Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
4.Het standpunt van de ambtenaar
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 1990/91, 21 847, nr. 3, blz. 25) bedoeld dat de latere vermelding wordt geweigerd indien de buitenlandse (akte of) uitspraak niet ‘overeenstemt’ met de regels van Nederlands internationaal privaatrecht, waarbij de wetgever klaarblijkelijk de regels op het punt van de erkenning in Nederland van buitenlandse (akten en) rechterlijke uitspraken op het oog had. In de onderhavige zaak zijn deze regels die van het verdrag, dat in art. 11 lid 1 een limitatieve opsomming geeft van de voorwaarden voor erkenning. Dit zijn de volgende voorwaarden: