ECLI:NL:RBLIM:2024:8842

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
11104880 EZ VERZ 24-150
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Forse matiging van het salaris van een tijdelijke beheerder in erfrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot vaststelling van het salaris van een tijdelijke beheerder van een nalatenschap. De verzoeker, een notaris, had 105,7 uren aan werkzaamheden gedeclareerd voor het beheer van de nalatenschap van de erflaatster, die op [overlijdensdatum] 2023 was overleden. De kantonrechter oordeelde dat de door de verzoeker opgevoerde urenbesteding niet in verhouding stond tot de werkzaamheden die daadwerkelijk waren verricht. De kantonrechter stelde vast dat de nalatenschap niet complex of bewerkelijk was, en dat de werkzaamheden zoals het opzeggen van huurcontracten en het beëindigen van nutsvoorzieningen niet voldoende reden gaven voor het hoge aantal gedeclareerde uren. De kantonrechter wees erop dat de verzoeker, als professional, niet meer uren had mogen declareren dan redelijk was voor de beperkte beheertaken die hij had uitgevoerd. Uiteindelijk werd het salaris van de tijdelijke beheerder vastgesteld op € 10.115,60 exclusief btw, wat neerkomt op € 12.240,38 inclusief btw. Het verzoek om een hoger salaris werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11104880 \ EZ VERZ 24-150
Beschikking van 15 november 2024
in de zaak van
[verzoeker],
in hoedanigheid van tijdelijke beheerder van de nalatenschap van
[erflaatster] ,
kantoor houdend te [vestigingsplaats] ,
verzoeker.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kantonrechter van 28 mei 2024
- het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie van deze rechtbank ontvangen op
1 oktober 2024.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 28 mei 2024 is verzoeker tot tijdelijke beheerder (vier maanden) van de destijds onbeheerde nalatenschap van [erflaatster] (verder: de erflaatster), overleden te [overlijdensplaats] op [overlijdensdatum] 2023 en laatstelijk wonend te [woonplaats] , benoemd en zijn de beheerstaken beperkt tot het verrichten van een erfgenamenonderzoek, de opzegging van de huurovereenkomst, de ontruiming van de huurwoning en de beëindiging van de contracten van de nutsvoorzieningen van de huurwoning.
2.2.
Verzoeker heeft de beheerstaken verricht en het beheer is inmiddels geëindigd.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoeker vraagt vaststelling van 105,7 uren aan salaris voor de door hemzelf en door zijn medewerkers verrichte beheerswerkzaamheden. Verzoeker stelt daartoe dat de boedel relatief zeer bewerkelijk is gebleken omdat er veelvuldige en uitgebreide communicatie met de erfgenamen heeft plaatsgevonden.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat verzoeker een professional (notaris) is net als de bij hem in dienst zijnde juristen. Anders dan verzoeker meent kan niet gesproken worden van een complexe of bewerkelijke nalatenschap. Een huuropzegging, de ontruiming van een woning van een overledene en het opzeggen van de contracten van de nutsvoorzieningen leidt in elk geval niet tot dat oordeel. Dat geldt ook voor het door verzoeker en diens medewerkers verrichte erfgenamenonderzoek dat verzoeker in andere nalatenschapsdossiers heeft uitbesteed aan daartoe gespecialiseerde en veelal goedkopere bureau(s). Op grond waarvan verzoeker dat onderzoek zelf ter hand heeft genomen laat verzoeker in het midden. Dat terwijl verzoeker (onnodig) meer uren aan een hoger uurtarief (het Recofa-uurtarief van € 252,89 x factor 1,6 = € 404,62 exclusief btw, zijnde € 489,59, inclusief btw, per uur) declareert dan de daartoe gespecialiseerde bureau(s) doen.
4.2.
Uit de door verzoeker aangeleverde omschrijving van de werkzaamheden en urenstaten volgt dat verzoeker en medewerker [naam 1] werkzaamheden ter zake een aanvraag vereffening en een boedelbeschrijving hebben verricht. Deze werkzaamheden vallen niet onder de opgedragen beheerstaken en niet valt in te zien op grond waarvan deze over de boedel zouden moeten worden omgeslagen. Verder volgt dat er meerdere keren door diverse medewerkers dossierstudie en overleg met verzoeker of een andere medewerker bij verzoeker heeft plaatsgevonden en dat op 4 juni 2024 twee medewerkers het gehuurde hebben bezocht. Ook hiervan valt niet in te zien op grond waarvan deze, in casu dubbel verrichte werkzaamheden, over de boedel zouden moeten worden omgeslagen. Verder volgt dat de behandelende juristen meerdere eenvoudige (administratieve) werkzaamheden hebben verricht. Verzoeker vraagt om voor die juristen de factor vast te stellen op 1,6, althans om de factor op 1,4 vast te stellen om recht te doen aan het feit dat de juristen ook relatief eenvoudige werkzaamheden verrichten. Op grond waarvan [naam 1] ook recht zou hebben op factor 1,4 in plaats van de voor haar geldende (ervarings)factor van 1,2 is door verzoeker niet onderbouwd. Uitgaande van het voren vermelde en ervaringsfactor 1,4 voor [naam 2] zou tot de volgende vaststelling kunnen leiden:
[verzoeker] 5,7 uren aan factor 1,6 x € 252,89 = € 2.306,36
[naam 1] 4,6 uren aan factor 1,2 x € 252,89 = € 1.395,95
[naam 2] 83,3 uren aan factor 1,4 x € 252,89 = € 29.492,03
[naam 3] 0,8 uren aan factor 0,6 x € 252,89 = € 121,39
[naam 4] 0,8 uren aan factor 1,4 x € 252,89 = € 283,24
[naam 5] 1,2 uren aan factor 0,6 x € 252,89 =
€ 182,08
€ 33.781,05 exclusief btw, zijnde € 40.875,07 inclusief btw.
4.3.
Gelet op de uitvoering van beperkt aantal eenvoudige beheerstaken is een dergelijk salaris echter buitenproportioneel. Met in achtneming van het vorenoverwogene in samenhang bezien met de overwegingen en de beslissing in de zaak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2024:290) acht de kantonrechter een vergoeding aan het Recofa-uur tarief en aan Recofa-factor 1 voor ten hoogste 40 uren als een redelijke vergoeding voor het verrichten van werkzaamheden die tot het tijdelijk beheer horen. Al het meer of anders verzochte zal worden afgewezen. Dat betekent dat de kantonrechter het loon zal vaststellen op in totaal € 10.115,60 exclusief btw, zijnde € 12.240,38, inclusief btw.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
stelt het loon van de tijdelijke beheerder en diens medewerkers vanaf 28 mei 2024 tot en met het einde van het tijdelijke beheer vast op in totaal € 10.115,60 exclusief btw, zijnde € 12.240,38, inclusief btw,
5.2.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
YT