ECLI:NL:RBLIM:2024:740

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
10816142 CV EXPL 23-5217
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken in een civiele procedure met onbepaalde waarde

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, is op 14 februari 2024 vonnis gewezen in de zaak tussen BULLIONGROUP B.V., handelend onder de namen Holland Gold en Goudstandaard, en DYNAGROUP B.V. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.M. te Pas, heeft een vordering ingesteld die volgens haar van onbepaalde waarde is. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. A.J.J. Gunst, betwistte de bevoegdheid van de kantonrechter en stelde dat de vordering geen rol speelt bij de bepaling van de absolute bevoegdheid.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vorderingen niet in geld kunnen worden uitgedrukt en dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de vorderingen een waarde van minder dan € 25.000,00 vertegenwoordigen. Hierdoor is de kantonrechter niet bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen. De zaak is vervolgens in de staat en stand waarin deze zich bevindt, verwezen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht.

De kantonrechter heeft partijen erop gewezen dat zij in het vervolg van de procedure alleen bij advocaat kunnen procederen en dat na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd is. Dit griffierecht moet binnen vier weken na de roldatum zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of ter griffie zijn gestort. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: 10816142 CV EXPL 23-5217
Vonnis van de kantonrechter van 14 februari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BULLIONGROUP B.V., tevens handelend onder de naam Holland Gold en Goudstandaard,
gevestigd en kantoorhoudend te Alkmaar,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.W.J.M. te Pas,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DYNAGROUP B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Nuth,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. A.J.J. Gunst.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 27 december 2023
  • de akte van uitlating aan de zijde van beide partijen, genomen op de rol van 10 januari
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij rolbeschikking van 27 december 2023 heeft de kantonrechter partijen in staat gesteld zich uit te laten over de vraag welke rechter van deze rechtbank dit geschil moet behandelen.
2.2.
Eisende partij stelt dat haar vordering van onbepaalde waarde is. Het feit dat er een dwangsom is gevorderd van € 50.000,00 maakt niet de rechtbank bevoegd.
2.3.
Gedaagde partij stelt dat een dwangsom geen rol speelt bij bepaling van de absolute bevoegdheid en zij is van mening dat de kantonrechter zich bevoegd kan achten nu slechts een dwangsom en een proceskostenveroordeling is gevorderd.
2.4.
De vorderingen betreffen vorderingen om iets te doen of te laten en zijn niet op geld waardeerbaar. Zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, zoals de onderhavige, worden alleen door de kantonrechter behandeld indien duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dan € 25.000,00. Dat is hier niet het geval nu de vorderingen niet in geld kunnen worden uitgedrukt. De kantonrechter is dus niet bevoegd van de vorderingen kennis te nemen.
2.5.
De kantonrechter zal dan ook de zaak in de staat en stand waarin deze zich bevindt verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht.
2.6.
Wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedure alleen bij advocaat kunnen procederen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de civiele rolzitting voor de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van deze rechtbank, locatie Maastricht van
woensdag 28 februari 2024voor stellen advocaat,
3.2.
wijst partijen erop dat zij na verwijzing dienen te procederen bij advocaat,
3.3.
wijst eisende partij erop dat na verwijzing een verhoogd griffierecht verschuldigd is, dat deze verhoging kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat deze verhoging binnen vier weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort,
3.4.
wijst gedaagde partij erop dat na verwijzing griffierecht verschuldigd is, dat dit griffierecht kan worden afgeleid uit de meest recente griffierechttabellen op www.rechtspraak.nl en dat het griffierecht binnen vier weken na voormelde roldatum moet zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie zijn gestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH