3.1.[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] stelt – samengevat weergegeven – dat het van meet af aan de bedoeling was dat [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] [handelsnaam 2] binnen afzienbare tijd volledig zou overnemen. Toen medio 2023 bleek dat [erflater] terminaal ziek was, is het overnameproces versneld. Medio oktober 2023 hebben [erflater] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] mondeling wilsovereenstemming bereikt ten aanzien van de gehele overname van [handelsnaam 2] door [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] en is een (mondelinge) koopovereenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] de resterende 80% aandelen tegen betaling van een koopprijs van € 120.000,00 zou overnemen. Diverse getuigen kunnen verklaren over de gang van zaken rondom de verkoop en de inhoud van de gevoerde gesprekken. [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] heeft als enig erfgenaam van [erflater] de vordering van € 120.000,00 op [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] geërfd. Naast de overnamesom van de aandelen moeten ook nog andere praktische zaken rondom de overname afgehandeld worden zoals het omzetten van contracten (huur, lease), het omzetten van rekeningen, het terugbetalen van de borgsom voor een koffiemachine, het betalen van achterstallige uitkeringen van [erflater] , etc. Ondanks diverse aanmaningen (productie 10 en 11 bij dagvaarding) is [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] haar verplichtingen op grond van de koopovereenkomst niet nagekomen. Om die reden vordert [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] – na wijziging van eis – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
1. de vordering van € 15.000,00 voor de 10% aandelen op grond van de overeenkomst van 1 februari 2020 vanaf 1 januari 2025 opeisbaar is en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] dit bedrag aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] verschuldigd is, en dat de vordering van € 15.000,00 voor de aanvullende 10% aandelen op grond van de overeenkomst van 1 januari 2021 vanaf 31 december 2026 opeisbaar is en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] dit bedrag aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] verschuldigd is, en
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident] veroordeelt tot betaling aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] van
2. € 120.000,00 € 120.000,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente naar Duits recht, primair vanaf 1 december 2023, subsidiair vanaf 1 januari 2024, meer subsidiair vanaf 31 mei 2024, meer meer subsidiair vanaf 20 juli 2024 en uiterst subsidiair vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening,
2. € 120.000,00 € 27.000,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente naar Duits recht, primair voor aan het einde van de maand voor elke € 3.000,00 in de periode vanaf februari 2024 tot en met oktober 2024, subsidiair vanaf 1 januari 2024, meer subsidiair vanaf 30 augustus 2024 en uiterst subsidiair vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige voldoening,
2. € 120.000,00 € 2.729,50 ten titel van buitengerechtelijke incassokosten naar Duits recht, te vermeerderen met de wettelijke rente naar Duits recht primair vanaf 31 mei 2024, subsidiair vanaf 20 juli 2024 en meer subsidiair vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening,
2. € 120.000,00 € 1.501,19 aan buitengerechtelijke incassokosten naar Duits recht, te vermeerderen met de wettelijke rente naar Duits recht primair vanaf 30 augustus 2024 en subsidiair vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening,
2. € 120.000,00 de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na datum van het (eind)vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum (eind)vonnis, indien voldoening binnen die termijn uitblijft.