Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het antwoord van [gedaagde] ;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Woonpunt vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woonruimte vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De procedure begon met een dagvaarding op 1 juli 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 september 2025. De gedaagde had een huurachterstand van meer dan drie maanden, die was opgelopen tot € 5.511,37. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn betalingsverplichtingen en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De persoonlijke omstandigheden van de gedaagde, zoals betalingsonmacht, werden niet als voldoende beschouwd om de ontbinding te voorkomen. De kantonrechter heeft de vorderingen van Woonpunt toegewezen, inclusief de huurachterstand, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld om de woonruimte binnen veertien dagen te ontruimen en de proceskosten te betalen.