Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 februari 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
De bewaarder van het kadaster en de openbare registers, de bewaarder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
.Ook hierbij heeft geen grenscorrectie plaatsgevonden. Eiser heeft deze verschillen pas geconstateerd nadat hij in 2021 een gedeelte van het perceel van [adres 3] heeft gekocht. Bij de meting van het nieuw gekochte perceel kwamen deze verschillen naar voren. De vier hoekpunten van het afgepaalde perceel [adres 1] komen niet overeen met de Kadastrale grenzen. Eiser heeft bij het Kadaster het “veldwerk” van [adres 1] van de verdeling in 1986 opgevraagd om de verschillen te achterhalen, maar dit kon niet worden verstrekt omdat dit er niet is voor [adres 1] . Eiser meent dat er geen meting heeft plaatsgevonden; hij begrijpt dan ook dat de ingeslagen buizen niet bij het Kadaster als hoekpunten zijn opgenomen. Voor eiser is de vraag hoe het Kadaster aan de grensbepaling is gekomen. Omdat eiser part noch deel heeft gehad aan het ontstaan van de verschillen tussen het afgepaalde perceel (met hoekpunten) en het perceel volgens het Kadaster verzoekt hij om een kosteloos grensherstel van het perceel [adres 1] . Eiser heeft ter zitting verduidelijkt dat in de akte van deling uit 1986 de grens van [adres 2] (nu [adres 1] ) 50 centimeter van de westzijde van de loods was. Er zijn toen ijzeren paaltjes ingeslagen. Deze grens is nu 1,30 meter geworden, een verschil van 80 centimeter. Volgens eiser klopt geen enkel hoekpunt met wat het kadaster heeft gemeten. Eiser heeft dit aan de hand van de afrastering kunnen constateren.