Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 5 februari 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en de bewindvoerder van een onderbewindgestelde. De eiser, die gedetineerd is, vorderde schadevergoeding van de bewindvoerder q.q. wegens onrechtmatige daad, omdat de onderbewindgestelde goederen van hem had gestolen. De procedure volgde op een beschikking van 30 december 2022, waarbij bewind werd ingesteld over de goederen van de onderbewindgestelde. De eiser en de onderbewindgestelde waren geregistreerd partners, maar hun partnerschap was ontbonden op 7 mei 2019. De eiser stelde dat de onderbewindgestelde waardevolle spullen, huisraad, rolluiken en laminaat uit zijn woning had meegenomen, wat leidde tot schade. De kantonrechter oordeelde dat de onderbewindgestelde onrechtmatig had gehandeld door deze goederen weg te nemen en dat de bewindvoerder q.q. aansprakelijk was voor de schade. De kantonrechter kende een schadevergoeding toe van in totaal € 9.131,45, te vermeerderen met wettelijke rente, en compenseerde de proceskosten tussen partijen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.