ECLI:NL:RBLIM:2025:10209

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 september 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
C/03/343371 / FA RK 25-1445
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot geslachtsnaamwijziging niet-ontvankelijk verklaard wegens onjuiste rechtsingang

In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 19 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot geslachtsnaamwijziging. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.W.M. Hendriks, had op 2 juli 2025 een verzoekschrift ingediend om zijn geslachtsnaam en die van zijn kinderen te wijzigen. De kinderen zijn geboren in 2018 en 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker zich tot Justis had gewend, maar dat hem was medegedeeld dat hij buiten de Justis-categorieën valt en dat hij zich via een advocaat tot de rechtbank moest wenden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat de procedure voor geslachtsnaamswijziging volgens de wet begint met een aanvraag bij Justis. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker geen digitale of schriftelijke aanvraag bij Justis heeft ingediend, wat noodzakelijk is om een geslachtsnaamwijziging te kunnen aanvragen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen rechtsingang is bij de familierechter voor het wijzigen van een geslachtsnaam op basis van artikel 1:7 van het Burgerlijk Wetboek. Daarom heeft de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.

De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. dr. M.C.A.E. van Binnebeke, en tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 19 september 2025
Zaaknummer: C/03/343371 / FA RK 25-1445
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven inzake:
[verzoeker] ,
verzoeker,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. L.W.M. Hendriks, kantoorhoudend in Maastricht.

1.Het verloop van de procedure

Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift is op 2 juli 2025 ingediend;
- de brief met bijlage van verzoeker van 11 augustus 2025.

2.Het verzoek

Verzoeker heeft de rechtbank verzocht zijn geslachtsnaam en die van zijn kinderen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats] en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2020 in [geboorteplaats] , te wijzigen in ‘ [geslachtsnaam] ’, dan wel een beslissing te nemen in goede justitie te bepalen. Kosten rechtens.

3.De beoordeling

Indien een persoon zijn geslachtsnaam wil wijzigen, of indien de wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarig kind wil dat de geslachtsnaam van dat kind wordt gewijzigd, dan voorziet de wet daarin op de wijze zoals is bepaald in artikel 1:7 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Op grond van dit artikel kan de geslachtsnaam van een persoon op zijn verzoek of van zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gewijzigd door de Koning. Een verzoek daartoe dient te worden ingediend bij de dienst Justis van het Ministerie van Justitie & Veiligheid (Justis). Justis beoordeelt het verzoek tot geslachtsnaamwijzing aan de hand van het Besluit Geslachtsnaamswijziging (het Besluit). In het Besluit zijn met betrekking tot de gronden waarop de geslachtsnaamwijziging kan worden verleend, de wijze van indiening en de behandeling van dergelijke verzoeken nadere regels gesteld.
Verzoeker heeft gesteld dat hij zich tot Justis heeft gewend en dat hem werd gemeld dat hij ‘buiten de Justis categorieën valt’ en hij zich via een advocaat tot de rechtbank dient te wenden. De rechtbank heeft verzoeker verzocht zijn verzoek nader te onderbouwen en de brief/het bericht van Justis in het geding te brengen. Daarop heeft verzoeker aangegeven dat hem de betreffende informatie tijdens een telefoongesprek met een medewerker van Justis is medegedeeld.
De rechtbank overweegt dat het proces voor een geslachtsnaamswijziging volgens de informatie op de website van Justis wordt gestart met een digitale of schriftelijke aanvraag bij Justis. De volgende stappen zijn: de controle van de aanvraag, het besluit en (eventueel) het bezwaar, en het koninklijk besluit. Niet gebleken is dat verzoeker bij Justis een digitale of schriftelijke aanvraag tot geslachtsnaamswijziging heeft gedaan, terwijl dat de juiste manier is om tot een geslachtsnaamwijziging te kunnen komen. Het uitgangspunt van de wetgever is dat toetsing van een verzoek tot geslachtsnaamswijziging is voorbehouden aan de Koning op de wijze zoals neergelegd in het Besluit. Bij de familierechter is er geen rechtsingang tot het wijzigen van een geslachtsnaam op grond van artikel 1:7 BW.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek.

4.De beslissing

De rechtbank:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. M.C.A.E. van Binnebeke, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.M.L.C. Vos-Limpens, griffier,
op 19 september 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.