3.1.[eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] is het enige kind van erflater en is door erflater onterfd. Tussen partijen is een geschil ontstaan over de hoogte van de legitieme portie van [eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] in de nalatenschap van erflater. [eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. De legitieme portie van eiseres in de nalatenschap van erflater vast zal stellen op een bedrag van € 347.092,15, althans op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente per 30 december 2022, althans per 26 oktober 2023, althans met ingang van de dagvaarding, althans met ingang van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
2. Subsidiair, voor het geval de rechtbank voor de waarde van het onroerend goed niet uitgaat van de gemiddelde waarde tussen de waardebepaling en de vraagprijs, zal bevelen dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht in de vorm van een door een onafhankelijke door de rechtbank aan te stellen makelaar-taxateur die het onroerend goed gaat taxeren op de marktwaarde per sterfdatum;
3. Gedaagde zal veroordelen tot betaling van het onder sub 1 genoemde bedrag binnen veertien dagen nadat de rechtbank in deze zaak vonnis heeft gewezen, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, met bepaling dat over dit bedrag de wettelijke rente zal zijn verschuldigd indien dit bedrag niet uiterlijk op de 14de dag na het wijzen van vonnis door gedaagde is voldaan:
4. Gedaagde (naar de rechtbank begrijpt) zal veroordelen in de kosten van deze procedure, de nakosten en beslagkosten (tot heden begroot op € 445,13 maar in totaliteit nog p.m., welke kosten nader inzichtelijk te maken zijn in de loop van deze procedure) daaronder begrepen, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.