3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feiten 1 en 2
Het
proces-verbaal van aangiftedoor [benadeelde partij] van 7 april 2024, onder meer inhoudende:
Ik doe aangifte van zware mishandeling c.q. poging doodslag gepleegd door mijn buurman [verdachte] , woonachtig aan de [adres] . Op 6 april 2024 ging ik mijn hond uitlaten. Ik liep mijn rondje. Ik zag dat [verdachte] op zijn erf stond. Ik zag dat [verdachte] op mij af kwam lopen. Ik zag dat hij in de telefoon riep “ [naam] , [naam] !, hij valt me aan, hij valt me aan.” Ik zag dat [verdachte] in zijn rechterhand een op een schaar gelijkend voorwerp vasthield. Ik voelde dat [verdachte] uit het niets met dit scherpe voorwerp mijn hoofd raakte waardoor er meteen bloed op mijn gezicht kwam vloeien. Ik voelde dat ik flink verwond was. Ik bloedde als een rund. Ik zag dat [verdachte] bleef steken.
Het lemmet stak uit aan de onderzijde van zijn hand als je de duim omhoog zou houden. [verdachte] maakte neerdalende steekbewegingen. Hij raakte met de scherpe punt de rechterzijde van mijn hoofd en trok een diepe snee van ongeveer 15 cm vanaf mijn kruin in de richting van mijn voorhoofd. Tevens voelde ik aan mijn rechterhand hevige pijn. Ik zag dat mijn rechterhand flink bloedde. Ik zag dat [verdachte] bleef steken. Ik denk dat hij mij 1 keer heeft geraakt op mijn hoofd en in ieder geval 4 keer heeft gestoken in de richting van mijn bovenlichaam.
Het
proces-verbaal van bevindingenvan 9 april 2025, onder meer inhoudende:
Ik kreeg het verzoek om de camerabeelden van de zware mishandeling c.q. poging doodslag op de [straatnaam] in Venray te beschrijven.
Ik zag dat fragment “Deurbel 1” 13 seconden duurde. Ik zag [verdachte] van de kant van de parkeerplaats afkwam en richting de tuin liep. Ik zag dat hij in zijn rechterhand een mes vasthad.
Ik zag dat fragment “Poort 1” 24 seconden duurde. Ik zag dat [verdachte] openmaakt en dat [verdachte] het tuinpad afwandelde de tuin in. Ik zag dat [verdachte] een mes vastheeft in zijn rechterhand.
Ik zag dat fragment “Poort 2” 59 seconden duurde. Ik zag dat [verdachte] de poort openmaakte. Ik zag dat [verdachte] in zijn linkerhand een mobiele telefoon vasthad. Ik zag dat [verdachte] de hele tijd een mes in zijn rechterhand had. Ik zag dat [verdachte] op en neer liep tussen de weg en de poort.
Ik zag dat fragment “Deurbel 2” 14 seconden duurde. Ik zag dat [verdachte] verschijnt in het beeld en dicht op [benadeelde partij] staat. Ik zag dat [benadeelde partij] [verdachte] met kracht een duw gaf met zijn linkerhand. Ik zag dat [verdachte] hierbij ronddraaide. Ik zag dat [verdachte] nog steeds een mes vasthad in zijn rechterhand. Ik zag dat [verdachte] vervolgens zich richting [benadeelde partij] draaide en dat [verdachte] zijn rechterhand omhoog hield. Ik zag dat hierbij de punt van het mes in de richting van [benadeelde partij] stak. Ik zag dat [verdachte] op deze manier afliep op [benadeelde partij] . Ik zag dat [verdachte] met zijn rechterbeen tegen de benen van [benadeelde partij] schopte. Ik zag dat [verdachte] na de trap met zijn rechterhand, de hand met het mes, een stekende beweging maakte richting de hals en het hoofd van [benadeelde partij] .
Ik zag dat fragment “Tuin 2” 31 seconden duurde. Ik zag dat [benadeelde partij] en [verdachte] beide op handen en knieën zaten. Ik zag dat [verdachte] vervolgens op zijn linkerzij belandde. Ik zag dat [verdachte] hierna een stekende beweging maakte richting het hoofd van [benadeelde partij] . Ik zag dat [verdachte] hierna dit nogmaals probeerde, maar dat [benadeelde partij] met zijn linkerhand de rechterhand van [verdachte] tegenhield. Ik zag dat de rechterarm van [verdachte] vrij kwam van de linkerhand van [benadeelde partij] . Ik zag dat [verdachte] hierna nogmaals een stekende beweging maakte richting het hoofd van [benadeelde partij] . Ik zag dat het hoofd van [benadeelde partij] nu donkerrood was en dat er een donkerrode vloeistof van het hoofd afdrupte.
De
forensisch medische letselrapportagevan 12 juli 2024, onder meer inhoudende:
Betrokkene: [benadeelde partij]
Beschrijving van de letsels:
Letsel A: aan de bovenzijde van het hoofd gelegen tussen het voor- en achterhoofd is een scherp begrensde, streepvormige, roodbruine huidonderbreking met korstvorming zichtbaar van circa 8 cm. Er heeft medische behandeling van dit letsel plaatsgevonden (5 gekruiste hechtingen en 2 rechte hechtingen). Hechtwond van 8 cm met slagaderlijke bloeding tussen de hoofdhuid en de schedel met bijbehorende AIS score van 3, ernstig letsel. Naar alle waarschijnlijkheid betreft het een snij-, steek- of
scheurverwonding.
Letsel B: in de haargrens aan de linkerzijde van het hoofd zijn twee scherp begrensde, grillig gevormde, oppervlakkige huidonderbrekingen van respectievelijk 0,6 cm bij 0,6 cm en 0,2 cm bij 0,2 cm zichtbaar.
Letsel C: Aan de palmzijde van de rechter hand wordt op circa 3-4 cm boven de pols aan de pinkzijde een scherp begrensde streepvormige roodbruine huidonderbreking,
met korstvorming waargenomen van circa 4.5 cm. Er heeft medische behandeling van
dit letsel plaatsgevonden (5 rechte hechtingen). Naar alle waarschijnlijkheid betreft
het een snij-of steekverwonding.
Letsel D: Aan de palmzijde van de rechter hand, aan de huid onder de pink en ringvinger is een scherpbegrensde, oppervlakkige huidonderbreking zichtbaar van circa 0.3 cm bij 0.3cm zichtbaar.
Het
proces-verbaal van bevindingenvan 8 april 2024, onder meer inhoudende:
Op zaterdag 6 april 2024, vond er op de [straatnaam] te Venray een conflict plaats tussen
buren waarbij het slachtoffer met een mes in zijn gezicht gesneden werd. Het mes werd op het plaats delict aangetroffen en in beslag genomen.
Het mes werd mij in uitgeklapte toestand aangeboden en had in deze toestand een totale lengte van 20 centimeter. Het lemmet was acht centimeter lang. De eerste zes centimeter was glad geslepen en de laatste 2 centimeter gekarteld.
Het inbeslaggenomen mes wordt gecategoriseerd binnen de Wet Wapens en Munitie artikel 2 lid 1, categorie 4 onder 7.
Bewijsoverwegingen
Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte met een mes dat hij al geruimde tijd bij zich droeg aangever in een dynamische situatie in zijn hoofd heeft gesneden en meermalen stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van het hoofd en het bovenlichaam. De vraag staat centraal of de verdachte daarbij met opzet op de dood van aangever handelde. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Het hoofd en het bovenlichaam zijn kwetsbare lichaamsdelen mede door de aanwezigheid van vele dicht aan de huidoppervlak liggende (slag)aders. Met zijn eerste bewegingen heeft de verdachte zelfs daadwerkelijk een slagaderlijke bloeding veroorzaakt. Dat door het handelen van de verdachte in deze worsteling de dood van aangever zou intreden, was een reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid. Deze aanmerkelijke kans heeft de verdachte bewust aanvaard, door gericht met een mes uit te halen richting aangever en vervolgens meerdere malen op hem in te steken. Dat van een aanmerkelijke kans vanwege een te lage AIS score geen sprake was, zoals door de raadsvrouw betoogd, ziet de rechtbank anders. Het overlijdensrisico van de daadwerkelijke verwondingen op populatieniveau is bij deze beoordeling nauwelijks relevant. Als de verdachte aangever rakelings had gemist was de score immers 0 geweest, maar was de kans op overlijden toch aanmerkelijk geweest. Het gaat vooral om het risico tijdens de bewegingen met het mes, niet zozeer om het risico van eventuele verwondingen. De rechtbank acht het opzet op de dood derhalve bewezen.