Op 14 november 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling en ontucht met zijn minderjarige zoon. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ontucht, omdat er onvoldoende wettig bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De verklaringen van de moeder, oma en stiefvader van het slachtoffer werden als onvoldoende betrouwbaar beschouwd, aangezien deze voornamelijk gebaseerd waren op wat de minderjarige zelf had verteld. De rechtbank oordeelde dat er geen steunbewijs was voor de verklaringen van de getuigen, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld voor het zedendelict.
Ten aanzien van de mishandeling, die plaatsvond tussen 26 en 27 augustus 2022, erkende de verdachte dat hij zijn zoon had geslagen. De rechtbank achtte dit feit wettig en overtuigend bewezen, vooral omdat de verdachte zelf had bekend. De rechtbank legde een voorwaardelijke taakstraf op van 40 uren met een proeftijd van 2 jaren, waarbij rekening werd gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn bereidheid om hulp te zoeken voor zijn gedrag. De uitspraak benadrukte het belang van een veilige omgeving voor kinderen en de verantwoordelijkheid van ouders om hen te beschermen.