ECLI:NL:RBLIM:2024:9223

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
11 december 2024
Zaaknummer
03.193866.23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor meermalen oplichting en vervalsing van identiteitsdocumenten

In deze zaak is een minderjarige verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van 120 dagen, waarvan 111 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte is schuldig bevonden aan meermalen oplichting en het gebruik van vervalste identiteitsdocumenten. De feiten vonden plaats in Roermond tussen februari en augustus 2023, waarbij de verdachte betrokken was bij een crimineel netwerk dat zich richtte op het vervalsen van paspoorten en identiteitsbewijzen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een belangrijke rol speelde in het netwerk, waarbij hij onder andere valse documenten aanleverde voor het openen van bankrekeningen en het aanvragen van creditcards. De verdachte heeft ook goederen te koop aangeboden via een website, maar deze nooit geleverd. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden, waaronder deelname aan een leerstraf en dagbesteding bij Digibende. De verdachte moet zich ook houden aan een aantal andere voorwaarden, zoals het meewerken aan hulpverlening en het accepteren van toezicht op zijn online activiteiten. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waaronder schadevergoedingen aan de Volksbank N.V., International Card Services B.V. en Alfam Holding N.V. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, die voortvloeien uit de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Familie en jeugd, jeugdstrafrecht
Parketnummer : 03.193866.23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2005,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R. Engwegen, advocaat, kantoorhoudende te Echt.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 augustus 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Namens Bureau Jeugdzorg Limburg, afdeling jeugdreclassering, is verschenen de heer
[naam 1] en namens de Raad voor de Kinderbescherming is verschenen mevrouw
[naam 2] .
Ook is aanwezig [naam zus] , de zus van de verdachte (aan wie de rechtbank bijzondere toegang heeft verleend).
Namens de benadeelde partij Volksbank N.V. is aanwezig de heer [naam 3] .

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1
in de periode van 1 februari 2023 tot en met 12 juli 2023 te Roermond meermalen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst reisdocument en/of identiteitskaart om een bankrekening te openen en/of een creditcard aan te vragen;
feit 2
in de periode van 25 februari 2023 tot en met 30 mei 2023 in Roermond meermalen samen met een ander of anderen International Card Services B.V. heeft opgelicht;
feit 3:
in de periode van 20 april 2023 tot en met 12 juni 2023 te Roermond meermalen samen met een ander of anderen heeft geprobeerd International Card Services B.V. en/of Alfam Holding N.V. op te lichten;
feit 4:
in de periode van 25 juli 2023 tot en met 3 augustus 2023 te Roermond samen met een ander of anderen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft opgelicht;
feit 5:
op 2 augustus 2023 te Roermond een nabootsing van een pistool gelijkend op een pistool van het merk Pietro Beretta model 92FS semi automatic 9mm en een nabootsing van een pistool gelijkend op een pistool type Walther PP 7.65 mm en een stiletto voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Ten aanzien van feit 1 verwijst de officier van justitie onder meer naar:
- de aangifte van de Volksbank N.V.;
- de aangifte van de Rabobank;
- de aangifte van International Card Services B.V. (hierna: ICS);
- het proces-verbaal van bevindingen (vanaf pagina 478) betreffende de bevindingen van de Koninklijke Marechaussee;
- het proces-verbaal van bevindingen (vanaf pagina 518) betreffende het onderzoek aan de Apple IPhone 14;
- het proces-verbaal van bevindingen (vanaf pagina 600) betreffende de analyse bankproducten;
- de bekennende verklaring van de verdachte.
Ten aanzien van feit 2 verwijst de officier van justitie onder meer naar de aangifte van ICS en de bekennende verklaring van de verdachte. Er is twee keer een voltooide aanvraag gedaan voor een creditcard. Het leveren van de valse paspoorten en verificatie van de identiteit door de verdachte zijn hierbij essentieel geweest. Er is gebruik gemaakt van valse gegevens. De verdachte heeft de beschikking gehad over minimaal één creditcard. De verdachte heeft verklaard dat hij samen met [naam 4] is gaan pinnen. Met de andere creditcard is gepoogd te pinnen en lijkt het er volgens de officier van justitie op dat dit ook door de verdachte is gedaan. De officier van justitie verwijst hiertoe naar pagina 121 en het e-mailbericht op pagina 106. Er is sprake van medeplegen.
Ten aanzien van feit 3 verwijst de officier van justitie onder meer naar de aangifte van ICS. Er is acht keer geprobeerd een creditcard aan te vragen met valse gegevens. Ook verwijst de officier van justitie naar de aangifte van Alfam Holding N.V. waar tweemaal een kredietaanvraag is gedaan op basis van valse identiteiten en gegevens. De verdachte heeft identiteitskaarten vervalst en rekeningen aangevraagd. [naam 13] zou volgens de verdachte de andere documenten regelen. Er is sprake van medeplegen.
De officier van justitie verwijst ten aanzien van feit 4 naar de aangiftes van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] en de bekennende verklaring van de verdachte. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij dit met een andere jongen heeft gedaan, maar alleen op basis van deze verklaring acht de officier van justitie medeplegen niet bewezen.
Ten aanzien van feit 5 verwijst de officier van justitie naar:
- het proces-verbaal van doorzoeking (vanaf pagina 269);
- het proces-verbaal van bevindingen onderzoek wapen (vanaf pagina 451);
- het proces-verbaal van bevindingen onderzoek wapen (vanaf pagina 461);
- het proces-verbaal van bevindingen onderzoek wapen (vanaf pagina 472);
- de bekennende verklaring van de verdachte.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat feit 1 wettig en overtuigd bewezen kan worden gelet op de bekennende verklaring van de verdachte.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman vrijspraak bepleit, omdat het onderdeel van de tenlastelegging dat toeziet op ‘het bewegen tot’ niet kan worden bewezen. ICS heeft zelf verklaard dat ze niet begrijpen dat er twee aanvragen doorheen zijn geglipt. ICS zegt dat ze dat hadden moeten onderkennen. ICS is een professionele partij en daar mag meer van worden verwacht.
Ten aanzien van feit 3, feit 4 en feit 5 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna vermelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd. De bewijsmiddelen worden gebruikt voor het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
feit 1
- de aangifte van [naam 5] namens de Volksbank [2] ;
- de aangifte van [naam 6] namens Alfam Holding N.V. [3] ;
- de aangifte van [naam 7] namens International Card Services B.V. [4] ;
- de aangifte van [naam 8] namens de Coöperatieve Rabobank U.A. [5] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [6] .
feit 2
- de aangifte van [naam 7] namens International Card Services B.V. [7] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [8] .
feit 3
- de aangifte van [naam 7] namens International Card Services B.V. [9] ;
- de aangifte van [naam 6] namens Alfam Holding N.V. [10] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [11] .
Overweging medeplegen ten aanzien van de feiten 2 en 3
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte maakte onderdeel uit van een crimineel netwerk. De verdachte heeft vervalste paspoorten geleverd en de identiteitsverificaties uitgevoerd. Deze onderdelen zijn van essentieel belang geweest voor een aanvraag bij de bank tot het verstrekken van een creditcard en/of krediet. Uit de verklaring van de verdachte ter terechtzitting en uit het procesdossier blijkt dat de verdachte heeft samengewerkt met anderen en hierin een belangrijke rol heeft gehad.
feit 4
- de aangifte van [benadeelde partij 1] [12] ;
- de aangifte van [benadeelde partij 2] [13] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [14] .
Vrijspraak medeplegen
De rechtbank spreekt de verdachte vrij van het onderdeel van de tenlastelegging dat toeziet op medeplegen. Uit het procesdossier blijkt niet dat de verdachte dit feit heeft gepleegd met een ander of anderen. Enkel op basis van de verklaring van de verdachte ter terechtzitting dat hij dit met iemand anders heeft gedaan, komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van medeplegen.
feit 5
- het proces-verbaal doorzoeking woning [15] ;
- proces-verbaal onderzoek wapen [16] ;
- proces-verbaal onderzoek wapen [17] ;
- proces-verbaal onderzoek wapen [18] ;
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting [19] .
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1
in de periode van 1 februari 2023 tot en met 12 juli 2023 te Roermond, meermalen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten
- een (foto van een) Nederlands paspoort op naam van [naam 9] met documentnummer [documentnummer 1] ,
- een (foto van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [naam 10] met
documentnummer [documentnummer 2] ,
- een of meerdere (foto’s van) Nederlandse paspoorten op naam van [naam 11] met
documentnummer [documentnummer 3] ,
- een of meerdere (foto’s van) Nederlandse paspoorten op naam van [naam 12] met
documentnummer [documentnummer 3] ,
- een (foto van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [verdachte] met
documentnummer [documentnummer 4] en/of
- een (foto van een) Nederlands paspoort op naam van [verdachte] met
documentnummer [documentnummer 5] ,
door voornoemde documenten telkens te uploaden/verstrekken bij het online openen van een bankrekening en/of bij de online aanvraag van een creditcard;
2
in de periode van 25 februari 2023 tot en met 30 mei 2023 te Roermond, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, International Card Services B.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het aangaan van een schuld, te weten het verstrekken van meerdere creditcards (Visa World Card Gold op naam van [naam 12] , geboren op [geboortedatum 2] 2000 en Visa World Card Gold op naam van [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 2000), door bij de aanvragen van voornoemde creditcards
- gebruik te maken van een valse naam en/of geboortedatum,
- een vervalste salarisspecificatie te verstrekken,
- een vervalste foto van een paspoort te verstrekken en
- voornoemd paspoort middels een zogenaamde selfie te verifiëren als ware deze echt en onvervalst;
3
in de periode van 20 april 2023 tot en met 12 juni 2023 te Roermond, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, International Card Services B.V. en Alfam Holding N.V. te bewegen tot de afgifte van enig goed en het aangaan van een schuld te weten het verstrekken van een creditcard en/of het verstrekken van een krediet, bij de aanvragen van die creditcards en/of kredieten
- gebruik heeft gemaakt van een valse naam en/of geboortedatum,
- een vervalste salarisspecificatie en/of bankafschrift heeft verstrekt,
- een vervalste foto van een paspoort heeft verstrekt en
- voornoemd paspoort middels een zogenaamde selfie heeft geverifieerd als ware deze echt en onvervalst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
in de periode van 25 juli 2023 tot en met 3 augustus 2023 te Roermond,
meermalen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van 222,95 euro, door
- zich op de website [internetsite] voor te doen als een bonafide verkoper van Airpods Pro 2,
- zich aldaar te profileren als Premium Apple Reseller en
- via Google Ads online advertentieruimte te kopen waardoor de website [internetsite] bovenaan/hoog bij de zoekresultaten voor Airpods Pro 2 verschijnt,
- en aldus de indruk te wekken dat hij de te koop aangeboden goederen na betaling
daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
5
op 2 augustus 2023 te Roermond
- een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool van het merk Pietro Beretta model 92FS semi automatic 9mm en
- een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool van het merk/type Walther PP 7.65mm en
- een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto,
voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezenverklaarde deel van de tenlastelegging taal- en of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1
opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, meermalen gepleegd;
feit 2
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3
medeplegen poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
feit 4
oplichting, meermalen gepleegd;
feit 5
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen - met toepassing van het jeugdstrafrecht - een jeugddetentie voor de duur van 120 dagen, waarvan 111 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijke strafdeel moeten de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld die volgen uit het advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 23 juli 2024, met hieraan toegevoegd de bijzondere voorwaarde dat de verdachte dagbesteding bij Digibende volgt. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd de leerstraf Tools4U (35 uren subsidiair 17 dagen jeugddetentie) op te leggen en een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 160 uren subsidiair 80 dagen jeugddetentie. Tot slot heeft zij gevorderd op te leggen een geldboete ter hoogte van
€ 5.150,00, te vervangen door 3 maanden jeugddetentie.
Bij het formuleren van haar strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met de aard en de ernst van de feiten. De verdachte heeft een grote en essentiële rol gespeeld in het criminele online netwerk. Zij vindt het zorgelijk dat aan de verdachte een jeugdreclasseringstoezicht is opgelegd in het kader van een leerplichtzaak en hij zich desondanks tijdens dit toezicht bezig heeft gehouden met criminele activiteiten. Ook maakt de officier van justitie zich zorgen over de antwoorden die verdachte ter terechtzitting heeft gegeven op vragen van de rechtbank. Hieruit blijkt dat de verdachte de hele dag op zijn slaapkamer zit. Hij wil online veel geld verdienen en miljonair worden, zodat hij meerdere huizen en auto’s kan kopen. Als hij miljonair is, is het pas tijd om naar buiten te gaan om vrienden te maken.
Ten aanzien van de geldboete heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat er voor bijna € 10.000,00 conservatoir beslag is gelegd. Enerzijds om de slachtoffers schadeloos te stellen en anderzijds met het oog op een eventuele ontnemingsvordering. De bedragen van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen vertegenwoordigen ongeveer een bedrag van € 4.500,00. Het bedrag van de gevorderde geldboete en het bedrag van de schadevergoedingen komen nagenoeg overeen met het bedrag van het conservatoir beslag. De officier van justitie doet tevens een aankondiging tot ontneming.
De officier van justitie heeft ook naar voren gebracht dat zij ernstig heeft getwijfeld aan toepassing van het jeugdstrafrecht. De ouders van de verdachte hebben geen grip op hem en het jeugdreclasseringstoezicht lijkt weinig zoden aan de dijk te zetten. De verdachte gaat niet naar school en heeft geen dagbesteding. Vanwege de online activiteiten waar de verdachte veel tijd aan besteed, is het moeilijk toezicht te houden. Omdat de Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd rekening te houden met de emotionele leeftijd van de verdachte en de officier van justitie uiteindelijk van mening is dat toepassing van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht voor dit soort feiten niet van toepassing is, vordert zij het jeugdstrafrecht toe te passen.
Tot slot heeft de officier van justitie opheffing van het (geschorste) bevel van de voorlopige hechtenis gevorderd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is het met de officier van justitie eens dat het jeugdstrafrecht moet worden toegepast. Er is pedagogisch gezien nog winst te behalen bij de verdachte. Het lijkt erop dat wordt miskend dat de verdachte ergens heel goed in is. Het bezig zijn met zijn computer is wat de verdachte het allerleukst vindt en hier ligt zijn interesse. Het hoeft niet zo te zijn dat de verdachte het conventionele pad bewandelt en gaat werken voor een baas. De verdachte heeft de capaciteiten om veel geld te verdienen met zijn computerkennis. Hij weet hoe hij dingen moet doen en hoe hij geld op een legale manier kan verdienen. De verdachte heeft hier wel hulp en handvaten bij nodig.
De raadsman kan zich vinden in de eis van de officier van justitie ten aanzien van de gevorderde (voorwaardelijke) jeugddetentie met de bijzondere voorwaarden - waaronder ook de dagbesteding bij Digibende en de leerstraf Tools4U. De raadsman begrijpt dat het opleggen van deze bijzondere voorwaarde de indruk kan wekken dat de verdachte zijn zin krijgt om niet naar school te hoeven en op deze manier overheidsgeld wordt ingezet, maar bij andere (minderjarige) verdachten wordt ook rekening gehouden met interesses.
De raadsman vindt het niet passend daarnaast ook nog een werkstraf van 160 uren en een geldboete op te leggen. Gelet op de leeftijd van de verdachte is een geldboete niet passend. Volgens de raadsman heeft de officier van justitie een geldboete gevorderd, omdat ze vindt dat de verdachte het geld - waarop conservatoir beslag is gelegd - niet moet terugkrijgen. De verdachte heeft verklaard dat dit geld afkomstig is van legale middelen. In dat geval moet de officier van justitie een ontnemingsvordering indienen.
Tot slot heeft de raadsman aangevoerd dat de week die de verdachte in jeugddetentie heeft doorgebracht, indruk op hem heeft gemaakt. De verdachte heeft ervan geleerd en hij houdt zich niet meer met illegale dingen bezig. De verdachte heeft spijt van wat hij heeft gedaan, maar is vlak in het overbrengen hiervan. Hij realiseert zich dat hij niet het juiste pad heeft bewandeld.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is
op de persoon afgegeven paspoorten en identiteitsbewijzen, door deze op vernuftige wijze aan te passen en vervolgens valselijk als echt te gebruiken. Dit heeft hij enkel gedaan voor eigen geldelijk gewin. Hiermee heeft hij, tezamen met zijn mededaders, bewust het vertrouwen dat aan dergelijke documenten in de maatschappij wordt ontleend ondermijnd. Hij heeft zich in een crimineel netwerk begeven waarin hij een grote rol heeft gespeeld. Hij wist dat alles illegaal was. De verdachte heeft foto’s van paspoorten en identiteitsbewijzen gemaakt, daarop gegevens veranderd en digitaal identiteitsverificaties uitgevoerd en daarmee, eveneens digitaal, rekeningen geopend. Hij heeft hierbij samengewerkt met anderen. Er werden salarisstroken en bankafschriften vervalst voor kredietaanvragen. Er is daadwerkelijk geld gepind en de verdachte heeft een deel hiervan gekregen. Ook heeft hij mensen opgelicht die bij de website Macnova airpods hebben besteld en betaald, maar deze nooit geleverd hebben gekregen. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in het algemeen nodig is om dienstverlening via internet mogelijk te maken en van het vertrouwen van de benadeelde banken en personen in het bijzonder. De verdachte heeft deze feiten gepleegd, omdat hij veel geld wil hebben. Hij heeft zijn eigen financiële gewin voorop gesteld. De gedachte van de verdachte was dat hij binnen een maand enkele tonnen zou krijgen met zijn criminele activiteiten om vervolgens met een deel van dat geld op legale manier geld verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich meerdere malen schuldig gemaakt aan oplichting. De verdachte heeft gedurende een langere periode en veelvuldig misbruik gemaakt van persoonlijke gegevens, dan wel van te verdienen door handel. Ook heeft de verdachte voorwerpen die grote gelijkenissen vertonen met echte vuurwapens en een stiletto in zijn bezit gehad. In de telefoon van de verdachte zijn foto’s aangetroffen waarop te zien is dat de verdachte buiten een imitatievuurwapen draagt. Een voorwerp dat op een echt wapen lijkt, kan voor anderen angstaanjagend zijn. Ook kunnen deze voorwerpen worden gebruikt bij het plegen van verdere strafbare feiten. Het staat niet vast of de verdachte de betreffende foto’s aan andere personen heeft laten zien of heeft doorgestuurd, maar de rechtbank wil hierbij opmerken dat het tonen van wapens op foto’s en/of sociale media in het algemeen kan bijdragen aan het normaliseren of verheerlijken van wapenbezit en dit moet ten alle tijden worden voorkomen.
Uit de justitiële documentatie van 19 juli 2024 blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een misdrijf. Wel is hij veroordeeld voor overtreding van de Leerplichtwet.
Uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 23 juli 2024 blijkt dat er grote zorgen zijn over het sociaal isolement waarin de verdachte zich al jarenlang bevindt, de online bezigheden waar hij nauwelijks openheid over geeft, het niet hebben van een diploma of werk, de met momenten zorgelijke gemoedstoestand en zijn wisselende houding waarin hij enerzijds meewerkend is en anderzijds uitstraalt onaantastbaar te zijn. Er zijn signalen dat de verdachte een onvoldoende reëel toekomstbeeld heeft. De verdachte heeft moeite met kritiek, teleurstellingen en (geldelijke) verliezen. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert een gedragsinterventie die gericht is op het vergroten van sociale en digitale vaardigheden om online legaal werk te vinden en te behouden. De leerstraf Tools4U richt zich vooral op sociale vaardigheden. Digibende ziet mogelijkheden om in samenwerking met de gespecialiseerde trainer van Tools4U een passend traject vorm te geven om vaardigheden aan te leren gericht op juridische en ethische grenzen, impactbesef gericht op slachtoffers, digitaal talent en digitale weerbaarheid. Ook vindt de Raad voor de Kinderbescherming een langdurig jeugdreclasseringstoezicht noodzakelijk om recidive te voorkomen en een positieve toekomst voor de verdachte op te bouwen. Omdat de verdachte zich bezig houdt met ernstige feiten en de kans op herhaling aannemelijk blijft als het niet loopt zoals de verdachte voor ogen heeft, is een (deels) voorwaardelijke jeugddetentie noodzakelijk. Een (deels) voorwaardelijke werkstraf zal onvoldoende indruk maken op de verdachte. Het is belangrijk dat er aandacht blijft voor de gemoedstoestand, de traumaklachten en de identiteitsontwikkeling van de verdachte. Daarom adviseert de Raad voor de Kinderbescherming als bijzondere voorwaarde dat de verdachte meewerkt aan hulpverlening/behandeling gericht op stemmingsproblemen, trauma, identiteitsontwikkeling en indien nodig aanvullende diagnostiek voor ASS problematiek. Ook wordt de meldplicht geadviseerd en het meewerken aan het geven van inzicht, het accepteren van toezicht op online bezigheden en het versterken van digitale vaardigheden. Tot slot dient als bijzondere voorwaarde te worden opgelegd dat de verdachte meewerkt aan het vinden en behouden van een zinvolle dagbesteding of werk. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het jeugdstrafrecht toe te passen, omdat de strafbare feiten zich hebben afgespeeld tot enkele weken na zijn 18e jaar, hij niet eerder in aanraking is gekomen met de politie en hij meewerkt aan jeugdreclasseringstoezicht.
Ter terechtzitting heeft de Raad voor de Kinderbescherming ter aanvulling op het advies medegedeeld dat er al een hele tijd grote zorgen om de verdachte zijn. In het online stuk zit een groot risico. Het is niet mogelijk hier toezicht op te houden en de Raad voor de Kinderbescherming moet de verdachte vertrouwen in wat hij vertelt. De vraag is of dit realistisch is. De verdachte moet hulp krijgen bij wat hij nodig heeft. De emotionele intelligentie is laag. Hij lijkt onaantastbaar, maar er lijkt een stuk onzekerheid onder te zitten. De prioriteit ligt bij de leerstraf. Een ICT-deskundige van Digibende is bereid binnen die gedragsinterventie samen met de verdachte op te trekken. De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt de dagbesteding bij Digibende als bijzondere voorwaarde - in aanvulling op de reeds geformuleerde bijzondere voorwaarden uit het advies - toe te voegen. Het is belangrijk dat binnen de dagbesteding bij Digibende wordt gekeken hoe de verdachte op een legale manier inkomen kan verdienen. Het is nog onduidelijk of de verdachte zich hier voor gaat inzetten en of hij er open voor staat.
In het reclasseringsadvies van 30 juli 2024 wordt geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen. Het wegingskader Adolescentenstrafrecht wijst uit dat er weliswaar geen sprake is van een verstandelijke beperking, maar op het gebied van de overige handelingsvaardigheden zijn bij de verdachte nog voldoende mogelijkheden om via interventies binnen het jeugdstrafrecht de benodigde winst te halen. Ook op het gebied van de pedagogische mogelijkheden ziet de reclassering voldoende reden om toepassing van het jeugdstrafrecht te adviseren. De reclassering denkt dat de verdachte nog voldoende ontvankelijk is voor ondersteuning en/of beïnvloeding door volwassenen (ouders, maar ook jeugdreclassering). Uit het wegingskader komen geen contra-indicaties naar voor tegen toepassing van het jeugdstrafrecht. De doorslaggevende reden om het jeugdstrafrecht toe te passen is het feit dat er op dit moment al sprake is van een goed lopend begeleidingstraject bij de jeugdreclassering.
Ter terechtzitting heeft de jeugdreclassering medegedeeld dat de jongen die hij in het kader van de overtreding van de Leerplichtwet leerde kennen een heel andere jongen was dan de persoon die hij nu ziet. De verdachte vond het lastig dat mensen zich met hem gingen bemoeien en kort erna kwamen deze feiten boven water. De verdachte was gefrustreerd dat hij tegen de lamp was gelopen. Na een aantal dagen jeugddetentie lijkt er wel iets veranderd te zijn bij de verdachte. Thuis gaat het goed, maar er zijn nog altijd zorgen van de ouders over wat de verdachte boven op zijn slaapkamer doet. De ouders hebben geen verstand van computers en hebben geen idee waar hij zich mee bezig houdt. Het contact met de jeugdreclassering verloopt wisselvallig. De verdachte komt afspraken in het algemeen na omdat het moet. Er zit geen eigen motivatie achter en het maakt de verdachte niet zoveel uit. De verdachte verblijft veel op zijn slaapkamer. Hij ziet dat als een opoffering, omdat hij nu geld moet verdienen. Als hij rijk is, krijgt hij de tijd buiten wel terug. Het maakt het een atypische situatie is. Normaal gesproken wil de jeugdreclassering de jongeren binnen houden, omdat er buiten teveel risico’s kunnen zijn. Voor de verdachte is het juist wenselijk dat hij naar buiten gaat. De verdachte heeft de jeugdreclassering laten zien waar hij op dit moment mee bezig is. Op dat moment wordt de verdachte erg enthousiast en legt hij alles rustig uit. Het lijkt erop dat de verdachte nu bewuster met zijn computergebruik bezig is. Hij is goed op de hoogte van het wereldnieuws, omdat dit ook van belang kan zijn voor de koers van de aandelen. Het is een jongen met kwaliteiten, kennis en kunde. De jeugdreclassering ziet geen bezwaar tegen de begeleiding door een ICT-deskundige van Digibende. Het is duidelijk dat de verdachte niet voor een baas wil werken. In hoeverre de computeractiviteiten waar hij zich nu mee bezig houdt legaal zijn, is niet te verifiëren door de jeugdreclassering. De verdachte is geschrokken van het feit dat hij een aantal dagen in jeugddetentie heeft gezeten, maar de jeugdreclassering kan niet met zekerheid garanderen dat de verdachte zich niet meer met illegale online zaken bezig houdt of gaat houden.
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij niet naar school wil en niet voor een baas wil werken. Hij heeft één doel en dat is miljonair worden. De verdachte denkt niet na over een zogeheten ‘plan B’ indien in de toekomst mocht blijken dat zijn doel niet realiseerbaar is. De verdachte geeft aan dat als hij maar lang genoeg bezig blijft, het wel lukt. Elke dag komt hij een stap dichter bij zijn doel. Volgens de verdachte kun je op jonge leeftijd met een bijbaantje nergens (veel) geld verdienen. De verdachte is bezig met het ontwikkelen van een robot die de koerswisselingen voorspelt. Geld is heel belangrijk voor de verdachte. Hij heeft met veel geld de vrijheid om te kopen wat hij wil, zoals huizen en auto’s. Hij heeft nog nooit iemand met veel geld horen zeggen dat het niet leuk is om veel geld te hebben. Het lijkt erop dat de verdachte geen reëel toekomstbeeld heeft. Het gevolg dat de verdachte door de oplichtingen waarschijnlijk nergens een bankrekening meer kan open voor de komende paar jaar ziet de verdachte niet als een probleem. Hij probeert in het buitenland een rekening te openen en hij is in de toekomst toch niet van plan een hypotheek voor een huis op te nemen. Hij koopt het huis in één keer. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zich aan alle geadviseerde bijzondere voorwaarden gaat houden. Hij wil onder geen beding meer terug naar de jeugdgevangenis. De rechtbank vindt het zorgelijk dat de verdachte er tijdens de zitting geen blijk van heeft gegeven dat hij de strafwaardigheid van zijn handelen volledig inziet.
Krachtens artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht kan de rechtbank ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaar, maar niet die van 23 jaar heeft bereikt, recht doen overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, indien de rechtbank daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de verdachte of in de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte een deel van de bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd toen hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt. Gelet op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, het reclasseringsadvies en de geschetste persoonlijkheid van de verdachte, zal de rechtbank ten aanzien van het bewezenverklaarde op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht het jeugdstrafrecht toepassen.
Alles overwegende legt de rechtbank aan de verdachte op een jeugddetentie voor de duur van 120 dagen, waarvan 111 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijke deel verbindt de rechtbank de volgende bijzondere voorwaarden:
- meewerken aan hulpverlening/behandeling gericht op stemmingsproblemen, trauma en identiteitsontwikkeling en meewerken aan aanvullende diagnostiek, indien geïndiceerd door de jeugdreclassering;
- meewerken aan het geven van inzicht, het accepteren van toezicht op online bezigheden en het versterken van digitale vaardigheden, indien geïndiceerd door de jeugdreclassering;
- meewerken aan het vinden en behouden van een zinvolle (online) dagbesteding/werk;
- meewerken aan de dagbesteding bij Digibende en zich houden aan de afspraken die hieromtrent worden gemaakt;
- meldplicht.
Ook legt de rechtbank de leerstraf Tools4U (35 uur subsidiair 17 dagen jeugddetentie) aan de verdachte op. Deze leerstraf richt zich vooral op het vergroten van sociale vaardigheden. Er is iemand van Digibende die samen met de trainer van Tools4U een op maat gemaakt traject vorm gaat geven om de verdachte te ondersteunen bij het aanleren van vaardigheden gericht op juridische en ethische grenzen, impactbesef op slachtoffers, digitaal talent en weerbaarheid. Mocht de verdachte zijn droom niet kunnen verwezenlijken dan ligt het gevaar van recidive op de loer. Ook heeft de verdachte moeite met kritiek, verliezen en teleurstellingen.
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat daarnaast een werkstraf voor de duur van 160 uren subsidiair 80 dagen jeugddetentie passend en geboden is gelet op de aard en de ernst van de feiten en de rol die de verdachte heeft gehad.
Anders dan door de officier van justitie gevorderd, legt de rechtbank geen geldboete aan de verdachte op. De rechtbank vindt het, mede gelet op de uitleg die de officier van justitie ter zitting heeft gegeven, meer op de weg van het openbaar ministerie liggen om het geld in het kader van een eventuele ontnemingsvordering terug te vorderen.
Tot slot heft de rechtbank het (geschorste) bevel voorlopige hechtenis op.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij Alfam Holding B.V.
De benadeelde partij Alfam Holding B.V. vordert een schadevergoeding van € 240,00, bestaande uit materiële schade. Dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk volledig kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van de benadeelde partij vast komen te staan dat de benadeelde rechtstreekse schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen onder feit 3.
De rechtbank zal de vordering toewijzen, nu deze schade voldoende is onderbouwd en niet is betwist. De rechtbank zal een totaalbedrag van € 240,00 toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023, zijnde de datum van indienen van de vordering. Daarnaast zal de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd.
De rechtbank zal de verdachte hoofdelijk veroordelen tot betaling van de schadevergoeding alsmede de verdachte hoofdelijk veroordelen in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt in het kader van deze procedure, alsmede in de nog te maken kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging, begroot tot heden op nihil.
7.5
De vordering van de benadeelde partij International Card Services
De benadeelde partij International Card Services vordert een schadevergoeding van
€ 2.450,00, bestaande uit materiële schade. Dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.6
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk volledig kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.7
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard gelet op de door hem bepleite vrijspraak.
7.8
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van de benadeelde partij vast komen te staan dat de benadeelde rechtstreekse schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen onder de feiten 1, 2 en 3.
De rechtbank zal de vordering toewijzen, nu deze schade voldoende is onderbouwd. De rechtbank zal een totaalbedrag van € 2.450,00 toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 augustus 2023, zijnde de datum van indienen van de vordering. Daarnaast zal de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd.
De rechtbank zal de verdachte hoofdelijk veroordelen tot betaling van de schadevergoeding alsmede de verdachte hoofdelijk veroordelen in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt in het kader van deze procedure, alsmede in de nog te maken kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging, begroot tot heden op nihil.
7.9
De vordering van de benadeelde partij Volksbank N.V.
De benadeelde partij Volksbank N.V. vordert een schadevergoeding van € 1.680,00, bestaande uit materiële schade. Dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering hoofdelijk volledig kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.11
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu de machtiging ontbreekt waaruit blijkt dat de heer Besseling namens de Volksbank N.V. gerechtigd is tot het doen van aangifte. Indien de rechtbank op korte termijn de machtiging ontvangt, refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
7.12
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van de benadeelde partij vast komen te staan dat de benadeelde rechtstreekse schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen onder feit 1.
De rechtbank heeft kort na de inhoudelijke behandeling de machtiging namens de Volksbank N.V. ontvangen. De rechtbank zal de vordering toewijzen, nu deze schade voldoende is onderbouwd en niet is betwist. De rechtbank zal een totaalbedrag van € 1.680,00 toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 september 2023, zijnde de datum van indienen van de vordering. Daarnaast zal de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen tot betaling van de schadevergoeding alsmede de verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt in het kader van deze procedure, alsmede in de nog te maken kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging, begroot tot heden op nihil.
7.13
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert een schadevergoeding van € 222,95, bestaande uit materiële schade. Dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.14
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering volledig kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.15
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
7.16
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van de benadeelde partij vast komen te staan dat de benadeelde rechtstreekse schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde handelen.
De rechtbank zal de vordering toewijzen, nu deze schade voldoende is onderbouwd en niet is betwist. De rechtbank zal een totaalbedrag van € 222,95 toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2023. Daarnaast zal de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen tot betaling van de schadevergoeding alsmede de verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt in het kader van deze procedure, alsmede in de nog te maken kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging, begroot tot heden op nihil.

8.Het beslag

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de Apple Macbook en de Apple IPhone 14 verbeurd moeten worden verklaard nu deze goederen zijn gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte de Macbook en Appel IPhone 14 terug heeft gekregen. Het bevreemdt de raadsman dat het openbaar ministerie eerst tot teruggave van deze goederen overgaat en ter terechtzitting verbeurdverklaring vordert.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de Apple Macbook en de Apple IPhone 14 vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, omdat dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van de feiten aan de verdachte toebehoorden.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 45, 47, 77c, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 231 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van twee jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende
bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
de veroordeelde
werkt mee aan hulpverlening/behandelinggericht op stemmingsproblemen, trauma en identiteitsontwikkeling en werkt mee aan aanvullende diagnostiek, indien geïndiceerd door de jeugdreclassering;
de veroordeelde
werkt mee aan het geven van inzicht, het accepteren van toezicht op online bezigheden en het versterken van digitale vaardigheden, indien geïndiceerd door de jeugdreclassering;
de veroordeelde
werkt mee aan het vinden en behouden van een zinvolle (online) dagbesteding/werk;
e veroordeelde
werkt mee aan de dagbesteding bij Digibendeen houdt zich aan de afspraken die hieromtrent worden gemaakt;
de veroordeelde
meldt zichgedurende de proeftijd op de door de gecertificeerde instelling, te weten Bureau Jeugdzorg Limburg, afdeling jeugdreclassering, te bepalen tijdstippen, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht. De veroordeelde komt afspraken en aanwijzingen na;
  • geeft de gecertificeerde instelling Bureau Jeugdzorg Limburg, afdeling jeugdreclassering de opdracht als bedoeld in artikel 77aa, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
  • veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van de
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
  • veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
-
heft ophet (geschorste)
bevel tot voorlopige hechtenismet ingang van heden;

Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de
  • legt aan de verdachte de
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • veroordeelt de verdachte hoofdelijk in de
  • legt aan de verdachte de
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte in de
  • legt aan de verdachte de
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte in de
  • legt aan de verdachte de
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • Apple Macbook;
  • Apple IPhone 14.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. C.M.J. van den Acker, voorzitter, mr. M.A.M. van Uum en mr. M. Landsman, allen kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.S.E.M. Oude Hengel, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 3 september 2024.
Buiten staat:
mr. M. Landsman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2023 tot en met 12 juli 2023 te Roermond, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst reisdocument en/of identiteitsbewijs als bedoeld in het eerste lid van artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, te weten
- een (foto van een) Nederlands paspoort op naam van [naam 9] met documentnummer [documentnummer 1] ,
- een (foto van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [naam 10] met
documentnummer [documentnummer 6] ,
- een of meerdere (foto’s van) Nederlandse paspoorten op naam van [naam 11] met
documentnummer [documentnummer 3] ,
- een of meerdere (foto’s van) Nederlandse paspoorten op naam van [naam 12] met
documentnummer [documentnummer 3] ,
- een (foto van een) Nederlandse identiteitskaart op naam van [verdachte] met
documentnummer [documentnummer 4] en/of
- een (foto van een) Nederlands paspoort op naam van [verdachte] met
documentnummer [documentnummer 5] ,
door voornoemde documenten (telkens) te uploaden/verstrekken bij het (online) openen van een bankrekening en/of bij de (online) aanvraag van een creditcard;
2
hij in of omstreeks de periode van 25 februari 2023 tot en met 30 mei 2023 te Roermond, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, International Card Services BV heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het verstrekken van één of meerdere creditcards (Visa World Card Gold op naam van [naam 12] , geboren op [geboortedatum 2] 2000, en/of Visa World Card Gold op naam van [verdachte]
, geboren op [geboortedatum 1] 2000), door bij de aanvragen van (voornoemde) creditcards
- gebruik te maken van een valse naam en/of geboortedatum,
- een valse en/of vervalste salarisspecificatie te verstrekken,
- een vervalste foto van een paspoort te verstrekken en/of
- voornoemd paspoort middels een zogenaamde selfie te verifiëren als ware deze echt en onvervalst;
3
hij in of omstreeks de periode van 20 april 2023 tot en met 12 juni 2023 te Roermond, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, International Card Services BV en/of Alfam Holding NV te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten het verstrekken van een creditcard en/of het verstrekken van een krediet, bij de aanvragen van die creditcards en/of kredieten
- gebruik heeft gemaakt van een valse naam en/of geboortedatum,
- een valse en/of vervalste salarisspecificatie en/of bankafschrift heeft verstrekt,
- een vervalste foto van een paspoort heeft verstrekt en/of
- voornoemd paspoort middels een zogenaamde selfie heeft geverifieerd als ware deze echt en onvervalst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2023 tot en met 3 augustus 2023 te Roermond, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag van 222,95 euro, door
- zich op de website [internetsite] voor te doen als een bonafide verkoper van Airpods Pro 2,
- zich aldaar te profileren als Premium Apple Reseller en/of
- via Google Ads online advertentieruimte te kopen waardoor de website [internetsite] bovenaan/hoog bij de zoekresultaten voor Airpods Pro 2 verschijnt,
- en aldus de indruk te wekken dat hij de te koop aangeboden goederen na betaling
daadwerkelijk zou toezenden/leveren;
5
hij op of omstreeks 2 augustus 2023 te Roermond
- een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool van het merk Pietro Beretta model 92FS semi automatic 9mm en/of
- een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een nabootsing van een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool van het merk/type Walther PP 7.65mm en/of
- een wapen van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een stiletto,
voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer 2023102979, gesloten d.d. 28 december2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 685.
2.Proces-verbaal aangifte [naam 5] namens de Volksbank van 20 juli 2023 op pagina’s 148 tot en met 163.
3.Proces-verbaal aangifte [naam 6] namens Alfam Holding N.V. van 20 juli 2023 op pagina’s 164 tot en met 181.
4.Aangifte [naam 7] namens International Card Services B.V. van 19 juni 2023 op pagina’s 14 t/m 29.
5.Proces-verbaal aangifte [naam 8] namens Coöperatieve Rabobank U.A. van 20 juli 2023 op pagina’s 210 tot en met 218.
6.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 augustus 2024.
7.Aangifte [naam 7] namens International Card Services B.V. van 19 juni 2023 op pagina’s 14 t/m 29.
8.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 augustus 2024.
9.Aangifte [naam 7] namens International Card Services B.V. van 19 juni 2023 op pagina’s 14 t/m 29.
10.Proces-verbaal aangifte [naam 6] namens Alfam Holding N.V. van 20 juli 2023 op pagina’s 164 tot en met 181.
11.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 augustus 2024.
12.Proces-verbaal aangifte [benadeelde partij 1] van 18 augustus 2023 op pagina’s 370 t/m 372.
13.Proces-verbaal aangifte [benadeelde partij 2] van 21 augustus 2023 op pagina’s 373 t/m 375.
14.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 augustus 2024.
15.Proces-verbaal doorzoeking woning van 8 augustus 2023 op pagina’s 269 t/m 277.
16.Proces-verbaal onderzoek wapen van 16 oktober 2023 op pagina’s 451 t/m 453.
17.Proces-verbaal onderzoek wapen van 17 oktober 2023 op pagina’s 461 t/m 463
18.Proces-verbaal onderzoek wapen van 9 augustus 2023 op pagina’s 472 en 473.
19.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 augustus 2024.