ECLI:NL:RBLIM:2024:734

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
10357946 CV EXPL 23-723
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in een civiele zaak over aanneming van werk en betalingsgeschil tussen een aannemer en een opdrachtgever

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is een geschil ontstaan tussen Woodapple Service B.V. (hierna: Woodapple), de eisende partij, en een groep gedaagden die als opdrachtgever optrad. Woodapple vorderde betaling voor verrichte werkzaamheden in het kader van verschillende projecten, waaronder het afmonteren van badkamers. De gedaagden betwistten de hoogte van de facturen en stelden dat de werkzaamheden ondeugdelijk waren uitgevoerd. De procedure omvatte een dagvaarding, conclusies van antwoord en eis, en een mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden onvoldoende onderbouwd hebben dat de in rekening gebrachte materiaalkosten en arbeidsuren onterecht waren. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden niet tijdig hebben geklaagd over de gebreken en Woodapple niet in de gelegenheid hebben gesteld om deze te herstellen. Hierdoor zijn de gedaagden in hun vorderingen afgewezen. Woodapple werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 10.068,32, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De vorderingen van de gedaagden in reconventie werden afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10357946 CV EXPL 23-723
Vonnis van 14 februari 2024
in de zaak van
WOODAPPLE SERVICE B.V.,
te Panningen, gemeente Peel en Maas,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Woodapple,
gemachtigde: mr. F. Boukhris,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2],
te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ,
gemachtigde: mr. J.G.M. Daemen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het bericht van 25 augustus 2023 met producties van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 september 2023
- het bericht van 19 september 2023 van Woodapple met het verzoek tot voorgestelde aanvulling c.q. wijziging van het proces-verbaal
- het bericht van 20 september 2023 van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] met het verzet tegen dit verzoek
- de brief van 28 september 2023 van de griffier inhoudende dat de berichten worden toegevoegd aan het dossier.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft Woodapple verzocht om, in onderaanneming, werkzaamheden te verrichten voor project [naam 1] , project [naam 2] en project [naam 3] . De werkzaamheden zagen op het afmonteren dan wel verbouwen van de badkamers bij deze met naam genoemde particulieren. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is de hoofdaannemer van de projecten, in opdracht van Brugmans Keukens. In de - hier van belang zijnde - relatie tussen partijen is [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de opdrachtgever en Woodapple de aannemer. Partijen hadden niet eerder met elkaar samengewerkt. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] had voordien een vaste onderaannemer, maar in verband met diens ziekte heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een andere onderaannemer gezocht en is hij uitgekomen bij Woodapple.
2.2.
Woodapple heeft werkzaamheden voor de drie projecten verricht. Woodapple heeft vervolgens afzonderlijke, hierna te specificeren, facturen verzonden aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Die facturen zijn tot op heden onbetaald gebleven.
afmonteren badkamer [naam 1]
2.3.
Bij factuur d.d. 30 juni 2022 is € 2.310,00 aan loon en € 6,50 aan materiaalkosten in rekening gebracht (totaal € 2.316,50).
leidingwerk toilet [naam 1]
2.3.1.
Bij factuur d.d. 30 juni 2022 is € 1.907,50 aan loon, € 169,00 voor het boren van de vloer door een extern bedrijf [naam bedrijf] en € 170,33 aan materiaalkosten in rekening gebracht (totaal € 2.246,83).
2.3.2.
Woodapple heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , na de vervaldatum van de facturen op 8 juli 2022, op
12 juli, 19 juli en 29 juli 2022 aangemaand tot betaling van deze twee facturen.
2.3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] reageert voor het eerst bij e-mailbericht van 8 augustus 2022. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] geeft daarin kort gezegd aan dat Woodapple op eigen initiatief het leidingwerk van het toilet heeft aangelegd, dat Woodapple teveel arbeidsuren in rekening heeft gebracht en dat schade is ontstaan. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is bereid om te betalen: 10 arbeidsuren voor de badkamer en
14 uren voor het toilet, minus herstelkosten van de sifon ad € 112,00.
verbouwing badkamer [naam 2]
2.4.
Bij factuur d.d. 5 september 2022 is € 4.515,00 aan loon en € 259,69 aan materiaalkosten in rekening gebracht (totaal € 4.774,69).
verbouwing badkamer [naam 3]
2.4.1.
Bij factuur d.d. 5 september 2022 is € 2.572,50 aan loon en € 191,21 aan materiaalkosten in rekening gebracht (totaal € 2.763,71).
2.4.2.
Bij email van 20 september 2022, een dag na de vervaldatum van deze facturen, heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] meegedeeld dat teveel uren in rekening zijn gebracht, dat de uitgevoerde werkzaamheden ondeugdelijk zijn verricht, dat schade is ontstaan en dat herstelwerkzaamheden zijn verricht. Het totaalbedrag aan herstelkosten bij [naam 2] bedraagt € 1.873,00 en bij [naam 3] € 840,00.
2.5.
Bij brief van 4 november 2022 heeft Woodapple gereageerd op de berichten van
8 augustus 2022 en 20 september 2022. Daarbij is onder meer ingegaan op de gestelde schadeposten en is erop gewezen dat geen gelegenheid is gegeven tot herstel. Bij emailbericht van 15 december 2022 heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op zijn beurt nog hierop gereageerd.

3.Het geschil

in conventie en in reconventie
3.1.
Woodapple vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tot het betalen van € 12.997,75, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voert verweer. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vordert op zijn beurt - samengevat - veroordeling van Woodapple tot het betalen van € 5.115,92, vermeerderd met rente en kosten.
3.3.
Woodapple voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
in rekening gebrachte materiaalkosten verschuldigd
4.1.
De hoogte van de in rekening gebrachte materiaalkosten zijn onvoldoende gemotiveerd betwist. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft weliswaar gesteld dat Woodapple te veel materialen heeft gebruikt en/of in rekening heeft gebracht (al dan niet omdat geen gebruik zou zijn gemaakt van het materiaal dat al ter plaatse zou zijn), maar - in het licht van de gespecificeerde facturen, waarin de in rekening gebrachte materialen een voor een zijn opgesomd - is nagelaten deze stelling te onderbouwen. Dit had wel op de weg van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gelegen. Daarmee zijn de materiaalkosten zoals in rekening gebracht verschuldigd.
aantal in rekening gebrachte arbeidsuren: kleine wijzigingen; geen regie
4.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] betwist met name het aantal in rekening gebrachte arbeidsuren. Hij stelt hiertoe dat partijen vooraf zijn overeengekomen dat het project [naam 1] op regiebasis zou worden uitgevoerd en de andere projecten op aannemingsprijs, waarbij bij “kleine wijzigingen (hierna: klein werk)” aan de badkamer gedacht wordt aan een kostenaspect van € 1.800,00 tot € 2.200,00 excl. btw en bij “grote veranderingen en aanpassingen (hierna: groot werk)” in badkamers aan een bedrag tussen € 4.000,00 en € 5.000,00 excl. btw. Ter onderbouwing van deze afspraken is een e-mailbericht van Woodapple aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van
20 mei 2022 ingebracht, waarin voormelde afspraak tot uitdrukking is gebracht.
Woodapple heeft in zijn reactie op de verslaglegging van het proces-verbaal aangegeven dat deze afspraak tijdens de mondelinge behandeling is betwist - volgens Woodapple zijn alle drie de projecten op regiebasis gebeurd - maar - zo dit al is gebeurd - is die betwisting in ieder geval niet toegelicht of onderbouwd. Zo is niet gesteld dat dit ingebrachte emailbericht niet van Woodapple afkomstig zou zijn. Evenmin is bijvoorbeeld gesteld dat, in afwijking daarvan, partijen zijn overeengekomen het werk voor de projecten [naam 2] en [naam 3] toch in regie uit te voeren (in welk geval het dan nog op de weg van Woodapple had gelegen om dit te onderbouwen). Daarmee wordt als vaststaand aangenomen dat partijen de afspraken hebben gemaakt zoals neergelegd in het emailbericht. Woodapple heeft in voormelde reactie voorts aangegeven dat op de mondelinge behandeling tevens zou zijn gesteld dat het niet aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is om te bepalen welke opdracht onder klein of groot werk valt, maar daarbij wordt miskend dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft toegelicht waarom het juist een klein werk zou betreffen, terwijl Woodapple heeft nagelaten hierop in te gaan c.q. te stellen en te onderbouwen waarom het een groot werk betreft. Gezien de aard en hoeveelheid van de werkzaamheden zoals deze door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de correspondentie immers zijn opgesomd (Woodapple heeft van haar kant geen verdere omschrijving gegeven), zoals die hierna nog separaat ten aanzien van elk project worden weergegeven, ziet de kantonrechter geen reden om anders te oordelen. In het midden kan blijven of het verzet van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] tegen het meenemen van die reactie van Woodapple om formele redenen doel treft, nu - zo de kantonrechter die reactie al (zekerheidshalve) meeneemt - die reactie inhoudelijk aldus niet tot een ander oordeel kan leiden.
4.2.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt zich bij antwoord op het standpunt dat, hoewel het project [naam 1] aldus op papier is aangenomen op regiebasis, dit project eveneens was te beschouwen als een klein werk. Een belangrijk aspect bij de regieovereenkomst is dat de omvang van het werk vooraf moeilijk is vast te stellen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft onbetwist gesteld dat een en ander (slechts) diende te worden gemonteerd conform de aanleverde tekening en bijgeleverde materialen. De uit te voeren werkzaamheden waren aldus ronduit duidelijk. Dit duidt niet op regie. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat óók het project [naam 1] niet als een regieovereenkomst kan worden beschouwd.
4.2.2.
Hiervan uitgaande zijn de bepalingen over meerwerk in artikel 7:755 BW (welk artikel niet geldt bij regie) en artikel 7:752 BW (het niet overschrijden van de richtprijs met meer dan 10%) op alle drie de projecten toepasselijk.
4.2.3.
Gezien het vorenstaande wordt als vaststaand aangenomen dat tussen partijen overeenkomsten tot aanneming van werk tot stand zijn gekomen in de zin van artikel 7:750 BW, met een prijs van (maximaal) € 2.200,00 en tegen een uurloon van € 70,00 (de kantonrechter: daarmee een 25 à 30-tal arbeidsuren). De uiteindelijke facturen liggen (beduidend) hoger, waarbij enkel ten aanzien van het project [naam 1] - mogelijk - meerwerk speelt (waarover hierna meer). Ook anderszins is gesteld noch gebleken dat Woodapple [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vooraf erop heeft gewezen dat de werkzaamheden onverhoopt duurder zouden uitvallen of dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hiermee, om welke reden dan ook, rekening had moeten houden. Daarmee is in beginsel gegeven dat teveel arbeidsuren in rekening zijn gebracht. De kantonrechter gaat hierna, bij de beoordeling van de specifieke facturen, hierop verder in.
oplevering, niet geklaagd en geen gelegenheid geboden tot herstel
4.3.
De stelplicht en eventuele bewijslast van het bestaan van gebreken in het uitgevoerde werk rust op [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] (die immers een beroep doet op de rechtsgevolgen van het bestaan van tekortkomingen). Dit geldt evenzo ten aanzien van het beroep op verrekening.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat, zo al zou moeten worden aangenomen dat sprake is van de gestelde gebreken (hierna zal hierop uitvoeriger worden ingegaan), het - gelet op de aard ervan - in hoofdzaak gebreken betreffen waarvan gezegd moet worden dat de opdrachtgever er reeds vóór de oplevering wetenschap van heeft moeten hebben gehad, terwijl [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] toen kennelijk niet tegen die gebreken is opgetreden. Zo moet het toch met het blote oog direct zichtbaar zijn geweest dat de leidingen van de verwarming vanuit de vloer, en niet vanuit de muur (zoals beweerdelijk was overeengekomen), waren aangelegd. Partijen hebben zich hierover in het geheel niet uitgelaten, zodat de kantonrechter dit zo vaststelt: bij alle drie de projecten zijn de (gestelde) gebreken stilzwijgend aanvaard en heeft de oplevering plaatsgevonden. Hierbij kan worden opgemerkt dat het niet om een particuliere klant ging, als opdrachtgever, maar een deskundige ( [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is aannemer) die vaker te maken moet hebben gehad met dergelijke opleveringen. Artikel 7:758 BW bepaalt dat de aannemer (hier dus Woodapple) is ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever (hier dus [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ) op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had kunnen ontdekken. Dit zou betekenen dat rechtsverlies hierom al gerechtvaardigd zou kunnen zijn (artikel 7:758 BW; al dan niet in samenhang bezien met eigen schuld en de redelijkheid en billijkheid). Vaststaat verder dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] Woodapple nimmer in gebreke heeft gesteld en, in strijd met artikel 7:759 lid 1 BW, niet de gelegenheid heeft geboden om de (vermeende) gebreken zelf te herstellen. Ten tijde van de mededeling hiervoor was dit ook al een gepasseerd station omdat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , volgens diens eigen stelling, de gebreken meteen door derden heeft laten herstellen. Voor het recht op schadevergoeding - waar [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hier een beroep op doet - is vereist dat sprake is van verzuim voor het intreden waarvan in beginsel een ingebrekestelling is vereist. Het geschil spitst zich onder meer hierop toe.
4.5.
De strekking van de regeling in artikel 7:759 lid 1 BW is dat het bij een aannemingsovereenkomst in het algemeen gewenst is dat de aannemer het betalen van (vervangende en ook aanvullende) schadevergoeding zoveel mogelijk kan ontgaan door de gebreken in het opgeleverde werk, waarvoor hij aansprakelijk is, binnen een redelijke termijn weg te nemen. Een uitzondering op deze door lid 1 geboden mogelijkheid tot herstel bestaat indien in verband met de omstandigheden niet van de opdrachtgever kan worden gevergd dat hij de aannemer toelaat tot het wegnemen van de gebreken. Dit zal met name het geval kunnen zijn als de noodzakelijke herstelwerkzaamheden groot ongerief voor de opdrachtgever zouden meebrengen, als in verband met de gebleken onbekwaamheid van de aannemer geen goed resultaat van de herstelwerkzaamheden is te verwachten, of als niet valt aan te nemen dat het herstel binnen redelijke termijn kan worden voltooid. Daarnaast wordt als uitzonderingsgrond ook een verstoorde verhouding tussen partijen geaccepteerd. De stelplicht en eventuele bewijslast van die omstandigheden rusten op de opdrachtgever ( [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ).
4.5.1.
De kantonrechter deelt, mede in het licht van de klachten over Woodapple zoals die uit de stukken van de klanten zelf naar voren komen, niet de stelling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] dat van hem niet gevergd kon worden om Woodapple de gebreken te laten herstellen. De stelling dat de klanten zo ontevreden waren over het geleverde werk, dat zij (het personeel van) Woodapple niet meer wilden toelaten, is betwist en door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] niet onderbouwd. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft hiertoe vier emailberichten van [naam 1] , een verklaring van [naam 2] en een verklaring van [naam 3] ingebracht, waaruit weliswaar is op te maken dat de klanten (achteraf) hebben aangegeven ontevreden te zijn, maar uit die stukken is niet op te maken dat de klanten geen medewerking wilde verlenen om Woodapple in de gelegenheid te stellen een en ander te herstellen en vervangen. Uit de verklaring van [naam 3] maakt de kantonrechter op dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] juist in samenspraak met [naam 3] heeft besloten dat Woodapple niet meer gewenst was, dit terwijl het op de weg van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] had gelegen om [naam 3] zo nodig erop te wijzen dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , als de opdrachtgever - en niet de particulieren - nu eenmaal verplicht was om Woodapple eerst de gelegenheid te geven tot herstel teneinde zijn rechten als opdrachtgever veilig te stellen. Nergens blijkt uit dat de klanten het personeel van Woodapple koste wat kost niet zouden toelaten. Dit betreft dan ook niet meer dan een blote stelling achteraf, waaraan voorbij wordt gegaan. Niet valt in te zien waarom [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] Woodapple ten minste niet al vooraf ervan in kennis had kunnen stellen dat de klanten ontevreden waren over het verrichte werk, waarbij zo nodig in samenspraak naar een oplossing kon worden gezocht. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft geen andere reden naar voren gebracht waarom hij Woodapple niet tijdig heeft meegedeeld dat er zijn inziens sprake was van gebreken en de kantonrechter kan dit ook anderszins niet uit de stukken opmaken. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft simpelweg zelf de beslissing genomen om niet met Woodapple te communiceren en Woodapple voor een voldongen feit te plaatsen door het werk meteen door derden te laten herstellen (althans dit is zo gesteld). Dat is geen handige keuze. Het beroep op de uitzondering treft zodoende geen doel. Ten tijde van de klachten kon Woodapple deze niet meer beoordelen en was herstel al niet meer mogelijk. Door eerst zo laat te klagen en geen gelegenheid te bieden tot herstel (terwijl dit ten tijde van het klagen ook niet meer mogelijk is), heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aanspraken jegens Woodapple verspeeld.
4.5.2.
Een volledig verlies van schadevergoeding kan onder omstandigheden disproportioneel zijn, omdat het nadeel van de aannemer (Woodapple) al voldoende zou kunnen worden gecompenseerd als de aanspraak van de opdrachtgever ( [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ) zou worden beperkt tot de kosten die de aannemer zelf zou hebben moeten maken als hij wel in gebreke zou zijn gesteld. Daarvoor dient evenwel eerst vast te staan dat sprake is van de gestelde gebreken. Woodapple betwist immers dat het werk niet deugdelijk is gedaan. De kantonrechter komt hiermee toe aan een afzonderlijke beoordeling van de projecten, te beginnen met het kleinste project. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is in de conclusie van antwoord en van eis in reconventie te kort van stof; de stellingen over en weer volgen met name uit hetgeen al in de voorliggende correspondentie over en weer is gesteld. De kantonrechter zal een en ander hier in de beoordeling betrekken.
project [naam 3]
4.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt onbetwist dat het werk bestond uit het aansluiten van de leidingen c.q. buizen voor het bad, het toilet, de radiator en de wastafel waarbij het voorwerk, het frezen van de leidingen, al was gedaan door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] . Zoals hiervoor al overwogen, heeft de kantonrechter dit louter aansluiten aangemerkt als een klein werk. Over de aansluitingen voor het bad en het toilet zijn geen opmerkingen gemaakt zodat die werkzaamheden in ieder geval betaald moeten worden.
[naam 3] : het aanleggen van verwarmingsbuizen voor de (handdoek)radiator
4.6.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat de buizen verkeerd waren gemonteerd. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat de cv-buizen naast elkaar, aan één zijde, waren aangebracht zodat de radiator, waar de aansluitingen aan beide zijden waren, niet kon worden aangesloten. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft ter onderbouwing foto’s van de radiator ingebracht. Op die foto’s is te zien dat de cv-buizen inderdaad dicht opeen waren aangebracht (situatie op 10 juni 2022). Woodapple betwist dit ook niet. Woodapple heeft in de voorliggende correspondentie in dit verband al aangegeven, dat haar monteurs de besluiten niet nemen, dat er altijd werd overlegd met [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , dat de handdoekradiator toen nog niet aanwezig was (de kantonrechter: deze is op de foto van
10 juni 2022 ook niet waarneembaar), dat deze op twee manieren kan worden aangesloten, dat betwist wordt dat erover gesproken is dat de buizen haaks uit de muur hadden moeten komen en dat dit ook niet in het document van montage staat. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft daarop erkend althans niet betwist dat de radiator niet ter plaatse aanwezig was, maar aangevoerd dat een en ander wel zou volgen uit het document van de montage (dat ook in deze procedure niet is ingebracht) en dat de monteur anders maar had moeten vragen van welke van de twee “mogelijkheden” hij gebruik moest maken. Aan de hand van die ingebrachte foto’s is op te maken dat de leidingen op 10 juni 2022 al op deze wijze waren gelegd en dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] op 27 juni 2022, aldus al bekend met die situatie, de vloertegels reeds zelf nog heeft gelegd. Eerst daarna, in juli 2022, zijn de radiatorleidingen door een derde verlegd en is, als gevolg daarvan, de vloer door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] opnieuw gelegd. Gezien het vorenstaande heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat de cv-leidingen door toedoen van Woodapple verkeerd zijn aangelegd, waarbij aldus in aanmerking is genomen dat ook niet is onderbouwd dat de medewerker wist of kon weten dat de leidingen anders zouden moeten liggen (nog daargelaten dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de stukken heeft aangegeven dat het frezen van de leidingen al vooraf was gedaan - de kantonrechter vermag niet in te zien hoe zich dit verhoudt met de stelling dat de leidingen toch anders zouden zijn gelegd, maar hierover hebben partijen niets gesteld). Het is bovendien opmerkelijk dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in zijn emailbericht van 8 september 2022 hierover voor het eerst klaagt, nu dit beweerde gebrek al op 10 juni zo niet 27 juni al waar te nemen was. Ook dit duidt er niet op dat Woodapple door eigen toedoen fouten zou hebben gemaakt. De door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] berekende kosten van herstel - zijnde de gestelde arbeidsuren voor het verwijderen van de vloertegels, buizen en opnieuw monteren (uit de foto’s is op te maken dat die werkzaamheden wel zijn verricht, maar het aantal uren blijft bij een blote stelling) - kunnen linksom of rechtsom niet voor vergoeding in aanmerking komen. Er is niet komen vast te staan dat sprake is van een tekortkoming, er is geen verzuim ingetreden en de schade is niet onderbouwd.
[naam 3] : aansluiten wastafel
4.6.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat de afvoer van de wastafel verkeerd was gemonteerd. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat de monteur zou hebben erkend een fout te hebben gemaakt maar dat hij herstel weigerde omdat hij dan in het nieuwe wastafelmeubel zou moeten gaan zagen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] verwijst naar bijlage 8 (met arcering van de douche en de radiator), maar zonder toelichting die niet is gegeven kan de kantonrechter hierin geen steun vinden dat de afvoer bij het wastafelmeubel verkeerd zou zijn gemonteerd. Daarmee staat niet vast dat sprake is geweest van een gebrek. De kantonrechter ziet ook niet in waarom hierover niet met Woodapple zou zijn gecommuniceerd en Woodapple niet in de gelegenheid zou zijn gesteld om dit te herstellen. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] rekent op zijn beurt 4 uur voor het de- en monteren van de wastafel, maar die uren kunnen hoe dan ook niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[naam 3] : aantal uren
4.6.3.
De kantonrechter volgt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aldus wel in de stelling dat sprake was van een klein werk met een aanneemsom van € 1.800,00 tot € 2.200,00 (de kantonrechter: tussen de 25 en 35 uren). Woodapple zou ongeveer, uitgaande van € 70,00 per uur, een 36-tal uren in rekening hebben gebracht voor genoemde vier onderdelen. In bijlage 8 is aangegeven dat Woodapple op 8 juni met 4 man is begonnen, op 9 juni de hele dag heeft gewerkt, op 10 juni meer dan een halve dag heeft gewerkt, en op woensdag 30 juni. Hoewel [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] pas laat heeft geklaagd over het aantal uren, is gesteld noch gebleken dat Woodapple daardoor is benadeeld in de zin dat het niet mogelijk zou zijn geweest om het aantal gedeclareerde uren alsnog toe te lichten en onderbouwen. Nu het Woodapple is die de betaling vraagt van die 36 uren, had dit wel op diens weg gelegen. Dit is niet gebeurd.
[naam 3] : conclusie in conventie en in reconventie
4.6.4.
De kantonrechter ziet daarmee voldoende aanleiding om de hoogte van de factuur te beperken tot die € 2.200,00 aan arbeidsuren en € 191,21 aan materiaalkosten, samen € 2.391,21. Hetgeen meer is gevorderd, zal worden afgewezen. Hetgeen door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in reconventie is gevorderd, is niet toewijsbaar.
project [naam 2]
4.7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt onbetwist dat het werk bestond uit het ophangen van een wasbak en het aansluiten van de twee kranen op de bestaande aansluiting, het ophangen van het toilet waarbij het voorwerk al was gedaan, het aansluiten van een douchekraan op de bestaande aansluiting en het plaatsen van een douchewand, een dorpel en een radiator. Zoals hiervoor al is overwogen, heeft de kantonrechter dit louter monteren aangemerkt als een klein werk. Over het merendeel van de werkzaamheden zijn geen opmerkingen gemaakt, zodat die werkzaamheden in ieder geval betaald moeten worden.
[naam 2] : plaatsen glazen douchewand
4.7.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat de douchewand ondersteboven is gemonteerd en is beschadigd evenals de dorpel van graniet onder de douchewand. Woodapple erkent al in de voorliggende correspondentie dat sprake was van een beschadigde douchedeur, en gaf toen al aan dat zij heeft meegedeeld dat een nieuwe douchedeur kon worden besteld (waarna Woodapple had kunnen overgaan tot herstel) en dat vervolgens niets meer is vernomen. Dit is niet betwist. Daarmee staat vast dat sprake was van een gebrek, maar dat Woodapple geen gelegenheid is gegeven tot herstel. De kantonrechter vermag niet in te zien waarom die gelegenheid niet meer is geboden. Bij dit alles komt dat de beweerde schade hoe dan ook niet is onderbouwd. Er is geen factuur ingebracht van een nieuwe douchedeur (of dorpel waarover partijen wel twisten). Er is ook geen verklaring gegeven waarom die factuur niet is ingebracht. Het aantal uren dat met herstel gemoeid zou zijn geweest is slechts gesteld. Niet kan worden vastgesteld dat die kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, en welke kosten Woodapple zich daarmee had kunnen uitsparen indien Woodapple zelf de douchewand had vervangen (en waarmee zou kunnen worden geoordeeld dat het disproportioneel is om die kosten voor rekening van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te laten). Dit alles is dus niet het geval.
[naam 2] : radiator
4.7.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat de radiator verkeerd was aangesloten, omdat de leidingen uit de vloer kwamen. Een en ander zou op de tekening staan maar die is niet ingebracht. Uit de verklaring van [naam 2] zelf is ook niet meer op te maken dan “leidingen die uit de muur moesten komen kwamen nu uit de vloer”. Het is ook niet duidelijk welke herstelkosten in dit verband worden gevorderd. In de conclusie van eis is aangegeven dat deswege tegels zijn verwijderd bij de radiator en dat de radiator is aangepast, maar dit betreft niet meer dan een blote stelling. Zo is wel een foto ingebracht waarop een handdoekradiator is te zien waarbij de leidingen nog altijd uit de vloer komen, maar nergens blijkt uit dat tussen partijen anders was overeengekomen c.q. dat Woodapple anders had moeten weten en handelen alsook dat daadwerkelijk herstelkosten zijn gemaakt.
[naam 2] : compensatie
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt schade te hebben omdat [naam 2] minder aan hem wil betalen, dit omdat het veel langer heeft geduurd voordat de badkamer gereed was. Nu Woodapple geen gelegenheid is gegeven tot herstel, kan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] deze beweerde schade reeds hierom niet op het bord van Woodapple leggen. Dit behoeft daarmee geen verdere beoordeling.
[naam 2] : uren
4.7.3.
[naam 2] stelt dat voor dit kleine werk twee dagen voor twee personen waren ingepland, in totaal 32 uur. Woodapple heeft € 4.515,00 aan arbeidsuren in rekening gebracht, oftewel in geval van € 70,00 per uur ongeveer 65 uren. Woodapple betwist dat is overeengekomen dat de werkzaamheden op basis van 32 uur zouden worden uitgevoerd, maar daarbij is elke uiteenzetting van het aantal in rekening gebrachte uren uitgebleven. Dit had op de weg van Woodapple gelegen nu het Woodapple is die vergoeding van die uren vraagt.
[naam 2] : conclusie in conventie en in reconventie
4.7.4.
Nu gezien het vorenstaande moet worden aangenomen dat het om een klein werk ging (maximaal € 2.200,00), [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de verschuldigdheid van 32 uur x € 70,00 = € 2.240,00 aan arbeidsloon erkent (aldus ook niet meer dan een overschrijding van 10% van de overeengekomen prijs) en de materiaalkosten van € 259,69 niet gemotiveerd zijn betwist, zal de kantonrechter een bedrag van € 2.499,69 toewijzen. Hetgeen meer is gevorderd, zal worden afgewezen. Hetgeen in reconventie is gevorderd, is niet toewijsbaar. Overigens is de factuur met dit vonnis met zodanig bedrag verminderd, dat de schade met betrekking tot de douche in zoverre feitelijk gezien ruimschoots gecompenseerd wordt geacht.
Project [naam 1]
4.7.5.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt onbetwist dat de opdracht aan Woodapple was:
- het afmonteren van de badkamer,
- het plaatsen van een inbouwreservoir, drukplaat en toiletpot volgens tekening, dit binnen de toiletruimte en aan te sluiten op het bestaande leidingwerk.
De kantonrechter begrijpt dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] bedoeld heeft te stellen dat het gehele project [naam 1] tezamen was aan te merken als één klein werk (en niet: twee kleine werken). De kantonrechter ziet, zoals overwogen, geen reden om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hierin niet te volgen. Het betreffen redelijk geringe werkzaamheden.
4.7.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat het afmonteren van de badkamer niet goed is gebeurd, omdat voor de sifon onder het wastafelmeubel een flexibele kunststof buis is gebruikt in plaats van een rechte pijp met als gevolg dat het water niet goed zou weglopen. Woodapple heeft in de brief van 4 november 2022 aangegeven zich bereid te hebben verklaard om de sifon te herstellen, maar dat Woodapple hiertoe niet in de gelegenheid is gesteld. De kantonrechter maakt hieruit op dat Woodapple in zoverre erkent dat er herstelwerkzaamheden dienden te gebeuren. De kantonrechter vermag niet in te zien waarom Woodapple die gelegenheid niet is geboden. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt de sifon te hebben vervangen en hiervoor kosten te hebben gemaakt. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft hiertoe een factuur ingebracht van een derde van 18 juli 2022 ad € 112,50 (met een redelijk uurloon van € 45,00). Die factuur is door Woodapple niet weersproken. De kantonrechter zal die, anders door Woodapple gemaakte, kosten ad € 112,50 in mindering brengen op het door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] aan Woodapple te betalen bedrag.
4.7.7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] erkent dat met de oorspronkelijke opdracht, het afmonteren van de badkamer en het toilet (minimaal) 10 uren + 14 uren zou zijn gemoeid, in totaal 24 uren x € 70,00 = € 1.680,00. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vergelijkt (in de voorliggende correspondentie) het aantal uren met een, in zijn ogen, vergelijkbaar project door een derde, maar dit is verder niet onderbouwd met een gespecificeerde factuur. Aan die vergelijking wordt daarmee reeds voorbijgegaan. Woodapple heeft van zijn kant nagelaten het aantal in rekening gebrachte uren toe te lichten. Niettemin lijken de werkzaamheden ruimer dan de werkzaamheden bij [naam 3] of [naam 2] . Ongeacht of sprake is van meerwerk, begrijpt de kantonrechter dat het toilet is afgemonteerd.
meerwerk of niet
4.8.
Vaststaat dat Woodapple een geheel nieuw leidingwerk heeft aangelegd en, buiten de toiletruimte om, in de kruipruimte op het riool heeft aangesloten. Woodapple heeft in de voorliggende correspondentie in dit verband aangegeven dat de klant [naam 1] een normaal toilet had, maar graag een inbouwtoilet wilde. Hierop zou Woodapple hebben aangegeven dat, indien zij een inbouwtoilet zou realiseren, dit regelmatig verstopt zou raken vanwege het leidingwerk. De mogelijke oplossing was het leidingwerk in een rechte lijn naar beneden te brengen, zodat direct aangesloten kon worden op de leiding in de kruipruimte. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft toestemming gegeven tot die extra werkzaamheden, aldus Woodapple. Woodapple ontkent dit. De kantonrechter acht het niet aannemelijk dat Woodapple dergelijke ingrijpende werkzaamheden zou verrichten zonder opdracht van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] (of op zijn minst [naam 1] ). Opmerkelijk is in dit verband het emailbericht van [naam 1] van 4 juli 2022, waarin [naam 1] aangeeft dat de werkmensen op 7 juni 2022 zijn gestopt omdat ze geen boor hadden, dat op 13 juni 2022 een extern bedrijf, Peulen is gekomen voor te boren en dat dit vijf minuten werk was. Vervolgens staat in dit bericht: leidingwerk buiten de badkamer, (van de verwarming) hebben we geen opdracht voor gegeven (…) en bij de laatste puntjes: graag even controleren in kruipruimte wat er in de kruipruimte is gemaakt. De kantonrechter maakt hieruit veeleer op dat [naam 1] geen opdracht heeft gegeven voor (juist en enkel) het leidingwerk van de verwarming op de badkamer (maar dit is verder niet tussen partijen in geschil) en dat [naam 1] wist dat er in de vloer van de toiletruimte geboord ging worden (in plaats van slechts toestellen aandraaien), waarvoor geen andere verklaring is te geven dan dat [naam 1] die extra werkzaamheden wilde. Het is daarmee voor de hand liggend dat ofwel [naam 1] ofwel [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hiervoor opdracht heeft gegeven. Dit klemt temeer nu [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt meermaals aanwezig te zijn geweest en eerst in een zeer laat stadium, ruim na ontvangst van de factuur, aanvoert dat er toch geen opdracht lag. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft in de conclusie niet gesteld dat de klant wel opdracht heeft gegeven en die kosten op de klant moeten worden verhaald. Door slechts te ontkennen dat er opdracht is gegeven, is de kantonrechter van oordeel dat dit verweer geen doel treft. Oftewel, aangenomen wordt dat opdracht is gegeven voor het meerwerk. Hiervan uitgaande zijn de in rekening gebrachte uren niet gemotiveerd betwist.
4.8.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] stelt dat deswege sprake is van schade aan de toiletruimte, maar zonder toelichting die niet is gegeven vermag de kantonrechter niet in te zien om welke schade het gaat. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] de situatie heeft moeten terugdraaien, dit ligt ook niet in de rede nu het leidingwerk ook minder snel verstopt zou geraken.
[naam 1] conclusie in conventie en in reconventie
4.8.2.
De kantonrechter ziet aanleiding om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te veroordelen tot het betalen van € (2.200,00 + € 6,50 materiaalkosten - € 112,50 =) 2.094,00 uit hoofde van de factuur die ziet op de badkamer, en het meerdere af te wijzen. De kantonrechter ziet voorts aanleiding om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te veroordelen tot het betalen van de gehele meerwerkfactuur ad € 2.246,83.
Hetgeen in reconventie is gevorderd, is niet toewijsbaar (met dien verstande dat de kantonrechter die € 112,50 al heeft verrekend met de te betalen factuur).
verder in conventie
wettelijke rente
4.9.
De vordering om de (toe te wijzen) hoofdsommen (totaal € 9.231,73) te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf datum verzuim is niet betwist en zal worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
Woodapple vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering van € 896,02 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 836,59 bij € 9.231,73 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 836,59 toe.
4.11.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
9.231,73
- buitengerechtelijke incassokosten
836,59
totaal
10.068,32
4.12.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is de partij die overwegend ongelijk krijgt en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld, te vermeerderen met rente zoals gevorderd. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Woodapple als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
117,27
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
Totaal
2.313,27
verder in reconventie
4.13.
Gezien het vorenstaande zijn de vorderingen niet toewijsbaar en zullen deze worden afgewezen.
4.14.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is de partij die ongelijk krijgt en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld, te vermeerderen met rente zoals gevorderd. De proceskosten aan de zijde van Woodapple worden tot dit vonnis vastgesteld op € 406,00 aan salaris gemachtigde (2,00 punten x € 406,00 x 1/2 tarief).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk om aan Woodapple te betalen een bedrag van € 10.068,32, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 9.231,73 vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen telkens tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Woodapple tot dit vonnis vastgesteld op € 2.313,27, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] af,
5.6.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Woodapple tot dit vonnis vastgesteld op € 406,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op
14 februari 2024.
NIv