ECLI:NL:RBLIM:2024:7588

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
10951776 \ CV EXPL 24-1007
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake overeenkomst tot aanneming van werk met geschil over oplevering en betaling

In deze zaak, die voor de Kantonrechter in Maastricht is behandeld, gaat het om een geschil tussen H.O.D.N. en een gedaagde partij over een overeenkomst tot aanneming van werk. De eiser, H.O.D.N., heeft werkzaamheden verricht aan het interieur van het bedrijfspand van de gedaagde partij, die een kapsalon, beautysalon en parfumerie exploiteert. De werkzaamheden zijn gestart in maart 2021 en de eiser heeft in totaal vijf facturen gestuurd, waarvan een bedrag van € 11.350,14 nog openstaat. De gedaagde partij heeft de betaling opgeschort, omdat zij stelt dat er gebreken zijn aan het werk.

De procedure omvatte een incidenteel vonnis van 15 mei 2024, verschillende brieven van de gemachtigden van beide partijen, en een mondelinge behandeling op 9 september 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij het werk stilzwijgend heeft aanvaard, omdat zij niet binnen een redelijke termijn heeft gereageerd op de mededeling van de eiser dat het werk klaar was voor oplevering. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij gehouden is het openstaande bedrag te betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

In reconventie heeft de gedaagde partij vorderingen ingesteld voor herstelkosten en gederfde omzet, maar deze zijn afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiser niet meer aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele gebreken, omdat het werk als opgeleverd moet worden beschouwd. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. Het vonnis is uitgesproken op 23 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10951776 \ CV EXPL 24-1007
Vonnis van 23 oktober 2024
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] H.O.D.N. [handelsnaam],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. (mr. E.M.G. Wolters),
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
gemachtigde: mr. B.A.L.H. Robijns.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 15 mei 2024;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de brief van mr. Robijns van 29 augustus 2024, met aanvullende producties 2 en 3;
- de brief van mr. Wolters van 4 september 2024, met aanvullende productie 13;
- de mondelinge behandeling van 9 september 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt, en door mr. Wolters spreekaantekeningen zijn voorgedragen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op basis van een offerte van 1 maart 2021 een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten, inhoudende dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] werkzaamheden uitvoert aan het interieur van het bedrijfspand van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (bestaande uit een kapsalon, beautysalon en parfumerie) en dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] daarvoor betaalt.
2.2.
De werkzaamheden zijn eind maart 2021 gestart.
2.3.
Op 7 november 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een ingebrekestelling gestuurd aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] waarin een niet uitsluitende opsomming is gemaakt van de gestelde gebreken.
2.4.
Op 17 februari 2023 hebben partijen samen opleverlijst opgesteld en besproken hoe [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de gebreken kan oplossen.
2.5.
Op 18 september 2023 is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestart met het uitvoeren van de opleverpunten. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft steeds tussendoor aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gecommuniceerd welke werkzaamheden hij heeft verricht. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft tussentijds niet geklaagd over de uitgevoerde werkzaamheden van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . De laatste werkzaamheden zijn uitgevoerd op 20 november 2023.
2.6.
Op 23 november 2023 heeft de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] schriftelijk aan de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] medegedeeld dat het werk klaar is om opgeleverd te worden. De gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft daarbij verzocht om binnen vijf dagen schriftelijk te bevestigen dat het werk wordt aanvaard of eventuele opleverpunten kenbaar te maken. De gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd.
2.7.
Op 30 november 2023 heeft de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] per e-mail medegedeeld dat sprake is van stilzwijgende aanvaarding, nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd, en dat het werk met ingang van 29 november 2023 als opgeleverd moet worden beschouwd. De gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verzoekt de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om het openstaande bedrag van € 11.350,14 uiterlijk op 13 december 2023 te voldoen.
2.8.
Op 4 december 2023 heeft de gemachtigde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] per e-mail aan de gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] laten weten dat een aantal gebreken nog niet naar behoren is hersteld en dat zij een lijst met gebreken zal opstellen en toesturen. Deze lijst is nooit verstrekt.
2.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft een vijftal facturen met een totaalbedrag van € 223.857,14 inclusief BTW gefactureerd aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor de werkzaamheden. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft € 212.507,00 voldaan. Het overige bedrag van € 11.350,14 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] opgeschort.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat – om bij vonnis, voor zover uitvoerbaar bij voorraad, tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 11.350,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 14 december 2023, althans de datum vanaf de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 888,50;
- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het werk stilzwijgend heeft aanvaard en dat het werk als opgeleverd moet worden beschouwd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is gehouden om het restantbedrag van € 11.350,14 te betalen.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als zijnde ongegrond en/of onvoldoende gemotiveerd, met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van deze procedure. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat sprake is geweest van stilzwijgende aanvaarding. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn de gebreken in het werk nog steeds niet hersteld en is er geen sprake geweest van oplevering.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert - samengevat – om bij vonnis:
Primair
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de herstelkosten die zijn begroot op € 58.386,89, rekening houdende met eventuele prijsstijgingen;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de gederfde omzet op de dagen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd eind 2023;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de gederfde omzet op de dagen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] herstelwerkzaamheden zal laten verrichten door [naam bv] .
Subsidiair
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de kosten van herstel zoals deze door de deskundige zal worden vastgesteld en begroot;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de gederfde omzet op de dagen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd eind 2023;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de gederfde omzet op de dagen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] herstelwerkzaamheden zal laten verrichten door [naam bv] .
Primair en subsidiair
- De primaire en subsidiaire vorderingen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] legt aan de vorderingen ten grondslag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenis uit de overeenkomst tot aanneming van werk. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] lijdt hierdoor schade. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moet deze schade vergoeden.
3.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] betwist dat sprake is van een tekortkoming. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de herstelwerkzaamheden correct uitgevoerd, het werk is opgeleverd en stilzwijgend door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aanvaard. Er is geen verder herstelwerk nodig en daarom is ook geen sprake van gederfde inkomsten vanwege een bedrijfssluiting.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Het gaat om de vraag of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gehouden is om de verbintenis uit de overeenkomst tot aanneming van werk, namelijk het betalen van het restantbedrag van € 11.350,14, na te komen. Ondanks dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dit niet expliciet heeft genoemd, begrijpt de kantonrechter dat hij zich op het standpunt stelt dat hij de betaling van dit bedrag (nog steeds) mag opschorten, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan. Voor de beoordeling van dat verweer is van belang of er sprake is van een rechtsgeldige oplevering. De kantonrechter oordeelt van wel en overweegt daarover het volgende.
Er is sprake van een rechtsgeldige oplevering en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet het restantbedrag betalen
4.2.
In artikel 7:750 lid 1 BW is bepaald wat de hoofdverplichtingen van de aannemer zijn. Eén van die verplichtingen is dat hij het door hem tot stand gebrachte werk oplevert. In artikel 7:758 BW is geregeld op welke manieren een werk kan worden opgeleverd en wat daarvan de gevolgen zijn.
4.3.
Uit artikel 7:758 lid 1 BW volgt dat indien de aannemer te kennen heeft gegeven dat het werk klaar is om te worden opgeleverd en de opdrachtgever het werk niet binnen een redelijke termijn keurt en al dan niet onder voorbehoud aanvaardt dan wel onder aanwijzing van de gebreken weigert, de opdrachtgever wordt geacht het werk stilzwijgend te hebben aanvaard. Uit het tweede lid van dit artikel volgt dat na oplevering het werk voor risico van de opdrachtgever is en uit het derde lid dat de aannemer is ontslagen voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. Deze gebreken kunnen dan dus niet meer door de opdrachtgever aan de aannemer worden tegengeworpen ter opschorting of bevrijding van zijn betalingsverplichting.
4.4.
De kantonrechter oordeelt dat sprake is geweest van een rechtsgeldige oplevering. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet binnen de gestelde termijn, maar ook niet binnen een andere redelijke termijn, kenbaar gemaakt het werk te weigeren
onder aanwijzing van de gebreken, zoals dat in artikel 7:758 BW wordt vereist. Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het werk stilzwijgend heeft aanvaard. De vraag of de gestelde termijn van vijf dagen wel of niet te kort was, behoeft naar het oordeel van de kantonrechter geen beantwoording, omdat zelfs in deze procedure door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nog steeds niet concreet is gemaakt vanwege welke gebreken hij het werk zou hebben geweigerd.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dat het werk sinds 29 november 2023 als opgeleverd moet worden beschouwd en dat eventuele toen al kenbare gebreken niet meer aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kunnen worden tegengeworpen. De kantonrechter oordeelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst tot aanneming van werk heeft voldaan. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is dan ook sinds 29 november 2023 niet langer tot opschorting gerechtigd en is gehouden om het restantbedrag van € 11.350,14 te betalen.
4.6.
De wettelijke rente over de hoofdsom zal vanaf 14 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening worden toegewezen, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vanaf die datum in verzuim is.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen
4.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 888,50 toegewezen.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet de proceskosten betalen
4.8.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.310,22
in reconventie
4.9.
Het gaat om de vraag of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nog aansprakelijk kan zijn voor eventuele gebreken aan het werk. De kantonrechter oordeelt van niet en overweegt daarover het volgende.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan niet meer aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gebreken
4.10.
Zoals in de beoordeling in conventie is overwogen moet het werk vanaf 29 november 2023 als opgeleverd worden beschouwd. Vanaf dat moment is het werk voor risico van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gekomen. Bovendien kan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vanaf de oplevering niet meer aansprakelijk worden gesteld voor gebreken die bij de oplevering kenbaar waren. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft niet gesteld dat er gebreken zijn die bij de oplevering niet ontdekt hadden kunnen worden. Dit betekent dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet meer aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele gebreken. De vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet worden verworpen.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft onvoldoende gesteld welke concrete gebreken er zijn
4.11.
De kantonrechter overweegt ten overvloede dat op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de plicht rust om te stellen dat er concrete gebreken zijn aan het werk. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft, zelfs in deze procedure, nagelaten om een concrete opsomming van de vermeende gebreken te maken. Het – zonder toelichting – overleggen van een hoeveelheid foto’s voorafgaand aan de mondelinge behandeling is onvoldoende. Ook om deze reden ligt de vordering voor afwijzing gereed.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] moet de proceskosten betalen
4.12.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
1.630,00
(2 punten × € 815,00)
Totaal
1.630,00

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen een bedrag van € 11.350,14 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom, met ingang van 14 december 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen € 888,50 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten van € 1.310,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] af,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten van € 1.630,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.7.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling van de kosten van betekening als [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V. Steijvers en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.