ECLI:NL:RBLIM:2024:837
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van verstekvonnis en proceskostenveroordeling in geschil over energiecontracten
In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een verstekvonnis van 7 juni 2023. De oorspronkelijke eisende partij, Enexis Netbeheer B.V., had [gedaagde, eiser in verzet] gedagvaard omdat er geen energiecontract was voor de elektriciteits- en gasaansluitingen op het adres van [gedaagde, eiser in verzet]. Het verstekvonnis verklaarde dat Enexis gerechtigd was om de aansluiting te onderbreken en [gedaagde, eiser in verzet] te veroordelen om de werkzaamheden te gedogen. [gedaagde, eiser in verzet] kwam echter in verzet tegen dit vonnis, stellende dat er inmiddels een energiecontract was afgesloten voor de tweede aansluiting en dat Enexis geen belang meer had bij haar vorderingen.
De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde, eiser in verzet] ontvankelijk was in het verzet en dat het verstekvonnis vernietigd moest worden. De rechter concludeerde dat Enexis onvoldoende had onderbouwd waarom [gedaagde, eiser in verzet] verplicht was om ook voor de tweede aansluiting een energiecontract af te sluiten, vooral omdat er al sinds 14 april 2023 een nieuw contract was. De kantonrechter wees de vorderingen van Enexis af en veroordeelde Enexis in de proceskosten van [gedaagde, eiser in verzet], die werden begroot op € 540,42.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie tussen netbeheerders en consumenten, vooral in situaties waar meerdere aansluitingen en contracten betrokken zijn. De beslissing van de kantonrechter toont aan dat de rechten van de consument gewaarborgd moeten blijven, zelfs in gevallen van vermeende contractbreuk.