ECLI:NL:RBLIM:2025:11718

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 november 2025
Publicatiedatum
27 november 2025
Zaaknummer
11845739 AZ VERZ 25-96
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens het meenemen van een demomodel saladebestek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 20 november 2025 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen [verzoeker] en Albert Heijn Akerstraat Noord B.V. [verzoeker], werkzaam als shiftleader operatie, werd op 21 juni 2025 op staande voet ontslagen wegens het meenemen van een demomodel saladebestek. Albert Heijn stelde dat dit een dringende reden voor ontslag vormde, omdat het meenemen van bedrijfseigendommen zonder toestemming in strijd was met de huisregels. De kantonrechter oordeelde echter dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat er geen duidelijke instructies waren over het meenemen van demomodellen en er geen zerotolerancebeleid was dat dit gedrag bestrafte. De rechter concludeerde dat de gedraging van [verzoeker] als een bagatelfeit kon worden beschouwd, gezien zijn lange en onberispelijke staat van dienst. De kantonrechter heeft Albert Heijn veroordeeld tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding van € 7.495,48, een transitievergoeding van € 9.426,87 en buitengerechtelijke incassokosten van € 944,22. Het verzoek van Albert Heijn om [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding werd afgewezen, omdat het ontslag niet rechtsgeldig was. De proceskosten werden ook aan Albert Heijn opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11845739 \ AZ VERZ 25-96
Zaaknummer / rekestnummer: 11846271 \ AZ VERZ 25-97
Beschikking van 20 november 2025
in de zaak van 11845739 \ AZ VERZ 25-96
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. L.M.J. Corvers, ARAG Rechtsbijstand,
tegen
ALBERT HEIJN AKERSTRAAT NOORD B.V.,
gevestigd te Hoensbroek,
verwerende partij,
hierna te noemen: Albert Heijn,
gemachtigde: mr. A.W.J.D. Ray-Engels,
en in de zaak van 11846271 \ AZ VERZ 25-97
ALBERT HEIJN AKERSTRAAT NOORD B.V.,
gevestigd te Hoensbroek,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Albert Heijn,
gemachtigde: mr. A.W.J.D. Ray-Engels,
tegen
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. L.M.J. Corvers, ARAG Rechtsbijstand.

1.De procedure

in zaaknummer 11845739 \ AZ VERZ 25-96
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de nagezonden producties 19 tot en met 25 van 31 oktober 2025 van de zijde van [verzoeker]
- de nagezonden productie 13 van 31 oktober 2025 van de zijde van Albert Heijn
- de spreekaantekeningen van de zijde van [verzoeker]
- de spreekaantekeningen van de zijde van Albert Heijn
- de mondelinge behandeling van 6 november 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.
in zaaknummer 11846271 \ AZ VERZ 25-97
1.3.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de nagezonden producties 19 tot en met 25 van 31 oktober 2025 van de zijde van [verzoeker]
- de nagezonden productie 13 van 31 oktober 2025 van de zijde van Albert Heijn
- de spreekaantekeningen van de zijde van [verzoeker]
- de spreekaantekeningen van de zijde van Albert Heijn
- de mondelinge behandeling van 6 november 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.4.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1996, is in dienst bij Albert Heijn. De functie van [verzoeker] is shiftleader operatie met een loon van € 1.921,92 bruto per vier weken, exclusief 8% vakantietoeslag.
2.2.
In de brief van 8 oktober 2016 heeft Albert Heijn - voor zover van belang - het navolgende aan [verzoeker] bericht:
“Jouw arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij Albert Heijn Hoensbroek B.V. is met wederzijds goedvinden overgenomen door Albert Heijn Akerstraat Noord B.V. De ingangsdatum hiervan is maandag 10 oktober 2016. Alle rechten en plichten zoals deze voortvloeien uit de vigerende arbeidsovereenkomst gaan van rechtswege mee over en blijven onverminderd van kracht.”
2.3.
In de (laatste door partijen getekende) arbeidsovereenkomst van 15 juli 2023 staat - voor zover van belang - het volgende opgenomen:
Artikel 1. Datum indiensttreding, functie, cao en bedrijfsreglement
(…)
5. Werknemer verklaart bekend te zijn en in te stemmen met het bij Werkgever geldende huishoudelijk reglement (…)
(…)
Artikel 5. Einde dienstverband en tussentijdse opzegging
Ieder der partijen heeft het recht de arbeidsovereenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan op te zeggen met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn en de overige opzegbepalingen.
Opzeggingen geschieden schriftelijk dan wel mondeling waarna zij schriftelijk worden bevestigd aan de andere partij.”
2.4.
In het huishoudelijk reglement van Albert Heijn van juni 2024 staan onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
Breuk en bederf
Als er een artikel op de grond valt, waardoor de verpakking sneuvelt leg je dit in de zwarte krat in de koelcel van de AGF-afdeling, waarna er met behulp van een handterminal afgeboekt kan worden. Dit is nodig in verband met het berekenen van de verliezen en om ervoor te zorgen dat de voorraadstand zo correct mogelijk blijft. Het is niet toegestaan om afgeboekte producten op te eten of mee te nemen.
Boodschappen doen
Je hebt de mogelijkheid om boodschappen te doen vóór of ná werktijd en in je pauzes. Het is niet toegestaan om boodschappen te doen na winkelsluiting en ook het vooraf verzamelen van afgeprijsde artikelen mag niet. Het is ook niet toegestaan om eigen boodschappen zelf af te rekenen. (…) Van alle gekochte goederen dien je in het bezit te zijn van de kassabon. Het is verboden onbetaalde goederen mee te nemen naar de kantine. (…).
Fraude en diefstal
Fraude of diefstal is misschien een zware term maar wel duidelijk. In de winkel wordt gebruik gemaakt van camera’s zodat onrechtmatige handelingen van klanten maar ook van medewerkers kunnen worden gesignaleerd. Daarnaast maken wij gebruik van (verborgen) camera’s om interne fraude op te sporen en te bewijzen. Wij wijzen je erop dat wij arbeidsrechtelijke maatregelen zullen treffen, indien je je niet aan een of meer van de regels en afspraken houdt. Een schriftelijke waarschuwing, het inhouden van salaris of, in geval van diefstal, ontslag op staande voet behoren tot deze maatregelen. (…)
Cadeautjes
Het is niet toegestaan om cadeaus, geld, kortingen of gratis monsters van leveranciers aan te nemen, behalve als daar toestemming voor gegeven is door de ondernemer. Je mag ook geen producten voor privé-gebruik van leveranciers kopen tegen inkoopprijs. (…) Gratis actieproducten (zoals bijvoorbeeld voetbalplaatjes of wuppies) mogen niet op eigen initiatief worden weggegeven of zelf worden meegenomen.”
2.5.
Op 21 juni 2025 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de heer [naam directeur] , directeur van Albert Heijn, en [verzoeker] , waarin Albert Heijn [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen.
2.6.
Albert Heijn heeft [verzoeker] op 24 juni 2025 een brief gestuurd waarin onder meer het volgende staat vermeld:
“Hierbij bevestig ik schriftelijk dat jouw dienstverband op 21 juni 2025 met onmiddellijke ingang is beëindigd.
De dringende redenen voor dit ontslag zijn jou toegelicht tijdens het gesprek op die dag. In deze brief tref je daarvan een bevestiging aan.
Je was bij ons in dienst in de functie van Shiftleider Operatie. In deze rol draag je een belangrijke verantwoordelijkheid en heb je een duidelijke voorbeeldfunctie richting het team. De functie vereist dat je de (huis)regels naleeft en handhaaft, onder meer op het gebied van integriteit en het omgaan met bedrijfseigendommen.
In de afgelopen maanden is met alle Shiftleiders, waaronder jij, nadrukkelijk gesproken over de geldende regels en het belang van voorbeeldgedrag. Daarbij is expliciet onder de aandacht gebracht dat het niet is toegestaan om goederen mee naar huis te nemen —
ook niet als deze zijn afgeboekt of niet meer verkocht worden.
Jij bent hiervan op de hoogte, mede doordat:
- je eerder melding hebt gedaan van meerdere medewerkers die zonder toestemming producten meenamen;
- je deze medewerkers hebt aangesproken en hebt gezegd dat dit als diefstal wordt beschouwd;
- je de Supermarktmanager hierover hebt geïnformeerd;
- je bekend bent met de gevolgen: deze medewerkers zijn inmiddels uit dienst.
Daarnaast ben je persoonlijk geïnformeerd over een vergelijkbaar incident bij onze Gall & Gall-winkel, waar een medewerker een fles sterke drank meenam en ook uit dienst is getreden.
Tot slot heb je de geldende huisregels per pagina ondertekend; in deze huisregels staat diverse keren vermeld dat het is verboden om zaken mee te nemen.
Desondanks heeft op maandagavond 16 juni 2025 een voorval plaatsgevonden waarbij je de regels op ernstige wijze hebt overtreden. De dienstdoende Manager ( [naam manager] ) trof op die dag, bij jouw persoonlijke spullen (zoals je jas en een pizza die je mee naar huis zou nemen), saladelepels van een SMEG-spaaractie aan. Deze lepels maakten deel uit van een demo-model. Omdat de spaaractie voorbij was, wilde [naam manager] nagaan of deze eventueel verloot konden worden onder het personeel en had derhalve instructie gegeven om deze op kantoor te zetten.
Later bleek dat de lepels verdwenen waren en dat jij deze zonder toestemming had meegenomen. Op 17 juni 2025 heeft [naam manager] jou hierover aangesproken. Je erkende toen dat je de lepels had meegenomen en gaf aan dat je wist dat dit niet had gemogen. Je noemde het zelf “dom” en een fout en dat dit niet had moeten gebeuren, Vervolgens heeft [naam manager] de Supermarktmanager betrokken bij het gesprek, aan wie je opnieuw erkende dat je fout zat.
Op basis van deze erkenning ben ik ingelicht en werd je op 20 juni 2025 door de supermarktmanager telefonisch uitgenodigd voor een gesprek op diezelfde dag. Je gaf toen aan geen tijd te hebben om op gesprek te komen, maar al te weten waar het gesprek over zou gaan. Tijdens dit telefonische gesprek veranderde je echter van standpunt: je stelde dat het niet zo ernstig was omdat de lepels geen verkoopartikelen waren en wilde opnieuw je verhaal doen, deze keer in het bijzijn van de ondernemer. Daarna heeft de supermarktmanager met mij contact opgenomen en jou opnieuw uitgenodigd voor een gesprek op zaterdagochtend om 9 uur. Je hebt dit standpunt tijdens het gesprek van zaterdag 21 juni jl herhaald, maar erkende tegelijkertijd (wederom) dat je fout zat en dat het niet had mogen gebeuren.
Jouw handelen — het zonder toestemming meenemen van bedrijfseigendommen — is in strijd met de geldende (huis)regels, waarvan je de inhoud kende en die je eerder zelf actief hebt gehandhaafd bij anderen. Het enkele feit dat deze lepels geen verkoopartikelen waren, doet geen afbreuk aan het feit dat je bedrijfseigendommen — zonder toestemming — hebt meegenomen. Gezien jouw functie, het herhaalde interne beleid, je voorbeeldrol, het ontbreken van toestemming, en het gebrek aan openheid vooraf, is sprake van een ernstige schending van de regels. Er is daardoor sprake van een dringende reden. Van ons kan daarom niet worden gevergd om het dienstverband langer voort te zetten.
De arbeidsovereenkomst is op die grond per direct beëindigd op 21 juni 2025.
In de afwegingen om te komen tot dit besluit hebben we nog betrokken dat het ontslag ernstige consequenties voor jou kan hebben in verband met het verlies van uitkeringsrechten. Dit verlies zal voor jou evenwel beperkt zijn. Per 1 september 2025 start je immers met een nieuw dienstverband bij een andere werkgever in het kader waarvan je reeds de arbeidsovereenkomst had opgezegd. De gevolgen van dit ontslag zullen — gezien de beoogde uitdiensttreding en voornoemde gedane eigen opzegging — niet verstrekkend zijn.
(…)

3.De verzoeken en verweren

in zaaknummer 11845739 \ AZ VERZ 25-96
3.1.
[verzoeker] verzoekt - na intrekking van een deel van zijn verzoek op de mondelinge behandeling - (samengevat) veroordeling van Albert Heijn tot betaling van:
Primair:
een billijke vergoeding van € 5.000,00 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente als niet tijdig is betaald;
de gefixeerde schadevergoeding van € 7.495,48 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2025;
de transitievergoeding van € 9.431,84 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2025;
Subsidiair (hernummering na intrekking van een deel van zijn verzoek):
de transitievergoeding van € 9.431,84 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2025;
Primair en subsidiair:
de buitengerechtelijke incassokosten van € 944,26, vermeerderd met de wettelijke rente indien niet binnen twee weken na betekening van het vonnis (de kantonrechter leest: de beschikking) is betaald;
de proceskosten.
3.2.
Aan het verzoek heeft [verzoeker] het volgende ten grondslag gelegd. [verzoeker] stelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat shift leaders voor het verdelen of meenemen van demomodellen na afloop van een actie geen afzonderlijke toestemming nodig hebben van hun leidinggevende. In de huisregels is hierover niets opgenomen, net zomin als de consequenties wanneer dergelijke modellen zonder toestemming zijn meegenomen. Ook een zerotolerancebeleid ten aanzien van het meenemen van demomodellen ontbreekt volgens [verzoeker] . Daarmee ontbreekt naar mening van [verzoeker] een dringende reden en verzoekt hij om toekenning van een billijke vergoeding, de gefixeerde schadevergoeding en de transitievergoeding.
3.3.
Albert Heijn Akerstraat voert verweer en stelt dat de verzoeken moeten worden afgewezen. Albert Heijn Akerstraat voert daartoe ‑ samengevat ‑ aan dat de huisregels duidelijk zijn, namelijk dat bedrijfseigendommen niet zonder toestemming mogen worden meegenomen. Ook stelt Albert Heijn dat zij de shift leaders, waaronder [verzoeker] , in een overleg van 12 maart 2025 erop heeft gewezen en dat dit beleid bij [verzoeker] bekend was. Verder heeft [verzoeker] zelf meerdere malen opgetreden tegen werknemers wanneer zij bedrijfseigendommen zonder toestemming mee wilden nemen.. Albert Heijn is van mening dat [verzoeker] ermee bekend was dat geen enkel product zonder toestemming de winkel mocht verlaten, ook geen demomodellen en ook dat hierop een zerotolerance beleid werd gevoerd.
in zaaknummer 11846271 \ AZ VERZ 25-97
3.4.
Albert Heijn verzoekt veroordeling van [verzoeker] tot betaling van:
de gefixeerde schadevergoeding van € 3.657,13;
de proceskosten.
3.5.
Aan het verzoek heeft Albert Heijn het volgende ten grondslag gelegd. Doordat [verzoeker] een reden voor een ontslag op staande voet heeft gegeven, is het dienstverband per direct beëindigd, terwijl [verzoeker] bij een regelmatige opzegging een maand opzegtermijn in acht had moeten nemen. Het dienstverband zou dan op 10 augustus 2025 geëindigd zijn. Albert Heijn maakt aanspraak op de gefixeerde schadevergoeding over de periode 21 juni 2025 tot en met 10 augustus 2025 van € 3.657,13.
3.6.
[verzoeker] voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen. [verzoeker] voert daartoe aan dat een dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt, omdat [verzoeker] voor het meenemen van het demomodel geen nadere toestemming van zijn leidinggevende nodig had. Ook is hierover niets opgenomen in de huisregels. Tot slot betwist [verzoeker] dat de gefixeerde schadevergoeding correct berekend is, omdat de arbeidsovereenkomst aan het einde van de maand kan worden opgezegd en niet aan het einde van de vier weken-periode. Daarmee zou de vergoeding berekend moeten worden over de periode tot en met 31 juli 2025 en niet tot en met 10 augustus 2025.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling van de verzoeken

in zaaknummer 11845739 \ AZ VERZ 25-96
4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend en zo nee, of Albert Heijn vergoedingen aan [verzoeker] moet betalen.
Ontslag op staande voet
4.2.
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De kantonrechter legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
4.3.
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is [1] , dat wil zeggen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. De werkgever moet de dringende reden bewijzen. Een ontslag op staande voet is een ultimum remedium. Gelet op de verstrekkende gevolgen van zo’n ontslag voor de werknemer mag dit alleen bij uitzondering worden gegeven.
Wat is er op 16 juni 2025 gebeurd?
4.4.
[verzoeker] heeft erkend dat hij op de avond van 16 juni 2025 de displays van de SMEG spaaractie heeft opgeruimd. Hij heeft erkend dat zijn leidinggevende, mevrouw [naam manager] , die avond ook aanwezig was en dat zij heeft gezegd dat zij het saladebestek apart wilde houden, omdat zij er iets leuks mee wilde doen voor de personeelsvereniging. Ondanks die mededeling heeft [verzoeker] het saladebestek mee naar huis genomen, zonder daarvoor toestemming aan zijn leidinggevende te vragen. [verzoeker] heeft ontkend dat hij, toen hij op deze handelwijze werd aangesproken, heeft toegegeven dat hij fout zat.
Dringende reden
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat deze gedraging van [verzoeker] zeker niet de schoonheidsprijs verdient. Hij had een duidelijke instructie om het saladebestek apart te houden en heeft die instructie genegeerd. Waar het in deze zaak echter om draait is of deze gedraging ook een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert. Naar het oordeel van de kantonrechter kan deze gedraging beschouwd worden als een “bagatelfeit”. Het betrof immers een demomodel dat niet voor de verkoop bestemd was. Gelet op de lange en onberispelijke staat van dienst van [verzoeker] , en de verstrekkende gevolgen van een ontslag op staande voet, had een waarschuwing (of desnoods een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst) meer voor de hand gelegen. De gedraging van [verzoeker] kan niet zonder meer als een dringende reden worden aangemerkt.
Voert Albert Heijn een zerotolerancebeleid waardoor het ontslag op staande voet toch standhoudt?
4.6.
In de rechtspraak wordt over het algemeen aangenomen dat een ontslag op staande voet vanwege een bagatelfeit alleen stand kan houden als de werkgever voldoende onderbouwd stelt (en bij betwisting bewijst) dat hij een “zerotolerance” beleid voert, waarin duidelijk en voor iedere werknemer kenbaar is vastgelegd welke gedragingen niet zijn toegestaan en wat de consequentie is als de werknemer zich daar niet aan houdt. Daarnaast moet de werkgever aantonen dat het zerotolerancebeleid door hem strikt wordt nageleefd. Albert Heijn heeft aangevoerd dat zij een dergelijk zerotolerancebeleid voert en dat zij daarom in het onderhavige geval tot het verlenen van ontslag op staande voet mocht overgaan. De kantonrechter verwerp dit standpunt van Albert Heijn en zal hieronder uitleggen waarom.
Wat staat in de huisregels?
4.7.
Albert Heijn stelt dat het meenemen door [verzoeker] van het demomodel SMEG saladebestek in strijd is met de huisregels omdat [verzoeker] hiervoor geen toestemming aan zijn leidinggevende heeft gevraagd. Zij beroept zich specifiek op de passages “Fraude en diefstal” en “Cadeautjes” [2] , waarin staat:
“Gratis actieproducten (…) mogen niet op eigen initiatief worden weggegeven of zelf worden meegenomen.”Volgens Albert Heijn vallen de demomodellen onder de actieproducten, zoals genoemd in deze passage. [verzoeker] betwist dit en stelt dat er een verschil is tussen actieproducten zoals voetbalplaatjes en wuppies, die als voorbeelden in de huisregels onder “Cadeautjes” worden gegeven, en demoproducten, die uitgestald worden zodat klanten deze producten kunnen bekijken voordat ze het aanschaffen.
4.8.
Onbetwist is dat het saladebestek als demomodel op het display tentoongesteld was en niet los in het display lag als verkoop- of spaarproduct. In de huisregels is het woord “demomodel” of “demoproduct” niet expliciet terug te vinden. De genoemde voorbeelden bij “Cadeautjes”, namelijk voetbalplaatjes en wuppies, lijken producten te zijn die aan klanten gratis worden meegegeven als ze voor een bepaald bedrag aan boodschappen hebben gedaan. Voor het overige lijkt de paragraaf “Cadeautjes” te gaan over het actief aannemen van giften die door leveranciers van Albert Heijn worden aangeboden. Deze paragraaf lijkt daarom niet van toepassing te zijn op demomodellen van spaaracties. In ieder geval zijn de huisregels hier niet duidelijk in.
4.9.
In de passage “Cadeautjes” ontbreekt het verder aan vermelding van de consequenties als dit artikel wordt overtreden. Consequenties zijn alleen terug te vinden in de passage “Fraude en diefstal”, een paar bladzijden vóór de paragraaf “Cadeautjes”. Daar wordt ontslag op staande voet als één van de opties genoemd, naast een schriftelijke waarschuwing en het inhouden van salaris. Ook wat dat betreft zijn de huisregels niet duidelijk over welke maatregel te verwachten is bij overtreding daarvan en al helemaal niet bij het -zonder toestemming - meenemen van een demomodel.
4.10.
Opvallend is dat - nadat [verzoeker] op staande voet was ontslagen - Albert Heijn haar huisregels in juli 2025 heeft gewijzigd [3] . Er is een nieuwe passage toegevoegd waarin het volgende staat vermeld:
Zerotolerance beleid: meenemen / nuttigen van bedrijfseigendommen of producten door personeel
(…)Het is uitdrukkelijk verboden om zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de leidinggevende of de ondernemer enig bedrijfseigendom mee te nemen, te gebruiken of toe te eigenen of producten te nuttigen (eten). Dit geldt in het bijzonder – maar niet uitsluitend – voor de volgende situaties:
1.
Het meenemen of nuttigen/eten van afgeboekte of onverkoopbare producten (…) waaronder:
o
(…)
o
(…)
o
demonstratie-exemplaren of showmodellen.
(…)
Het meenemen van actie-, spaar- of promotiematerialen van leveranciers (…), zoals:
o
gratis artikelen uit spaaracties;
o
overgebleven actieproducten of demo-modellen na afloop van een campagne.
Medewerkers dienen te allen tijde te kunnen aantonen dat meegenomen of genuttigde producten rechtmatig zijn verkregen. Bij twijfel dient vooraf toestemming te worden gevraagd.
Ten aanzien van dit onderwerp geldt een zerotolerance beleid waarbij in geval van overtreding direct – en zonder waarschuwing vooraf – ontslag op staande voet volgt.”
4.11.
In deze huisregels is nu wel duidelijk opgenomen dat ook voor demomodellen vooraf toestemming van de leidinggevende nodig is en dat bij overtreding ontslag op staande voet volgt. De kantonrechter is van oordeel dat dit ten tijde van het gegeven ontslag op staande voet niet het geval was. Het beleid ten aanzien van demomodellen was niet duidelijk en ook de consequenties niet.
4.12.
De tussenconclusie luidt dat binnen Albert Heijn ten tijde van het gegeven ontslag op staande voet geen duidelijk vastgelegd beleid gold waaruit bleek dat de gedraging van [verzoeker] niet werd getolereerd en een ontslag op staande voet als consequentie zou hebben.
Is er op andere wijze beleid gecommuniceerd?
4.13.
Albert Heijn heeft aangevoerd dat het beleid is dat voor het meenemen van bedrijfseigendommen
altijdtoestemming van de leidinggevende nodig is, en dat dat bij iedereen bekend is, zeker bij [verzoeker] die zelf een leidinggevende functie vervulde. Hierover zou veelvuldig overleg met de leidinggevenden zijn geweest, waaronder met de shift leaders en [verzoeker] . [verzoeker] heeft dit betwist. In de door Albert Heijn overgelegde notulen [4] van een overleg van 12 maart 2025 is hierover ook niets terug te vinden. Albert Heijn verwijst naar een voorval van 12 april 2025 dat zelf door [verzoeker] is gemeld en waar medewerkers kipnuggetbroodjes hadden laten afbakken. Zij hadden deze vervolgens laten wegleggen om deze broodjes, toen het te laat was om ze nog te verkopen, te laten afboeken zodat ze deze gratis mee konden nemen. De kantonrechter is van oordeel dat dit een andere situatie betreft omdat bewust geprobeerd is iets dat in de winkel verkocht kon worden, af te laten boeken. In de huisregels is hierover onder “Breuk en bederf” wel iets opgenomen. In ieder geval is deze situatie niet te vergelijken met het meenemen van een demoproduct dat zelf niet verkocht werd. Bovendien is in het geval van de kipnuggetbroodjes ook geen ontslag op staande voet gevolgd, dat door een rechter kon worden getoetst. De betreffende medewerkers hebben ervoor gekozen zelf ontslag te nemen.
4.14.
Verder verwijst Albert Heijn naar de instructies van de leverancier van de betreffende actieproducten van het meegenomen saladebestek. In deze overgelegde SMEG-instructie [5] staat het volgende vermeld:
“De SMEG-artikelen die op het display van het spaarmeubel zijn bevestigd, stuur je niet retour.
Je kan deze artikelen weggeven aan klanten.”
[verzoeker] stelt dat het niet gebruikelijk was om de demomodellen aan klanten mee te geven. De SMEG-instructie bevat wat dat betreft ook geen duidelijke instructie: er wordt meer een voorzet gegeven wat je ermee kunt doen. In ieder geval blijkt uit deze instructie dat het demomodel voor Albert Heijn geen economische waarde had. Het was niet bestemd voor de verkoop en hoefde ook niet terug naar de leverancier. Een door Albert Heijn streng gevoerd beleid kan hier niet uit worden afgeleid.
4.15.
In deze procedure hebben partijen verder verschillende verklaringen overgelegd. Uit de door [verzoeker] overgelegde verklaringen blijkt dat het gebruikelijk is dat demomodellen niet aan klanten worden weggegeven, maar onder het personeel worden verdeeld. In deze verklaringen staat ook dat dit was “met goedkeuring” van de leidinggevenden. Uit de verklaringen die Albert Heijn heeft overgelegd blijkt dat er niets zonder toestemming van een leidinggevende de winkel mag verlaten, ook geen demomodellen. Of leidinggevenden zelf ook weer toestemming nodig hadden, blijkt niet klip en klaar. Albert Heijn heeft haar huisregels hierop inmiddels aangepast, maar de conclusie is dat er op 16 juni 2025, toen [verzoeker] het saladebestek meenam, geen strikt en in duidelijke taal opgesteld beleid was. Albert Heijn heeft niet aannemelijk gemaakt dat het niet mocht, en ook niet dat [verzoeker] wist dat het niet mocht. Dat het reden kon zijn ontslag op staande voet, was al helemaal niet duidelijk. Om die reden kan het ontslag op staande voet in de gegeven omstandigheden geen stand houden.
Albert Heijn is de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd
4.16.
Doordat een dringende reden ontbrak voor het ontslag op staande voet heeft Albert Heijn de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] tegen een eerdere datum opgezegd dan tussen partijen geldt [6] . [verzoeker] heeft recht op een vergoeding die gelijk is aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. Daarbij is van belang hoe lang [verzoeker] in dienst is geweest bij Albert Heijn.
4.17.
Albert Heijn heeft betoogd dat [verzoeker] op 10 oktober 2016 in dienst is getreden en voorheen werkzaam is geweest voor een andere B.V. Nu van overgang van onderneming geen sprake is, telt de gewerkte periode voor die andere B.V. niet mee, zo stelt Albert Heijn. [verzoeker] heeft in de procedure echter een brief [7] overgelegd waaruit blijkt dat Albert Heijn alle rechten en plichten van [verzoeker] heeft overgenomen die voortvloeien uit zijn arbeidsovereenkomst met de vorige B.V. Nu er in deze brief geen voorbehoud is gemaakt welke rechten en plichten precies overgaan en de anciënniteit niet expliciet is uitgesloten, heeft [verzoeker] aannemelijk gemaakt dat ook zijn dienstjaren bij de vorige B.V. (waarvan de aandelen overigens worden gehouden door dezelfde Holding als Albert Heijn en die dezelfde (getrapte) bestuurder heeft) zijn overgenomen door Albert Heijn. Als datum indiensttreding heeft dan ook te gelden de datum van 3 maart 2013. Daarmee komt de door Albert Heijn in acht te nemen opzegtermijn op drie maanden [8] .
4.18.
Albert Heijn stelt dat artikel 17 van de cao voor het Levensmiddelenbedrijf (hierna: de cao) van toepassing is, waarin is opgenomen dat de datum waartegen kan worden opgezegd zowel in maanden als in perioden van vier weken kan worden bepaald. Nu Albert Heijn het loon per vier weken uitbetaalt, vindt opzegging, volgens Albert Heijn, ook tegen het einde van de loonperiode plaatst. [verzoeker] heeft dit betwist en beroept zich op artikel 5 van de arbeidsovereenkomst waarin wordt verwezen naar de wettelijke opzegtermijn en de overige opzegbepalingen [9] . Dit verweer van [verzoeker] slaagt. Nu in de arbeidsovereenkomst geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid die de cao biedt, gelden de wettelijke bepalingen en kan er alleen tegen het einde van de maand worden opgezegd. Dat het loon per vier weken wordt uitbetaald is niet bepalend voor de te hanteren termijn waartegen kan worden opgezegd. Dit houdt in dat de arbeidsovereenkomst bij een regelmatige opzegging op 30 september 2025 zou zijn geëindigd. [verzoeker] heeft de gefixeerde schadevergoeding voor deze periode berekend op een bedrag van € 7.495,38 bruto. Dat dit bedrag niet correct zou zijn, is verder niet door Albert Heijn betwist.
4.19.
Wel betwist Albert Heijn dat het dienstverband vanaf 1 september 2025 nog zou voortduren omdat [verzoeker] per die datum zelf ontslag zou hebben genomen. [verzoeker] heeft dit gemotiveerd betwist. Hij voert aan dat hij heeft aangegeven dat hij op termijn zou vertrekken om een baan te zoeken die bij zijn net afgeronde opleiding past. Met het verzoek van Albert Heijn om het vertrek over de zomer heen te tillen, heeft [verzoeker] ingestemd, maar hij stelt dat hij niet heeft opgezegd. Op de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] gesteld dat het gebruikelijk is om schriftelijk ontslag te nemen, met een brief of een e-mail. Ook in de arbeidsovereenkomst is overigens bepaald dat opzegging (ook als dit mondeling is gedaan) steeds schriftelijk bevestigd dient te worden. Nu een schriftelijke opzegging ontbreekt, kan niet als vaststaand worden aangenomen dat [verzoeker] per 1 september 2025 ontslag heeft genomen en dat zijn dienstverband dus hoe dan ook op deze datum zou zijn geëindigd. Daarom zal de door [verzoeker] verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 7.495,48 worden toegewezen. De verzochte wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 21 juni 2025.
Albert Heijn is de transitievergoeding verschuldigd
4.20.
Het verzoek om Albert Heijn te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding wordt eveneens toegewezen. De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, omdat daarvoor geen dringende reden aanwezig was. Een dringende reden valt niet zonder meer samen met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werknemer. Maar bij gebreke van een dringende reden en gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden is er geen grond om te oordelen dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] . Dat betekent dat de transitievergoeding verschuldigd is. [10]
4.21.
Ten aanzien van de verzochte transitievergoeding van € 9.431,84 bruto is [verzoeker] in zijn berekening uitgegaan van een indiensttredingsdatum van 1 maart 2013, waar dit 3 maart 2013 was. In plaats van het door [verzoeker] verzochte bedrag, komt de kantonrechter uit op een transitievergoeding van € 9.426,87 bruto. Albert Heijn wordt veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, die € 9.426,87 bedraagt. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 21 juli 2025.
Albert Heijn is geen billijke vergoeding verschuldigd
4.22.
Omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, kan aan [verzoeker] een billijke vergoeding worden toegekend. [11] Daarbij wordt opgemerkt dat een ongeldig ontslag als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever moet worden aangemerkt. [12] De kantonrechter ziet echter aanleiding om de billijke vergoeding op nihil te stellen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.23.
Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd. [13] De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
4.24.
Buiten kijf staat dat [verzoeker] tot het voorval van 16 juni 2025 een gewaardeerde werknemer was. De directeur van Albert Heijn heeft hem zelfs aangeboden om samen met hem een tabakswinkel te openen. Een aanbod dat [verzoeker] heeft afgeslagen omdat hij een baan wil vinden die past bij zijn net afgeronde opleiding Engineer/Technische Bedrijfskunde. Verder zou [verzoeker] op 3 september 2025 12,5 jaar in dienst zijn geweest bij Albert Heijn. Door het ontslag op staande voet is het dienstverband van [verzoeker] onterecht en vooral ongelukkig ten einde gekomen. Hij had zijn loopbaan op een nette manier en op eigen initiatief willen afsluiten. Dat [verzoeker] door het ontslag op staande voet in zijn goede naam en eer is aangetast, zoals hij stelt, is echter niet gebleken.
4.25.
Gelet op de afgeronde studie en de door hem geuite wens om een baan te zoeken die meer past bij zijn opleiding, is het maar zeer de vraag of [verzoeker] , zonder het ontslag op staande voet, nog langer dan enkele maanden bij Albert Heijn in dienst zou zijn gebleven. Bovendien heeft het UWV aan [verzoeker] per 1 augustus 2025 een WW-uitkering toegekend. Daarmee is zijn directe inkomstenderving gering gebleven. Met de toegekende vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt [verzoeker] ook voor een groot deel gecompenseerd voor het inkomensverlies dat hij heeft geleden door het handelen van Albert Heijn. Gelet op de huidige arbeidsmarkt acht de kantonrechter het aannemelijk dat [verzoeker] op zeer korte termijn een andere baan vindt waarmee hij evenveel of zelfs meer zal verdienen dan zijn baan bij Albert Heijn.
4.26.
Daar komt bij dat de kantonrechter van oordeel is dat aan [verzoeker] ook een verwijt te maken valt. Hij had de instructie van zijn leidinggevende om het saladebestek apart te houden niet zomaar mogen negeren.
4.27.
Alles afwegend is de kantonrechter van oordeel dat [verzoeker] met de reeds toegekende vergoedingen voldoende is gecompenseerd voor de negatieve gevolgen van het ten onrechte gegeven ontslag op staande voet. Zij zal de billijke vergoeding dan ook op nihil stellen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.28.
[verzoeker] maakt aanspraak op € 994,26 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat [verzoeker] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het verzochte bedrag is hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief dat hoort bij de toewijsbaar geoordeelde verzoeken. Nu dat het gevolg is van een niet voorzienbare omstandigheid, zal de kantonrechter de vergoeding niet afwijzen, maar de vergoeding toewijzen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij de omvang van de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom. De kantonrechter zal hiervoor € 944,22 toewijzen.
Proceskosten
4.29.
De proceskosten komen voor rekening van Albert Heijn, omdat Albert Heijn overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 1.681,00 (€ 732,00 aan griffierecht, € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.
4.30.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
in zaaknummer 11846271 \ AZ VERZ 25-97
4.31.
Het verzoek van Albert Heijn om [verzoeker] te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding wordt afgewezen. Hiervoor is immers geoordeeld dat het ontslag niet rechtsgeldig is.
4.32.
De proceskosten komen voor rekening van Albert Heijn, omdat Albert Heijn overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 949,00 (€ 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
in zaaknummer 11845739 \ AZ VERZ 25-96
5.1.
veroordeelt Albert Heijn om aan [verzoeker] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 7.495,48 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 juni 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
5.2.
veroordeelt Albert Heijn om aan [verzoeker] een transitievergoeding te betalen van € 9.426,87 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 juli 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
5.3.
veroordeelt Albert Heijn om aan [verzoeker] de buitengerechtelijke incassokosten te betalen van € 944,22, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking, tot aan de dag van de gehele betaling,
5.4.
veroordeelt Albert Heijn in de proceskosten van € 1.681,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Albert Heijn niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
5.5.
veroordeelt Albert Heijn tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.6.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [14] ,
5.7.
wijst het meer of anders verzochte af,
in zaaknummer 11846271 \ AZ VERZ 25-97
5.8.
wijst het verzoek af,
5.9.
veroordeelt Albert Heijn in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Albert Heijn niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
5.10.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [15] .
Deze beschikking is gegeven door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2025.
VC

Voetnoten

1.Artikel 7:677 lid 1 BW.
2.Zie hiervoor onder 2.4.
3.Productie 15 bij het verzoekschrift.
4.Productie 3 bij het verweerschrift.
5.Productie 8 bij het verzoekschrift en 7 bij het verweerschrift.
6.Artikel 7:672 lid 11 BW.
7.Zie hiervoor onder 2.2.
8.Artikel 7:672 lid 2 onder c BW.
9.Zie hiervoor onder 2.3.
10.Artikel 7:673 lid 1 BW.
11.Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.
13.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (
14.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.
15.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.