Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten en het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 140,00
- griffierecht € 524,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 5 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Onroerend Goed Landgraaf B.V. (hierna: OGL) en een gedaagde partij die bedrijfsruimte huurt van OGL. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, werd opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 10 januari 2025, maar verscheen zonder bericht niet. OGL vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 11.796,41, alsook de betaling van de maandelijkse huur van € 2.664,90 voor de periode vanaf oktober 2024 tot aan de ontruiming.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij, door niet te verschijnen, in het nadeel werd uitgelegd. OGL had een actueel overzicht van de huurachterstand overgelegd, en de kantonrechter kon de juistheid daarvan niet betwisten door de afwezigheid van de gedaagde. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming werd toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.