Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het (mondelinge) antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 26 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wonen Zuid en de Gemeenschappelijke Regeling voor Sociale Kredietverlening en Schuldhulpverlening in Limburg, vertegenwoordigd door Kredietbank Limburg, over de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van een woonruimte. Wonen Zuid vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de onderbewindgestelde, die een huurachterstand had van € 4.330,87. De huurprijs was vastgesteld op € 715,72 per maand, en de onderbewindgestelde had niet tijdig betaald, wat leidde tot de huurachterstand. De kantonrechter oordeelde dat de onderbewindgestelde tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, wat de ontbinding rechtvaardigde. De rechter wees de vordering tot ontbinding en ontruiming toe, met een redelijke ontruimingstermijn van twee weken. Daarnaast werd de Kredietbank q.q. veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. De kantonrechter stelde vast dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedroeg, wat volgens vaste rechtspraak een ontbinding van de huurovereenkomst kan rechtvaardigen. De rechter oordeelde ook over de buitengerechtelijke incassokosten en rente, waarbij het buitengerechtelijke incassobeding werd vernietigd wegens oneerlijkheid. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.