In deze zaak heeft de moeder verzocht om wijziging van de voornaam van haar minderjarige kind. Het verzoekschrift is op 22 november 2023 bij de rechtbank ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 15 januari 2024. De kinderrechter heeft de minderjarige voorafgaand aan de zitting gehoord, buiten aanwezigheid van de ouders. De minderjarige is geboren uit de beëindigde relatie tussen de moeder en de vader, en de ouders hebben gezamenlijk gezag over hem. De moeder verzoekt om de voornaam [voornaam 4] te schrappen, zodat de minderjarige voortaan alleen de voornamen [minderjarige] [voornaam 2] [voornaam 3] zal dragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige geen binding heeft met de voornaam [voornaam 4] en dat deze naam negatieve associaties oproept. De rechtbank oordeelt dat er voldoende zwaarwichtig belang is voor de wijziging van de voornaam en dat het verzoek niet in strijd is met de wet. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en gelast dat de wijziging van de voornaam wordt doorgegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De beschikking is gegeven door mr. A.C.M. van der Meijden en is openbaar uitgesproken op 7 februari 2024. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.