Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
eiser in de zaak met zaaknummer 336102 en gedaagde in de zaak met zaaknummer 336643,
advocaat mr. R.H.L. van de Laar, kantoorhoudend te Kerkrade;
gedaagde in de zaak met zaaknummer 336102 en eiseres in de zaak met zaaknummer 336643,
verder te noemen: de vrouw,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2016;
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 2017;
- [minderjarige 3] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 3] 2019.
3.Het geschil
- de kinderen toe te vertrouwen aan de vrouw;
- de man te veroordelen tot het betalen van een (zo begrijpt de voorzieningenrechter) voorlopig door de voorzieningenrechter vast te stellen of door partijen overeen te komen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen van partijen van € 600,- per maand, ingaande 1 november 2024, waar het de te verschijnen termijnen betreft maandelijks bij vooruitbetaling aan vrouw te voldoen;
- kosten rechtens.