ECLI:NL:RBLIM:2025:10677

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
29 oktober 2025
Zaaknummer
03.124540.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs en opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs

Op 29 oktober 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs en het opzettelijk aanwezig hebben van ruim 78 kilogram harddrugs. De verdachte, geboren in 1978 en woonachtig in Heythuysen, werd bijgestaan door advocaat mr. F.A. Dronkers. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 15 oktober 2025, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte, stellende dat de verdachte geen wetenschap had van de aangetroffen drugs en chemicaliën.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de aanwezigheid van 78,48 kilogram MDMA in de loods van de verdachte, evenals voorwerpen en stoffen die bestemd waren voor de productie van synthetische drugs. De verdachte had toegang tot de loods en was betrokken bij de huur van de ruimte, waar de drugs en productiemiddelen werden aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist van de aanwezigheid van de MDMA en dat hij zich schuldig had gemaakt aan de voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs.

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan beide tenlastegelegde feiten en legde een gevangenisstraf van 4 jaar op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de risico's die gepaard gaan met de productie en opslag van harddrugs. De rechtbank besloot ook tot teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers : 03.124540.24
Tegenspraak, na aanhouding verschenen
Vonnis van de meervoudige kamer van 29 oktober 2025
in de strafzaak tegen
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
wonende te [woonplaats] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.A. Dronkers, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 oktober 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen [medeverdachte] met het parketnummer 03.124519.24.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er – na wijziging van de tenlastelegging –, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte al dan niet samen met anderen in de periode van 1 tot en met 11 april 2024:
feit 1:78,48 kilo MDMA heeft geproduceerd althans aanwezig heeft gehad;
feit 2:ter voorbereiding van de productie van (met)amfetamine, MDMA of 4-CMC voorwerpen, een vervoermiddel en stoffen (chemicaliën) voorhanden heeft gehad waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat die daarvoor waren bestemd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van feit 1 primair en feit 2. Ten aanzien van feit 1 acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen het medeplegen van het bewerken, verwerken, vervaardigen en opzettelijk aanwezig hebben van 78,48 kilogram MDMA. Ten aanzien van feit 2 acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen het medeplegen van het verrichten van voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA en 4-CMC.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van beide tenlastegelegde feiten wegens het ontbreken van wetenschap van en beschikkingsmacht over de aangetroffen MDMA, goederen en stoffen op het perceel [adres] in Heythuysen. Van de vaten in de loods [adres] weet de verdachte niets, die kunnen er door iemand anders zijn neergezet. Alleen de roerwerken waren van de verdachte, maar dat is niet strafbaar.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
De bewijsmiddelen
Het
proces-verbaal van bevindingenvan 19 november 2024 vermeldt over de aanleiding van het onderzoek: [2]
De politie in Weert ontving een TCI-verbaal met de tekst: ‘ [naam verdachte] verkoopt illegale Marlboro sigaretten’. Hierop hebben wij informatie rondom [naam verdachte] verzameld en wij zagen dat zijn voertuig vaak bij een loods aan [adres] in Heythuysen stond. Deze informatie is gedeeld met de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD). Hierop werd een actiedag gepland op woensdag 11 april 2024 gezamenlijk met de FIOD.
Het
proces-verbaal van bevindingenvan [verbalisant] van 12 april 2024 vermeldt, zakelijk weergegeven: [3]
Op maandag 8 april 2024 ontving ik van [verbalisant] , basisteam Weert, informatie over mogelijke sigarettenhandel vanuit een loods op het [adres] Heythuysen. De informatie is bij de politie binnen gekomen via een buurtbewoner. Door collega [verbalisant] werd medegedeeld dat op het terrein van [adres] op meerdere momenten en verschillende tijdstippen voertuigen voor de loods aanwezig waren.
De politie heeft meermaals een [auto] met het [kenteken] op het terrein van [adres] zien staan. Dit voertuig staat geregistreerd op naam van [naam verdachte] , geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] .
Uit het mij ter beschikking staande systeembeheer van relaties waarin de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie zijn opgenomen lees ik dat de bewoner van de woning op het adres [adres] is: [medeverdachte] , geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] .
Op donderdag 11 maart 2024 (de rechtbank begrijpt: donderdag 11 april 2024) omstreeks 11.35 uur ben ik naar het [adres] te Heythuysen gereden. Enkele minuten later kwam een man met twee aangelijnde honden naar de woning lopen. Ik vroeg de man of hij de heer [medeverdachte] was, waarop hij bevestigend antwoordde.
Ik heb [medeverdachte] vervolgens gevraagd de loods te openen. [medeverdachte] voldeed aan mijn verzoek door met een afstandsbediening de rolpoort te openen die zich ongeveer in het midden van de loods bevindt. Ik ben vervolgens de loods ingelopen waarbij ik zag dat er veel vaten, IBC-containers, gereedschappen, werkbanken en andere losse voorwerpen in de loods stonden. Ik zag dat aan de rechterzijde van de loods onder een omhoog staande autobrug, waar een bestelwagen op stond, een twintigtal zogeheten droogrekken stonden waarop voornamelijk donkergele, bruine en zwarte gekristalliseerde brokken lagen.
Achter de autobrug zag ik enkele blauwe kunststof vaten. In de achterste hoek aan de rechterzijde van de loods zag ik vier vrieskisten staan. Aan de linkerzijde van de ingang van de loods zag ik vier zogeheten IBC-containers staan die waren omwikkeld met zwarte folie.
Naast de loods stond een [bakwagen] met laadklep met het [kenteken] . Hierin zag ik dat tegen het kopschot vermoedelijk een distillatieketel stond en dat aan de linkerzijde van de laadruimte vier kleine blauwe vaten stonden waarin vermoedelijk precursoren waren opgeslagen.
Het
proces-verbaal van bevindingenvan [verbalisant] en [verbalisant] van 12 april 2024 vermeldt, zakelijk weergegeven: [4]
Op 11 april 2024 waren wij ter ondersteuning van de FIOD aanwezig bij de instap aan [adres] in Heythuysen.
Om 10.41 uur werd ik, [verbalisant] , gebeld door collega [naam] van de politie-eenheid Venlo. Hij zei dat het voertuig met [kenteken] inclusief een paardentrailer door de automatische kentekenplaatherkenning op de A67 reed bij Venlo. Collega [naam] vroeg ons of wij informatie over de betrokken kentekenhouder hadden omdat deze bij ons in het werkgebied woont. De kentekenhouder betrof [naam verdachte] .
Ik, [verbalisant] , hoorde collega [naam] het kenteken opnoemen en wist dat dit kenteken betrokken was bij het onderzoek naar [adres] in Heythuysen. Hierop heb ik telefonisch contact opgenomen met de contactpersoon van de FIOD. Ik vertelde de collega van de FIOD dat ik het vermoeden had dat het voertuig met de paardentrailer naar [adres] zou rijden. Hierop hoorde ik dat hij vroeg of wij post konden nemen op de weg naar [adres] toe.
Op het moment dat wij bij [adres] te Heythuysen aankwamen, zagen wij het genoemd voertuig met paardentrailer op de oprit van de loodsen van [adres] staan. Wij zagen dat het voertuig op de oprit draaide en inclusief de paardentrailer weer in de richting van de dorpskern van Heythuysen reed. Wij zijn het voertuig gevolgd en zagen dat het voertuig naar [adres] in Heythuysen reed. Hier zagen wij dat het voertuig de oprijlaan inreed tussen twee grote loodsen. Wij zagen dat het voertuig zonder paardentrailer het terrein af kwam rijden.
Wij, verbalisanten, hoorden collega [naam] via de portofoon zeggen dat in de loods bij [adres] in Heythuysen verschillende droogrekken met daarop kristallen MDMA werden aangetroffen. Hierop zijn wij het terrein van [adres] opgereden. Ik, [verbalisant] , zag bij de loods met [nummer] de paardentrailer binnen staan die ik eerder had gezien in combinatie met het genoemde voertuig. Ik herkende de paardentrailer aan de witte kleur en het donkergekleurde paardje dat staat afgebeeld op de zijkant van de trailer. Ik, [verbalisant] , keek hierna ook door een raam van de loods. Ik zag dat er drie grote intermediate bulk containers (hierna: IBC’s) in de loods stonden.
Wij, verbalisanten, zagen dat een man het perceel kwam oprijden. Wij hoorden dat de man zich voorstelde als [medeverdachte] . Hij vertelde dat hij de verhuurder van de loodsen/garageboxen is. Ik, [verbalisant] , hoorde dat een van de collega's van de FIOD tegen [medeverdachte] zei dat het om loods [nummer] ging en of hij die even voor hen wilde openen. Hierop zag ik dat [medeverdachte] de deur opende en zag ik dat er een paardentrailer en een boot in de loods stonden.
Ik, [verbalisant] , hoorde dat collega’s van de FIOD het voertuig met [kenteken] staande hadden gehouden. Ik hoorde dat de collega van de FIOD zei dat de bestuurder [naam verdachte] betrof.
Ik, [verbalisant] , hoorde [medeverdachte] vertellen dat [naam verdachte] daar vaak kwam met een [auto] met een Duits kenteken. Ik hoorde hem zeggen dat hij [naam verdachte] dinsdagavond (9 april 2024) nog gezien en gesproken had, omdat toen de toegangsdeur van de loods niet goed sloot. [medeverdachte] is toen zelf naar de loods gegaan om het op te lossen. Op dat moment stonden er nog geen IBC’s in de loods. Ik hoorde hem zeggen dat de loods sinds 1 april 2024 verhuurd werd aan de huidige huurder, [naam verdachte] . [naam verdachte] had de sleutel op 3 april 2024 opgehaald. De loods is alleen te openen met een afstandsbediening van de rolpoort.
Ik, [verbalisant] , zag tijdens de doorzoeking van het voertuig van [naam verdachte] twee afstandsbedieningen in het middenconsole van het voertuig liggen. Ik zag dat op één van de afstandsbedieningen [nummer] geschreven stond. Ik zag dat de rolpoort van de loods met [nummer] omlaagging op het moment dat ik op het knopje van de afstandsbediening drukte waarop [nummer] geschreven stond.
Wij, verbalisanten, zagen dat een medewerkster van de opslagverhuur ons het huurcontract overhandigde. Wij zagen op het huurcontract dat verdachte [naam verdachte] sinds 1 april 2024 de huurder is van loods [nummer] .
Na de doorzoeking aan [adres] zijn wij gereden naar [adres] . Aldaar probeerde ik de andere afstandsbediening die ik had aangetroffen in het voertuig van [naam verdachte] . Wij zagen dat met deze afstandsbediening de rolpoort van de loods gelegen aan [adres] open en dicht ging.
Het proces-verbaal van bevindingenvan inspecteurs [verbalisant] en [naam] van het team Landelijke Faciliteit Ontmantelen (hierna: de LFO) van 4 juni 2024 vermeldt, zakelijk weergegeven: [5]
Op donderdag 11 april 2024 omstreeks 14.30 uur en later, hebben wij een onderzoek ingesteld aan goederen en chemicaliën, die waren aangetroffen in een schuur/loods, bakwagen en zeecontainer op het adres [adres] te Heythuysen. Tevens werden door ons goederen en chemicaliën onderzocht die waren aangetroffen in een loods aan [adres] te Heythuysen.
[adres] te Heythuysen
Op het perceel stond een vrijstaande woning met een daaraan geschakelde grote loods (ruimte A). Verder stonden er op het perceel diverse voertuigen geparkeerd waaronder naast de loods een bakwagen (ruimte B) voorzien van het [kenteken] . Ook stond er, vanaf de oprit gezien rechts vooraan op het perceel, een zeecontainer (ruimte C). Aan de achterzijde/tuinzijde van de loods bevond zich nog een klein schuurtje (ruimte D).
Binnen in de loods roken wij direct de ons ambtshalve bekende geur van 3,4-methyleendioxymetamfetamine (MDMA). Wij zagen rechts in de ruimte een autobrug staan met daarop een bestelbusje. Onder de brug zagen we meerdere droogrekken met daarop bruinkleurige brokken/kristallen. Voor deze droogrekken stonden twee tafelmodel ventilatoren die in werking waren. Achter de brug zagen we enkele blauwe 200 liter klemdekselvaten staan. Links van deze vaten zagen we vier vrieskisten staan die twee aan twee opgestapeld stonden. We zagen later dat deze vrieskisten in werking, maar leeg waren. Bij het openen van de vrieskisten roken we de sterke geur van aceton. Bij binnenkomst in de loods via de open roldeur zagen we links vier met vloeistof gevulde 1000 liter IBC’s staan.
In het schuurtje (ruimte D) zagen we onder andere enkele met vloeistof gevulde jerrycans staan.
In de laadruimte van de bakwagen (ruimte B) zagen we onder andere een vervuilde rvs-reactieketel en vier blauwe 30L klemdekselvaatjes staan.
Na het openen van de zeecontainer (ruimte C) roken wij de ons ambtshalve bekende geur van amfetamine. In de zeecontainer zagen wij onder andere volle IBC’s, volle jerrycans, gasflessen en rvs-reactieketels staan.
Hieronder volgt een opsomming van de goederen die werden aangetroffen. Als een monster is genomen, staat het SIN-nummer (Spoor Identificatie Nummer) vermeld.
Loods
Omschrijving
LFO-code
Netto-
gewicht(in gram)
SIN
FD/indicatie
bruin/champagnekleurige brokken/kristallen op diverse droogrekken
A1-A
A1-B
A1-C
A1-D
A1-E
hiervan zijn 5 aselecte monsters genomen
Totaal:
78480 gram netto
A1-A:
AAQF9508NL
A1-B:
AAQF9507NL
A1-C:
AAQF9506NL
A1-D:
AAQF9567NL
A1-E:
AAQF9505NL
MDMA-HCI
AAQF9508NL,
AAQF9507NL,
AAQF9506NL,
AAQF9567NL en
AAQF9505NL:
Resultaat:
MDMA HCI
2x een tafelmodel ventilator
3x een 1000 liter IBC, geheel gevuld met een neutrale vloeistof
AAQF9509NL
Aceton
AAQF9509NL:
bevat lage concentraties
MDMA en PMK in een mengsel
van aceton en water
1x een 1000 liter IBC, geheel gevuld met heldere sterk basische vloeistof
AAQF9510NL
Methanol
AAQF9510NL:
bevat methylamine in
methanol
4x zwarte 20 liter jerrycan, 2x geheel gevuld en 2x gevuld met circa 15 liter heldere kleurloze vloeistof
Aceton, conform etiket
1x witte 30 liter jerrycan inhoudende circa 10 liter neutrale vloeistof
Aceton
5x blauw 220 liter klemdekselvat, geheel gevuld met licht bruine neutrale vloeistof
AAQF9511NL
AAQF9511NL:
bevat lage concentraties MDMA en PMK in een mengsel van aceton en water
1x witte 5 liter jerrycan, voorzien van etiket “methanol”
Methanol
4x vrieskist,
geur aceton
Een grote hoeveelheid zwarte strijkzakken
In een wasdroger: een rood koeltasje van het merk Coca-Cola. Inhoudende een kilo blok wit poeder.
AAQF9512NL
Procaïne
AAQF9512NL:
Procaïne HCI
Bakwagen
Omschrijving
LFO
-code
Inhoud (liter)
SIN
FD/indicatie
4x een blauw 30 liter klemdekselvat, voorzien van etiket “4-chloropenyl-1-bromoethyl-ketone 25 kg”. Alle inhoudende een transparante zak geheel gevuld met wit poeder. Totaal 110 kg Aselect monster genomen van poeder
AAQF9635NL
2-broom-4-chloorpropiofenon
AAQF9635NL:
2-broom-4-chloorpropiofenon
Rvs-drukreactieketel inhoudende een restant donkerbruine sterk basische vloeistof
AAQF9636NL
AAQF9636NL:
bevat MDMA, methylamine en PMK in methanol
Zeecontainer
Omschrijving
LFO
-code
Inhoud (liter)
SIN
FD/indicatie
2x een rvs-reactieketel
13x een gasbrander inclusief gasslang
31x blauwe 20 liter jerrycan gevuld met een sterk zure lijvige heldere vloeistof
620
AAQF9521NL
Fosforzuur
AAQF9521NL:
Fosforzuur
2x een witte 20 liter jerrycan gevuld met een heldere sterk zure rokende vloeistof.
40
AAQF9520NL
Zoutzuur
AAQF9520NL:
Mierenzuur
4x een blauwe 30 liter jerrycan en 1x een blauwe 20 liter jerrycan. Alle gevuld met een heldere neutrale vloeistof. Aselect een monster genomen van de vloeistof uit een 30-liter jerrycan.
140
AAQF9519NL
Formamide
AAQF9519NL:
Formamide
2 x een gemodificeerde melkketel, inhoudende een restant gele sterk basische vloeistof geur amfetamine
AAQF9518NL
AAQF9518NL:
bevat amfetamine op een sterk alkalische waterige vloeistof
Schuurtje
Omschrijving
Inhoud (liter)
SIN
FD/indicatie
1x witte 20 liter jerrycan geheel gevuld met een heldere kleurloze sterk zure vloeistof.
20 liter
Mierenzuur
[adres] te Heythuysen
In de bedrijfsruimte op het adres [adres] Heythuysen zagen wij een boot en een paardentrailer staan. Achter de boot zagen we drie 1000 liter IBC’s staan waarvan er twee volledig gevuld waren met een vloeistof en één leeg was. In de paardentrailer zagen we enkele dozen liggen met daarin nieuwe en ongebruikte elektromotoren met roerwerken, bedoeld om te bevestigen op een IBC. Vaak zien we dit bij de omzetting van een pre-precursor naar een precursor of bij de productie van cathionen zoals 4-CMC.
Verder troffen we in de bedrijfsunit een IBC aan geheel gevuld met vermoedelijk omzettingsafval vanuit een pre-precursor naar Piperonylmethylketon (PMK) met behulp van fosforzuur. PMK betreft de hoofdgrondstof voor de productie van 3,4-methyleendioxymetamfetamine (MDMA).
En er werd een IBC geheel gevuld met kristallisatieafval aangetroffen.
Loods
Omschrijving
LFO-code
SIN
FD/indicatie
1x een 1000 liter IBC gevuld met 2-laagse zure vloeistof. Geur PMK.
AARS1355NL
PMK + Fosforzuur
AARS1355NL:
bevat PMK op een sterk zure waterige vloeistof
1x een 1000 liter IBC geheel gevuld met een neutrale vloeistof.
AARS1354NL
Aceton
AARS1354NL
bevat lage concentraties MDMA en PMK in een mengsel
van aceton en water
In een paardentrailer 3x een doos inhoudende ieder een roerwerk met elektromotor voor op een IBC.
1x een 1000 liter IBC, leeg.
Het middel 2-broom-4-chloorpropiofenon is de hoofdgrondstof voor de productie van 4-CMC. PMK is de hoofdgrondstof voor de productie van MDMA. Fosforzuur en zoutzuur kunnen worden gebruikt voor de omzetting van een precursor naar BMK. Dit is de hoofdgrondstof voor de productie van amfetamine. Zoutzuur kan ook gebruikt worden in de tweede kookstap bij de productie van amfetamine door middel van de Leuckart synthese. In de eerste kookstap wordt BMK gekookt met formamide en mierenzuur waarna het tussenproduct n-Formylamfetamine ontstaat. Bij de synthese wordt MDMA verkregen in de vorm van een olieachtige vloeistof, de base. De MDMA-base wordt verdund met aceton. Aan de oplossing wordt zuur toegevoegd. Meestal is dit zoutzuur. Het gevormde zout is slecht oplosbaar en kristalliseert uit. Het kristallisatieproces verloopt bij lage temperaturen beter. De kristallisatieoplossing wordt daarom ook wel in de vriezer gezet.
In het
rapportvan het NFI staat vermeld: [11]
In relatie tot drugs is procaïne een versnijdingsmiddel voor cocaïne.
Het
proces-verbaal van bevindingenvan [verbalisant] van 19 november 2024 vermeldt, zakelijk weergegeven: [12]
Op 18 april 2024 startte ik een nader onderzoek naar de Samsung telefoon van [naam verdachte] . De telefoon had de verdachte tijdens de aanhouding in zijn bezit. De verdachte verklaarde dat het zijn telefoon betrof.
Ik las een gesprek tussen de eigenaar van de telefoon en " [naam] " ( [telefoonnummer] ). Het gesprek vond plaats op maandag 1 april 2024.
16:11:41 Eigenaar: Donderdag of vrijdag breng ik je dat broodje voor in de vriezer.
Ik heb afnemers in Beek die betalen normaal voor 50 gram 150 euro. Dus 3 euro per gram. Kijk maar of je interesse hebt.
16:12:44 011: Hier betalen ze voor 10 gram 45/50 euro. Snap niet hoe de prijzen overal verschillen.
16:17:54 Eigenaar: Heeft met de olie te maken. Die maken allemaal hun eigen prijs.
Rond Eindhoven is de olie nu 1100. Zak ik af naar 750, 700, 650 per liter he. M is er in overvloed tot festivals starten. Dan klap ik erin en meer die veel hebben liggen.
Op dinsdag 9 april 2024 ging het gesprek verder:
06:41:26 Eigenaar: Kom doe eens je best verkoop wat M. Geef ik je een paar rootjes.
06:42:25 [naam] : Hier in Kerkrade en Hoensbroek kopen ze dit in voor belachelijke prijzen tegenover jullie prijzen.
06:42;40 Eigenaar: Zeg maar prijs.
06:43;36 [naam] : Zal [naam] effe vragen. Dacht in Kerkrade zat bij iemand 475 de kilo.
06:44;58 Eigenaar: Heb afgelopen vrijdag 50 kilo voor 450 gedaan. Hebben echt te veel. Per week zet ik 250 om. Nu weer geladen. Zet mij in contact betaal ik je zoon netjes. Ik wil meer contact in het zuiden. Ik maak ze allemaal klein.
06:49;42 [naam] : Zal vandaag laten weten waar ze precies voor inkopen.
06:50;15 Eigenaar: Ik kom straks anders breng ik je monster van partij wat ik daar kwijt wil.
De eigenaar van de telefoon stuurde op 13:53 uur twee berichten die verwijderd werden. Uit de galerij van de telefoon bleek dat op genoemd tijdstip twee foto's gemaakt werden van zakken met vermoedelijk MDMA-kristallen. Een foto werd bij de verdachte in zijn tuin gemaakt.
Op woensdag 10 april 2024 ging het gesprek verder.
09:45:59 Eigenaar: Zo in Bremen geladen. Nu naar Hamburg.
13:14:00 Eigenaar: Ben je al op pad geweest met die basterd suiker?
14:42:21 [naam] : Ze reageren niet zo dat ze er op staan te dringen hier. Raar volk.
14:45:43 Eigenaar: Waar ligt het probleem. Prijs?
14:46:05 [naam] : Nee niet de vraag heen
15:19:25 Eigenaar: Waar zit een grote jongen bij jou in de buurt. Weet je dat?
15:41:01 [naam] : Heb navraag gedaan. Zal ik nog wel horen. Zit niet stil denk toch beetje aan jou.
Het
proces-verbaal van bevindingenvan [verbalisant] van 24 september 2024 vermeldt, zakelijk weergegeven: [13]
Op 8 juni 2024 ging ik, [verbalisant] , verder met het onderzoek naar de Samsung telefoon van verdachte [naam verdachte] .
Op 16 maart 2024 vond er een gesprek plaats tussen [naam verdachte] en een persoon met de naam [medeverdachte] . [naam verdachte] stuurt een screenshot van een gesprek met [naam] naar [medeverdachte] . [naam verdachte] stuurt hierbij naar [naam] : “Hey goedemorgen. Wanneer denk jij pap bij de ouwe te hebben? Groet. Laat wat weten duurt allemaal te lang. Je zou afgelopen donderdag 4 stuks aftikken. We willen allemaal geen stress maar het word onvermijdelijk. Wat spreken we af?”
Op 17 maart 2024 stuurt [naam verdachte] wederom een screenshot van een gesprek tussen hem en [naam] naar [medeverdachte] . Hier is het volgende te lezen:
[naam verdachte] : “Goedemorgen de middag is om het is inmiddels ochtend wat spreken we af? Zou jij de 1e 12500 euro kunnen brengen? We hebben pap nodig.”
[naam] : Moet Lukken.
Op 29 maart 2024 stuurt [naam verdachte] naar [medeverdachte] : “Dat broodje puur en alleen maar bindmiddel. Dit is nu het 1e harde bewijs dat het een oplichter is. Als die lieve jongen straks komt die zal het jou precies uitleggen. Je kunt er hooguit soep van maken. [naam] kadans bots voor die kop op vandaag”.
4 april 2024 stuurt [naam verdachte] naar [medeverdachte] : “Dat broodje met bakmeel/bindmiddel ligt in de was droger. Sla die oplichter er mee om de oren! Zaterdag morgen heeft die bezoek van de old brommer boys.”
Tijdens de aanhouding van [naam verdachte] had hij nog een tweede telefoon (iPhone) bij zich. Ik vroeg voorafgaand aan het verhoor van [naam verdachte] of hij de juiste code van de telefoon wilde geven. Hierop hoorde ik dat hij zei dat de code de geboortedatum van zijn vriendin/vrouw is.
Op 7 april 2024 vindt er een gesprek plaats tussen de eigenaar van de iPhone en een persoon genaamd ‘ [naam] ’. De eigenaar van de iPhone stuurt een foto van een gesprek op de telefoon van [naam verdachte] naar [naam] . De achtergrond van de telefoon is precies hetzelfde als de telefoon waarvan [naam verdachte] zegt eigenaar te zijn. Op de achtergrond is een kat te zien.
Eigenaar: “Ouwe heeft bezoek denk ik.”
[naam] : “Wat is dit voor bullshit? Ik rij er zo heen heeft die pech. Ben klaar met dit. Ben half 8 bij de ouwe. Half 8 8 uur weetje dat zie ik je dan effe. Ken je morgen vroeg nog een x spullen oppikken gaat dat bro. Daar moeten ze nog een x kristalliseren. Ook omdat alle stoffen daar staan. Met die paarden car pik. Bro ben zo bij die ouwe. Moet jou morgen zien en kom niet met smoesjes want ben het nu zat al die onzin afspraken. Zeg hoe laat waar dan ben ik er nu is het mooi geweest moet je echt spreken.”
[naam] stuurt een screenshot van een gesprek tussen hem en ‘ [naam] ’: “Hij zegt is veel te duur. Is het mogelijk om 1 ketel met roerwerk en 1 stoomset te kopen? en voor hoeveel dan?”
De [medeverdachte]is op 11 april 2024 door de politie verhoord. Tijdens dat verhoor heeft de verdachte, zakelijk weergegeven, over de loods aan [adres] in Heythuysen het volgende verklaard: [14]
V: Wie is de eigenaar van het perceel inclusief alle gebouwen?
A: Dat ben ik.
V: Van wie is die loods/garage waar de drugs zijn aangetroffen?
A: Die is van mij maar die heb ik verhuurd.
V: Aan wie verhuur je de loods?
A: Aan [naam verdachte] .
V: Hoelang huurt [naam verdachte] de loods van u?
A: Sinds 1 april 2024.
V: Staan er nu voertuigen van [naam verdachte] op uw perceel of bij de loods (ook aanhangwagens of paardentrailers?)
A: Nee. Hij heeft alleen die [auto] . Ik heb wel zelf een paardentrailer maar die staat in een andere loods van [naam verdachte] .
De [medeverdachte]is op 15 april 2024 aanvullend door de politie verhoord. Tijdens dat verhoor heeft de verdachte, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [15]
V: Je gaf tijdens het eerste verhoor aan dat je in het gedeelte van de loods bent geweest waar de hefbrug staat om aan auto's te knutselen omdat dit een hobby van jou is. Klopt dit?
A: Ja.
V: Precies op deze locatie, onder een voertuig wat op de hefbrug stond, stonden droognetten met daarop MDMA kristallen. Wat kun je hierover verklaren?
A: Ik heb deze zien liggen en heb toen gezegd dat ik dit niet wil.
V: Wanneer heeft u de kristallen zien liggen?
A: Dit was 1 à 2 dagen voordat de politie bij mij was.
V: je verklaarde bij de rechter-commissaris dat ‘ze’ hadden gezegd dat ze het op zouden ruimen. Wie is ‘ze’?
A: [naam verdachte] .
V: Op jouw perceel stond een Duitse bakwagen. Van wie is deze wagen?
A: Die is van [naam verdachte] .
V: Op jouw perceel stond ook een blauwe zeecontainer. Van wie is deze container?
A: Van [naam verdachte] .
V: In de loods [adres] werden twee IBC-vaten aangetroffen met drugsafval erin. Klopt het dat jij van deze loods de huur hebt betaald?
A: Ja dat klopt, [naam verdachte] kon dat niet via de bank overmaken. Ik heb er 1500 euro voor betaald.
De verdachte [naam verdachte]is op 15 april 2024 door de politie verhoord. Tijdens dat verhoor heeft de verdachte – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [16]
V: Op [adres] in Heythuysen worden allerlei loodsen/garageboxen verhuurd. Welke ruimte huur jij?
A: [nummer]
V: Wie betaalt de huur aan de verhuurder?
A: Die heeft [medeverdachte] betaald omdat ik dit de eerste keer niet kon betalen.
V: Er stond een blauwe zeecontainer op het terrein. Van wie is deze container?
A: [medeverdachte] en ik hebben deze ooit samen aangeschaft.
De verdachte [naam verdachte]is op 22 april 2024 aanvullend door de politie verhoord. Tijdens dat verhoor heeft de verdachte – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [17]
V: Waarom rijd je met een trailer naar Duitsland?
A: Ik ben daar de mixers gaan halen.
V: De dinsdag (9 april 2024) toen je naar Duitsland bent vertrokken, heb je toen fysiek contact met [medeverdachte] gehad?
A: Ik zie hem eigenlijk iedere dag. Ja klopt, hij gaf mij de pinpas waarvan ik het hotel betaald heb.
V: Om welke pinpas gaat het?
A: Van [medeverdachte] zelf
V: De blauwe container op het terrein is volgens [medeverdachte] van jou. Jij zou hem gevraagd hebben of jij de container bij hem mocht stallen omdat jijzelf daar geen plek voor had. Wat kun je hierover verklaren?
A: De container hebben we samen aangekocht voor 500 euro.
V: Er staat een foto op jouw telefoon dat de bakwagen voor jouw huis met de [auto] geparkeerd staat. Door dit soort dingen hebben wij de indruk dat jij de persoon bent die gebruikmaakt van deze bakwagen. Wat kun je hierover verklaren? A: Die kan ik pakken wanneer ik wil. Je weet dat ik beschikking tot de loods had. Ik kon hier de sleutel van de wagen pakken waardoor ik vaker met de wagen onderweg was.
Op het
fotobladis, zakelijk weergegeven, het volgende te zien: [18]
Fotobijlage [adres] Heythuysen
Foto 27: Hondenmandjes van de eigenaar van het perceel. In de woning waren twee honden aanwezig.
Foto 30: Vanuit de vrieskist bij binnenkomst in de loods vanuit de woning is er zicht op de verdovende middelen en vaten.
Foto 31: In de vrieskist lag dagelijks etenswaar.
De verdachte [naam verdachte]heeft op 15 oktober 2025 ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – verklaard: [19]
Ik heb de berichten verstuurd die op 1 april 2024 met mijn Samsung telefoon aan [naam] zijn verzonden. Ik zat toen op het terras in Scheveningen. De berichten die op 10 april 2024 via die telefoon aan [naam] zijn verzonden, heb ik ook verstuurd.
Met ‘een broodje’ wordt een fake blok cocaïne bedoeld, dat lag bij [medeverdachte] in de wasdroger.
In het bericht aan [naam] , waarvan ik op 16 maart 2024 een screenshot aan [medeverdachte] stuurde, wordt met “de ouwe” medeverdachte [medeverdachte] bedoeld.
3.3.2
De bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vast dat binnen de periode tussen 1 april 2024 en 11 april 2024 in de loods aan [adres] te Heythuysen 78,48 kilogram MDMA aanwezig was.
Tevens is er op 11 april 2024 in de loods en op het perceel aan [adres] en in de loods aan [adres] te Heythuysen een combinatie van stoffen en voorwerpen aangetroffen die zijn bestemd voor de productie van harddrugs.
De verdachte wordt onder feit 1 primair verweten zich al dan niet tezamen en in vereniging met anderen schuldig te hebben gemaakt aan het opzettelijk produceren van MDMA c.q. het opzettelijk aanwezig hebben van MDMA.
Onder feit 2 wordt hem verweten dat hij opzettelijk en al dan niet tezamen met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan de in artikel 10a van de Opiumwet strafbaar gestelde voorbereiding van Opiumwetdelicten door – kort gezegd – het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid van verschillende soorten chemicaliën en voorwerpen waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat die bestemd waren voor die productie.
Vrijspraak (mede)plegen productie
Het strafdossier bevat naar het oordeel van de rechtbank geen bewijs dat de verdachte zelf direct uitvoerend betrokken is geweest bij het produceren van deze MDMA in de tenlastegelegde periode. Daarom kan in elk geval niet worden gezegd dat hij zelfstandig deze MDMA heeft geproduceerd. Evenmin is er bewijs voorhanden dat de verdachte anderszins aan die productie een zodanig substantiële bijdrage heeft geleverd dat van medeplegen kan worden gesproken. Dat betekent dat de verdachte van het onder 1 tenlastegelegde medeplegen van het – kort gezegd – produceren van MDMA wordt vrijgesproken.
Wetenschap, opzet en medeplegen
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de loods aan [adres] - eigendom van de medeverdachte die ook zelf van de loods gebruik maakte - vrijelijk toegankelijk was voor de verdachte die er naar eigen zeggen ook regelmatig kwam en verbleef.
Verder heeft de verdachte verklaard dat hij de blauwe zeecontainer op het terrein aan [adres] te Heythuysen samen met medeverdachte [medeverdachte] heeft gekocht en dat hij de Duitse bakwagen kon pakken wanneer hij wilde, waardoor hij vaker met de wagen onderweg was. In de desbetreffende zeecontainer werden onder meer rvs-reactieketels, gasbranders, jerrycans met mierenzuur, jerrycans met formamide en 31 jerrycans met fosforzuur aangetroffen. In de Duitse bakwagen werden een rvs-reactieketel en 4 klemdekselvaten met wit poeder aangetroffen. Dat wit poeder bleek 2-broom-4-chloorpropiofenon te zijn, de hoofdgrondstof voor de productie 4-CMC.
Daarnaast heeft de verdachte in de dagen voor zijn aanhouding drie roerwerken met elektromotor, geschikt voor toepassing op IBC’s, in Duitsland gekocht, die in de door de verdachte gehuurde loods aan [adres] werden aangetroffen in combinatie met onder meer twee IBC’s die geheel waren gevuld met aan de productie van MDMA gerelateerde vloeistoffen. Voor het vervoer van de roerwerken heeft de verdachte gebruik gemaakt van de paardentrailer van de medeverdachte en de verdachte heeft in het hotel in Duitsland betaald met de pinpas van de medeverdachte.
Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat met de Samsung telefoon van de verdachte in de tenlastegelegde periode foto’s zijn gemaakt van zakken met brokken die lijken op MDMA-kristallen en dat met die telefoon en de onder verdachte aangetroffen iPhone gesprekken zijn gevoerd over onder meer verkoop van M, grote geldbedragen, kiloprijzen die per regio verschillen, kristalliseren en basterdsuiker. De rechtbank leidt hieruit af dat de verdachte via deze telefoon communiceerde over de productie van en handel in harddrugs. Dat hierbij de medeverdachte en diens loods zijn betrokken, blijkt eveneens uit de berichten: het gaat immers om het broodje in de wasdroger, om een afspraak om half 8 bij de medeverdachte, waar alle stoffen staan en nog moet worden gekristalliseerd en over openstaande bedragen die nog - desnoods onder toepassing van geweld - geïnd moeten worden.
De verklaring van de verdachte dat hij een deel van deze gesprekken niet heeft gevoerd en dat de rest grootspraak is, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Beide telefoons zijn namelijk bij de verdachte aangetroffen, de toegangscode van beide telefoons is de geboortedatum van zijn (ex-)vrouw en van een deel van de gesprekken erkent de verdachte wel dat hij die gesprekken zelf heeft gevoerd. Voorts is niet aannemelijk geworden dat ook anderen dan de verdachte van de telefoons gebruik hebben gemaakt.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien vast dat de verdachte gedurende de tenlastegelegde periode wist van de aanwezigheid van de 78,48 kilo MDMA in de loods aan [adres] en dat deze MDMA zich (mede) in zijn machtssfeer bevond. Daarmee had hij de verdovende middelen opzettelijk aanwezig (feit 1).
Daarnaast heeft hij voorwerpen, stoffen en een vervoermiddel voorhanden gehad ten behoeve van de productie van (synthetische) drugs en heeft hij deze productie met zijn handelen voorbereid (feit 2).
Medeplegen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat er tussen verdachte en de medeverdachte een nauwe en bewuste samenwerking is geweest gericht op het voorhanden hebben van de MDMA en het plegen van de voorbereidingshandelingen. Immers blijkt dat ze beiden betrokken zijn bij allebei de loodsen waar de tenlastegelegde verdovende middelen en productiemiddelen zijn aangetroffen en ook uit de berichten op de telefoon blijkt dat beiden betrokken zijn bij de handel in en/of productie van harddrugs.
De rechtbank acht beide tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1:
in de periode van 1 april 2024 tot en met 11 april 2024, te Heythuysen,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
78,48 kilogram van een materiaal bevattende MDMA,
zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
feit 2:
omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 11 april 2024, te Heythuysen
tezamen en in vereniging met een ander, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van (met)amfetamine en/of MDMA en/of 4-CMC, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
- zich en een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, een vervoermiddel, stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededader, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door:
- ( in de loods aan [adres] in Heythuysen) jerrycans met aceton en methanol en droogrekken met ventilatoren en strijkzakken en een kilo procaïne en een hoeveelheid PMK voorhanden te hebben en
- ( in de bakwagen) vaten met 2-broom-4-chloorpropiofenon en een rvs-drukreactieketel voorhanden te hebben en
- ( in de zeecontainer) 620 liter fosforzuur en 40 liter mierenzuur en 140 liter formamide en reactieketels en gasbranders voorhanden te hebben en
- ( in de schuur achter de loods) mierenzuur voorhanden te hebben en
(in de loods aan [adres] ) roerwerken voorzien van elektromotoren en een of meer IBC-containers voorhanden te hebben;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2:
medeplegen van, om een feit bedoeld in het vierde lid of vijfde van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden te hebben waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen van 4 jaar. Zij heeft zich daarbij gebaseerd op de richtlijnen van het Openbaar Ministerie. Voorts is zij van mening dat de verdachte een leidinggevende en aansturende rol gehad.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij een bewezenverklaring te volstaan met een straf gelijk aan het voorarrest, gecombineerd met een taakstraf en daarnaast een geheel voorwaardelijke straf met een proeftijd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en het opzettelijk aanwezig hebben van ruim 78 kilogram harddrugs.
Hierdoor is de verdachte is medeverantwoordelijk voor de nadelige effecten die het gebruik van harddrugs veroorzaakt voor de volksgezondheid en de criminaliteit die met harddrugs gepaard gaat. Ook brengt de opslag van chemicaliën die worden gebruikt bij het vervaardigen en bewerken van harddrugs zoals (met)amfetamine en MDMA grote risico’s met zich mee, zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige dampen. De opslag van dit soort stoffen kan daarnaast leiden tot een ernstige en omvangrijke calamiteit.
Gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend is.
Gelet op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf een passende straf. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

De rechtbank beslist ten aanzien van de hierna in de beslissing genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, conform de eis van de officier van justitie, tot teruggave van die inbeslaggenomen voorwerpen aan de rechthebbende, te weten: de geldbedragen, de personenauto, de sleutels en de telefoons.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen
2, 10, 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 1 en feit 2 tot een gevangenisstraf van
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende:
  • 850 EUR (PL2300-2024058069-G1696571);
  • 20 EUR (PL2300-2024058069-G1696572);
  • 10 EUR (PL2300-2024058069-G1696574);
  • 20 EUR (PL2300-2024058069-G1696575);
  • 1 STK Personenauto X879LB (PL2300-2024058069-G1682911);
  • 1 STK Sleutel (PL2300-2024058069-G1696576);
  • 1 STK Sleutel (PL2300-2024058069-G1696577);
  • 1 STK GSM (PL2300-2024058069-G1696181);
  • 1 STK GSM (PL2300-2024058069-G1696186).
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.M. Menting, voorzitter, mr. M.J.A.G. van Baal en mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. Adams, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 29 oktober 2025.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 11 april 2024, te Heythuysen, gemeente Leudal, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft vervaardigd en/of geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
ongeveer 78,48 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2024 tot en met 11 april 2024, te Heythuysen, gemeente Leudal, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van (met)amfetamine en/of MDMA en/of 4-CMC, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door:
- ( in de loods aan [adres] in Heythuysen) jerrycans met aceton en/of methanol en/of droogrekken met ventilatoren en/of strijkzakken en/of een kilo procaïne en/of een hoeveelheid PMK voorhanden te hebben en/of
- ( in de bakwagen) vaten met 2-broom-4-chloorpropiofenon en/of een rvs-drukreactieketel voorhanden te hebben en/of
- ( in de zeecontainer) 620 liter fosforzuur en/of 40 liter mierenzuur en/of 140 liter formamide en/of een hoeveelheid zoutzuur en/of reactieketel(s) en/of gasbranders voorhanden te hebben en/of
- ( in de schuur achter de loods) mierenzuur voorhanden te hebben en/of
( in de loods aan [adres] ) roerwerken voorzien van elektromotoren en/of een of meer IBC containers voorhanden te hebben;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2024058602, gesloten d.d. 19 november 2024 , doorgenummerd van pagina 1-284.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 65-67.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 13-16.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 99-108.
6.Rapport NFI, p. 109-115.
7.Rapport NFI, p. 109-115.
8.Rapport NFI, p. 109-115.
9.Rapport NFI, p. 109-115.
10.Rapport NFI, p. 109-115.
11.Rapport NFI, p. 109-115
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 november 2024 , p. 75-76.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 78-79.
14.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 11 april 2024, p. 199-200.
15.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 15 april 2024, p. 205-206.
16.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 15 april 2024, p. 233-236.
17.Proces-verbaal van verhoor van de verdachte d.d. 22 april 2024, p. 243-246 en 249-261.
18.Fotoblad, p. 44 en 48.
19.De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 oktober 2025.