ECLI:NL:RBLIM:2024:9060

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11032482 \ CV EXPL 24-1775
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M.J.F. Piette
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en non-conformiteit van een tweedehands auto

In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 4 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en een gedaagde, waarbij de eiseres een tweedehands auto had gekocht van de gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.H.J.M. Stassen, vorderde de ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopsom van € 2.000,00, omdat zij meende dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die zij op grond van de koopovereenkomst mocht hebben. De gedaagde, die in persoon procedeerde, betwistte de vorderingen van de eiseres en concludeerde tot afwijzing van deze vorderingen.

De procedure begon met een dagvaarding op 20 maart 2024, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De eiseres had de auto, een Ford uit 2007, gekocht met een kilometerstand van 215.575 en een beperkte garantie. Na de aankoop bleek de auto gebreken te vertonen, waaronder defecte remmen, wat leidde tot een reparatie. De eiseres ontbond de koopovereenkomst op 12 december 2023, omdat zij vond dat de auto non-conform was.

De kantonrechter oordeelde dat de eiseres niet voldoende had aangetoond dat de gebreken aan de auto een gevaar voor de verkeersveiligheid opleverden en dat zij niet had voldaan aan haar onderzoeksplicht. De rechter concludeerde dat de eiseres het risico op gebreken had geaccepteerd door geen deugdelijk onderzoek te doen naar de technische staat van de auto. Daarom werden de vorderingen van de eiseres afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11032482 \ CV EXPL 24-1775
Vonnis van 4 december 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.H.J.M. Stassen,
tegen
[gedaagde] H.O.D.N. [handelsnaam],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 20 maart 2024;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte aan de zijde van [eiseres] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] handelt in tweedehands auto’s. Op 11 oktober 2023 heeft [eiseres] van [gedaagde] een auto van het merk Ford, type 1.3.-8V Champion met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) gekocht.
2.2.
Het betreft een auto uit het bouwjaar 2007. De koopprijs bedroeg € 2.000,00. De kilometerstand bedroeg ten tijde van de koop 215.575 kilometer. De vervaldatum van de APK was 22 april 2024. Op de factuur van de auto staat onder meer vermeld dat één maand garantie van toepassing is, alleen op de motor en de versnellingsbak.
2.3.
[eiseres] heeft haar oude auto, een Fiat Croma, ingeruild bij [gedaagde] , voor een waarde van € 200,00. Het resterende bedrag van € 1.800,00 heeft [eiseres] aan [gedaagde] voldaan.
2.4.
Op 28 oktober 2023 heeft bergingsbedrijf [naam bedrijf 1] de auto afgesleept. [naam bedrijf 1] heeft op het ontvangstbewijs van de auto vermeld dat de achterremmen defect waren.
2.5.
De auto is vervolgens omstreeks 30 oktober 2023 teruggebracht naar [gedaagde] . [eiseres] heeft telefonisch bij hem geklaagd over de defecte remmen. [gedaagde] heeft de auto vervolgens ter reparatie aangeboden bij Autoservice [naam bedrijf 2] . Deze heeft de remmen vervangen en de remvloeistof aangevuld. Hoewel [gedaagde] aanvankelijk de kosten van deze reparatie aan [eiseres] in rekening heeft gebracht, heeft hij, na bemiddeling door de toenmalige advocaat van [eiseres] , van de betaling van de reparatiekosten af gezien.
2.6.
Op 17 november 2023 heeft [eiseres] de gerepareerde auto retour ontvangen van [gedaagde] en weer in gebruik genomen.
2.7.
Op 29 november 2023 is bij Garage [naam bedrijf 3] in [vestigingsplaats] in opdracht van [eiseres] een zogenoemde aankoopcheck uitgevoerd. In het naar aanleiding daarvan opgestelde rapport (productie 4 bij dagvaarding) is door de monteur genoteerd: centrale vergrendeling werkt niet. Deurslot ddraait ook niet gemakkelijk;
- accu test geeft aan vervang accu;
- remolie heeft een zeer vervuilde kleur. Lijkt bijna zwart.;
- Airco werkt niet;
- radio staat op code (accu leeg geweest?);
- lekkagesporen van koelvloeistof, bij / rondom het thermostaathuis. Je ziet ook koelvloeistof op de versnellingsbak liggen , nivo koel staat op minimaal;
- Diverse foutcodes in het geheugen , oude?
2.8.
[eiseres] heeft de koopovereenkomst bij aangetekende brief van 12 december 2023 buitengerechtelijk ontbonden omdat zij van mening is dat sprake is van non-conformiteit van de auto. Zij heeft aan [gedaagde] medegedeeld dat zij wilde overgaan tot ongedaan making van de overeenkomst.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- te verklaren voor recht dat de koopovereenkomst tussen partijen via de buitengerechtelijke verklaring van 12 december 2023 is ontbonden;
- [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] het bedrag van € 2.000,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 december 2023, dan wel vanaf de dag van dagvaarding, tot de dag van volledige betaling;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de auto niet de eigenschappen heeft die zij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. Hierdoor was zij gerechtigd om de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Als gevolg van die ontbinding zijn ongedaanmakingsverbintenissen ontstaan en daarom vordert [eiseres] terugbetaling van de koopsom.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De overeenkomst die partijen hebben gesloten is een consumentenkoop in de zin van artikel 7:5 BW. [eiseres] heeft de auto als particulier gekocht van [gedaagde] , die handelde in de uitoefening van zijn bedrijf.
4.2.
Tussen partijen is in geschil of sprake is van non-conformiteit van de auto, op grond waarvan [eiseres] gerechtigd was de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.
4.3.
Tussen partijen staat vast dat enkele weken na de verkoop is gebleken dat de achterremmen van de auto vervangen moesten worden. [gedaagde] heeft vervolgens deze reparatie, na enige bemiddeling van de voormalige advocaat van [eiseres] , op eigen kosten laten uitvoeren en de gerepareerde auto terug gegeven aan [eiseres] , die de auto vervolgens weer in gebruik heeft genomen. De kantonrechter is van oordeel dat niet is vast komen te staan dat na deze reparatie nog sprake was van een probleem met de remmen van de auto.
4.4.
Op 29 november 2023 heeft [eiseres] alsnog een aankoopcheck van de auto laten uitvoeren door garage [naam bedrijf 3] in [vestigingsplaats] . De monteur van die garage heeft diverse gebreken (zie 2.7.) geconstateerd. [eiseres] stelt dat de auto sinds december 2023 definitief niet meer rijdt en beroept zich erop dat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst die partijen hebben gesloten. [gedaagde] heeft betwist dat de door garage [naam bedrijf 3] geconstateerde gebreken al tijdens de koop aanwezig waren en heeft bovendien aangevoerd dat de vastgestelde gebreken behoren tot het eigen onderhoud van de auto en geen invloed hebben op het veilig functioneren van de auto. Daarnaast heeft [eiseres] niet aangetoond wat de onderliggende oorzaak is van een aantal van de genoemde gebreken, aldus [gedaagde] .
4.5.
In artikel 7:17 lid 1 BW is bepaald dat een verkochte zaak – in dit geval: de auto – moet beantwoorden aan de overeenkomst. Daarvan is sprake indien de auto de eigenschappen bezit die [eiseres] als koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [eiseres] mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan zij de aanwezigheid niet behoeft te betwijfelen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard en de prijs van de zaak, de mededelingen van de verkoper, de onderzoeksplicht van de koper en de overige omstandigheden waaronder de koop plaatsvond.
4.6.
Bij de koop van een tweedehands auto, die bestemd is om aan het verkeer deel te nemen, wordt volgens vaste rechtspraak in beginsel aangenomen dat deze niet aan de overeenkomst beantwoordt, als het gebruik ervan een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert door een gebrek dat niet eenvoudig door de koper kan worden ontdekt en hersteld. Dat betekent echter niet dat andere gebreken geen non-conformiteit kunnen opleveren. Daarbij geldt dat de koper bij de koop van een gebruikte auto er rekening mee moet houden dat deze bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig is en dat in het algemeen geldt dat de kans op gebreken groter wordt naarmate de auto ouder is en meer kilometers heeft gereden. Afhankelijk van de ouderdom, het aantal gereden kilometers en de koopprijs van de auto moet de koper dus rekening mee houden met het bestaan van mankementen en met het gegeven dat in de nabije toekomst reparaties nodig zullen zijn om de auto te kunnen blijven gebruiken. Dat gegeven is verdisconteerd in de koopprijs van de tweedehands auto die meestal lager is dan die van een nieuwe(re) auto. Dit toetsingskader is ook in deze zaak van toepassing nu [eiseres] een gebruikte auto van bijna zeventien jaar oud heeft gekocht met ruim 215.000 kilometers op de teller, voor een koopprijs van € 2.000,00.
4.7.
Op grond van de hoofdregel van het bewijsrecht (artikel 150 Rv) moet [eiseres] (gemotiveerd) stellen en, bij voldoende betwisting, bewijzen dat de auto niet de eigenschappen bezit die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Pas als [eiseres] hieraan voldoet, wordt het wettelijke bewijsvermoeden dat het gebrek al bij de aflevering van de auto bestond (artikel 7:18a lid 2 BW), relevant.
4.8.
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn een stroef slot, een defecte centrale vergrendeling, een defecte airco en een defecte accu geen gebreken die bij gebruik van de auto leiden tot gevaar voor de verkeersveiligheid.
4.9.
Ten aanzien van de door [eiseres] gestelde lekkagesporen van de koelvloeistof, de vervuilde kleur van de remolie, de (mogelijk oude) foutcodes in het geheugen van de auto en het niet meer kunnen rijden met de auto zou dat mogelijk anders kunnen zijn maar daarvoor geldt dat [eiseres] onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd wat de onderliggende oorzaak daarvan is, zodat er niet van kan worden uitgegaan dat hieraan een zodanig ernstig gebrek ten grondslag ligt dat daardoor geen veilige deelname aan het verkeer mogelijk is. Dit betekent dat enkel kan worden vastgesteld dat er weliswaar iets aan de auto mankeert, maar dat niet kan worden vastgesteld dat deze gebreken niet op eenvoudige wijze kunnen worden hersteld, zorgen voor een gevaarlijke verkeerssituatie of anderszins leiden tot non-conformiteit. De ernst en oorzaak van deze gebreken zijn namelijk niet aangetoond door [eiseres] terwijl dat wel op haar weg lag.
4.10.
Voor wat betreft het antwoord op de vraag of de vastgestelde gebreken die niet leiden tot een gevaar voor de verkeersveiligheid in dit geval toch non-conformiteit opleveren geldt dat niet is gesteld of gebleken dat [eiseres] voorafgaand aan de koop een aankoopkeuring heeft laten uitvoeren of anderszins deugdelijk onderzoek heeft gedaan naar de technische staat van de auto terwijl dit wel van haar verwacht mocht worden. Bij de koop van een tweedehands auto met een zodanige ouderdom, kilometerstand en (relatief) lage koopprijs als in dit geval, die zonder aankoopkeuring en met een zeer beperkte garantie wordt gekocht, had [eiseres] er bedacht op moeten zijn dat zich na aankoop mankementen zouden kunnen voordoen en onderdelen aan reparatie of vervanging zouden toe zijn. [eiseres] mocht er dus niet vanuit gaan dat de auto na aankoop klachtenvrij zou zouden kunnen zijn, zeker niet als zij van plan was om er dagelijks behoorlijk wat kilometers in te rijden zoals zij in de anderhalve maand na aankoop heeft gedaan. Op haar rustte een onderzoeksplicht ten aanzien van de technische staat van onderhoud van de auto. Hetgeen [eiseres] heeft gesteld ten aanzien van de mogelijke mededeling die [gedaagde] over de vervaldatum van de APK-keuring heeft gedaan, maakt dit niet anders nu het RDW-register door iedereen eenvoudig kan worden geraadpleegd.
4.11.
Doordat [eiseres] geen onderzoek heeft verricht, heeft zij het risico op gebreken aan de auto geaccepteerd en kan zij zich, nog daargelaten of de gestelde gebreken ten tijde van de koop al bestonden, niet met succes op non-conformiteit beroepen.
4.12.
Daarmee is in deze procedure niet komen vast te staan dat sprake is van gebreken aan de auto die een gevaar voor de verkeersveiligheid oplevert dan wel dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die [eiseres] van een dergelijke auto mocht hebben.
4.13.
Het voorgaande betekent dat het beroep op non-conformiteit strandt en er geen rechtsgrond voor ontbinding van de koopovereenkomst bestaat. De kantonrechter zal de vorderingen van [eiseres] afwijzen.
4.14.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat, indien en voor zover wel was komen vast te staan dat de auto bij aflevering al non-conform was, de vorderingen ook zouden worden afgewezen omdat op grond van artikel 7:22 BW de bevoegdheid tot ontbinding pas ontstaat als herstel en vervanging onmogelijk zijn. Dat de auto niet meer te herstellen is, is niet komen vast te staan. Evenmin kan worden gezegd dat [eiseres] aan [gedaagde] een redelijke termijn heeft gegund om tot herstel van de auto over te gaan. Ook hierop zouden de vorderingen dus afstuiten.
4.15.
Omdat [eiseres] in het ongelijk is gesteld, moet zij de proceskosten van [gedaagde] vergoeden. De proceskosten van [gedaagde] worden echter begroot op nihil, omdat hij geen griffierecht hoeft te betalen en zonder gemachtigde procedeert.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot aan dit vonnis begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piette, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.
LC