ECLI:NL:RBLIM:2024:7201

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
11147965 \ CV EXPL 24-2909
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremie en kosten door zorgverzekeraar Univé

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen N.V. Univé Zorg, eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een zorgovereenkomst die de gedaagde met Univé had gesloten. De gedaagde bleef in gebreke met de betaling van de zorgpremie, het eigen risico en/of de eigen bijdrage. Univé vorderde een totaalbedrag van € 520,89, bestaande uit onbetaalde zorgkosten en bijkomende kosten. De gedaagde erkende de hoofdsom, maar betwistte de bijkomende kosten, stellende dat hij geen aanmaning had ontvangen omdat deze naar een niet meer gebruikt e-mailadres was gestuurd.

De kantonrechter oordeelde dat Univé voldoende had aangetoond dat de aanmaningen naar het door de gedaagde opgegeven e-mailadres waren verzonden. De gedaagde had de verantwoordelijkheid om wijzigingen in zijn contactgegevens door te geven. De kantonrechter wees de vordering van Univé gedeeltelijk toe, waarbij de hoofdsom werd vastgesteld op € 194,94 na correctie van een zorgnota. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40 toegewezen, wat resulteerde in een totaalbedrag van € 243,34 dat de gedaagde aan Univé moest betalen.

De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 565,39 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in het kader van communicatie en betalingsverplichtingen in zorgovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11147965 \ CV EXPL 24-2909
Vonnis van 9 oktober 2024
in de zaak van
N.V. UNIVÉ ZORG,
te Arnhem,
eisende partij,
hierna te noemen: Univé,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- [gedaagde] heeft geen conclusie van dupliek genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft met Univé een zorgovereenkomst gesloten.
2.2.
[gedaagde] blijft in gebreke met betaling van de zorgpremie, het eigen risico en/of de eigen bijdrage.

3.Het geschil

3.1.
Univé vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 520,89, bestaande uit € 430,26 aan hoofdsom (onbetaald gelaten premie en eigen risico / eigen bijdrage), € 12,54 aan vervallen wettelijke rente tot 4 april 2024, € 78,09 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten inclusief de daarover verschuldigde btw en vermeerderd met de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] is op de rolzitting verschenen. Hij voert geen inhoudelijk verweer en geeft te kennen dat hij moet betalen, maar [gedaagde] is het niet eens met de bijkomende kosten. Hij stelt dat hij geen aanmaning heeft ontvangen, omdat deze naar een e-mailadres is gestuurd dat hij niet meer gebruikt.
3.3.
Univé overlegt in de conclusie van repliek de aan [gedaagde] gezonden zorgkostennota’s en voert aan dat zij meerdere aanmaningen heeft verzonden naar het door [gedaagde] aan haar doorgegeven e-mailadres en dat de juistheid van dit e-mailadres door [gedaagde] niet wordt betwist. Univé geeft te kennen dat het de verantwoordelijkheid van [gedaagde] is om een wijziging van een e-mailadres door te geven.
3.4.
Op de conclusie van repliek van Univé is door [gedaagde] niet meer gereageerd.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Univé heeft in productie 2 bij haar dagvaarding de componenten van haar vordering op [gedaagde] gespecificeerd, namelijk bestaande uit de onbetaald gelaten zorgkosten met declaratienummers 93845625 en 93988027, en de onbetaald gelaten (restant)premie voor december 2023, januari 2024 en februari 2024, totaal zijnde een bedrag van € 430,26. In haar conclusie van repliek heeft Univé vervolgens door middel van de zorgkostennota’s van producties 4a tot en met 4d een nadere onderbouwing gegeven van haar vordering op [gedaagde] .
4.2.
Uit de overlegde productie 4d blijkt echter dat de zorgnota met declaratienummer 93988027 met het bedrag € 235,32 door Univé is gecorrigeerd en dat [gedaagde] hiervoor - zo begrijpt de kantonrechter - niets meer is verschuldigd. De (gehandhaafde) vordering is in zoverre niet onderbouwd, zodat van de hoofdsom het bedrag van € 235,32 zal worden afgewezen. Aan hoofdsom resteert dan nog het bedrag van € 194,94.
4.3.
Nu [gedaagde] verder de vordering niet inhoudelijk heeft betwist, zal de resterende hoofdsom van € 194,94 worden toegewezen.
4.4.
[gedaagde] heeft betwist dat hij een aanmaning heeft ontvangen omdat deze gezonden is naar een niet meer door hem gebruikt e-mailadres. Univé heeft in haar conclusie van repliek onderbouwd dat zij de aanmaning(en) heeft verzonden naar een adres waarvan zij redelijkerwijs mocht aannemen dat [gedaagde] daar kon worden bereikt. Dit was immers het e-mailadres dat zelf door [gedaagde] aan Univé was doorgegeven. [gedaagde] betwist niet dat het betreffende e-mailadres correct zou zijn, enkel stelt hij dat hij het niet meer gebruikt. De kantonrechter begrijpt daaruit dat [gedaagde] de e-mails, die op dat adres worden ontvangen, niet meer leest. Het is de verantwoordelijkheid van [gedaagde] om tijdig gewijzigde contactgegevens, waaronder een gewijzigd e-mailadres, aan Univé door te geven. Door dit na te laten, dient het niet gelezen hebben van de aanmaning, met daarin de aankondiging van de buitengerechtelijke incassokosten, voor rekening en risico van [gedaagde] te blijven.
4.5.
De gevorderde wettelijke rente over resterende hoofdsom van € 194,94 kan slechts worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding nu Univé in de dagvaarding enkel heeft gesteld dat [gedaagde] in verzuim is, maar niet per wanneer.
4.6.
Univé vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Univé heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) en gelet daarop is € 48,40 toewijsbaar. Univé heeft vergoeding van btw gevorderd over de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Omdat Univé een van btw vrijgestelde prestatie heeft verricht, is de vergoeding verhoogd met btw.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
194,94
- buitengerechtelijke incassokosten
48,40
+
totaal
243,34
4.8.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Univé worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
328,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2,00 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
565,39

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Univé te betalen een bedrag van € 243,34, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 194,94 met ingang van 4 april 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 565,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.
VC