Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de akte van Adrem
- de akte van [gedaagde] .
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert Adrem B.V., vertegenwoordigd door Haenen Gerechtsdeurwaarders, betaling van schadevergoeding van de gedaagde partij, die een meubelbakwagen had gehuurd. De huurovereenkomst bevatte bepalingen over schade en aansprakelijkheid. De gedaagde heeft de auto op 9 september 2020 gehuurd en bij terugbrenging was er schade aan de auto. Adrem heeft het eigen risico van € 500,00 in rekening gebracht, maar stelt ook dat er bovenhoofdse schade was die niet verzekerd was. De gedaagde heeft de schade betwist en stelt dat de schade aan de voorzijde van de auto was, waarvoor hij het eigen risico had betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat niet bewezen is dat de bovenhoofdse schade is ontstaan tijdens de huurperiode. Hierdoor is de vordering van Adrem tot schadevergoeding afgewezen. De rechter heeft Adrem ook veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, vastgesteld op € 677,50.