Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2]rapporteerden over de beschikbare camerabeelden als volgt: [3]
Ik, [naam verbalisant 1] , zag dat de verdachte vervolgens naar achter liep en het glas weer in zijn rechterhand nam. Ik zag dat het slachtoffer weer in de richting van de verdachte liep. Op het moment dat verdachte en slachtoffer weer dicht bij elkaar stonden, zag ik dat de verdachte zijn rechterarm, met in zijn hand het glas, achterwaarts bewoog en vervolgens met kracht richting de hals van het slachtoffer gooide. Op foto 4 is een lichtkleurig deel te zien ter hoogte van de linkerschouder van slachtoffer. Dit betreft zeer waarschijnlijk de inhoud van het glas dat de verdachte in zijn rechterhand hield voordat hij hiermee uithaalde naar slachtoffer.
verdachteverklaarde ter terechtzitting van 11 november 2025 - zakelijk weergegeven - als volgt:
Betrokkene is op 21 juli 2025 beoordeeld op de SEH. In de linker hals is een verwonding van 3-4 cm zichtbaar die diep is. Een CT-scan van de hals met contrast middel liet een actieve bloeding zien uit waarschijnlijk de vena jugularis anterior links (dit betreft een bloeding van de voorste halsader links) met rondom de actieve bloeding een onderhuidse bloeduitstorting. Betrokkene werd vanuit de SEH naar de operatiekamer gebracht en geopereerd aan de hals. Hierbij is de oorspronkelijke verwonding groter gemaakt. De schede van de halsslagader (carotisschede) is niet gepenetreerd. Het geraakte bloedvat is zowel aan de boven als onderzijde onderbonden (afsluiten van een bloedvat) waarna het bloeden is gestopt.
Er zal sprake zijn van een blijvend litteken in zijn hals.
chain of evidenceonderbroken. Gelet daarop zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het aan hem tenlastegelegde feit.
op 21 juli 2025 te Maastricht [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 1] in het gezicht te slaan en in zijn buik te trappen.
op 22 juni 2025 te Maastricht [naam slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem te slaan.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd.
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar.
- veroordeelt de verdachte voor tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt
- geeft aan Verslavingsreclassering Limburg Mondriaan de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- wijst de vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] ten aanzien van feit 1 gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
- wijst de vordering ten aanzien van het meergevorderde aan immateriële schadevergoeding af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot op heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] van een bedrag van 10.458,64 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 21 juli 2025 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 87 dagen. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een diepe en/of lange snijwond in de hals/nek, heeft toegebracht, door met kracht, althans met een uithaal en/of zwaaiende beweging een (wijn)glas in/tegen de hals/nek van die [naam slachtoffer 1] (kapot) te gooien en/of te slaan en/of te snijden;
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met kracht, althans met een uithaal en/of zwaaiende beweging een (wijn)glas in/tegen de hals/nek van die [naam slachtoffer 1] (kapot) heeft gegooid en/of geslagen en/of
gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 21 juli 2025 te Maastricht [naam slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 1] in het gezicht te slaan en/of in zijn buik althans tegen zijn lichaam te trappen.
In de zaak met parketnummer 03.189571.25
hij op of omstreeks 22 juni 2025 te Maastricht [naam slachtoffer 2] heeft mishandeld, door hem te slaan;
hij op of omstreeks 22 juni 2025 te Maastricht opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 2 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde cocaïne en/of amfetamine(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.