ECLI:NL:RBLIM:2024:9065

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
11207786 \ CV EXPL 24-3530
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en de vraag naar de levering van producten

In deze zaak heeft Sprinque B.V., een betaalplatform gevestigd in Amsterdam, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, aangeduid als H.O.D.N. [handelsnaam], die in persoon procedeert. De vordering betreft een onbetaalde factuur van € 1.612,06 voor de levering van diverse producten, waaronder plexiglas, die op 2 december 2023 aan de gedaagde zijn gefactureerd. Sprinque vordert in totaal € 1.942,32, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft de factuur betwist en stelt dat er geen levering heeft plaatsgevonden en dat de factuur slechts een offerte betrof.

De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord en een conclusie van repliek, maar de gedaagde heeft geen conclusie van dupliek ingediend. De kantonrechter heeft de feiten en het geschil beoordeeld, waarbij de kernvraag was of er een koopovereenkomst was gesloten tussen Kunststofplatenshop B.V. en de gedaagde, en of de producten daadwerkelijk zijn geleverd. Sprinque heeft bewijs gepresenteerd in de vorm van bezorggegevens, maar deze waren onvoldoende om aan te tonen dat de producten aan de gedaagde zijn geleverd, aangezien er geen afleverbewijs met handtekening was.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Sprinque afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de producten zijn geleverd. Ook de nevenvorderingen, zoals de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, zijn afgewezen. Sprinque werd in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op nihil.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11207786 \ CV EXPL 24-3530
Vonnis van 4 december 2024
in de zaak van
SPRINQUE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Sprinque,
gemachtigden: Atradius Collections en Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde] , H.O.D.N. [handelsnaam],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- [gedaagde] heeft geen conclusie van dupliek genomen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 2 december 2023 heeft Sprinque een factuur naar [gedaagde] gestuurd voor de levering van diverse producten, waaronder plexiglas, voor een bedrag van € 1.612,06. Sprinque is een betaalplatform dat klanten de mogelijkheid biedt om achteraf te betalen.
2.2.
[gedaagde] heeft de factuur niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Sprinque vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.942,32, bestaande uit de hoofdsom van € 1.612,06, de wettelijke handelsrente tot 19 juni 2024 van € 88,45 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 241,81, te vermeerderden met de wettelijke handelsrente vanaf 19 juni 2024 en met de proceskosten.
3.2.
Sprinque legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] bij Kunststofplatenshop B.V. diverse producten, waaronder plexiglas, heeft besteld en dat deze producten aan [gedaagde] zijn geleverd. Kunststofplatenshop B.V. heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Sprinque. Sprinque vordert nakoming van de koopovereenkomst.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en stelt dat er niet geleverd is en dat de factuur een offerte betrof.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil in deze procedure betreft de vraag of Kunststofplatenshop B.V. en [gedaagde] een koopovereenkomst hebben gesloten uit hoofde waarvan Kunststofplatenshop B.V. de producten op de factuur van 3 december 2023 (zie bijlage 2 bij de dagvaarding) aan [gedaagde] heeft geleverd. Nu [gedaagde] deze stellingen betwist, is het aan Sprinque om haar stellingen nader te onderbouwen.
4.2.
Sprinque heeft bij conclusie van repliek een screenshot van de bezorggegevens overgelegd (zie productie 4). Op deze gegevens is het volgende te zien:
“ [adres]
[woonplaats]
Delivered On-time 09:56
Contact details
[213210NL.1] [handelsnaam] /Airco, +…
(…)”
Sprinque geeft zelf aan dat er geen afleverbewijs met handtekening voor ontvangst (meer) aanwezig is.
4.3.
Op de bezorggegevens is te zien dat er om 09:56 uur iets geleverd is op de [adres] in [woonplaats] . Hieruit valt niet op te maken op welke dag, op welk huisnummer en wat er precies geleverd is. Daarmee is onvoldoende vast komen te staan dat de producten van de factuur van 3 december 2023 aan [gedaagde] zijn geleverd. Sprinque heeft immers geen handtekening voor ontvangst kunnen overleggen of op een andere wijze aan kunnen tonen aan wie de producten zijn geleverd. Daardoor kan, mede gezien het verweer van [gedaagde] , niet worden uitgesloten dat de producten, voor zover deze al daadwerkelijk door [gedaagde] zijn besteld, gedeeltelijk of helemaal niet zijn geleverd aan [gedaagde] . Gelet daarop zal de vordering worden afgewezen.
4.4.
Nu de hoofdvordering van Sprinque wordt afgewezen, zullen de daarmee verband houdende nevenvorderingen (buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente) eveneens worden afgewezen.
4.5.
Sprinque wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. Deze worden aan de zijde van [gedaagde] tot aan dit vonnis begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Sprinque af,
5.2.
veroordeelt Sprinque in de proceskosten, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op
4 december 2024.
VC