In deze zaak heeft Volkswagen Pon Financial Services B.V. (hierna: Volkswagen) een vordering ingesteld tegen gedaagden, die een financial lease overeenkomst (huurkoop) met Volkswagen zijn aangegaan. De overeenkomst had een looptijd van 60 maanden, waarbij gedaagden verplicht waren om maandelijks € 229,68 te betalen, met een laatste termijn van € 4.229,68. Gedaagden zijn in betalingsachterstand geraakt, wat leidde tot een aanmaning door Volkswagen op 26 januari 2023. Ondanks deze aanmaning heeft Volkswagen geen betaling ontvangen, en gedaagden hebben de auto, die als huurkoopobject diende, total-loss gereden zonder verzekeringsuitkering. Volkswagen heeft vervolgens de vordering tot betaling van een openstaand bedrag van € 10.575,38 ingesteld, vermeerderd met handelsrente en proceskosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden de hoofdsom van € 8.641,47 niet hebben betwist en heeft de vordering toegewezen. De kantonrechter heeft gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.