Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
[medeverdachte 3] in de periode van 9 september 2021 tot en met 29 maart 2022 wordt de bijnaam van de verdachte herhaaldelijk genoemd in verband met de handel in hennepstekken. Dit duidt erop dat de handel in hennepstekken in de eerder vastgestelde onderlinge rolverdeling tussen de verdachte en zijn broer ook in die periode onverkort voortduurde. Gezien de omvang van de handel, zoals uit de gesprekken blijkt, en de intensiteit van de communicatie ligt het niet voor de hand dat verdachte deze activiteiten gedurende enkele maanden zou hebben gestaakt en daarna weer opgepakt. De grote aantallen stekken die door de verdachte en zijn broer werden aangeboden en afgenomen, wijzen op een voortdurende handelsstroom. Het verweer dat de pleegperiode korter zou zijn, wordt dan ook verworpen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;