Uitspraak
datum : 20 oktober 2025
beschikking op een klacht van:
[betrokkene] ,
procedure
- de klacht (met bijlagen), ontvangen op 11 augustus 2026
- de klacht (met bijlagen), ontvangen op 26 augustus 2025
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan in een klachtprocedure. Klager, de ex-partner van betrokkene, heeft een klacht ingediend tegen de bewindvoerder, Compass Zuid Nederland B.V., omdat hij meent dat deze tekortschiet in de uitvoering van zijn taken. Klager stelt dat hij een vordering van € 11.028,50 heeft op betrokkene, voortvloeiend uit een echtscheidingsconvenant dat door de rechtbank is gehomologeerd. Hij verwijt de bewindvoerder onder andere structurele communicatieproblemen, schending van wettelijke verplichtingen, en onvoldoende zorgvuldigheid in de afhandeling van betalingen. Klager stelt dat deze tekortkomingen hem belemmeren om een eigen woning te betrekken, wat ook gevolgen heeft voor zijn kinderen.
De bewindvoerder heeft in zijn verweer aangevoerd dat klager een concurrente vordering heeft en dat hij geen voorkeursbehandeling kan krijgen, aangezien het doel is om betrokkene in aanmerking te laten komen voor schuldhulpverlening. Betrokkene zelf heeft ook aangevoerd dat klager geen vordering heeft en heeft verzocht de klacht af te wijzen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bewindvoerder terecht stelt dat klager een concurrente schuldeiser is. Er kunnen legitieme redenen zijn voor de bewindvoerder om een vordering van concurrente schuldeisers tijdelijk onbetaald te laten, zelfs als er middelen beschikbaar zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis is om de bewindvoerder te verplichten tot betaling aan klager. Klager kan, indien hij betaling wenst, dit via de civiele rechter proberen af te dwingen. De klachtprocedure bij de kantonrechter is niet de juiste weg voor dit soort geschillen. De kantonrechter heeft uiteindelijk de klacht ongegrond verklaard.