ECLI:NL:RBLIM:2024:8506

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
22 november 2024
Zaaknummer
03.221903.24; 03.275778.23 (ttz.gev.); 03.056622.24 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag, mensenhandel en bezit van hasjiesj door verdachte

Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven. De verdachte heeft op 29 juli 2023 geprobeerd [slachtoffer 1] te doden door hem met een scherp voorwerp in het hoofd en de nek te steken. De rechtbank oordeelt dat de verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld, wat de poging tot doodslag wettigt. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan mensenhandel door twee minderjarigen, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], te strikken voor drugshandel in het buitenland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte deze minderjarigen heeft aangestuurd en hen heeft uitgebuit, wat leidt tot een veroordeling voor mensenhandel. Tot slot heeft de verdachte op 26 december 2023 hasjiesj in zijn bezit gehad, wat ook bewezen is verklaard. De rechtbank legt een gevangenisstraf van vijf jaar op, met aftrek van het voorarrest, en wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers : 03.221903.24; 03.275778.23 (ttz.gev.); 03.056622.24 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 november 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2003,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
op dit moment gedetineerd in [naam PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.L.P. Biesmans, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 november 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Het slachtoffer in de zaak met parketnummer 03.275778.23, [slachtoffer 1] , heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord mr. R. Odink, advocaat kantoorhoudende te Maastricht. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
03.275778.23
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 29 juli 2023 heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te doden (primair) dan wel zwaar letsel toe te brengen (subsidiair) door hem met een mes, glasscherf en/of sleutel, in ieder geval een scherp en/of puntig voorwerp in het hoofd, de nek en/of de hals te steken.
03.221903.24
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte zich in de periode van 10 juni 2023 tot en met 20 oktober 2023 al dan niet samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting van twee minderjarige personen.
03.056622.24
De verdenking komt er – na de wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van
5 november 2024 – kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte op 26 december 2023 ongeveer 31,11 gram hasjiesj in zijn bezit heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten onder de parketnummers 03.275778.23 (primair), 03.221903.24 en 03.056622.24.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van parketnummer 03.275778.23 vrijspraak bepleit van het primair tenlastegelegde en heeft daartoe aangevoerd dat de aanmerkelijke kans op de dood niet kan worden aangenomen en dat de aard van de verwondingen niet past bij het tenlastegelegde steken. Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsvrouw er primair op gewezen dat de aard van de verwondingen niet past bij het tenlastegelegde steken en heeft zij zich subsidiair gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 03.221903.24 heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak van gedachtestreepjes 1, 2, 4 en 5 en vrijspraak van het tenlastegelegde medeplegen bepleit. In de zaak met parketnummer 03.056622.24 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
03.275778.23 [1]
Bewijsmiddelen
De rechtbank oordeelt het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en bezigt daarbij de volgende bewijsmiddelen – zakelijk weergegeven.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] : [2]
Op 29 juli [2023] stond ik voor de café [naam café] in Maastricht. Hier werd ik plotseling met een scherp voorwerp, achter in mijn nek gestoken. Ik voelde pijn en ik voelde bloed uit mijn nek druppelen. Ik heb een wond op mijn hoofd, aan de rechterbovenkant.
Een geschrift, de geneeskundige verklaring van [slachtoffer 1] , opgemaakt door [naam] (Spoedeisende hulp): [3]
De persoon werd onderzocht op 29 juli 2023.
Uitwendig waargenomen letsel: snijwond rechts in de nek ± 8 centimeter lengte en 4-tal kleinere snijwonden op de behaarde hoofdhuid.
De wonden zijn op de Spoedeisende hulp gespoeld, enkele glassplinters zijn verwijderd, de wonden zijn gehecht. Geschatte duur van genezing: 1 week.
Het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving beelden cameratoezicht): [4]
Ik zag op de camera PM 01-53.1 Markt Boschstraat vanaf tijdstip 4:29 uur onder andere:
Verdachte om 4:47:02 uur de straat oversteekt richting het café [naam café] en naast de ruit van het café gaat staan, tegen een muur.
Verdachte kijkt de hele tijd in de richting van het slachtoffer die onder de luifel staat.
Het slachtoffer loopt schuin rechts om 04:47:17 uur onder de luifel vandaan met andere personen richting de straat.
Het slachtoffer heeft al die tijd geen (oog)contact met de verdachte; noch kijkt deze in de
richting van verdachte.
De verdachte doet om 04:47:19 uur een stap naar voren naar het slachtoffer en haalt meerdere malen snel uit (lijkende op steekbewegingen) met zijn rechterhand naar de nek/hoofd van het slachtoffer.
Het slachtoffer staat voor de ingang van het café en grijpt naar zijn nek met zijn rechterhand.
De beelden – camera PM 01-53.1 Markt Boschstraat: [5]
De rechtbank heeft op de beelden – camera PM 01-53.1 Markt Boschstraat – waargenomen dat de verdachte kennelijk iets vastheeft in zijn hand, waarmee hij later de stekende bewegingen maakt.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 5 november 2024, voor zover inhoudende:
Ik heb de beelden gezien en ik herken mijzelf op de beelden.
Het proces-verbaal van bevindingen (hoed [slachtoffer 1] ): [6]
Ik hoorde [slachtoffer 1] zeggen dat hij tijdens het incident een zwart hoedje droeg. Ik zag dat [slachtoffer 1] mij dit hoedje toereikte. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] zei: ‘Achteraf schrok ik toen ik mijn hoedje zag. Je ziet de scheuren in het hoedje waar die persoon mij gestoken heeft. Ik zou dit hoedje graag aan jullie geven zodat jullie het kunnen onderzoeken’.
Ik nam het hoedje in beslag. Ik kan het hoedje als volgt omschrijven: zwart hoedje, geblokt patroon, vier insnijdingen aan de zijkant van het hoedje, insnijdingen van respectievelijk 3, 4, 3,5, en 3 centimeter.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, het beschadigingsonderzoek aan een hoed naar aanleiding van een geweldsincident in Maastricht op 29 juli 2023: [7]
Vraagstelling:
Is het hoofddeksel doorstoken met een mes, een sleutel of glas?
[…]
In de hoed zijn drie gebieden met beschadigingen aangetroffen. De beschadigingen bevatten rechte draadeinden en zijn deels diagonaal ten opzichte van het weefsel georiënteerd. Deze kenmerken laten zien dat zij zijn veroorzaakt door een scherp voorwerp. In één van de beschadigingen is een deeltje aangetroffen met de visuele kenmerken van een stukje glas.
De kenmerken van de beschadigingen passen
goedbij het doorsteken met gebroken glas.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt aan de hand van de bewijsmiddelen vast dat de verdachte aangever op
29 juli 2023 meerdere malen met kracht met een scherp en/of puntig voorwerp in het hoofd en de nek heeft gestoken. Aangever heeft daardoor een wond rechts in de nek van ongeveer
8 centimeter en een 4-tal kleinere wonden op de hoofdhuid opgelopen. Uit de wonden zijn enkele glassplinters verwijderd en de wonden zijn gehecht.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of sprake is van poging tot doodslag, zoals primair is tenlastegelegd. Om te kunnen komen tot een bewezenverklaring van een poging tot doodslag is vereist dat de verdachte minimaal voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van aangever. Van voorwaardelijk opzet is sprake als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het eventuele gevolg, in dit geval de dood, heeft aanvaard.
Ten tijde van het incident stond het slachtoffer met zijn rug naar de verdachte toe. Hij was zich van geen kwaad bewust. Verdachte heeft hem toen onverhoeds en met kracht een aantal malen met een scherp en/of puntig voorwerp in het hoofd en de nek gestoken.
Het is een feit van algemene bekendheid dat zich, met name in de nek/hals-regio, vitale delen (zoals halsslagaders en luchtpijp) bevinden waarvan beschadiging tot de dood kan leiden. De lengte dan wel diepte van de veroorzaakte wond doet daar niet aan af. Wanneer een slagader of luchtpijp wordt geraakt, is de kans op de dood aanmerkelijk.
Door dan te handelen zoals verdachte gedaan heeft, te weten het meermalen onverhoeds en met kracht insteken op het hoofd en de nek van een slachtoffer dat geen aanval verwacht en zich dus moeilijker aan de aanval kan onttrekken, kunnen de gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer gericht op de dood van de aangever, dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte op z’n minst genomen bewust de aanmerkelijke kans op de dood van de aangever heeft aanvaard. De verdachte was – naar eigen zeggen – behoorlijk onder invloed van alcohol en het speelde zich af in een situatie, waarbij de verdachte geen controle had over de reactie en bewegingen van aangever en hem op vitale – en dus mogelijk dodelijke – plekken had kunnen raken.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het primair tenlastegelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.
03.221903.24 [8]
Bewijsmiddelen
De rechtbank oordeelt dit feit wettig en overtuigend bewezen en bezigt de volgende bewijsmiddelen – zakelijk weergegeven.
Het proces-verbaal van bevindingen (verdenking): [9]
Op 10 juni 2023 werden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] als vermist opgegeven nadat ze beide, samen, waren weggelopen uit de jeugdinstelling [naam jeugdinstelling] te Heerlen. Hiervan werd een registratie (PL2300-2023089132-1) aangemaakt met de volgende informatie:
10 juni 2023 vermissing minderjarige personen:
- [slachtoffer 2] (man), geboren op [geboortedatum 2] 2007 te [geboorteplaats 2] ;
- [slachtoffer 3] (man), geboren op [geboortedatum 3] 2006 te [geboorteplaats 2] .
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mobiele telefoon): [10]
Op vrijdag 28 juli 2023 werd een mobiele telefoon, merk Samsung, type Galaxy S9, voorzien van het IMEI [IMEI-nummer] onder [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2006, inbeslaggenomen. De inbeslagname volgde naar aanleiding van een vermissing van die [slachtoffer 2] en een ernstig incident gepleegd in België te Oostende.
Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de gebruiker van dit toestel [slachtoffer 3] , geboren [geboortedatum 2] 2007 te [geboorteplaats 2] , betreft. […]
Bevindingen chatgesprekken: Sms-gesprek tussen gebruiker toestel en [telefoonnummer 1] .
Uit het sms-gesprek blijkt dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] de gebruiker van het toestel aanstuurt, deze aansturing omvat het vervoer naar Oostende, het verblijf, de bevoorrading van verdovende middelen en de handel in verdovende middelen. De gebruiker van het toestel rapporteert regelmatig aan de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] welke vervolgens de gebruiker van het toestel weer van opdrachten voorziet. Onderstaand enkele fragmenten uit dit gesprek:
18 juni 2023
[telefoonnummer 1] : Yo
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Yo bereik s slecht in trein
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Moet vlgns mij nog 1 halte man
[telefoonnummer 1] : Oke
[telefoonnummer 1] : Als het goed is kom je 8 uur aan
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jaman hoelaat heb ik trein terug weetje da
[telefoonnummer 1] : Vlgsmij 9 uur
[telefoonnummer 1] : Heb je nog doekoe opzak
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Is t de trein bruxelles midi die k moet
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Hebben
[telefoonnummer 1] : Nee
[telefoonnummer 1] : Gwn naar oostende
[telefoonnummer 1] : Hij vertrekt om 9 uur
[telefoonnummer 1] : Kijk op die grote bord
[telefoonnummer 1] : Waar je die ziet staan en welkenperron
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jaman, zie t nu
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Heb je t nummer van die andere boykie
[telefoonnummer 1] : Yo
[telefoonnummer 1] : Als je dr bijna bent
[telefoonnummer 1] : Zeg ne
[telefoonnummer 1] : Dan laat k iem na onder kome
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jatog rijden nu van Brugge weg
[telefoonnummer 1] : Oke
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Yo sms of bel me voor waar k h3eb moet
19 juni 2023
[telefoonnummer 1] : Komt iem nu voor 15 gr en 1hele melk
[telefoonnummer 1] : Over 10 min
[telefoonnummer 1] : Bij platje
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Ai jatoch 220 toch
[telefoonnummer 1] : Jamn
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Aight
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Heb die van 20 gehad die van 15 moet nog komen
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Komt die van 15 nog
[telefoonnummer 1] : Ja broer als goed is wel
[telefoonnummer 1] : Maar maak rondje
[telefoonnummer 1] : Gewoon
[telefoonnummer 1] : Je moet niet daar blijve timere
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Si
[telefoonnummer 1] : Hij s daar
[telefoonnummer 1] : Vn 15
[telefoonnummer 1] : Ai
Gebruiker Samsung Galaxy S9: De doekoe die k nu heb zou k die al droppen bij hotel of beste nog bijhouden
[telefoonnummer 1] : Ja drop die
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jatoch
20 juni 2023
[telefoonnummer 1] : Tog
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jaman 105 in totaal op zak
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Hoelaat is lange hier
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Weetje dat
[telefoonnummer 1] : Rond de middag man
[telefoonnummer 1] : Hoezo
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jatoch als deze pakketje op is wat die had gemaakt heb ik geen nieuwe meer
[telefoonnummer 1] : Ja k weet
[telefoonnummer 1] : Kom zo iem voor 2x5gr
[telefoonnummer 1] : Betaalt 169
[telefoonnummer 1] : 160
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Zeg dat die pauluskerk komt platje zijn ze aan t werken
[telefoonnummer 1] : Ja brodeze clann komt vn ver man
[telefoonnummer 1] : Hij weetniet
[…]
[telefoonnummer 1] : Yo
[telefoonnummer 1] : Komt nu iem
[telefoonnummer 1] : Par minute
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Voor wat
[telefoonnummer 1] : Voor 5
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Ai
[telefoonnummer 1] : 5
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jatoch wr s lange want hijs ni hotel
[telefoonnummer 1] : Kom ook iemand voor 50gr trouwens
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Yo
[telefoonnummer 1] : Pauluskerk
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Hvl euro is da
[telefoonnummer 1] : Was die melk gelukt
[telefoonnummer 1] : 500€
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Jaman melk s gelukt
[telefoonnummer 1] : Allebie gwn gelukt
23 juni 2023
Gebruiker Samsung Galaxy S9: We hebben 1 van 30 en 1 van 20 geholpen nu
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Gaan nu die melk halen
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Yo zouden we tabakkas kunnen halen voor 8 eu en dat die je in houd van m’n doekoetje straks
[telefoonnummer 1] : Jaman isg
[…]
[telefoonnummer 1] : Jo
Gebruiker Samsung Galaxy S9: €2950
29 juni 2023
[telefoonnummer 1] : Met welke pakket
[telefoonnummer 1] : Bn je buite gegaan
[telefoonnummer 1] : Gwn die oude sanni
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Niet met pakket
[telefoonnummer 1] : Niet die nieuwe
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Ja
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Oude
[…]
[telefoonnummer 1] : Er waren toch nog 13 halfjes
[telefoonnummer 1] : Op begin van de dag
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Nee k had er maar 3 me mattie had die andere op zak
30 juni 2023
[telefoonnummer 1] : Yo
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Die Iphone is hoofdpijn nu bro berichten komen niet meer aan als k je stuur
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Als er clannies zijn sms me op deze van me mattie
[telefoonnummer 1] : Ahh
Gebruiker Samsung Galaxy S9: We hebben nog 6 halvjes 2 lottos 2 van 10
[telefoonnummer 1] : Zijn jullie bijna ho
Gebruiker Samsung Galaxy S9: Nee we zijn in die park
Gebruiker Samsung Galaxy S9: We lopen nu HO dan kan ik me Iphone ff laden enz
Onderzoek GPS gegevens
Ik zag dat er 393 GPS registraties op het toestel aanwezig waren, waarvan er 337 uitkwamen op de [adres] te Oostende (België). Ik zag dat dit Hotel [naam hotel] betrof.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mobiele telefoon): [11]
[…]
Bevindingen chatgesprekken: Sms-gesprek tussen [slachtoffer 2] en [telefoonnummer 1]
Er werden 143 sms-berichten op het toestel van [slachtoffer 2] aangetroffen. Deze berichten werden verstuurd tussen [slachtoffer 2] en [telefoonnummer 1] . Deze conversatie heeft plaatsgevonden in de periode tussen 10 juli 2023 en 13 juli 2023. Uit het sms-gesprek blijkt dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] [slachtoffer 2] aanstuurt, deze aansturing omvat het vervoer naar Oostende, het verblijf, de bevoorrading van verdovende middelen en de handel in verdovende middelen. [slachtoffer 2] rapporteert regelmatig aan de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] welke vervolgens [slachtoffer 2] weer van opdrachten voorziet.
10 juli 2023
[slachtoffer 2] : Yo 1 van 5 s gelukt
[telefoonnummer 1] : Ja en die andere
[telefoonnummer 1] : Zo franca
[telefoonnummer 1] : Gezien?
[slachtoffer 2] : Nee
[telefoonnummer 1] : Is bmw
[telefoonnummer 1] : Kijk eens
[telefoonnummer 1] : In die straat
[slachtoffer 2] : 5 vr 70?
[slachtoffer 2] : Klopt da
[telefoonnummer 1] : Ja
[slachtoffer 2] : Heb nog tabbas gehaald
11 juli 2023
[telefoonnummer 1] : Broer
[telefoonnummer 1] : Je weet tot je trein van 7:44
[telefoonnummer 1] : Moet pakken he broer
[slachtoffer 2] : Jaman hlt is lange hier
[telefoonnummer 1] : Broer Weetnie
[telefoonnummer 1] : Zorg gwn tot je die trein hebt gepakt
[telefoonnummer 1] : Verslaap je niet he
[slachtoffer 2] : Nee bro komt goed
12 juli 2023
[slachtoffer 2] : Yo
[slachtoffer 2] : De wifi doet t niet van HO
[telefoonnummer 1] : Yo
[telefoonnummer 1] : Oke haal data voor je
[slachtoffer 2] : Ai thanks
[telefoonnummer 1] : Joww
[slachtoffer 2] : Yo
[slachtoffer 2] : Wat had die nodig
[slachtoffer 2] : 5 en 2 halve tog
[telefoonnummer 1] : 5gr
[telefoonnummer 1] : En twee halve
[telefoonnummer 1] : Ja
[telefoonnummer 1] : Ga snel
[slachtoffer 2] : Ai
[slachtoffer 2] : Hijs gelukt hij had ma 120
[slachtoffer 2] : Jstoch ben ho
[telefoonnummer 1] : Jatog
[telefoonnummer 1] : Laad je phona op
[slachtoffer 2] : Ai isgoed
[slachtoffer 2] : 239.70
[telefoonnummer 1] : Kan niet broer
[telefoonnummer 1] : Hoe bedoel je
[telefoonnummer 1] : 102 + 120 + 120
[slachtoffer 2] : Ja die 102 heb k al aan lange gegeven
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 5 november 2024, voor zover inhoudende:
Het telefoonnummer dat eindigt op [telefoonnummer 1] is mijn telefoonnummer. Het klopt dat ik die berichten heb gestuurd. Het kan kloppen dat de berichten over drugs gaan.
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek aan telefoon [verdachte] met betrekking tot telefoonnummers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ): [12]
[…]
Ik zag dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] van [slachtoffer 2] tweemaal voorkwam in de contacten van de mobiele telefoon gebruikt door [verdachte] .
Ik zag dat er 12 keer ingebeld werd door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Ik zag dat er 183 keer uitgebeld werd naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Ik zag dat er op 10 juli 2023 20:10 uur een inkomende oproep binnengekomen was van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mobiele telefoons [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op signalen mensenhandel): [13]
[…]
Het toestel (Huawei, type P30 lite) van [slachtoffer 2] had tussen 10 juli 2023 te 14:43:05 uur en 18 juli 2023 21:17:19 uur in totaal 66 keer telefonisch spraakcontact met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit betreffen zowel inkomende en uitgaande als gemiste oproepen.
[…]
Het toestel (Samsung, type Galaxy S9) van [slachtoffer 3] had tussen 18 juni 2023 te 18:24:09 en 4 juli 2023 10:36:27 uur in totaal 151 keer telefonisch spraakcontact met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit betroffen zowel inkomende en uitgaande als gemiste oproepen.
Bewijsoverweging
Om tot een bewezenverklaring van mensenhandel in de zin van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht te komen, moet sprake zijn van een gedraging onder uitoefening van dwang met het oogmerk van uitbuiting van de ander. Aan de verdachte zijn de volgende varianten tenlastegelegd: lid 1 onder 2 (een ander vervoeren en/of overbrengen, met het oogmerk van uitbuiting van die ander, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt), lid 1 onder 4 (door misbruik van een kwetsbare positie een ander dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten het handelen in verdovende middelen) en lid 1 sub 6 (opzettelijk voordeel trekken uit uitbuiting van een ander).
Indien het slachtoffer minderjarig is, is het gebruik van de genoemde dwangmiddelen niet vereist voor strafbaarheid. De afwezigheid van een reële eigen keuze van het slachtoffer speelt dan een rol. Als uitbuiting dient in elk geval te worden aangemerkt: uitbuiting van een ander in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, gedwongen of verplichte arbeid of diensten, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten (lid 2).
De rechtbank stelt aan de hand van de bewijsmiddelen het volgende vast.
De slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] waren ten tijde van de tenlastegelegde periode beiden minderjarig en verbleven tot 10 juni 2023 in de jeugdinstelling [naam jeugdinstelling] te Heerlen. Uit de communicatie tussen de verdachte en de slachtoffers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en hetgeen de verdachte ter terechtzitting heeft verklaard, volgt dat de slachtoffers door de verdachte telefonisch zijn aangestuurd om te handelen in verdovende middelen. Dit heeft zich afgespeeld in de periode van 18 juni 2023 tot en met 18 juli 2023. Zij kregen de plaatsen en hoeveelheden aan verdovende middelen via berichten door van de verdachte en werden daarop gecontroleerd door de verdachte. Uit de communicatie volgt ook dat [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] de inkomsten van de drugshandel moesten doorgeven aan verdachte en afstaan c.q. dat zij daar niet vrij over konden beschikken.
De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van een uitbuitingssituatie. De slachtoffers waren beiden minderjarig en verbleven bovendien in een jeugdinstelling, waardoor evident misbruik is gemaakt van hun kwetsbare positie, de slachtoffers handelde in verdovende middelen in opdracht en op aansturing van de verdachte en de slachtoffers moesten de inkomsten van de drugshandel vervolgens afstaan.
Dat de verdachte de berichten in opdracht of op aansturing van een derde persoon zou hebben verstuurd, vindt naar het oordeel van de rechtbank geen steun in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting en is ook anderszins niet aannemelijk geworden. De rechtbank acht op basis van deze bewijsmiddelen niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gedaan.
Conclusie
De rechtbank acht het tenlastegelegde mensenhandel, terwijl de personen ten aanzien van wie omschreven feiten worden gepleegd de leeftijd van achttien jaren nog niet bereikt hebben, wettig en overtuigend bewezen.
03.056622.24 [14]
Bewijsmiddelen
De rechtbank zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), nu de verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit:
  • de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd tijdens de terechtzitting van
  • het proces-verbaal van aangifte afdelingshoofd [naam PI]
- een geschrift, het schriftelijk verslag: Rapport (art. 50.1 PBW) [16] ;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen [17] .
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 26 december 2023 31,11 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
03.275778.23(primair)
op 29 juli 2023 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en de nek van die [slachtoffer 1] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
03.221903.24
op een of meer tijdstippen in de periode van 18 juni 2023 tot en met 18 juli 2023 in België telkens
A) anderen, te weten [slachtoffer 3] , (geboren [geboortedatum 2] 2007) en [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2006) heeft overgebracht met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] , terwijl die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt
en
B) anderen, te weten [slachtoffer 3] , (geboren [geboortedatum 2] 2007) en [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2006) door misbruik van een kwetsbare positie bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten het handelen in verdovende middelen, terwijl die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt
en
C) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die anderen, te weten [slachtoffer 3] ,(geboren [geboortedatum 2] 2007) en [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2006), terwijl die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
immers heeft de verdachte telkens,
- die minderjarige [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] overgebracht naar verschillende woningen om verdovende middelen te gaan verhandelen en
- die minderjarige [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] drugs laten vervoeren, verstrekken en/of verkopen voor verdachte en
- die minderjarige [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] gedwongen om informatie over het vervoeren, verstrekken en/of verkopen van drugs met hem te delen, zodat hij, verdachte, controle over de verdiensten van die [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] konden houden;
03.056622.24
op 26 december 2023 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 31,11 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
03.275778.23
poging tot doodslag;
03.221903.24
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid, onder 2, 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd;
03.056622.24
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog H.E.W. Koornstra heeft over de geestvermogens van de verdachte op
22 mei 2024 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit. De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd om bij de op te leggen straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de verdachte een maximale onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden of een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en met oplegging van de geadviseerde bijzondere voorwaarden, op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte wordt veroordeeld voor drie strafbare feiten. En dat zijn niet de minste. Op 29 juli 2023 heeft hij gepoogd [slachtoffer 1] van het leven te beroven door deze met een scherp voorwerp in het hoofd en de nek te steken. Waarom hij dit deed, is de rechtbank niet duidelijk geworden. Het slachtoffer lijkt er in ieder geval geen enkele aanleiding toe te hebben gegeven. Verdachte heeft nog verklaard dat hij ten tijde van het feit onder invloed van alcohol was. Dat aannemende, laat in ieder geval zien dat de verdachte onder invloed van alcohol onberekenbaar is en geen enkele grens meer kent. Maar ook zonder alcohol lijkt hij geen grenzen te kennen. De verdachte schrikt er immers niet voor terug om twee minderjarigen, die op dat moment verbleven in een jeugdinstelling, te strikken om voor hem drugs te gaan dealen in het buitenland. Verdachte streek het geld op, terwijl de minderjarigen alle risico’s liepen. De zelfzuchtigheid die uit dit feit spreekt, is groot en lijkt deze verdachte te kenmerken. Op 26 december 2023 komt dit terug als hij hasjiesj voorhanden heeft in de PI. Regels lijken er niet voor de verdachte te zijn; alleen zijn eigen belang is leidend. Dat neemt de rechtbank hem zeer kwalijk.
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 14 oktober 2024, waaruit onder meer volgt dat de verdachte in 2022 en 2023 eerder veroordeeld is voor uitgaansgeweld. De rechtbank heeft ook acht geslagen op het psychologisch onderzoek Pro Justitia van 22 mei 2024, waaruit onder meer blijkt dat verdachte een stoornis in het gebruik van alcohol heeft. In het rapport wordt onder meer gememoreerd dat het feit [de poging tot doodslag] is gepleegd terwijl hij onder invloed was van een grote hoeveelheid alcohol, waarbij agressie vrijkwam. Dit, het plegen van geweld, is reeds enkele malen eerder gebeurd en ondanks dat verdachte zich bewust was van het sterk ontremmende effect dat alcohol op hem heeft, heeft zich dit herhaald. Het recidiverisico wordt ingeschat als matig en de psycholoog heeft geadviseerd om de verdachte in het kader van een (deels) voorwaardelijk op te leggen strafdeel, binnen een toezicht begeleiding aan te bieden. De psycholoog heeft ondanks de jeugdige leeftijd van de verdachte niet geadviseerd om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De verdachte wordt slechts beperkt beïnvloedbaar geacht. De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsadvies van 29 oktober 2024, waaruit onder meer blijkt dat de verdachte een zorgelijke ontwikkeling laat zien, gelet op de ernst van de delicten en zijn jonge leeftijd. Er worden diverse risicoverhogende c.q. criminogene factoren vastgesteld en de reclassering schat het risico op recidive als hoog in. De reclassering heeft geadviseerd het volwassenenstrafrecht toe te passen en bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. De rechtbank ziet gelet op de adviezen geen aanleiding tot toepassing van het adolescentenstrafrecht.
Zoals eerder aangehaald kan naar het oordeel van de rechtbank gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten in de verhouding tot andere strafbare feiten en gelet op vergelijkbare gevallen, ondanks de jeugdige leeftijd van de verdachte, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de ernst van de feiten en alle omstandigheden, ziet de rechtbank geen aanleiding om de verdachte een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van het voorarrest passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert in de zaak met parketnummer 03.275778.23 schadevergoeding tot een bedrag van € 4.418,82. Deze vordering is opgebouwd uit immateriële schade (€ 3.000,00), vergoeding van eigen risico (€ 770,00), vergoeding van mantelzorg (€ 624,00) en reiskosten (€ 24,82). De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de vordering van de benadeelde partij toewijsbaar en heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de gevorderde immateriële schade te matigen, nu de aangehaalde jurisprudentie niet vergelijkbaar is. Ten aanzien van de gevorderde materiële schade heeft de raadsvrouw verzocht de vergoeding van mantelzorg af te wijzen, nu in de ter onderbouwing overgelegde stukken onduidelijkheden en bovendien discrepanties zitten. Voor de overige posten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Op de verdachte rust een wettelijke verplichting tot schadevergoeding om degene aan wie hij rechtstreeks schade heeft toegebracht door zijn strafbare handelen. Hij is daarvoor naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank is, mede gelet op artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek, voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde is na het bewezenverklaarde feit per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd, waardoor zijn eigen risico van € 385,00 in 2023 volledig is verbruikt. Het eigen risico van 2024 zal opgaan aan zijn EMDR-therapie en de benadeelde heeft en zal nog reiskosten maken in verband met de EMDR-behandelingen. De gevorderde vergoeding van eigen risico en de reiskosten, deels toekomstig, zijn door de verdediging niet weersproken. Nu deze posten de rechtbank ook niet onredelijk of ongegrond voorkomen, acht de rechtbank deze posten toewijsbaar. Naar het oordeel van de rechtbank levert de gevorderde post vergoeding van mantelzorg – gelet op het verweer dat namens de verdachte is gevoerd – een onevenredige belasting van het strafgeding op dat leidt tot niet-ontvankelijkverklaring van deze post. De benadeelde partij kan dat deel van de vordering daarom slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immateriële schade
De wet regelt in artikel 6:106 BW de vergoeding van ‘ander nadeel’ dan vermogensschade. Volgens artikel 6:106 lid 1 BW komt in de volgende gevallen (samengevat) vergoeding van ander nadeel in aanmerking:
wanneer het oogmerk bestond zodanig nadeel toe te brengen (het oogmerk is gericht op smart);
ij lichamelijk letsel, aantasting in de eer of goede naam of aantasting van de persoon op andere wijze;
bij aantasting van de nagedachtenis van de overledene.
De benadeelde partij baseert zijn vordering op het bepaalde in artikel 6:106 sub b BW. De benadeelde partij heeft als gevolg van het bewezenverklaarde feit lichamelijk letsel opgelopen. Reeds om die reden kan de benadeelde aanspraak maken op smartengeld. Daarnaast heeft hij het afgelopen jaar door zijn angstklachten in isolement geleefd en een psychisch trauma opgelopen, waarvoor hij een EMDR-traject volgt.
Op grond van de onderbouwing van de schade en hetgeen ter terechtzitting namens de benadeelde partij naar voren is gebracht is de rechtbank van oordeel dat het gevorderde bedrag aan immateriële schade van € 3.000,00, mede gelet op de bedragen die in soortgelijke zaken worden toegewezen, in dit geval een billijk bedrag is. De rechtbank zal de gevorderde immateriële schade daarom geheel toewijzen.
Wettelijke rente
Het toe te wijzen bedrag zal, zoals gevorderd, worden vermeerderd met de wettelijke rente. Wat betreft de materiële schade merkt de rechtbank op dat deze schade op verschillende tijdstippen is ontstaan. De rechtbank zal derhalve bij wijze van moderatie bepalen dat de wettelijke rente ter zake van de materiële schade zal aanvangen op 4 november 2024, zijnde de dag waarop de vordering is ingediend, tot aan de dag der algehele voldoening. Ten aanzien van de immateriële schade zal de rechtbank bepalen dat de wettelijke rente zal aanvangen op 29 juli 2023, zijnde het moment waarop de schade is ontstaan, tot aan de dag der algehele voldoening.
Aansprakelijkheid en schadevergoedingsmaatregel
De verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank ziet verder aanleiding om de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 57, 63, 273f, 287 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de zaak met parketnummer 03.275778.23 gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 3.794,28, bestaande uit € 794,28 materiële schade en
€ 3.000,00 immateriële schade, de materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening en de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor de overige gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de veroordeelde op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
€ 3000,00 immateriële schade, de materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024 tot aan de dag der algehele voldoening en de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 47 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • veroordeelde is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B.A. Ferwerda, voorzitter, mr. M.M. Beije en
mr. M.B. Bax, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.P.W.E. Bekkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 november 2024.
Buiten staat
Mr. E.B.A. Ferwerda is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
03.275778.23
hij, op of omstreeks 29 juli 2023 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een mes, glasscherf en/of sleutel, in ieder geval een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd, de nek en/of de hals, in ieder geval in het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 29 juli 2023 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een mes, glasscherf en/of sleutel, in ieder geval een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd, de nek en/of de hals, in ieder geval in het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
03.221903.24
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 juni 2023 tot en met 20 oktober 2023 in de gemeente Eijsen-Margraten en/of de gemeente Maastricht, althans in Nederland, en/of in België, tezamen en in vereniging, althans alleen, (telkens)
A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 2007) en/of [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2006) (telkens) heeft/hebben vervoerd en/of overgebracht, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] (sub 2°), terwijl die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] , de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt en/of
B) een ander of anderen, te weten [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 2007) en/of [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2006), (telkens) door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (te weten het [handelen in verdovende middelen] (sub 4°) terwijl die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] , de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, (lid 3 sub 2) en/of
C) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die ander of anderen, te weten [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 2] 2007) en/of [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 3] 2006) terwijl die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] , de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens),
- die (minderjarige) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] vervoerd en/of overgebracht naar verschillende woningen om verdovende middelen te gaan verhandelen en/of
- voor die (minderjarige) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] een slaapplek geregeld in België en/of
- die (minderjarige) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] drugs (cocaïne en heroïne) laten vervoeren, verstrekken en/of verkopen voor verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- die (minderjarige) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] gedwongen om zijn locatiegegevens en informatie over het vervoeren, verstrekken en/of verkopen van drugs met hem te delen, zodat hij, verdachte, en/of zijn mededaders controle over (de verdiensten van) die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] konden houden en/of
- tegen die (minderjarige) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] gezegd dat hij/zij ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ) in België veel geld kon(den) verdienen
- die (minderjarige) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] (in het begin) dure kleren en/of mobiele telefoons gegeven en/of vervolgen gezegd dat hij/zij ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ) een schuld heeft/hebben;
03.056622.24
hij op of omstreeks 29 december 2023 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 31,11 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van Districtsrecherche Zuid-West-Limburg, onderzoeksnummer LB3R023078 / Knoup, gesloten d.d. 17 mei 2024, doorgenummerd van pg. 1 tot en met pg. 154.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 29 juli 2023, p. 41.
3.Een geschrift, de geneeskundige verklaring van [slachtoffer 1] , opgemaakt door [naam] (Spoedeisende hulp) d.d. 6 augustus 2023, p. 55.
4.Het proces-verbaal van bevindingen (beschrijving beelden cameratoezicht), p. 85.
5.De beelden maken onderdeel uit van het digitale dossier.
6.Het proces-verbaal van bevindingen ( [slachtoffer 1] ), p. 89.
7.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, het beschadigingsonderzoek aan een hoed naar aanleiding van een geweldsincident in Maastricht op 29 juli 2023, d.d. 30 april 2024, p. 149, 150, 152 en 153.
8.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Dienst Regionale Recherche proces-verbaalnummer LBRCC24011-17 (Cecrops), gesloten d.d. 9 juli 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 142.
9.Het proces-verbaal van bevindingen (verdenking), p. 11.
10.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mobiele telefoon), p. 19, 21, 26 t/m 35, 38, 39, 41, 44 t/m 46.
11.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek telefoon), p. 60, 61, 64, 67 t/m 70.
12.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek aan telefoon [verdachte] met betrekking tot telefoonnummers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ), p. 98 en 99.
13.Het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek mobiele telefoons [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op signalen mensenhandel), p. 101 t/m 103.
14.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, registratienummer: PL2300-2023205451, gesloten d.d. 1 januari 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 30.
15.Het proces-verbaal van aangifte van [naam PI] (afdelingshoofd), d.d. 29 december 2023, p. 6.
16.Een geschrift, het schriftelijk verslag: Rapport (art. 50.1 PBW), p. 27.
17.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 23.