september 2020 tot en met 1 oktober 2020 werden gesprekken gevoerd met het telefoonnummer van [naam 28] ( + [nummer 25] ) opgenomen en afgeluisterd. Het telefoonnummer + [nummer 25] had meerdere malen contact met het telefoonnummer + [nummer 26] .
Taplijn TA007 (sessienummer 36 op 27 september 2020)
[nummer 25] belt naar [nummer 26]
- [nummer 25] vraagt of hij langs kan komen, maar niet die van gisteren die was niet goed
- [nummer 37] vraagt wat dan niet goed was
- [nummer 25] zegt was gewoon niet goed hij smaakte anders, hij wil die wat hij normaal krijgt
- [nummer 37] zegt komt in orde
- [nummer 25] zegt is goed
Taplijn TA007 (sessienummer 152 op 1 oktober 2020)
[nummer 25] belt naar [nummer 26]
- [nummer 37] : Jow
- [nummer 25] : Ken je langskomen
- [nummer 37] : Ja, hij komt eraan, komt eraan. Tot zo
Het proces-verbaal van bevindingen (terugkomst naar Nederland): [18]
Uit de printertap van het telefoonnummer [nummer 27] blijkt dat op 9 oktober 2020 te 22:51 uur de mast 604-00-9030-52701 wordt aangestraald. 604 betreft de landcode Marokko. Op 10 oktober 2020 te 00:08:58 uur wordt een mast in Maastricht, omgeving [straat 1] , aangestraald.
Uit de printertap van het telefoonnummer [nummer 26] blijkt dat op 9 oktober 2020 geen mast wordt aangestraald. Op 10 oktober 2020 te 00:09:36 uur wordt de mast op de [straat 1] te Maastricht aangestraald.
Uit de printertap van het telefoonnummer [nummer 11] blijkt dat op 9 oktober 2020 geen mast wordt aangestraald. Op 10 oktober 2020 te 00:09:31 uur wordt de mast op de [straat 1] te Maastricht aangestraald.
Uit de printertap van het telefoonnummer [nummer 16] blijkt dat op 9 oktober 2020 te 12:16 uur de mast 604-01-4451-51318795 wordt aangestraald. 604 betreft de landcode Marokko. Op 10 oktober te 00:10 uur wordt de mast 424-03-2332-34838 aangestraald. 424 betreft de landcode Verenigde Arabische Emiraten.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek frequente bellers [naam 28] en [naam 38] ): [19]
In het onderzoek zijn verschillende bestelnummers bekend waarop drugs worden besteld. Op de verkeersgegevens van de bestelnummers [nummer 26] , [nummer 12] , [nummer 11] en [nummer 27] komen onder andere de volgende telefoonnummers voor: [nummer 28] en [nummer 25] . Het telefoonnummer [nummer 28] is te herleiden naar de naam [naam 38] en het telefoonnummer [nummer 25] staat op naam van [naam 28] .
Deze twee telefoonnummers komen in veelvoud en recent voor op de verkeersgegevens van de bestelnummers. De telefoonnummers bellen op verschillende tijdstippen op de dag met de bestelnummers.
In de periode van 20-03-2020 tot en met 25-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 28] , [nummer 25] , 701 keer contact met bestelnummer [nummer 26] .
In de periode van 24-08-2020 tot en met 28-10-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 28] , [nummer 25] , 30 keer contact met bestelnummer [nummer 11] .
In de periode van 09-10-2020 tot en met 19-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 28] , [nummer 25] , 152 keer contact met bestelnummer [nummer 27] .
In de periode van 5-05-2020 tot en met 28-11 -2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 38] , [nummer 25] , 352 keer contact met bestelnummer [nummer 26] .
In de periode van 18-02-2020 tot en met 13-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 38] , [nummer 25] , 398 keer contact met bestelnummer [nummer 11] .
In de periode van 10-10-2020 tot en met 16-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 38] , [nummer 25] , 39 keer contact met bestelnummer [nummer 27] .
In de periode van 17-02-2020 tot en met 10-11-2020 heeft het telefoonnummer dat op naam staat van [naam 38] , [nummer 25] , 357 keer contact met bestelnummer [nummer 12] .
Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 28] d.d. 14 december 2020: [20]
V: Maar u kocht via het Toni -netwerk?
A: Ja.
[…]
M: Uit het onderzoek blijkt dat u in het bezit bent van het telefoonnummer: [nummer 25] en dat dit telefoonnummer tussen 2 oktober 2020 en 8 oktober 2020 veelvuldig contact had met de telefoonnummers + [nummer 27] , + [nummer 11] en + [nummer 26] .
A: Dat zijn nummers als je hun moest bellen voor wat te bestellen, dan moest je hun bellen. […] Dat zijn allemaal telefoonnummers die in de loop van de tijd door hen gebruikt zijn.
Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 28] d.d. 15 december 2020: [21]
V: We tonen je foto 3. Wie is de persoon op die foto?
A: Dat is hem. Tony . Ik weet zijn echte naam niet maar dat zullen jullie wel weten.
[…]
Foto 3 betreft [verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen (Whatsappgesprek tussen [naam 28] en [nummer 29] ): [22]
In de twee verhoren met [naam 28] vertelde hij dat hij de dag voor het verhoor op
14 december 2020 contact heeft gehad met Tonie via een Whatsappgesprek op een telefoonnummer in Dubai ( [nummer 29] ). De gesprekken tussen [naam 28] en Tonie vinden plaats tussen 30 november 2020 en 13 december 2020
30 november 2020
[nummer 29] : Hey [naam 33] . Maatje alles goed.
[naam 28] : Wie ben je, nummer is me niet bekend?
[nummer 29] (geluidsfragment): Hé maatje [naam 33] je heb me een paar maanden niet gehoord man herken je men stem nu of niet?
[nummer 29] : Herken je mijn stem?
[naam 28] : Ben je Tony ? Is dat het nummer van Dubai?
[nummer 29] (geluidsfragment): Ja [naam 33] jongen ik ben het jongen ik ben het als je me nodig hebt vanaf morgen zijn jongens weer bereikbaar ja. Stuur me naar deze nummer dan stuur ik ze naar je toe.
[naam 28] (geluidsfragment): Hé Tonie alles goed? Hier is ook [naam 34] , alles goed met je?
[nummer 29] (geluidsfragment): Ja het gaat wel man met omstandigheden maja kopje omhoog jongen. De andere jongens zijn allemaal weg (…) ook een tijdje weg.
[naam 28] (geluidsfragment): Hé hallo, het is vervelend wat gebeurd is man. We missen je. Maar uhh kwaliteit is heel slecht op het ogenblik. Echt heel slecht. Wordt tijd dat je terugkomt man.
[nummer 29] (geluidsfragment): Komt in orde jongen vanaf morgen hebben jullie weer kwaliteit, vanaf morgen.
12 december 2020
[nummer 29] : Ik heb nieuwe straks oude goede materiaal
[nummer 29] : In de namiddag
[naam 28] : Ok
[naam 28] : Laat me weten wanneer
[nummer 29] : Oke
[naam 28] : Kan je iemand langssturen
[nummer 29] : Okee
Het proces-verbaal van bevindingen (stemherkenning [verdachte] ): [23]
Door ons verbalisanten werden geluidsfragmenten beluisterd van:
  • het opgenomen telefoongesprek met Tonie en [naam 38] (sessienummer 147 van 29 september 2020. [naam 38] belt met Tonie , het drugsbestelnummer + [nummer 26] , om 100 bruin te verkopen aan een “Duitser”) (p. 4022);
  • het opgenomen telefoongesprek met Tonie en [naam 28] (sessienummer 36 van 27 september 2020. [naam 28] belt met Tonie , het drugsbestelnummer + [nummer 26] , en vraag waar hij blijft en dat de kwaliteit slecht was de laatste keer) (p. 4054 en 4055);
  • de Whatsappspraakberichten verstuurd door Tonie aan [naam 28] (een door de digitale opsporing veiliggesteld bericht van ‘ Tonie ’ uit de inbeslaggenomen telefoon van [naam 28] . [naam 28] heeft contact met Tonie , in Dubai, over het leveren van verdovende middelen) (p. 6665 t/m 6668);
  • het getuigenverhoor van de verdachte [verdachte] uit 2017 op verzoek van Belgische autoriteiten.
Door ons werd op alle voornoemde geluidsfragmenten dezelfde stem herkend. Wij hoorden dit aan het stemgeluid, de intonatie en de woordkeuze. Wij herkenden de stem als zijnde de stem van de verdachte: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1989 te [geboorteplaats 8] .
Medeverdachte [naam 3]
De verklaring van verdachte [naam 3] , afgelegd ter terechtzitting van 4 juli 2024:
Ik deed wat er gevraagd werd. Ik weet niet hoe ik erin terecht ben gekomen. Dat is beetje bij beetje en voordat ik het wist was het te laat en is het uit de hand gelopen. Het begon met kleine dingen uithelpen. Op de actiedag was ik een paar maanden bezig. Ik zat zelf financieel moeilijk en in een zware tijd. Ik deed mensen bevoorraden, ik beheerde het geld en hield dat bij me. Ik had twee kleine kinderen dus ik was een vertrouwenspersoon. Ik had zelf niet veel te zeggen. Dat wat de politie heeft opgeschreven over mijn rol klopt wel ongeveer. Ik was er niet dagelijks mee bezig. Ik ging alleen als het nodig was. Ik kreeg te horen wat ik moest doen via een app of een belletje. Ik heb ook drugs klaargemaakt/versneden in die panden. Ik kreeg het binnen, versneed en verpakte het. Dan werd het opgehaald. Soms haalden de dealers het op, soms niet. Ik nam ook geld in ontvangst en dat nam ik mee naar mijn eigen woning. Het geldbedrag dat is aangetroffen in mijn woning is daarvan. Het totaalbedrag van € 255.510,- is van ongeveer 3 maanden. Per dag kwam er € 1.000,- tot € 3.000,- bij. Ik verstopte het geld achter de bank en het geld zou opgehaald worden. Ik deed zelf heel soms afleveringen aan de klanten. Ik ben de [straat 10] gaan schoonmaken. Het was niet de bedoeling dat dat daar zou liggen. Het pand aan de [straat 10] was er eigenlijk voor als we niks te doen hadden. Ik had een sleutel van de [straat 5] . Het klopt dat [nummer 30] mijn telefoonnummer was. Ik kende bepaalde jongens van jongs af aan. In de periode voor september 2020 was ik daar nog niet mee bezig. Het klopt dat ik in die auto ( [nummer 21] ) heb gereden. Het klopt dat ik in het pand in de [straat 5] en het pand op de [straat 10] ben geweest. Als ik belde wist ik waar de verdovende middelen op de [straat 10] lagen.
Het proces-verbaal van observatie (Renault Megane [nummer 21] op 9 september 2020): [24]
Op 9 september 2020 stapte [naam 3] als bestuurder uit de Renault Megane [nummer 21] .
Het proces-verbaal van bevindingen (gegevens baken Renault Megane [nummer 21] ): [25]
De registratie van het baken op de auto Renault Megane [nummer 21] laat in de periode van 26 augustus 2020 tot en met 18 september 2020 in grote lijnen zien dat dit rond 11:00/12:00 uur actief wordt en dan tot laat in de avond vrijwel onderbroken blijft rijden in de wijken van Maastricht West. Uit eigen waarnemingen en waarnemingen van team observatie van de politie is te zien dat de Renault vrijwel altijd in de nachtelijke en vroege ochtend uren op de [straat 11] in België op de oprit geparkeerd staat. De bewoner van dit pand betreft verdachte [naam 3] .
Het baken komt vanaf 26 augustus 2020 tot het vertrek van verdachte [verdachte] uit Nederland op 18 september vrijwel dagelijks op de [straat 5] in Maastricht. Dit vrijwel dagelijkse bezoek bestaat uit meerdere bezoeken over de dag verspreid. Op het adres [straat 5] [nummer 31] te Maastricht staat ingeschreven: [naam 49] , geboren op [geboortedatum 2] 1988 te [geboorteplaats 8] .
Uit onderzoek werd geconstateerd dat [verdachte] als bestuurder en als bijrijder optrad. Er werd ook meerdere malen waargenomen dat [verdachte] tegelijkertijd met verdachte [naam 3] in voornoemd voertuig zat.
Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [nummer 30] ): [26]
In het onderzoek werd het telefoonnummer [nummer 30] – in gebruik bij [naam 3] – afgeluisterd. Het telefoonnummer [nummer 30] had veelvuldig contact met het telefoonnummer [nummer 32] , afgegeven aan [naam 49] . Bij het telefoonverkeer tussen beide nummers wordt SMS-verkeer verstuurd, waarbij informatie wordt uitgewisseld over verdovende middelen en geld: ‘Heb je me kleding kast gezien broer, alles vol bruin’, ‘Gelukt geld ligt bij laminaat gelijk links als je binnenkomt kamer’ en ‘Mtje bij mij geld ligt in keuken la’.
Het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving beslag [naam 3] ): [27]
Op 25 november 2020 vond op het adres [naam 3] te Lanaken (België) een doorzoeking van de woning van verdachte [medeverdachte 3] plaats. Bij deze doorzoeking werd de voor de woning geparkeerd staande personenauto van het merk Renault Megane, kenteken [nummer 21] inbeslaggenomen. In de woning werd een geldbedrag van € 241.370,- aangetroffen, bestaande uit bankbiljetten, gesorteerd op waarde.
Medeverdachte [naam 36]
Het proces-verbaal van bevindingen (wisseling IMEI-bestelnummers): [28]
De bestelnummers [nummer 26] , [nummer 27] en [nummer 11] gaven vanaf 10 oktober 2020 weer mastgegevens in Nederland weer. De IMEI-nummers verschillen ten opzichte van de IMEI-nummers in de periode voor 19 september 2020.
Het proces-verbaal van bevindingen (opwaarderen 10 oktober 2020): [29]
Op 10 oktober 2020 te 18:44 uur is – op de camerabeelden van het Esso tankstation te Maastricht – te zien dat een persoon het tankstation binnenloopt en om 18:45 uur contant betaald aan de kassa. De persoon op de camerabeelden wordt herkend als zijnde: [naam 36] . Op de camerabeelden is te zien dat er een aankoop wordt gedaan van twee opwaardeerkaarten. Uit de verkregen klantgegevens is te zien dat op hetzelfde tijdstip twee opwaardeerkaarten worden gebruikt; een voor het telefoonnummer + [nummer 26] en een voor het telefoonnummer + [nummer 11] . Uit de printgegevens van het telefoonnummer + [nummer 26] , + [nummer 27] en telefoonnummer + [nummer 11] bleek dat beide telefoonnummers op 10 oktober 2020 actief werden en als eerste mast, de mast gelegen op de [straat 1] te Maastricht, aanstraalden. De woonplaats, [adres 3] , van [naam 36] valt onder deze mast.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mastgegevens): [30]
In de periode van 10 oktober 2020 tot en met 19 oktober 2020 blijkt dat de bestelnummers + [nummer 26] en [nummer 33] zowel overdag als in de avonduren en nachtelijke uren aanstralen op de zendmast gelegen aan de [straat 1] te Maastricht. Naar aanleiding van een onderzoek door het observatieteam met de IMSI-catcher op 27 oktober 2020, is vastgesteld dat de genoemde bestelnummers in het bezit zijn van verdachte [naam 36] .
Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [naam 36] ): [31]
De telefoon met het IMEI-nummer [nummer 34] werd in de periode van 2 november 2020 tot en met 25 november 2020 opgenomen en afgeluisterd. De telefoon was op dat moment in gebruik bij [naam 36] . In de telefoon zat de simkaart met het telefoonnummer [nummer 35] . De gebruikers van de telefoonnummers waar contact mee gemaakt werd, werden aangestuurd waar zij verdovende middelen moesten afleveren en hoeveel verdovende middelen zij moesten afleveren.
Het proces-verbaal van bevindingen ( [naam 36] noemt zich Tonie vanaf 10 oktober 2020): [32]
Van de bestelnummers + [nummer 26] , + [nummer 11] en + [nummer 27] werden in de periode van 19 november 2020 tot en met 21 november 2020 gesprekken opgenomen en afgeluisterd. Hieruit bleek dat [naam 36] degene was die de bestelnummers in gebruik had en ook daadwerkelijk de gesprekken voerde. In deze gesprekken werd [naam 36] door de beller meerdere malen ‘ Tonie ’ genoemd, dan wel noemde [naam 36] zichzelf ‘ Tonie ’.
Taplijn TA014 (sessie 93 op 21 november 2020)
[nummer 26] belt naar [nummer 36]
- [nummer 37] vraagt of alles goed is, hij zegt dat […] de jongens van hem nu ook in België bezorgen tot aan de deur.
- [nummer 36] vraagt o jullie komen nou tot België ofwat?
- [nummer 37] zegt ja die jongens werken en in Maastricht en ik heb ook twee jongens die zijn ook in België, die leveren gewoon tot aan de deur bij u, is gewoon voor dezelfde prijs, zelfde materiaal, alleen het enige wat ik vraag, minimaal voor 50 euro bestellen, dat ze niet voor minder komen
[…]
- [nummer 37] zegt […] dit is Tony waarmee je spreekt.
Taplijn TA015 (sessie 89 op 19 november 2020)
[nummer 39] belt naar [nummer 27]
- [nummer 38] : Tony , ik ben om 4 uur kwart na 4 daar. Hij moet een melkje en koffie hebben en vraagt of dat gaat. Bij de Aldi. Hij moet nog 5 euro van de week terug krijgen. Is goed. Tot dan.
Taplijn TA016 (sessie 10 op 19 november 2020)
[nummer 11] belt naar [nummer 40]
- [nummer 41] : Tony !
[…]
- [nummer 42] : Zeg, die jongens van mij die leveren, sinds vandaag komen die ook in België aan de deur bij jullie leveren he.
Het proces-verbaal van bevindingen (relaas tapgesprekken bestelnummers): [33]
Op alle drie de telefoonnummers ( [nummer 26] , + [nummer 11] en + [nummer 43] ) werden alleen gesprekken gevoerd die betrekking hadden op het bestellen en leveren van verdovende middelen. Veel van de potentiële klanten zijn mensen die gebruik maken van Belgische telefoonnummers. Tijdens de gesprekken worden de afkortingen gebruikt die betrekking hebben op de hoeveelheid en soort verdovende middelen te weten: K = kleine heroïne, G = grote heroïne en M = melk = cocaïne.
Ook worden plaatsen afgesproken waar al eerder door de organisatie Tonie verdovende middelen werden afgeleverd en waar nu ook weer verdovende middelen worden afgeleverd.
In de periode van 19 en een deel van 20 november 2020 vonden ongeveer 70 gesprekken plaats waarbij leveringen van verdovende middelen plaatsvonden.
Het proces-verbaal van bevindingen (aantreffen telefoons [naam 36] ): [34]
Op 25 november 2020 werden in de woning van [naam 36] een aantal telefoons aangetroffen: een telefoon van het merk Nokia, voorzien van een simkaart met het telefoonnummer + [nummer 44] ; een telefoon van het merk Nokia, voorzien van twee simkaarten met de telefoonnummers + [nummer 26] en + [nummer 11] ; een telefoon van het merk Nokia, voorzien van een simkaart met het telefoonnummer + [nummer 27] .
Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen Iphone [naam 36] ): [35]
Uit het lopende onderzoek is te zien dat de handel in verdovende middelen van omstreeks 11:00 uur tot laat in de avond actief is. [naam 3]
(de rechtbank begrijpt [naam 3] )vraagt in Whats-app op 9 oktober 2020 te 08:03:29 uur, “Wie gaat actief vandaag", “ [bijnaam 2] ". [naam 36] antwoordt dan, “ [bijnaam 3] tot 4 uur”, [bijnaam 4] ”.
Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen m. b .t. baken [straat 10] Maastricht): [36]
De Citroen, type Cactus, kleur zwart en voorzien van het kenteken [nummer 45] staat volgens de Rijksdienst voor Wegverkeer sinds 30 oktober 2020 op naam van verdachte [naam 36] .
[naam 36] komt vrijwel dagelijks met zijn Skoda Fabia voorzien van het kenteken [nummer 46] aan op de stash plaats aan de [straat 10] te Maastricht. Op 16 november 2020 werd door politiemedewerkers gezien dat de verdachte [naam 36] , de voordeur van de woning aan de [straat 10] opende met een sleutel en deze vervolgens binnenging.
Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking Citroën Cactus): [37]
In de Citroën Cactus van [naam 36] werd een sleutelbos aangetroffen met drie sleutels. Uit nader onderzoek op het politiebureau te Maastricht bleek dat één van de sleutels op de cilinder past van de voordeur van de [straat 10] te Maastricht.
Doorzoekingen panden
[straat 5] [nummer 31] te Maastricht
Het proces-verbaal forensisch indicatief onderzoek verdovende middelen: [38]
Op 25 november 2020 werd in een woning gelegen aan de [straat 5] [nummer 31] te Maastricht een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen en een kluis met inhoud aangetroffen. Ik ontving 2 papieren zakken met daarin ieder 1 blokverpakking met inhoud en een in een kartonnen doos verpakte deels opengebroken kluis met inhoud.
Onderzoek blok 1 met SIN AAMP9511NL
Het nettogewicht betrof 999,48 gram (monster: SIN AANK8379NL).
Onderzoek blok 2 met SIN AAMP9512NL
Het nettogewicht betrof 874,92 gram.
Met behulp van de FirstDefender is een indicatief onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke aard van het witte blok, hierbij werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 dichtgeknoopt transparant zakje met bruin poeder met brokken (SIN AAMP9605NL)
Het nettogewicht betrof 30,07 gram (monster: SIN AANK8314NL).
Onderzoek 1 dichtgeknoopt transparant zakje met daarin 15 bolletjes met bruine inhoud (SIN AAMP9601NL)
Subpartij 1, het nettogewicht betrof 6,43 gram (monster: SIN AANK8312NL),
subpartij 2, het brutogewicht betrof 47,09 gram (3 monsters: SIN AANK8311NL, SIN AANK8310NL en SIN AANK8309NL),
subpartij 3, het brutogewicht betrof 5,75 gram (monster: SIN AANK8308NL).
Onderzoek 1 open transparant zakje met witte brokken (SIN AAMP9599NL)
Het nettogewicht betrof 49,68 gram (monster: SIN AANK8307NL).
Onderzoek 1 seal met inhoud (SIN AAMP9598NL)
Het nettogewicht betrof 0,45 gram.
Met behulp van de FirstDefender is een indicatief onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke aard van het witte poeder met brokjes, hierbij werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met in de bijlagen NFI-rapporten: [39]
AANK8379NL (blok, wit, uit 999,48 gram): bevat cocaïne.
AANK8314NL (poeder en brokjes, bruin, uit 30,07 gram): bevat heroïne.
AANK8312NL (poeder, bruin, uit 6,43 gram): bevat heroïne.
AANK8311NL (poeder, bruin, uit 47,09 gram): bevat heroïne.
AANK8310NL (poeder, bruin, uit 47,09 gram): bevat heroïne.
AANK8309NL (poeder, bruin, uit 47,09 gram): bevat heroïne.
AANK8308NL (poeder, bruin, uit 5,75 gram): bevat heroïne.
AANK8307NL (brokjes, wit, uit 49,68 gram): bevat cocaïne.
[straat 10] te Maastricht
Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking [straat 10] te Maastricht): [40]
Op 25 november 2020 werd de doorzoeking geopend op de [straat 10] te Maastricht.
In de woning werd aangetroffen en inbeslaggenomen: verdovende middelen, geld (AAMP9703NL: € 11.075,-, AAMP9702NL: € 880,- en AAMP9699NL: € 2.185,-) en een wapen (een revolver Smith&Wesson met patronen).
Het proces-verbaal forensisch indicatief onderzoek verdovende middelen: [41]
Op 25 november 2020 werd een hoeveelheid vermoedelijke verdovende middelen aangetroffen op de locatie [straat 10] te Maastricht.
Onderzoekslocatie 1
Wij zagen dat er op het bovenste boord van een weggenomen laden onder de kookplaat, welke zich in de het midden van de keuken tegen de zijwand bevond, een stoffen zakje met inhoud lag. Ik zag dat in het tasje een vuurwapen, te weten een revolver, en diverse munitie lag.
Onderzoekslocatie 2
Wij zagen dat zich aan de rechterzijde van de keuken een bovenkast met twee openstaande deurtjes bevond. Op de bovenste plank van het linker kastdeel lagen twee verpakte voorwerpen. Het betrof 1 dichtgeknoopt transparant plastic zakje met daarin bruin poeder en brokken en 1 rechthoekig bruin blok eveneens verpakt in een dichtgeknoopt transparant plastic zakje.
Onderzoek bruine poeder met brokken (SIN AAMP 9707NL)
Het nettogewicht betrof 41,90 gram (monster: SIN AANK7737NL).
Onderzoek rechthoekige bruine blok (SIN AAMP9706NL)
Het nettogewicht betrof 247,42 gram (monster: SIN AANK7738NL).
Onderzoekslocatie 3
Aan de linkerzijde van de keuken zagen wij dat in het midden van de wand een oven geplaatst was. Boven deze oven waren twee gesloten bovenkasten aanwezig en tussen deze twee gesloten bovenkasten en de oven zagen wij dat er een houten plank weggenomen was. Deze houten plank lag op het aanrecht. In de opening waarvoor de houten plank bevestigd was geweest zagen wij een diversiteit aan verpakte voorwerpen.
Onderzoek 3 verpakkingen met geld (SIN AAMP9703NL, SIN AAMP9702NL en AAMP9699NL)
Van partij met SIN AAMP9702 werd de buitenste dichtgeknoopte transparante plastic zak veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN AAMP9701NL. Deze veiliggestelde verpakking bevatte een hoeveelheid eurobiljetten en een briefje met daarop de tekst: 24 NOV BE €890.
Onderzoek gripzakje met inhoud (SIN AAMP9698NL)
Het nettogewicht betrof 3,74 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test is een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met wit poeder en brokjes (SIN AAMP9697NL)
Het nettogewicht betrof 15,93 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met wit poeder (SIN AAMP9696NL)
Het nettogewicht betrof 1,10 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met 2 bolletjes bruin poeder (SIN AAMP9695NL)
Het brutogewicht betrof 1,54 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test is een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 1 klein transparant plastic zakje met wit poeder en brokjes (SIN AAMP9694NL)
Het nettogewicht betrof 10,31 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 1 middelgrote plastic zak met witte inhoud (SIN AAMP9692NL)
Het nettogewicht betrof 60,13 gram.
Door zowel de FirstDefender als de TruDefender werd een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 21 bolletjes wit poeder en brokjes (SIN AAMP9690NL)
Het brutogewicht betrof 13,56 gram.
Door zowel de TruDefender werd driemaal een indicatie voor de aanwezigheid van cocaïne verkregen.
Onderzoek 12 bolletjes bruin poeder (SIN AAMP9689NL)
Het brutogewicht betrof 36,99 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test is een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 7 dichtgeknoopte verpakkingen met bolletjes met bruine inhoud (SIN AAMP9687NL)
Subpartij 1: 36 grote bolletjes. Het brutogewicht betrof 194,22 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test werd een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd zevenmaal een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Subpartij 2: 66 klein bolletjes. Het brutogewicht betrof 189,50 gram.
Middels een M.M.C. heroïne test werd een indicatief onderzoek uitgevoerd, hiermee werd zevenmaal een positieve indicatie voor de aanwezigheid van heroïne verkregen.
Onderzoek 4 dichtgeknoopte verpakkingen met bolletjes met witte inhoud (SIN AAMP6986NL)
48 bolletjes met wit poeder en brokjes. Het brutogewicht betrof 37,40 gram (8 monsters: SIN AANK8377NL, SIN AANK8376NL, SIN AANK9375NL, SIN AANK8374NL, SIN AANK8373NL, SIN AANK8371NL, SIN AANK8370NL en SIN AANK8369NL).
In de 4 dichtgeknoopte transparante plastic zakjes waren diverse bolletjes met witte inhoud verpakt. Geheel willekeurig zijn daarvan 2 zakjes veiliggesteld en gewaarmerkt met SIN AAMP9610NL.
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met in de bijlagen NFI-rapporten: [42]
AANK7737NL (poeder en brokjes, bruin, uit 41,90 gram): bevat heroïne.
AANK7738NL (blok, bruin, uit 247,42 gram): bevat heroïne.
AANK8377NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8376NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8375NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8374NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8373NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8371NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8370NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
AANK8369NL (poeder en brokjes, wit, uit 37,40 gram): bevat cocaïne.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab: [43]
Onderzoek zakje met SIN AAMP9701NL.
Wij zagen dat het een onderste deel van een leeg transparant, kleurloos kunststof zakje betrof met daarbij het bovenste gedeelte van het zakje welke geknoopt was. Wij hebben het zakje onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Ik heb de knoop van het zakje bemonsterd op mogelijke aanwezigheid van humane biologische sporen. We hebben het spoor veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AANV1634NL en verzegeld.
De deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek: [44]
Uit de bemonstering van de knoop van het zakje (AANV1634NL) is een DNA-mengprofiel verkregen afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man. Er is een DNA-hoofdprofiel van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van [naam 1] .
Het proces-verbaal vooronderzoek lab: [45]
Onderzoek zakjes met SIN AAMP9610NL.
Wij zagen dat het twee lege transparante, kleurloze kunststof zakjes betrof welke beide verfrommeld waren. Wij hebben de zakjes onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. Hierbij zagen wij op de buitenzijde van het zakje één mogelijk bruikbaar dactyloscopisch spoor welke is veiliggesteld, gewaarmerkt en gefotografeerd onder SIN AANA3499NL.
Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor: [46]
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor (SIN: AANA3499NL) heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon onder de volgende personalia: [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2011 te [geboorteplaats 8] . Adres: [adres 5] te [woonplaats] .
Het wapen
Het proces-verbaal relaterende een onderzoek aan de voorwerpen: één revolver en munitie: [47]
Op 24 december 2020, heb ik een onderzoek ingesteld naar de op de [straat 10] inbeslaggenomen voorwerpen.
SIN: AAOJ8946NL, revolver, goednummer 1372097
Dit voorwerp betreft een vijf schots revolver in het kaliber .38 SPL.
Merk: Smith & Wesson
Model: 60
Kaliber: .38 S&W SPL.
Dit voorwerp is een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III sub b van de Wet Wapens en munitie.
SIN: AAMP9515NL, munitie, goednummer 1372096
Deze munitie betreft: 22 kogelpatronen in het kaliber .38 spl.
Van deze 22 kogelpatronen zijn er 19 kogelpatronen van het type Hollowpoint van 3 kogelpatronen van het type Volmantel. De 22 kogelpatronen zijn geschikt om met het in dit proces-verbaal onder SIN: AAOJ8946NL beschreven vuurwapen te worden verschoten. De Hollowpoint kogels zijn expanderende projectielen.
19 kogelpatronen Hollowpoint: dit is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2, lid 2, categorie II sub 4 van de Wet wapens en munitie.
3 kogelpatronen: dit is munitie in de zin van artikel 1 lid 4 Wet wapens en munitie, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
Nieuw bestelnummer [nummer 60] / medeverdachte [naam 1]
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 50] , d.d. 8 januari 2021: [48]
A: Ik heb altijd heroïne van via de telefoon besteld en het werd naar mij gebracht. Er kwam niet altijd dezelfde persoon het brengen.
V: Op welk telefoonnummer bestelde u?
A: [nummer 47] .
V: Hoelang heeft u dat nummer om te bestellen?
A: Een dag of 20.
V: Heeft hij alleen bij hem gekocht?
A: Ja, een ander telefoonnummer, maar dezelfde persoon.
V: Kent u ene Tonie ?
A: Tonie is hun baas.
V: Hoelang bestelde u al verdovende middelen bij Tonie ?
A: 3 maanden.
V: Krijgt u nu ook nog altijd via Tonie verdovende middelen?
A: Ja, als ik bel krijg ik de verdovende middelen.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 22] , d.d. 9 januari 2021: [49]
Ik koop al drie jaar verdovende middelen bij Tonie in Maastricht. Ik heb hem lang geleden gezien. Dat was een Marokkaanse man met een kromme neus. Nu is het overgenomen door iemand anders. Die persoon is te bereiken op [nummer 48] . Ik heb de persoon die nu verkoopt niet gezien, want loopjongens leveren de verdovende middelen.
Het proces-verbaal van bevindingen (observatie en aanhouding [naam 1] ): [50]
Op 9 februari 2021 werd het drugsbestelnummer [nummer 48] door de IMSI-catcher gemeten en thuisgebracht op het adres [adres 5] te [woonplaats] . Dit betreft het GBA-adres van [naam 1] . Omstreeks 12:50 uur kwam een grijskleurige Renault Clio aanrijden, voorzien van het Nederlandse kenteken: [nummer 49] . In deze personenauto werden twee personen gezien, enkele minuten later kwam uit de woning, [adres 5] , [naam 1] gelopen en stapte in op de bijrijdersstoel van de Renault Clio. Vervolgens werd het voertuig gevolgd tot aan de [straat 13] te Maastricht, waar [naam 1] uit het voertuig stapte en enige tijd uit beeld van het observatieteam verdween. Omstreeks 13:28 uur zag het observatieteam voornoemde Renault Clio weer op de [straat 13] . [naam 1] stapte weer in op de bijrijdersstoel. Het voertuig reed vervolgens via de Noorderbrug naar de wijk [naam 39] . Aldaar werd de Renault Clio geparkeerd op de [straat 14] . [naam 1] stapte uit en bezocht een Theehuis genaamd [naam 51] op de [straat 14] . Toen [naam 1] terugkeerde bij de Renault Clio en instapte werd hij door de ondersteuningsgroep omstreeks 13.54 uur aangehouden.
Op 8 februari 2021 omstreeks 21:35 uur had het voornoemde drugsbestelnummer contact met een zendmast gelegen op de [straat 15] te Maastricht, stralende in de richting van o.a. de [straat 16] . Op 9 februari 2021 tussen 12:53 uur en 13.25 uur werd meerdere malen de zendmasten gelegen aan de [straat 17] en [straat 18] te Maastricht aangestraald door het drugsbesteltelefoonnummer. Deze masten stralen in de richting van de [straat 13] (de locatie waar de verdachte was gezien door het observatieteam).
Op 9 februari 2021 tussen 13:30 en 13:40 uur was enkele malen contact met zendmasten welke stralen langs de route waar de verdachte zich verplaatste met als laatste zendmast gelegen op de [straat 19] met als straal richting de [straat 14] te Maastricht (de locatie waar de verdachte werd gezien en later werd aangehouden).
Op 9 februari 2021 te 13:53 uur straalt het drugsbesteltelefoonnummer voor het laatst een zendmast aan zijnde de voornoemde mast gelegen op de [straat 19] . Gezien het feit dat hierna geen contacten meer waren met zendmasten, ondanks dat er stealth berichten werden verstuurd naar het telefoonnummer, bestond het vermoeden dat de telefoon was uitgezet.
[naam 1] werd op 9 februari 2021 omstreeks 13:54 uur aangehouden door de ondersteuningsgroep. Er werd tussen de voeten van [naam 1] aan de bijrijderszijde van voornoemde Renault Clio een mobiele telefoon aangetroffen. Deze stond uit. Ik belde omstreeks 13:56 uur met het drugsbestelnummer echter kreeg direct de voicemail.
Het proces-verbaal van bevindingen (aanhouding [naam 1] ): [51]
Bij de aangehouden verdachte [naam 1] werden 4 telefoons in beslag genomen.
Een witte Iphone zat in de linker broekzak van de verdachte. Een nieuwer model zwarte Iphone zat in de rechter broekzak van de verdachte. Een ouder model zwarte Iphone zat in de linker binnen zak van zijn zwarte North Face jas. Een ouder model Nokia lag tussen de benen van de verdachte in de personenauto.
Het proces-verbaal van bevindingen (inbeslaggenomen mobiele telefoon, Nokia): [52]
Op 9 februari 2021 werd een mobiele telefoon, Nokia, inbeslaggenomen (goednummer: 1392187).
Het proces-verbaal van bevindingen (bevraging ICCID-nummer Nokia): [53]
In de Nokia (goednummer: 1392187) zat een simkaart van de provider T-Mobile. Op deze simkaart stond het simkaartnummer, het zogeheten ICCID-nummer. Dit betrof het nummer: [nummer 62] . Na vordering bij de provider verstrekte deze het telefoonnummer en de tenaamstelling behorende bij dit ICCID-nummer. Het telefoonnummer betrof: + [nummer 48] prepaid aansluiting zonder tenaamstelling.
Het proces-verbaal vooronderzoek lab: [54]
Goednummer : PL2300-2020038766-1392187
SIN : AAOJ9726NL
Object : Telefoon (Nokia, zwart)
Ik heb de batterij, simkaart en binnenzijde telefoon bemonsterd op mogelijke aanwezigheid van humane biologische sporen. Ik heb de sporen veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAOJ8145NL (gehele batterij), AAOJ8146NL (gehele simkaart) en AAOJ8147NL (gehele binnenzijde telefoon) en verzegeld.
Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 25 februari 2021: [55]
Uit de bemonstering van de gehele batterij (AAOJ8145NL) is een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man verkregen. Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van [naam 1] .
Uit de bemonstering van de gehele simkaart (AAOJ8146NL) is een DNA-profiel van een man verkregen. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [naam 1] .
Uit de bemonstering van de gehele binnenzijde telefoon (AAOJ8147NL) is een DNA-profiel van een man verkregen. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [naam 1] .
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Iphone 12 [naam 1] ): [56]
Bij de aanhouding van [naam 1] werden mobiele telefoons inbeslaggenomen. Onder deze telefoons bevond zich een Iphone 12. Uit het Whatsappverkeer blijkt dat het telefoonnummer + [nummer 50] wordt gebruikt door de telefoon. Uit het extractierapport blijkt dat er een foto van de simkaarthouder van het drugsbestelnummer (+ [nummer 48] ) is gemaakt en opgeslagen op de Iphone 12.
Uit de mobiele telefoon blijkt dat er meerdere contacten zijn welke aan het onderzoek Roca te koppelen zijn.
[nummer 29] (Aaa) (Whatsapp). Betreft een +971 nummer, behorende thuis aan de Verenigde Arabische Emiraten. Het telefoonnummer is gekoppeld aan de verdachte [verdachte] . Met dit telefoonnummer neemt [verdachte] vanuit Dubai contact op met [naam 28] , waarbij aangegeven wordt dat vanaf 1 december 2020 weer verdovende middelen kunnen worden geleverd.
[nummer 30] ( [bijnaam 5] ) (Telegram en Whatsapp). Dit betreft het telefoonnummer van verdachte [naam 3] .
In de mobiele telefoon werden notities aangetroffen. In deze notities wordt een uiteenzetting gegeven van geldbedragen en hoeveelheden verdovende middelen behorende bij locaties/namen van personen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gebruikelijke afkortingen voor hoeveelheden en soort verdovende middelen.
Notitie van 27 januari 2021
B doekoe :5,995
Cpap : 26,105+ 28,800
C covid
11x50g
6x10g
1x10gr
1xl00gr
1x2gr
Oude m 7 15 15
Klaver 439steen en 18poeder
Betaald 46905-14k
Rbah osso 11k
Lahsab
Over c
4x10gr
1x7,50gr
10x50
=547,5gr
37mtjes van covid over
45mtjes zwarte klaver straat 40m =85
Zwarte klaver 317gr steen
Groene klaver 500gr
Pap: €81,535 +€7500
B over 6bankoes osso 2straat
Pap: € 12,910
Notitie van 6 februari 2021
706,5 gr c
47oude m
58nieuwe m
Pap c €9,280
Sertach: €150ope
KI 10gr: €200 €150ope
KI 10gr: €300 €50ope
[bijnaam 10] 50gr: €1675
[bijnaam 10] 20gr: €150 open 520 en 100
[bijnaam 11] 50gr: €1675
[bijnaam 12] 50gr: €1600
[bijnaam 13] 10gr: €350
Tt 10gr :€150 ope 200
[bijnaam 14] 10gr: €360
[bijnaam 15] 25gr: 875
[bijnaam 16] 15gr: €540
[bijnaam 17] 25gr: €
[bijnaam 10] 100gr: €
[bijnaam 18] 5gr: €175
[bijnaam 19] 14,5gr: €580
[bijnaam 20] €13.335
[bijnaam 21]
670gr
Het proces-verbaal van bevindingen (Iphone 7 [naam 1] ): [57]
Op 9 februari 2021 werd bij [naam 1] een Iphone 7 inbeslaggenomen. Het IMEI-nummer betreft: [IMEI-nummer] . In deze mobiele telefoon was sinds 19 december 2020 te 19:38:45 uur de applicatie SkyECC-v2 in gebruik.
Het proces-verbaal van bevindingen (SkyECC communicatie): [58]
De volgende Sky ID’s zijn volgens het proces-verbaal en bevindingen ROCA vermoedelijk in gebruik zijn de genoemde verdachten:
[Sky ID 1] ( [nummer 63] ): [verdachte] (door inzet van IMSI-catcher en vordering verkeersgegevens gekoppeld aan [verdachte] )
[Sky ID 2] ( [IMEI-nummer] ): [medeverdachte 1]
Ten tijde van de opmaak van dit proces-verbaal zijn niet alle berichten van de SkyECC server gekraakt. Sommige weergegeven gesprekken bevatten eenzijdige communicatie. Je ziet bij het gesprek wel welke Sky ID’s deelnemen aan het gesprek.
Op 3 december 2020 vindt communicatie plaats tussen [Sky ID 2] en [Sky ID 1] .
Verzender: [Sky ID 2] (eenzijdige communicatie)
[bijnaam 6] had dat met hem gefikst
Bro [bijnaam 6] heeft m 1000 gegeven
[bijnaam 23] kwam uit op 830 ofzo
Wat blijft dan over
Moet die boy laden
Boys zijn actief in [deallocatie 1]
Hoorde k het van [bijnaam 24]
Hij zegt heb gekocht van hun ma 1ste keer in me leven dat ik me Sannie weggooi
Hij zegt met jou heb k nooit problemen al 10 jaar wat ben k blij dat je er weer bent hahahah
Deze had 2g gepakt
S lauwe clannie
Dus hij [deallocatie 2] komen
2 klanies
4K
Moet die boy
Weer laden
S ineens druk
Ja hij heeft [deallocatie 3] gedaan
Dn gaat die meteen [deallocatie 2]
[deallocatie 3] en [deallocatie 2] zijn bekende deallocaties van ‘ Tony ’.
Op 16 en 17 december 2020 vindt communicatie plaats tussen [Sky ID 2] en [Sky ID 1] .
Verzender: [Sky ID 2] (eenzijdige communicatie)
Notities
15DECEMBER
Pap: €2000 30 sarf
Sannie dag: 150 45
Sannie over: 11k 2g 12m
30leef
Panks 27
30leef
35tank
25olie
Loon €135
Medeverdachte [naam 2]
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon in beslag genomen onder vader [verdachte] ): [59]
Op 25 november 2020, werd bij een doorzoeking aan de [straat 20] te Maastricht een mobiele telefoon in beslaggenomen. De beslagene betreft [naam 40] , zijnde de vader van [verdachte] . In de telefoon staan in de contactlijst onder andere het nummer + [nummer 51] (Source Whatsapp) onder het contact [verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon [naam 2] ): [60]
Bij de aangehouden verdachte [naam 2] werd een mobiele telefoon inbeslaggenomen.
Het telefoonnummer behorende bij het telefoontoestel was: + [nummer 52] . Het telefoonnummer staat op naam van [naam 41] (zijnde de vriendin van [naam 2] ) maar zou in gebruik zijn bij [naam 2] .
In de telefoon staan 7 contacten: [bijnaam 7] , [naam 27] , [naam 53] , [naam 53] , [naam 53] , [naam 53] en [bijnaam 6] .
Onder het opgeslagen telefoonnummer: + [nummer 51] onder de naam ‘ [naam 53] ’ wordt via Whatsapp een profielfoto getoond waarop verdachte [verdachte] te zien is. In de periode van 10 oktober 2020 tot en met 20 november 2020 heeft de gebruiker van het telefoonnummer [nummer 52] een Whatsappgesprek met het opgeslagen contact ‘ [naam 53] ’ met het telefoonnummer: [nummer 51] . In dit gesprek worden diverse videofilmpjes, audiogesprekken en foto’s verstuurd.
Op 27 oktober 2020 vraagt [naam 53] aan [nummer 52] of hij nog foto’s heeft van ‘die ossotje’. [nummer 52] verstuurd hierop foto’s naar [naam 53] . Het pand op de foto’s werd door een collega herkend als zijnde het pand gelegen aan de [straat 10] te Maastricht.
Op 27 oktober 2020 stuurt [nummer 52] naar [naam 53] het volgende:
‘Broer ik heb iets gevonden assie die kost 7 tot 8 nu echte marokkaanse als we 1 st laten komen van buiten betalen we 4,7 bel mij morgen praten we erover’.
Op 28 oktober 2020 stuurt [nummer 52] naar [naam 53] :
‘Broeder dat is een partij van 100st wat ik je stuurde als we een bestellen kunnen we die hier weg doen want hier is crisis en veelste duur’ ‘En als die goed draait laat ik gelijk alles hierna toe komen’.
Enkele minuten later stuurt [naam 53] een audio gesprek naar [nummer 52] :
‘Walla broeder, weet je wat die ding is, ik doe niks met assie man, walla, ik doe echt niks met assie man bro, […].
Op 29 oktober 2020 stuurt [nummer 52] naar [naam 53] :
‘Broeder je zij tegen mij ik help jou ik wou andere afdeling van jou worden denk even erover na aub beginnen klein’.
Op 9 november 2020 geeft [nummer 52] aan dat hij iets wil vragen aan [naam 53] .
‘Die [bijnaam 6] laat toch niet… daar bij water.’ ‘Als ik weet is anders’.
[naam 53] antwoord: ‘Nee bro, zover ik weet niks broer. Ik zeg hem daar niks te leggen.’ ‘En als ik daar iets doen zou ik je zeggen’ ‘Heb meerdere appartementen bro waar ik die ding doe’ ‘Wil die ossi inrichten die boys hebben geen tijd’ ‘Wil daar gewoon rust chill osso van maken’ en ‘Ik zeg je eerlijk vertrouw daar ook niet te leggen’.
[nummer 52] antwoord: ‘Die andere zij tegen mij we zien hun nooit maar soms met zak naar buiten fhimt’.
[naam 53] antwoord: ‘Ik ga niet iets leggen als te veel mensen van die osso weten’, ‘Nee man bro anders zou ik je zeggen toch’ ‘Daar wordt niks gemaakt of gedaan’.
[nummer 52] antwoord: ‘Heb daar paar x doekoe laten tellen. Gewoon boys wat kopen daar geld laten tellen. Geen junks’.
Op 10 november stuurt [naam 53] naar [nummer 52] een zogenaamd ‘forwarded’ bericht:
[naam 53] (forwarded): ‘Ik ga vandaag alles verplaatsen na borg dat weet je dat. Jaa broer die spullen enzo ga vandaag da boven klaarmaken.’
[naam 53] : ‘Onze [bijnaam 7] broeder. Stuurt mij dit nu net. Moet ff tijdelijk ff switchen’
Op 10 november 2020 geeft [nummer 52] vervolgens aan:
‘Broeder wollah risico voor mij dit is mijn brood fhimt als iets gebeurt ben ik alles kwijt ik maak al minder winst omdat jij 2 appartementen hebt gepakt’.
[naam 53] antwoord: ‘Ik geef je wel extra’.
[…]
[nummer 52] zegt: ‘Wollah wil je ermee helpen broeder alleen ik kan je nu niet helpen met dat ik kan die eerste huis regelen voor je’ ‘Laat me weten als je de eerste huis wil gebruiken regel ik dat’.
[naam 53] : Okee ik ga je zo laten weten ben aan het rijden.
[nummer 52] zegt later tegen [naam 53] dat hij het voor hem geregeld heeft en dat hij alleen een afspraak hoeft te maken hoe en wat.
[naam 53] zegt dat dat goed is en vraagt of hij iemand langs kan sturen om te gaan kijken
[nummer 52] zegt dat dat kan en zegt: ‘Jij moet afspraak maken over papieren met hem hoe je gaat doen en als ze bezig zijn gaat hij voor staan voor veiligheid’ en vraagt vervolgens: ‘Wie gaat erna toe broer anders ga ik voor de zekerheid mee’.
[naam 53] zegt: Ja die boys zijn bezig. Ik laat je weten bro’.
Hierop volgt een gesprek over het wanneer gaan kijken. Hierin geeft [naam 53] aan dat het pas iets voor een week is. Dat vandaag te laat is, dat de boys hele tijd rennen en erna meteen thuis rust pakken.
Op 17 november 2020 stuurt [nummer 52] :
‘Wollah zijn geen acties dit wollah broer’ ‘Ik kom binnen ik ruik die shit ik maak middelste open ligt helemaal vol met die shit’ ‘Open en bloot’.
[…]
[nummer 52] zegt: Maar eigenlijk, het gaat niet om junks of dit, die spul die moet ik hier niet binnen hebben, dat heb ik toch met je afgesproken. Ik zeg je ‘die ene huisje,’ ik geef je die andere huis kun je dat doen en er wordt gewoon schijt aan mij en alles ligt gewoon bloot op tafel. Nee broer, dat gaat niet man, beter niet meer man.
[…]
Vervolgens stuurt [nummer 52] : ‘Ik ga zo [bijnaam 7] eerste huis laten zien saff bro’ ‘Waar ze chill dat elke keer kunnen doen dan’.
[…]
[naam 53] stuurt naar [nummer 52] dat hij zich niet druk moet maken en ‘Dat is geen drugs’.
[…]
[nummer 52] stuurt vervolgens naar [naam 53] :
‘Precies zoals alles daar ligt broer je ziet net als adres toch ik heb die andere huis ernaast geregeld zodat we alles netjes doen’ ‘Deze pand moet open blijven zodat we nog kunnen werken’.
[naam 53] : ‘1 deze dagen moet je met hem gaan, met mij hoef je daar niet druk om te maken a sahbe’.
[nummer 52] stuurt naar [naam 53] : Hij komt zo na mij toe doen we dat opruimen dat laat ik hem alles zien snel’ ‘Ik weet ik denk aan mijn brood en aan die van jou bro’
[naam 53] : ‘Safe bro’.
[nummer 52] : ‘Bro [bijnaam 7] heeft alles gezien je moet alleen afspreken hoe vaak en tamam saffi broer’ ‘Veiliger kan ik het niet maken voor jou’.
Vervolgens hebben [naam 53] en [nummer 52] op 17 november 2020 een gesprek over een pand(en)/paardenstal waar ze samen tot een bedrag proberen te komen of waarvan [nummer 52] een percentage wilt krijgen. Diverse ‘huurprijzen’ worden genoemd en er wordt besloten dat [naam 53] dat wekelijks gaat betalen. [naam 53] wil het liefst een maandelijks bedrag geven en komen wanneer het moet, dat hij soms een kleine sessie tussendoor heeft van max 2 uur werk. [naam 53] zegt tegen [nummer 52] dat hij toch ziet hoe ‘de boys’ zijn, rustig, dat ze binnen blijven tot ze klaar zijn en alles wegnemen. Dat ze niks daar laten behalve oven, zand en bak. Over waar/welk pand te gaan werken en waar te ‘chillen.’ Ze hebben het over panden die [naam 53] wel/niet wil en over de duur van gebruik. Tevens heeft [nummer 52] het erover dat hij zijn broer nodig heeft, die houdt alles voor hem in de gaten zodat er geen problemen komen.
Het opgeslagen telefoonnummer [nummer 53] onder de naam ‘ [bijnaam 7] ’ is in gebruik bij verdachte [naam 3] . In de periode van 22 september 2020 tot en met 20 november 2020 heeft de gebruiker van het telefoonnummer [nummer 52] een Whatsappgesprek met ‘ [bijnaam 7] ’.
Op 26 oktober 2020 stuurt [nummer 52] naar ‘ [bijnaam 7] ’:
‘Broer huisbaas komt om 5 uur even hij moet fotos maken van de pand. Kun je dan de deur even open laten’.
[bijnaam 7] : ‘Ja is goed broer doe ik’.
[nummer 52] : ‘Broer die van middelste verdieping ook aub hij komt tussen 5 en 6 10 min erna kun je weer dicht doen bro’.
[bijnaam 7] vraagt of [nummer 52] er ook is, anders had hij aan hem de sleutel gegeven.
[nummer 52] antwoordt dat hij er gaat proberen te zijn. Hij geeft aan dat hij ‘die tweeling net gebeld heeft en dat de [bijnaam 7] de sleutel aan hen kan geven en als de huisbaas klaar is met foto’s maken [nummer 52] de sleutel terugbrengt naar [bijnaam 7] .
[bijnaam 7] zegt dat ‘ [bijnaam 6] ’ de sleutels heeft.
Verder gaat de gehele conversatie over hoe lang de ene nog bezig is en dat de ander aan het ‘water’ is.
Op 17 november 2020 vraagt [nummer 52] aan [bijnaam 7] :
‘Broer kun je 100e gooien bij mij aub’.
Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [nummer 30] ): [61]
In het onderzoek werd het telefoonnummer [nummer 30] afgeluisterd. Uit onderzoek bleek dat het telefoonnummer in gebruik was bij [naam 3] .
Het telefoonnummer [nummer 30] heeft contact met het telefoonnummer + [nummer 52] . Het nummer is afgegeven aan [naam 41] . Zij heeft twee kinderen, waarvan de vader is: [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 4] 1989 te [geboorteplaats 8] . Uit de politie-administratie blijkt dat [naam 2] in april en juni 2020 op het adres [straat 10] te Maastricht verbleef.
Uit de printgegevens blijkt dat [naam 3] in de periode van 22 september 2020 tot en met 26 oktober 2020 meerdere malen contact heeft gehad met dit telefoonnummer.
TAO11 (sessienummer 13698 op 17 november 2020)
- [nummer 52]
Ik zeg ik regel jou die eerste huis, ik heb nog die eerste huis voor jullie geregeld als jullie iets moeten doen, snap je? Maar wat doen jullie, jullie brengen alles naar mijn huis hierzo man.
[…]
Ik maak open broer, ik zie alles open en bloot gewoon man.
[…]
Ik heb met [naam 42] afgesproken tegelijkertijd, ik zeg luister, hij vroeg mij die shit. Ik zeg broer ik wil dat niet daarbinnen bij mij. Ik zeg luister, ik geef jou die eerst huisje, gelijk daarnaast … dingewordtn. Ik geef je die eerst huisje, dat jij daar die shit kan doen en toch vind ik die shit hier.
[…]
De eerste huis, die heb ik ter beschikking voor dat.
[…]
Nee, nee nee nee nee, kijk je hebt toch drie huiz… uhhh deze waar jij nu inzit is het derde huis toch?
- [naam 3] zegt tussendoor: Ja, oke. Heb je nog meer?
- [nummer 52]
Je moet die eerste huis, bij die pad gelijk, de eerste huis […]
[…], met [naam 42] afgesproken dat jullie een chille plaats hebben.
[…] Snap je, en dan ga ik echt niet die huur vragen die ik jullie nu vraag pik.
Bewijsoverweging
Feiten 1, 2, 3 en 5
Deelname criminele organisatie, uitvoer van, handel in en aanwezig hebben van heroïne en cocaïne en het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie.
De rechtbank zal deze vier tenlastegelegde feiten gezamenlijk bespreken.
Juridisch kader
​Van
deelnemingaan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht (Sr) kan slechts dan sprake zijn als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, namelijk het plegen van misdrijven.
Het is niet vereist dat vast komt te staan dat de verdachte heeft samengewerkt met, of in ieder geval bekend is met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. De deelneming moet voor de verdachte op zichzelf worden beoordeeld. Het is dus bijvoorbeeld niet van belang of andere personen meer hebben gedaan of een belangrijkere rol vervulden dan de betrokkene.
Voor deelneming is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. De verdachte hoeft geen wetenschap te hebben van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd.
Van een
organisatieals bedoeld in artikel 140 Sr is sprake als het gaat om een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon.
Het gaat bij het misdrijf van artikel 140 Sr niet om het daadwerkelijk gepleegd zijn van misdrijven, maar om het
oogmerktot het plegen van misdrijven. Daarbij kan onder meer betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie al zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking – zoals dat kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie – en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Aan de hand van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Werkwijze
Sinds 2015 was binnen Maastricht en omgeving een drugsnetwerk actief dat ‘ Toni ’ heette.
Het netwerk had meerdere dealers in dienst die gebruikers in Maastricht, maar vooral ook Belgische gebruikers, van heroïne en cocaïne voorzag. Tevens leverde het netwerk aan huis in België. Binnen dit netwerk werd gebruikgemaakt van verschillende telefoonnummers via welke nummers de kopers hun bestellingen konden doorgeven. Dit betroffen onder andere de telefoonnummers [nummer 54] , [nummer 55] , [nummer 56] , [nummer 57] en [nummer 58] . Tientallen jonge dealers werden dagelijks op pad gestuurd met Nokia telefoons. In de inbeslaggenomen telefoons van kopers en verkopers werden afkortingen aangetroffen die betrekking hadden op soorten en hoeveelheden verdovende middelen en dealplekken. Uit verklaringen van diverse dealers bleek dat zij onder druk waren gezet om voor Toni te werken, vanwege ontstane schulden. Uit de inbeslaggenomen telefoons kon ook worden opgemaakt dat onderling werd afgesproken wie die dag voor Toni zou werken. Het netwerk maakte gebruik van tussenpersonen die zorgden voor de bevoorrading en financiën en de besteltelefoons beheerden. Tevens werden overzichten bijgehouden met hoeveelheden (grammen), bedragen, namen, inkomsten en uitgaven. Ook had de organisatie de beschikking over meerdere panden van waaruit de handel werd gedreven. Dit betroffen de panden aan de [straat 5] [nummer 31] in Maastricht, zijnde de woning van medeverdachte [naam 35] , en de [straat 10] in Maastricht. In deze panden werden grote hoeveelheden heroïne en cocaïne aangetroffen.
Organisatie
Deze werkwijze impliceert een bepaalde mate van organisatie, structuur en taakverdeling. [verdachte] , [naam 1] , [naam 3] , [naam 2] , maar ook [naam 36] en [naam 35] hebben zich in het belang van het doel van de organisatie, namelijk zo veel mogelijk geld verdienen, beziggehouden met de export van en handel in harddrugs. Ieder had binnen de organisatie zijn eigen taak, zoals hierna uiteen zal worden gezet. Zij hebben daarbij nauw en bewust samengewerkt. Derhalve is er naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 140 Sr.
Hierna zal de rechtbank per verdachte uiteenzetten waar zijn rol uit blijkt.
Verdachte [verdachte]
Oprichter
[naam 26] herkent de persoon op de foto die aan hem wordt getoond als zijnde Toni .
De rechtbank merkt hierbij op dat bij deze foto niet gerelateerd is wie de persoon op de foto is. Dit is echter dezelfde foto die aan [naam 28] is getoond en waarbij staat vermeld dat het [verdachte] betreft. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [naam 26] heeft herkend als zijnde Toni .
Verder merkt de rechtbank over deze herkenning het volgende op.
De herkenning van [verdachte] door [naam 26] heeft plaatsgevonden op basis van een zogenoemde enkelvoudige fotoconfrontatie. De rechtbank stelt voorop dat bij het gebruik van de enkelvoudige fotoconfrontatie als bewijsmiddel grote behoedzaamheid is geboden. Dat een herkenning heeft plaatsgevonden op basis van een enkelvoudige fotoconfrontatie leidt er niet, althans niet zonder meer, toe dat die herkenning niet voor het bewijs kan worden gebruikt. Uitgangspunt is dat de resultaten van een rechtmatige enkelvoudige confrontatie voor het bewijs kunnen worden gebruikt, ongeacht de over het algemeen bestaande voorkeur voor het hanteren van een meervoudige confrontatie, en ongeacht het belang van de confrontatie in het geheel van de bewijsvoering (vgl. ECLI:NL:HR:2001:AB3244). De rechtbank stelt dienaangaande vast dat de bij de onderhavige confrontatie gevolgde werkwijze volgens de rechtbank geenszins onverenigbaar is met een eerlijke procesvoering. Immers, de omstandigheden waaronder de confrontatie aan de getuige is aangekondigd en vervolgens heeft plaatsgevonden, waren niet zodanig dat zij strekten tot beïnvloeding van deze getuige met het oog op de door hem af te leggen verklaring.
Daarnaast geldt dat bestendige jurisprudentie bepaalt dat het aan de rechter die over de feiten oordeelt, is voorbehouden om binnen de door de wet getrokken grenzen, van het beschikbare materiaal datgene tot bewijs te bezigen wat deze uit het oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en terzijde te stellen wat hij voor het bewijs van geen waarde acht (vgl. o.a. ECLI:NL:HR:2006:AU9130 en ECLI:NL:HR:2021:1413). Voor wat betreft de betrouwbaarheid van de herkenning stelt de rechtbank dat daaraan in de eerste plaats bijdraagt dat de getuige bij de fotoconfrontatie heeft aangegeven dat hij zonder enige twijfel verdachte [verdachte] voor 100% herkent. Daarnaast draagt in zijn algemeenheid aan de betrouwbaarheid van de uitgevoerde confrontatie bij dat de getuige langere tijd te maken had met de verdachte [verdachte] . Ten slotte acht de rechtbank op dit punt van belang dat de enkelvoudige herkenning in de onderhavige zaak als ondersteuning dient van het al aanwezige bewijs. Er is derhalve meer. Zo staan in de telefoon van [naam 26] de bestelnummers [nummer 54] , [nummer 55] en [nummer 56] . [naam 26] verklaart dat Toni voor zichzelf is begonnen en hem toen deze drie telefoonnummers heeft gegeven.
Al vanaf 2015 zijn deze bestelnummers gebruikt om verdovende middelen te bestellen, zo blijkt uit de vele kopers die zijn gehoord, waaronder [naam 4] die op 6 februari 2015 wordt aangehouden en verklaart te kopen bij Toni op het bestelnummer [nummer 54] . Uit de verklaringen van alle 51 aangehouden kopers over de periode van 2015 tot en met 2020 blijkt dat zij bestelden bij ‘ Toni ’ op een van de hiervoor genoemde nummers. Ook verklaren sommige kopers over Toni als zijnde een Marokkaanse man met een smal postuur en een grote kromme neus, welk signalement past bij verdachte [verdachte] .
Leider
In de jaren die hierop volgen beheert [verdachte] zelf de bestellijnen, maar heeft hij ook steeds meer een leidinggevende functie binnen de organisatie. Dit blijkt onder meer uit de verklaring van [naam 43] die in 2016 verklaart dat het netwerk Toni geleid wordt door [verdachte] , het gesprek van [verdachte] met [naam 28] op 30 november 2020 waarin [verdachte] aangeeft dat
zijnjongens vanaf morgen weer bereikbaar zijn en weer kwaliteit hebben en uit de verklaring van [naam 44] die in 2021 verklaart dat Toni de baas is.
Dat de verdachte een leidende rol had blijkt ook uit notities die sterk lijken op een boekhouding, waarin inkomsten en uitgaven zoals tanken, leefgeld en beltegoed worden bijgehouden. Deze notities zijn aangetroffen in de telefoon van [naam 36] en [medeverdachte 1] en dezelfde soort notities zijn in december 2020 via Sky-ECC door [naam 1] aan [verdachte] verzonden.
Hieruit leidt de rechtbank af dat door leden van de organisatie aan [verdachte] verantwoording diende te worden afgelegd over de inkomsten en uitgaven van de handel in verdovende middelen. Ook vanuit het buitenland, Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten, geeft [verdachte] leiding aan de organisatie. Daarbij regelt hij ook stashplaatsen en chillplekken voor zijn “boys”, zoals blijkt uit de gesprekken met [naam 2] .
Zelfs na de actiedag, op 25 november 2020, waarop [naam 36] , [naam 35] , [naam 3] en [naam 2] worden aangehouden, zet [verdachte] als hij in Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten verblijft, samen met de dan nog niet aangehouden [naam 1] , zijn criminele activiteiten voort. Dit blijkt uit de contacten die [verdachte] na 25 november 2020 heeft met [naam 28] en de nieuwe bestellijn die vanaf die datum door [naam 1] wordt beheerd.
Tussenconclusie
De voornoemde vaststellingen leveren feiten en omstandigheden die redengevend zijn voor de conclusie dat de verdachte de criminele organisatie Toni heeft opgericht en daaraan ook leiding heeft gegeven. Er is, kort gezegd, sprake van een zogenoemde ‘prima facie’ zaak jegens de verdachte. Van de verdachte mag daarom een verklaring worden verwacht die de voornoemde redengevendheid ontzenuwt. Op geen enkel moment is de verdachte met een dergelijke verklaring gekomen. Hij is evenmin ter terechtzitting verschenen om de vele vragen, die uit voornoemd feitencomplex rijzen, te beantwoorden. Uit voorgaande leidt de rechtbank daarom af dat de verdachte [verdachte] Toni is en dat hij in 2015 de organisatie Toni heeft opgericht met de bijbehorende bestellijnen [nummer 54] , [nummer 55] , [nummer 56] en [nummer 59] en vervolgens leiding heeft gegeven aan die organisatie.
Medeverdachte [naam 36]
Tot oktober 2020 beheerde [verdachte] zelf de hiervoor genoemde bestelnummers. Hierna is [naam 36] degene die de bestellijnen beheert. Hij wordt in de gesprekken en berichten Toni genoemd, noemt zichzelf Toni en zijn stem wordt in die gesprekken herkend.
Hij laat op 21 november 2020 weten dat hij ook jongens in België heeft die leveren tot aan de deur. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [naam 36] dealers aanstuurt om in België te leveren. [naam 36] fungeert zodoende als een tussenpersoon tussen de straatdealers en de leider van de organisatie. Dit blijkt onder meer uit het gesprek dat hij op 9 oktober 2020 heeft met [naam 3] en waarin [naam 3] vraagt: “wie gaat vandaag actief” en waarop [naam 36] antwoordt “ [bijnaam 3] tot 4 uur en [bijnaam 4] ”. De sleutel van de [straat 10] ligt in zijn auto. Ook volgt zijn rol uit het feit dat hij degene is die opwaardeerkaarten koopt en daarmee de bestelnummers [nummer 54] en [nummer 56] opwaardeert. Ook bezoekt hij vanaf 25 oktober 2020 bijna dagelijks het pand aan [straat 10] in Maastricht.
Medeverdachte [naam 3]
Uit de bewijsmiddelen alsmede uit zijn verklaring ter terechtzitting volgt dat [naam 3] degene was die het geld en de voorraad verdovende middelen beheerde. Hij nam de verdovende middelen in ontvangst en versneed deze in beide panden, [straat 5] [nummer 31] en [straat 10] te Maastricht. Daarna verpakte hij ze en gaf de pakketjes mee aan de straatdealers. Als zij terugkwamen van hun dienst gaven zij hun verdiende geld af aan [naam 3] die dit vervolgens naar zijn huis in Lanaken bracht, waarna het daar weer door derden werd opgehaald. Over het totaalbedrag van € 255.510,- heeft [naam 3] verklaard dat dit de opbrengst was van de handel in verdovende middelen gedurende ongeveer drie maanden.
Medeverdachte [naam 1]
Medeverdachte [naam 1] is degene die, na de actiedag op 25 november 2020 waarop de medeverdachten werden aangehouden en de panden werden doorzocht, het nieuwe bestelnummer [nummer 60] in beheer heeft. Dat dit telefoonnummer aan [naam 1] toebehoorde leidt de rechtbank af uit het feit dat dit nummer behoorde bij de Nokia telefoon die wordt aangetroffen bij zijn aanhouding op 9 februari 2021, dat zijn DNA wordt aangetroffen op de batterij en het simkaartje in deze telefoon en het feit dat dit telefoonnummer op 17 december 2020 en op 21 januari 2021 dezelfde routes aflegt als de medeverdachte [naam 1] .
Op dit nieuwe telefoonnummer konden kopers weer verdovende middelen bestellen. Dit blijkt uit de verklaring van [naam 22] die op 9 januari 2021 verklaart dat hij al drie jaren bij Toni koopt en dat het nu is overgenomen door iemand anders die te bereiken is op het nummer [nummer 60] en uit de verklaring van [naam 44] op 8 januari 2021 die verklaart dat hij dit telefoonnummer belde om verdovende middelen te bestellen. Hij had het nummer [nummer 60] sinds 20 dagen. Voorheen belde hij een ander nummer.
Tevens zijn in de keuken van het pand aan de [straat 10] te Maastricht DNA-sporen en vingerafdrukken van [naam 1] aangetroffen op zakjes geld en is een vingerafdruk van hem aangetroffen op een van de zakjes cocaïne.
Medeverdachte [naam 2]
Vanaf 27 oktober 2020 is er contact tussen de telefoonnummers van [naam 2] en [verdachte] .
De rechtbank kan deze telefoonnummers in verband brengen met deze verdachten omdat het telefoonnummer [nummer 61] wordt aangetroffen in de telefoon die [naam 2] bij zijn aanhouding bij zich heeft en bij het contact [naam 53] in zijn telefoon een foto van [verdachte] staat.
Tussen [naam 2] en [verdachte] is op 27 oktober 2020 contact waarin [verdachte] vraagt om foto’s van een ‘ossotje’. Het is een feit van algemene bekendheid dat ‘osso’ straattaal is voor huis. [naam 2] stuurt vervolgens foto’s van het interieur van het pand aan de [straat 10] in Maastricht. Vervolgens heeft [naam 2] het over ‘assie’ die hij gevonden heeft. Het is een feit van algemene bekendheid dat ‘assie’ straattaal is voor hasj. Vervolgens stuurt [naam 2] ook een foto van iets dat lijkt op een pakket hasj. [verdachte] geeft op 28 oktober 2020 aan dat hij niks doet met ‘assie’. Uit het bericht dat [naam 2] op 29 oktober 2020 naar [naam 53] stuurt blijkt dat [naam 2] onderdeel wil uitmaken van de organisatie van [verdachte] .
Op 9 november 2020 geeft [verdachte] aan dat hij meerdere appartementen heeft waar hij dingen doet. Hij wil het huis waar hij naar op zoek is inrichten als ‘chillplek’. [verdachte] belooft [naam 2] dat hij er niets gaat leggen, geen junkies, alleen daar geld laten tellen. Vervolgens is uit de berichten op 10 november 2020 af te leiden dat [naam 2] daadwerkelijk een pand geregeld heeft voor [verdachte] . Op 17 november 2020 merkt [naam 2] dat in dit pand toch drugs liggen en geeft hij [verdachte] te kennen dat dit niet de afspraak was. Op 25 november 2020 worden in het pand aan de [straat 10] verdovende middelen aangetroffen. Hieruit concludeert de rechtbank dat [naam 2] het pand aan de [straat 10] heeft geregeld voor [verdachte] zodat hij het als ‘chillplek’ voor ‘zijn jongens’ kon gebruiken. Uiteindelijk is dit pand gebruikt als stashplek en om vanuit daar handel te drijven in verdovende middelen.
Conclusie wat betreft feiten 1, 2, 3 en 5
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachte [verdachte] vanaf
1 januari 2015 tot en met 9 februari 2021, als oprichter en leider, heeft behoord tot een crimineel samenwerkingsverband gericht op de export van en handel in harddrugs en dat hij zich gedurende dezelfde periode samen met de medeverdachten heeft schuldig gemaakt aan deze export en handel. De rechtbank acht ook de export bewezen nu enerzijds uit de bewijsmiddelen blijkt dat de organisatie in België drugs bezorgde aan huis en anderzijds de clientèle van de organisatie grotendeels bestond uit mensen die woonachtig waren in België en die de drugs terug over de grens mee namen naar huis. In dat laatste geval is naar het oordeel van de rechtbank sprake van zogenaamde verlengde uitvoer.
De rechtbank acht de verdachte, als leider van de organisatie, eveneens verantwoordelijk voor de verdovende middelen die in beide panden zijn aangetroffen en het wapen en de munitie die zijn aangetroffen in het pand aan de [straat 10] .
De verdovende middelen betroffen de handelsvoorraad van de organisatie en de verdachte is degene geweest die via [naam 2] het pand aan de [straat 10] heeft geregeld voor
zijnjongens. Niet om te ‘chillen’, zoals hij [naam 2] wilde doen geloven, maar als stashplek voor de verdovende middelen en om vanuit daar handel te drijven.
De rechtbank merkt nog het navolgende op. Niet alle zakjes verdovende middelen aangetroffen in het pand aan de [straat 10] in Maastricht zijn door het NFI getest op de aanwezigheid van heroïne of cocaïne. Wel zijn zij door de politie onderworpen aan een indicatieve test die in alle gevallen positief was op heroïne dan wel cocaïne. De overige partijen aangetroffen verdovende middelen zijn wel door het NFI getest en positief bevonden op de aanwezigheid van heroïne dan wel cocaïne. Alle zakjes verdovende middelen werden aangetroffen in dezelfde ruimte, namelijk in de keuken, in een kastje en achter een plank tussen de oven en de bovenkasten. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat ook op basis van deze indicatieve testen, in combinatie met de resultaten van de testen door het NFI, alle aangetroffen zakjes verdovende middelen heroïne dan wel cocaïne bevatten.
Over het
voorhanden hebben van het aangetroffen wapen en de munitiestelt het volgende voorop.
Voor een veroordeling van het voorhanden hebben van een wapen of munitie is vereist dat de verdachte het wapen of de munitie bewust aanwezig had. De in de rechtspraak van de Hoge Raad in dit verband gebruikte aanduiding
van "een meerdere of mindere mate van bewustheid"(vgl. o.a. ECLI:NL:HR:2020:504) geeft aan dat de verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het wapen of de munitie, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad. Voorts vergt het aanwezig hebben van een wapen of munitie dat de verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie kan uitoefenen in de zin dat hij daarover kan beschikken. Daarvoor hoeft het wapen of de munitie zich niet noodzakelijkerwijs in de directe nabijheid van de verdachte te bevinden.
Door de raadsvrouw is betoogd dat er geen sprake is geweest van de vereiste wetenschap of beschikkingsmacht, nu het wapen en de munitie onder het fornuis lagen en nooit is geconstateerd dat de verdachte het pand aan de [straat 10] heeft bezocht.
Het is een feit van algemene bekendheid dat grote en kostbare partijen verdovende middelen vaak beschermd worden met behulp van wapens. De rechtbank acht het dan ook niet aannemelijk dat de verdachte, als oprichter en leider van de organisatie, niet op de hoogte was van de aanwezigheid van het wapen en de munitie. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan dan dat de verdachte op de hoogte moet zijn geweest van de aanwezigheid van het wapen en daar ook de beschikkingsmacht over had. En ook hier geldt: de verdachte had met een ontzenuwende verklaring moeten komen voor alle redengevende feiten en omstandigheden die zijn daderschap impliceren. Dat heeft hij echter nagelaten. Sterker nog, hij is al jaren voortvluchtig en weigert enige verantwoording te nemen in dezen.
Zodoende heeft de verdachte zich eveneens schuldig gemaakt aan het samen met anderen voorhanden hebben van het wapen en de munitie aangetroffen in het pand aan de [straat 10] .
Feit 4
Witwassen
De officier van justitie heeft betoogd dat niet vast te stellen is wat de herkomst van de aangetroffen geldbedragen is. De rechtbank volgt deze redenering niet en concludeert op grond van de bewijsmiddelen dat de geldbedragen direct afkomstig waren van de handel in verdovende middelen. De geldbedragen zijn immers aangetroffen in het pand waar verdachte [naam 3] woonachtig was (€ 241.370,-) en in het pand aan de [straat 10] in Maastricht (€ 14.140,-) in de keuken, in de directe nabijheid van de verdovende middelen, namelijk in een ruimte tussen de oven en de bovenkastjes. [naam 3] heeft ter terechtzitting verklaard dat het totaalbedrag van € 255.510,-, aangetroffen in beide panden, de opbrengst betrof van de handel in verdovende middelen gedurende ongeveer drie maanden.
Hieruit volgt dat de beide geldbedragen afkomstig waren van de handel in harddrugs door de organisatie Toni . De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of de aanwezigheid van deze geldbedragen in beide panden een bewezenverklaring voor witwassen, subsidiair eenvoudig witwassen oplevert.
Primair, witwassen
De verdachte heeft geen handelingen verricht die hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld. Het aantreffen van het geld achter een plank tussen de oven en de bovenkasten in de keuken in het pand aan de [straat 10] en het aantreffen van het geld achter de bank in de woning van [naam 3] , voldoet niet aan het vereiste verhullingselement. Derhalve kan niet bewezen worden dat er sprake is geweest van witwassen als bedoeld in artikel 420bis Sr, zoals aan de verdachte primair wordt verweten.
Subsidiair, eenvoudig witwassen
Wel acht de rechtbank op grond van vorenstaande het aan de verdachte subsidiair verweten, het eenvoudig witwassen, 420bis.1 Sr, wettig en overtuigend bewezen. Hij heeft deze geldbedragen, als oprichter dan wel leider van de organisatie gedurende de tenlastegelegde periode samen met anderen, verworven en voorhanden gehad terwijl hij wist dat deze van enig eigen misdrijf afkomstig waren, namelijk de handel in verdovende middelen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten, als oprichter en leider heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [naam 54] , [medeverdachte 2] , [naam 49] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid en 10a, eerste lid Opiumwet;
2
op 25 november 2020 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het adres [straat 5] [nummer 31] ) 1924,53 gram van een materiaal bevattende cocaïne en 89,34 gram van een materiaal bevattende heroïne en (op het adres [straat 10] ) een hoeveelheid van in totaal 138,43 gram van een materiaal bevattende cocaïne en ongeveer 330,74 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten, meermalen tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4 subsidiair:
op 25 november 2020, in de gemeenten Maastricht en Lanaken (België), tezamen en in vereniging met anderen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal € 255.510,-, heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
5
op 25 november 2020 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met anderen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
een revolver, merk Smith & Wesson, model 60, kaliber .38 S&W SPL, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver,
munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten 19 kogelpatronen, type hollowpoint, van het kaliber .38 en
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 3 kogelpatronen, type volmantel, van het kaliber .38, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
als oprichter en leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en 10a, eerste lid van de Opiumwet;
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4 subsidiair:
eenvoudig witwassen;
feit 5:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van acht jaren en een geldboete van € 100.000,-.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat, mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen van één of meer feiten, de overschrijding van de redelijke termijn dient te worden meegewogen en de straf derhalve gematigd dient te worden.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich in georganiseerd verband jarenlang beziggehouden met zeer grootschalige export van en handel in harddrugs in Maastricht en omgeving. Hij heeft daartoe vele gebruikers in hun heroïne- en cocaïnebehoefte voorzien. Zelfs gebruikers over de grens in België wisten hem moeiteloos te vinden. De verdachte stond als Toni alom bekend als dè drugsdealer van Maastricht. Het motief voor zijn handelen is duidelijk: er viel heel veel geld mee te verdienen. Dit was dan ook zijn enige drijfveer. Gelet op de grote schaal waarop en de lange periode waarin de handel heeft plaatsgevonden zijn er miljoenen mee verdiend. De verdachte verbleef, uit de handen van de Nederlandse justitie en waande zich onaantastbaar in Dubai terwijl hij anderen bereid vond het vuile werk voor hem op te knappen. Dat hij velen in zijn criminele activiteiten heeft meegezogen blijkt uit het feit dat kopers die een schuld bij hem hadden, voor hem als dealer moesten werken en, zoals één van de kopers verklaarde: het leek wel of Toni zo weer een nieuw blik dealertjes kon opentrekken.
Het behoeft geen betoog dat harddrugs een zeer grote bedreiging vormen voor de volksgezondheid en de veiligheid in de samenleving. Niet alleen zijn er gebruikers die strafbare feiten plegen om aan hun drugs te kunnen komen, maar ook vinden er strafbare feiten plaats zoals bedreigingen, afpersingen, wapenbezit, mishandelingen en zelfs liquidaties gepleegd tussen handelaren en producenten onderling. Zeker een stad als Maastricht heeft veel te lijden onder de overlast van het drugstoerisme vanuit België en Duitsland. Hier dient dan ook hard tegen te worden opgetreden.
Persoon van de verdachte
Over de persoon van de verdachte is weinig bekend. Hij is onvindbaar voor de Nederlandse autoriteiten, verblijft vermoedelijk nog steeds in Dubai en heeft in de periode van 2015 tot en met 2020 geen enkele vorm van legaal inkomen vergaard. Naar zijn inkomsten en dagelijkse bezigheden kan de rechtbank alleen maar gissen. Hij heeft op geen enkel moment zijn verantwoording genomen en is op geen enkele zitting verschenen.
In 2012 is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken voor overtreding van de Opiumwet en witwassen. Hij was derhalve een gewaarschuwd man.
Desondanks is hij een aantal jaren daarna begonnen met zijn criminele organisatie.
Zelfs na de aanhouding van de medeverdachten en de doorzoeking van de panden op
25 november 2020 is hij niet tot inkeer gekomen. Sterker nog, hij is doorgegaan totdat het laatste lid van de organisatie, medeverdachte [naam 1] , werd aangehouden.
In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet de rechtbank dan ook geen enkele aanleiding om de straf te matigen. De rechtbank ziet ook geen enkele reden om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, omdat de verdachte heeft laten zien dat hij zich door niets of niemand tegen laat houden.
Procesafspraken medeverdachten
De zaken van twee medeverdachten, [naam 36] en [naam 35] , zijn afgedaan middels procesafspraken. Het maken van procesafspraken is een manier om zaken efficiënter en sneller af te kunnen doen. Omdat de effectiviteit van een strafrechtelijke afdoening in belangrijke mate wordt bepaald door de snelheid waarmee die kan plaatsvinden, kan met procesafspraken een bijdrage geleverd worden aan de belangen van verdachten, slachtoffers en de maatschappij. In het geval van procesafspraken ziet de verdediging af van onderzoekwensen, betwist de verdachte niet hetgeen hem ten laste wordt gelegd en ziet de verdachte af van rechtsmiddelen. Op die manier bereiken de officier van justitie en de verdediging uiteindelijk overeenstemming over de bewezenverklaring en de kwalificatie.
De rechtbank stelt voorop dat in zijn algemeenheid geldt dat een verdachte aan met een
medeverdachte gemaakte procesafspraken geen rechten kan ontlenen. Nu de insteek en het doel van procesafspraken geheel anders is dan een inhoudelijke behandeling van de zaak ter terechtzitting, kan een uiteindelijk opgelegde straf in het kader van procesafspraken op geen enkele wijze worden vergeleken met een strafoplegging in het kader van een reguliere afdoening. De uitspraken in dergelijke zaken, zoals die van [naam 36] en [naam 35] , zijn dan ook niet te beschouwen als soortgelijke jurisprudentie waar rekening mee gehouden zou kunnen worden. Daarom zal de rechtbank geen acht slaan op de strafoplegging in die zaken.
Redelijke termijn
De enige factor waar de rechtbank in strafmatigende zin rekening mee zal houden is de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
De rechtbank is van oordeel dat deze termijn is overschreden en dat deze overschrijding verdisconteerd moet worden in de strafoplegging.
De Hoge Raad heeft in zijn uitleg van de redelijke termijn als uitgangspunt genomen dat de behandeling van een zaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen. In deze zaak is de betekening van de dagvaarding op 17 mei 2021 de eerste formele daad van vervolging geweest waaraan de verdachte in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat jegens hem strafvervolging zou worden ingesteld. Op deze datum is de dagvaarding verzonden naar het adres waar de verdachte op dat moment stond ingeschreven.
De rechtbank had derhalve vóór 17 mei 2023 vonnis moeten wijzen, maar zal dit doen op
16 september 2024. Dit betekent dat de redelijke termijn met 16 maanden is overschreden. Met deze overschrijding zal de rechtbank, overeenkomstig de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, rekening houden bij de bepaling van de straf.
Straf
Gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) kan voor de uitvoer van 2 tot 3 kilo harddrugs al een gevangenisstraf opgelegd worden van 30 tot 36 maanden. In deze zaak gaat het om een veelvoud van 2 tot 3 kilo. Voor het aanwezig hebben van 2 tot 3 kilo harddrugs kan, in beginsel, in het geval sprake is van een organisatie, een gevangenisstraf worden opgelegd van 12 maanden. Daar komt nog bij de deelname aan de criminele organisatie, het witwassen en het voorhanden hebben van het wapen.
Indien de redelijke termijn niet was overschreden had de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf opgelegd van negen jaren. Rekening houdend met deze overschrijding, acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden. Aan de verdachte zal dan ook een gevangenisstraf van acht jaren worden opgelegd met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat bij de ernst van de feiten ook een geldboete past, overeenkomstig de eis van de officier van justitie, nu het handelen van de verdachte ingegeven is geweest door de wens gemakkelijk geld te verdienen. De rechtbank zal de verdachte daarom eveneens een geldboete opleggen van € 100.000,-.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

8.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen, kledingstukken en een sleutel, zullen worden teruggegeven aan de verdachte.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 23, 24c, 47, 57, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 11b van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 4 primair ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 360 dagen;
Beslag
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan [verdachte] :
  • kleding, goednummer: 1372071
  • kleding, goednummer: 1372084
  • kleding, goednummer: 1372176
  • kleding, goednummer: 1372178
  • kleding, goednummer: 1372095
  • kleding, goednummer: 1372098
  • kleding, goednummer: 1372108
  • kleding, goednummer: 1372118
  • kleding, goednummer: 1372127
  • kleding, goednummer: 1372130
  • kleding, goednummer: 1372135
  • kleding, goednummer: 1372139
  • kleding, goednummer: 1372148
  • kleding, goednummer: 1372171
  • kleding, goednummer: 1372177
  • sleutel, goednummer: 1372128.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. D. Osmić en mr. M.E.M.W. Nuijts, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers en mr. E.P.W.E. Bekkers, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 september 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, althans in Nederland en/of Marokko en/of de Verenigde Arabische Emiraten, als oprichter, leider en/of bestuurder heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [naam 54] , [medeverdachte 2] , [naam 49] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, 10a eerste lid, 11 derde, vijfde lid en/of 11a Opiumwet;
2
hij op of omstreeks 25 november 2020 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het adres [straat 5] [nummer 31] ) ongeveer 1924,53 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 89,34 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of (op het adres [straat 10] ) een hoeveelheid van in totaal ongeveer 521,61 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 330,74 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2015 tot en met 9 februari 2021 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland en/of Marokko en/of de Verenigde Arabische Emiraten, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4
hij op of omstreeks 25 november 2020, in de gemeente(n) Maastricht en/of Lanaken (België), althans in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer € 255.510,-, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 november 2020, in de gemeente(n) Maastricht en/of Lanaken (België), althans in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal ongeveer € 255.510,-, heeft verworven en/of voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
5
hij op of omstreeks 25 november 2020 in de gemeente Maastricht, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, merk Smith & Wesson, model 60, kaliber .38 S&W SPL, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en/of munitie van categorie II onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten 19 kogelpatronen, type hollowpoint, van het kaliber .38 en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 3 kogelpatronen, type volmantel, van het kaliber .38, voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

4.ECLI:EU:C:2024:372.
5.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, Onderzoek: Roca / LB3R202249, gesloten d.d. 25 juli 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 7303.
6.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 november 2020, p. 1191, 1192, 1194, 1196, 1197, 2046, 1198, 1199, 1202 t/m 1204, 1208 t/m 1211, 3881, 3885, 3887 en 1211 t/m 1213.
7.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 november 2020, p. 1135 en 1136.
8.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 januari 2017, p. 122.
9.Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 26] bij de rechter-commissaris, d.d. 21 december 2022.
10.Het proces-verbaal van bevindingen (gebruikersgegevens bestelnummers), p. 3906.
11.Het proces-verbaal van bevindingen (IMSI-catcher), p. 3928.
12.Het proces-verbaal van bevindingen (bestelnummers i.c.m. [verdachte] ), p. 3908.
13.Het proces-verbaal van bevindingen (beelden observatie woning [verdachte] ), p. 3913.
14.Het proces-verbaal van bevindingen (masten telefoons [verdachte] op 26 augustus 2020), p. 3924.
15.Het proces-verbaal van bevindingen (observatie mast/baken op 14 september 2020), p. 3950 en 3951.
16.Het proces-verbaal van bevindingen (reis naar Marokko), p. 3966 en 3976.
17.Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [naam 28] ), p. 4051, 4055 en 4059.
18.Het proces-verbaal van bevindingen (terugkomst naar Nederland), p. 3991 en 3992.
19.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek frequente bellers [naam 28] en [naam 38] ), p. 4012 en 4013.
20.Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 28] , d.d. 14 december 2020, p. 6295.
21.Het proces-verbaal verhoor verdachte [naam 28] , d.d. 14 december 2020, p. 6303 tot en met 6308.
22.Het proces-verbaal van bevindingen (Whatsappgesprek tussen [naam 28] en [nummer 29] ), p. 6661, 6662 en 6667.
23.Het proces-verbaal van bevindingen (stemherkenning [verdachte] ), p. 6748.
24.Het proces-verbaal van observatie (Renault Megane [nummer 21] op 9 september 2020), p. 3945.
25.Het proces-verbaal van bevindingen (gegevens baken Renault Megane [nummer 21] ), p. 4128, 4129 en 4131.
26.Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [nummer 30] ), p. 4170, 4171, 4216, 4228 en 4230.
27.Het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving beslag [naam 3] ), p. 5496 en 5497.
28.Het proces-verbaal van bevindingen (wisseling IMEI-nummers), p. 4079.
29.Het proces-verbaal van bevindingen (opwaarderen 10 oktober 2020), p. 4104 t/m 4106.
30.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mastgegevens), p. 4082.
31.Het proces-verbaal van bevindingen (tapgesprekken [naam 36] ), p. 4395 e.v..
32.Het proces-verbaal van bevindingen ( [naam 36] noemt zich Tonie vanaf 10 oktober 2020), p. 5381, 5385, 5386, 5390 en 5392.
33.Het proces-verbaal van bevindingen (relaas tapgesprekken bestelnummers), p. 4970 en 4971.
34.Het proces-verbaal van bevindingen (aantreffen telefoons [naam 36] ), p. 5577.
35.Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen Iphone [naam 36] ), p. 5612.
36.Het proces-verbaal van bevindingen (bevindingen m. b .t. baken [straat 10] Maastricht), p 5401 en 5409.
37.Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking Citroën Cactus), p. 5571.
38.Het proces-verbaal forensisch indicatief onderzoek verdovende middelen, p. 6463, 6465 t/m 6468.
39.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met in de bijlagen NFI-rapporten, p. 6638, 6640 t/m 6664.
40.Het proces-verbaal van bevindingen (doorzoeking [straat 10] te Maastricht), p. 500 en 501.
41.Het proces-verbaal forensisch indicatief onderzoek verdovende middelen, p. 6445 t/m 6452.
42.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met in de bijlagen NFI-rapporten, p. 6628 t/m 2237.
43.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 6490 en 6491.
44.De deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek, p. 6515.
45.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 6528
46.Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 6551.
47.Het proces-verbaal relaterende een onderzoek aan de voorwerpen: een revolver en munitie, p 6600 t/m 6602.
48.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 45] , d.d. 8 januari 2021, p. 6240.
49.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 22] d.d. 9 januari 2021, p. 6243.
50.Het proces-verbaal van bevindingen (observatie en aanhouding [naam 1] ), p. 6683 en 6648.
51.Het proces-verbaal van bevindingen (aanhouding [naam 1] ), p. 6686.
52.Het proces-verbaal van bevindingen (inbeslaggenomen mobiele telefoon, Nokia), p. 6647.
53.Het proces-verbaal van bevindingen (bevraging ICCID-nummer Nokia), p. 6688.
54.Het proces-verbaal vooronderzoek lab, p. 6650 en 6651.
55.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. 6653.
56.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Iphone 12 [naam 1] ), p. 7009, 7010, 7013, 7014, 7217 en 7218.
57.Het proces-verbaal van bevindingen (Iphone 7 [naam 1] ), p. 6908
58.Het proces-verbaal van bevindingen (SkyECC communicatie), p. 7276, 7277, 7286, 7287 en 7288.
59.Het proces-verbaal van bevindingen (uitlezen telefoon 20-0169-043), p. 6105.
60.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon [naam 2] ), p. 6136 t/m 6164.
61.Het proces-verbaal van bevindingen (samenvatting tapgesprekken [nummer 30] ), p. 4175, 4176 en 4332.