Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 4485,00
€ 1.495,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de eiser, [eiser], betaling van achterstallige huur en schadevergoeding van de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], na de ontdekking van een hennepkwekerij in de door hen gehuurde woning. De huurders hebben de woning sinds 15 juni 2023 gehuurd voor een maandelijkse huurprijs van € 1.495,-. Op 12 april 2024 werd in de woning een hennepkwekerij met 550 planten aangetroffen, wat leidde tot de ontruiming van de woning op 5 mei 2024. De eiser heeft de gedaagden aansprakelijk gesteld voor de schade, die in totaal € 23.312,79 bedraagt, en heeft hen verzocht om een betalingsvoorstel. Gedaagde sub 1 is niet verschenen, terwijl gedaagde sub 2 verweer heeft gevoerd en de vorderingen van de eiser heeft betwist.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. De rechter heeft geoordeeld dat de aanwezigheid van de hennepkwekerij niet verenigbaar is met goed huurderschap. Gedaagde sub 2 heeft aangevoerd dat zij de woning nooit heeft bewoond en dat de hennepkwekerij door een derde is geïnstalleerd, maar de rechter heeft geoordeeld dat dit niet ontslaat van de verplichtingen als huurder. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser grotendeels toegewezen, met uitzondering van de kosten voor rechtsbijstand in de zienswijzeprocedure, die als onvoldoende gemotiveerd zijn afgewezen. De totale vordering die is toegewezen bedraagt € 21.260,67, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.