Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de mondelinge behandeling van 5 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij namens TCC een pleitnota is overgelegd.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft TCC THE COMPUTER COMPANY BV, een ICT-dienstverlener, een kort geding aangespannen tegen een ex-werknemer, aangeduid als [gedaagde]. TCC vorderde dat [gedaagde] zou worden bevolen om concurrerende werkzaamheden te staken, omdat hij na zijn dienstverband bij TCC werkzaamheden was gaan verrichten voor Korda B.V., een klant van TCC. De kantonrechter heeft op 12 december 2024 geoordeeld dat de vordering van TCC moet worden afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang meer was, omdat TCC inmiddels Korda als klant was kwijtgeraakt. Bovendien zijn de non-concurrentie- en relatiebedingen in de arbeidsovereenkomst van [gedaagde] nietig, omdat deze niet voldoen aan de wettelijke vereisten. De kantonrechter concludeerde dat TCC onvoldoende bewijs had geleverd dat [gedaagde] onrechtmatig handelde en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat hij ook voor andere klanten van TCC zou gaan werken. De rechter wees ook de vordering tot afgifte van gegevens en informatie van TCC af, omdat [gedaagde] betwistte in het bezit te zijn van dergelijke gegevens. TCC werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten betalen.