Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 24 oktober 2025,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 7 november 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en STICHTING WOONPUNT. De zaak betreft een executiegeschil over de ontruiming van een woning. [eiseres] had een huurovereenkomst met Woonpunt, maar kwam in betalingsproblemen, wat leidde tot een ontruimingsvonnis van de kantonrechter op 4 mei 2022. Woonpunt heeft na een periode van opschorting van de executie op 23 september 2025 het vonnis betekend aan [eiseres], die vervolgens een kort geding heeft aangespannen om de tenuitvoerlegging te schorsen. [eiseres] stelde dat er nieuwe feiten waren die een noodtoestand opleverden, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat deze feiten niet nieuw waren en dat de executie niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt dat de executie van een ontruimingsvonnis na een lange periode niet automatisch misbruik van recht oplevert, en dat de belangen van de verhuurder bij executie zwaarwegend zijn.