Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
€ 182,08
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van het salaris van een tijdelijke beheerder van een nalatenschap. De verzoeker, een notaris, had 105,7 uren aan werkzaamheden gedeclareerd voor het beheer van de nalatenschap van de erflaatster, die op [overlijdensdatum] 2023 was overleden. De kantonrechter oordeelde dat de door de verzoeker opgevoerde urenbesteding niet in verhouding stond tot de werkzaamheden die daadwerkelijk waren verricht. De kantonrechter stelde vast dat de nalatenschap niet complex of bewerkelijk was, en dat de werkzaamheden zoals het opzeggen van huurcontracten en het beëindigen van nutsvoorzieningen niet voldoende reden gaven voor het hoge aantal gedeclareerde uren. De kantonrechter wees erop dat de verzoeker, als professional, niet meer uren had mogen declareren dan redelijk was voor de beperkte beheertaken die hij had uitgevoerd. Uiteindelijk werd het salaris van de tijdelijke beheerder vastgesteld op € 10.115,60 exclusief btw, wat neerkomt op € 12.240,38 inclusief btw. Het verzoek om een hoger salaris werd afgewezen.