ECLI:NL:RBLIM:2024:837

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10669994 / CV EXPL 23-3689
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.C. Hagedoorn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis en proceskostenveroordeling in geschil over energiecontracten

In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een verstekvonnis van 7 juni 2023. De oorspronkelijke eisende partij, Enexis Netbeheer B.V., had [gedaagde, eiser in verzet] gedagvaard omdat er geen energiecontract was voor de elektriciteits- en gasaansluitingen op het adres van [gedaagde, eiser in verzet]. Het verstekvonnis verklaarde dat Enexis gerechtigd was om de aansluiting te onderbreken en [gedaagde, eiser in verzet] te veroordelen om de werkzaamheden te gedogen. [gedaagde, eiser in verzet] kwam echter in verzet tegen dit vonnis, stellende dat er inmiddels een energiecontract was afgesloten voor de tweede aansluiting en dat Enexis geen belang meer had bij haar vorderingen.

De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde, eiser in verzet] ontvankelijk was in het verzet en dat het verstekvonnis vernietigd moest worden. De rechter concludeerde dat Enexis onvoldoende had onderbouwd waarom [gedaagde, eiser in verzet] verplicht was om ook voor de tweede aansluiting een energiecontract af te sluiten, vooral omdat er al sinds 14 april 2023 een nieuw contract was. De kantonrechter wees de vorderingen van Enexis af en veroordeelde Enexis in de proceskosten van [gedaagde, eiser in verzet], die werden begroot op € 540,42.

Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen netbeheerders en consumenten, vooral in situaties waar meerdere aansluitingen en contracten betrokken zijn. De beslissing van de kantonrechter toont aan dat de rechten van de consument gewaarborgd moeten blijven, zelfs in gevallen van vermeende contractbreuk.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
kantonrechter
locatie Maastricht
zaaknummer/rolnummer: 10669994 / CV EXPL 23-3689
Vonnis in verzet van 21 februari 2024
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
oorspronkelijk eisende partij,
gedaagde partij in het verzet,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde, eiser in verzet],
wonende te [woonplaats] ,
oorspronkelijk gedaagde partij,
eisende partij in het verzet,
gemachtigde: mr. K.J.C. van Bekkum.
Partijen worden hierna Enexis en [gedaagde, eiser in verzet] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verstekvonnis van 7 juni 2023 met zaaknummer 10465249 / CV EXPL 23-1658 (hierna: “het verstekvonnis”) en de daarin genoemde inleidende dagvaarding van 22 maart 2023,
- de verzetdagvaarding van 28 juli 2023,
- de rolbeschikking van 16 augustus 2023, waarbij de zaak door de kantonrechter te Roermond is verwezen naar de kantonrechter te Maastricht,
- de conclusie van antwoord in het verzet tevens vermindering van eis,
- de conclusie van repliek in het verzet.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1.
[gedaagde, eiser in verzet] is woonachtig op het adres [adres] te [woonplaats] . Enexis is de netbeheerder voor dit adres en stelt de elektriciteits- en gasaansluitingen beschikbaar. Enexis heeft [gedaagde, eiser in verzet] gedagvaard omdat er sinds 24 maart 2022 geen sprake was van een energiecontract met een energieleverancier, terwijl wel gebruik werd gemaakt van het energienet. Omdat Enexis als beheerder geen energie mag leveren, is zij in zo’n situatie verplicht het transport van energie te beëindigen. De kantonrechter heeft in het verstekvonnis van 7 juni 2023 kort gezegd voor recht verklaard dat Enexis gerechtigd is de aansluiting(en) op het betreffende adres te onderbreken en heeft [gedaagde, eiser in verzet] veroordeeld om die werkzaamheden te gedogen en de ruimte die Enexis daarvoor moet betreden, te ontruimen. [gedaagde, eiser in verzet] is ook veroordeeld om de meter(s) af te geven en is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Enexis.
2.2.
[gedaagde, eiser in verzet] is bij dagvaarding van 28 juli 2023 in verzet gekomen tegen het verstekvonnis. Zij heeft erop gewezen dat sprake is van twee aansluitingen op het adres, waarvan zij er maar één gebruikt. Daarvoor heeft ze een contract met een energieleverancier. Uit de conclusie van antwoord in verzet van Enexis volgt dat er inmiddels ook voor de tweede aansluiting sprake is van een nieuw energiecontract, zodat Enexis geen belang meer heeft bij haar vordering om de aansluiting te onderbreken. Enexis heeft haar eis verminderd: zij vordert alleen nog betaling van de proceskosten door [gedaagde, eiser in verzet] . Die vordering zal worden afgewezen. Enexis heeft, mede gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde, eiser in verzet] , namelijk onvoldoende onderbouwd waarom op [gedaagde, eiser in verzet] de verplichting rustte om ook voor de tweede aansluiting op het adres [adres] een energiecontract af te sluiten. Zoals Enexis heeft aangevoerd is er bovendien al sinds 14 april 2023 sprake van een nieuw energiecontract. Dit betekent dat Enexis al vóór het wijzen van het verstekvonnis geen belang meer had bij haar vorderingen. Van een veroordeling van [gedaagde, eiser in verzet] in de proceskosten van Enexis kan ook daarom geen sprake zijn. Enexis zal op haar beurt de proceskosten van [gedaagde, eiser in verzet] moeten betalen. Hierna zal worden toegelicht hoe de kantonrechter tot dit oordeel is gekomen.
[gedaagde, eiser in verzet] is ontvankelijk in het verzet en het verstekvonnis wordt vernietigd
2.3.
[gedaagde, eiser in verzet] is tijdig en op de juiste wijze in verzet gekomen tegen het verstekvonnis, zodat zij in haar verzet kan worden ontvangen.
2.4.
Aangezien Enexis geen belang meer heeft bij de toegewezen verklaring voor recht en de veroordelingen van [gedaagde, eiser in verzet] uit het verstekvonnis, en haar vordering heeft verminderd tot alleen de proceskosten, zal het verstekvonnis worden vernietigd en wordt opnieuw uitspraak gedaan.
Beoordeling proceskosten
2.5.
Enexis vordert dat [gedaagde, eiser in verzet] wordt veroordeeld in de kosten van het geding, waaronder het salaris van de gemachtigde van € 187,- voor het opstellen van de dagvaarding, of anders een in goede justitie door de kantonrechter te bepalen bedrag. Ter onderbouwing van haar vordering voert Enexis aan dat [gedaagde, eiser in verzet] ondanks voldoende tijd en mogelijkheden om een (nieuw) energiecontract af te sluiten en de pogingen en sommaties van Enexis om haar hiertoe aan te zetten, deze tijd en kansen niet heeft benut. Enexis was daarom wel genoodzaakt om de procedure te starten. Zij stelt dat [gedaagde, eiser in verzet] de dagvaarding op 22 maart 2023 heeft ontvangen en de proceskosten verschuldigd zijn omdat ook voor de eerste zittingsdag geen energiecontract was afgesloten. Dat later alsnog een contract is afgesloten doet hier niet aan af, aldus Enexis.
2.6.
De kantonrechter begrijpt uit de verzetdagvaarding van [gedaagde, eiser in verzet] dat zij wil dat Enexis in haar proceskosten wordt veroordeeld.
2.7.
Tussen partijen is niet in geschil dat Enexis een aansluiting mag verwijderen, en dat in rechte kan vorderen, indien geen sprake is van een contract met een energieleverancier. [gedaagde, eiser in verzet] heeft in haar verzetdagvaarding van 28 juli 2023 aangevoerd dat zij nooit een schriftelijk of telefonisch verzoek heeft ontvangen om toegang tot de meterkast te verlenen. Zij voert aan dat haar post voortdurend wordt bezorgd op nummer 156 in plaats van op nummer 156A en dat zij de post vervolgens niet van haar buren ontvangt. Daarnaast wijst [gedaagde, eiser in verzet] erop dat het pand dat zij bewoont bestaat uit een appartement boven een leegstaand winkelpand en dat sprake is van twee meterkasten; een voor de woning en een voor de winkel. De tweede meter is voor haar niet nodig en zij is bereid medewerking te verlenen aan de afsluiting daarvan. Zij heeft geen toegang tot het leegstaande winkelpand. De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van [gedaagde, eiser in verzet] dat zij zelf niet zonder contract gebruik heeft gemaakt van energie, maar dat alleen voor de tweede meter op haar adres geen sprake was van een energiecontract. Zij huurt een woonruimte maar huurt niet ook de winkel dus stelt dat ze niets te maken heeft met die meter.
2.8.
Gelet op wat [gedaagde, eiser in verzet] heeft aangevoerd, heeft Enexis onvoldoende gemotiveerd waarom op [gedaagde, eiser in verzet] de verplichting rustte om ook voor de tweede aansluiting op haar adres, waar zij geen gebruik van maakte en die niet bij het door haar gehuurde hoorde, een energiecontract af te sluiten. Of de verschillende brieven die Enexis heeft overgelegd [gedaagde, eiser in verzet] hebben bereikt, is niet relevant. Ook indien [gedaagde, eiser in verzet] wél kennis heeft genomen van deze brieven, geldt namelijk dat zij hieruit niet heeft hoeven afleiden dat zij actie moest ondernemen, nu zij immers zelf, zo begrijpt de kantonrechter, wél beschikt over een overeenkomst met een energieleverancier. Enexis wist van de twee aansluitingen / meterkasten op het betreffende adres. Uit de vastlegging van de afsluitbezoeken blijkt ook dat Enexis wist dat (ook) sprake was van een leegstaande winkel. Reeds op basis hiervan bestaat er geen aanleiding om de proceskosten van Enexis desondanks voor rekening van [gedaagde, eiser in verzet] te laten komen.
2.9.
De kantonrechter concludeert dat de proceskosten ook niet voor rekening van [gedaagde, eiser in verzet] moeten komen, omdat er sinds 14 april 2023 wél sprake is van een nieuw energiecontact voor de tweede aansluiting. In haar conclusie van antwoord merkt Enexis op dat zij er gedurende de procedure in eerste aanleg mee bekend is geworden dat er nadien nog een energiecontract is afgesloten. Enexis heeft de procedure op dat moment niet ingetrokken, waarna het verstekvonnis van 7 juni 2023 is gewezen. Dat [gedaagde, eiser in verzet] op de hoogte was van het nieuwe contract, zoals Enexis aanvoert, volgt de kantonrechter niet. Als zij op de hoogte was geweest had zij immers niet in haar verzetdagvaarding van 28 juli 2023 aangegeven bereid te zijn medewerking te verlenen aan afsluiting van de aansluiting. Het verzet door [gedaagde, eiser in verzet] was niet nodig geweest als Enexis haar vordering voor het verstekvonnis had ingetrokken of bijvoorbeeld aan [gedaagde, eiser in verzet] had medegedeeld dat het verstekvonnis niet geëxecuteerd zal worden. Enexis wordt gelet op deze omstandigheden, en als de in het ongelijk gestelde partij in deze procedure, veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde, eiser in verzet] . Deze kosten worden begroot op € 132,42, voor de verzetdagvaarding en € 408,- voor het salaris van de gemachtigde (2 punten x tarief € 204,-). Samen is dat € 540,42.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het tussen partijen gewezen verstekvonnis van 7 juni 2023 met zaaknummer/rolnummer 10465249 / CV EXPL 23-1658;
3.2.
wijst de vorderingen van Enexis af;
3.3.
veroordeelt Enexis in de proceskosten van [gedaagde, eiser in verzet] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 540,42.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C. Hagedoorn, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2024.