3.3Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen
Verbalisantenzijn op 17 augustus 2024 naar aanleiding van een melding naar het ziekenhuis Sint Jans Gasthuis te Weert gegaan en hebben hier als volgt over gerelateerd:
Op zaterdag 17 augustus 2024 omstreeks 8:14 uur was ik verbalisant belast met de
noodhulpsurveillance van het basisteam Weert - Nederweert en Leudal.
Op voornoemde datum en tijdstip kreeg ik samen met collega [naam] de
melding om te gaan naar het ziekenhuis te Weert.
Volgens de melding zou hier een man binnen zijn gebracht naar aanleiding van een
mishandeling. Deze man was 30 minuten gereanimeerd en overleden.
Drs. A.I.C. Christiaens, verbonden aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), heeft op 21 augustus 2024 in
het rapport forensisch pathologisch onderzoekonder meer geschreven:
Naam : [slachtoffer] (M)
Geboortedatum : [geboortedag 2] 2002
Geboorteplaats : [geboorteplaats 2] (Bulgarije)
Datum overlijden : 17 augustus 2024
Datum sectie : 20 augustus 2024
Volgens van de verbalisant en uit het schouwverslag verkregen informatie zou [slachtoffer] , 22 jaar oud, letsel hebben opgelopen bij een ruzie. De volgende ochtend zou hij naar het St. Jans Gasthuis te Weert zijn gebracht. Kort na aankomst op de spoedeisende hulp ontstond een reanimatiebehoeftige toestand. Een poging tot reanimatie (met onder meer plaatsing van een beademingsbuis en toepassing van borst-compressie) was niet succesvol; betrokkene overleed op 17 augustus 2024 omstreeks 7.50 uur.
Aan de rechterzijde van het hoofd was fors schedelhersenletsel door hevig
stomp botsende krachtinwerking met of op een hard voorwerp en/of structuur. Genoemd hoofdletsel kan aanleiding hebben gegeven tot hersenfunctiestoornissen; op basis waarvan de reanimatiebehoeftige toestand en het overlijden zonder meer kan worden verklaard.
Er waren aan het lichaam geen verdere traumatische afwijkingen die het overlijden kunnen verklaren. Aan de rechterschouder en de linkerzijde van de borst waren bloeduitstortingen met een gedubbelde ofwel gepaarde langwerpige vorm (zogeheten tramline verwondingen), passend bij krachtinwerking met een langwerpig (buisvormig tot plat) voorwerp. Verdere waren ter hoogte van de ledematen en borst enkele letsels door stomp botsende en/of schavende krachtinwerking (zoals stoten, vallen of slagen). Deze letsels waren zonder directe betekenis ten aanzien van het overlijden.
Het overlijden van [slachtoffer] , 22 jaar oud, kan worden verklaard door de gevolgen van schedelhersenletsel in het kader van hevige stomp botsende krachtinwerking op de rechterzijde van het hoofd.
Het NFI heeft tevens een rapport opgesteld over het onderzoek naar de aanwezigheid van
dactyloscopische sporen, waarin onder meer het volgende staat beschreven:
Tabel 1 Overzicht te onderzoeken materialen
SIN
Omschrijving volgens het aanvraagformulier/ Toelichting
Omschrijving in rapport
(indien van toepassing)
AAOR7325NL
Hout
Tak
Betreft een tak van ongeveer 90 centimeter lang en 6 centimeter breed
Tak AAOR7325NL
Het onderzoeksmateriaal betreft een tak van circa 90 centimeter lang, welke aan beide zijden is afgebroken. Een van de uiteinden is verkoold. De tak is in de lengte gespleten, met als gevolg dat een zijde, de buitenzijde, intact is met schors en aan de andere zijde, de binnenzijde, is afgespleten.
De tak is met het blote oog en met behulp van een microscoop onderzocht op de aanwezigheid van bloed. Hierbij zijn meerdere bloedsporen aangetroffen op de gespleten zij, richting het verkoolde uiteinde. Twee delen van bloedsporen op de gespleten zijde zijn uitgesneden. De bemonsteringen zijn onderzocht op de aanwezigheid van bloed en AAOR7325NL#01 tot en met #04, #07 en #08 veiliggesteld voor DNA-onderzoek.
De tak is aan zowel de schorszijde als de gespleten zijde in drie delen bemonsterd gericht op het verzamelen van DNA van degenen(n) die de tak heeft (hebben) gehanteerd of er mee in aanraking is (zijn) geweest. De bemonsteringen zijn onderzocht op de aanwezigheid van bloed en als AAOR7325NL#01 tot en met #04, #07 en #08 veiliggesteld voor DNA-onderzoek.
Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
AAOR7325NL#01
verkoolde uiteinde
schorszijde
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- meer dan 1 miljard
Resultaat:
nee
AAOR7325NL#02
midden van de tak
schorszijde
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal twee personen:
- slachtoffer [slachtoffer]
- minimaal één andere persoon:
het DNA-mengprofiel is onvoldoende
informatief om te kunnen beoordelen van
wie dit DNA afkomstig kan zijn
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- niet berekend vanwege resultaat
AAOR7325NL#01
- niet van toepassing
Resultaat:
nee
AAOR7325NL#03
niet-verkoolde uiteinde
schorszijde
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal één persoon:
verdachte [verdachte]
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- meer dan 1 miljard
Resultaat:
nee
AAOR7325NL#04
verkoolde uiteinde
gespleten zijde
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- niet berekend vanwege resultaat
AAOR7325NL#01
Resultaat:
ja (zie toelichting)
AAOR7325NL#05
deel van een bloedspoo
DNA kan afkomstig zijn van:
één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- meer dan 1 miljard
Resultaat:
ja (zie toelichting)
AAOR7325NL#06
deel van een bloedspoor
DNA kan afkomstig zijn van:
één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- niet berekend vanwege resultaat
AAOR7325NL#05
Resultaat:
ja (zie toelichting)
AAOR7325NL#07
midden van de tak
gespleten zijde
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal één persoon:
- slachtoffer [slachtoffer]
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Bewijskracht:
- niet berekend vanwege resultaat
AAOR7325NL#01
Resultaat:
nee
AAOR7325NL#08
niet-verkoolde uiteinde
gespleten zijde
Dit DNA-profiel is onvoldoende informatief voor een vergelijkend DNA-onderzoek.
Onderzoek naar aard celmateriaal:
- bloed aangetroffen?
Resultaat:
nee
Toelichting:
Op grond van het uitgevoerde onderzoek is geconcludeerd dat de bemonstering bloed bevat. Dit bloed kan afkomstig zijn van slachtoffer [slachtoffer] .
De verdachteheeft ter terechtzitting van 24 november 2025 – voor zover relevant en zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
“Ik was in de nacht van 16 op 17 augustus 2024 thuis in de woonkamer, aan de [adres] in Ospel, samen met mijn huisgenoot en vriend, tevens collega, [slachtoffer] . Ik had het gevoel dat hij mij had opgelicht en geld van mij had gestolen. Ik stelde hier vragen over aan hem en zo kregen we ruzie. Uiteindelijk is hij op de bank in slaap gevallen. Ik was kwaad op hem. Ik heb buiten in de tuin een houten stok gevonden en heb [slachtoffer] hier meerdere keren mee geslagen, terwijl hij lag te slapen. Ik heb hem onder andere op zijn hoofd geslagen. Het kan zijn dat ik hem hierbij twee keer heb geraakt op het hoofd. Ik kon mijn eigen kracht niet goed inschatten, dus het slaan was met meer kracht dan ik had gedacht.”
De bewijsoverweging
Op grond van de voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer] is overleden ten gevolge van op 17 augustus 2024 in Ospel opgelopen schedelhersenletsel. De verdachte heeft bekend dat hij op die datum [slachtoffer] , terwijl hij op de bank lag te slapen, meerdere malen met een houten stok, van aanzienlijke omvang, op het hoofd heeft geslagen. Dat de verdachte daarbij een forse kracht heeft uitgeoefend blijkt niet alleen uit zijn eigen verklaring, maar volgt ook uit de impact die de klappen op het hoofd van het slachtoffer hebben gehad. Het fatale letsel dat [slachtoffer] hierdoor heeft opgelopen, valt daarmee zonder meer door het handelen van de verdachte te verklaren.
De verdediging heeft deze feitelijkheden niet bestreden, maar heeft betoogd dat de verdachte geen vol opzet had op de dood van [slachtoffer] . De rechtbank is van oordeel dat de verdachte door meermalen met een dergelijke stok met volle kracht tegen het hoofd van [slachtoffer] te slaan op zijn minst de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij daardoor zou komen te overlijden. Het hoofd is immers een zeer kwetsbaar en vitaal onderdeel van het lichaam. Wanneer, zoals in deze zaak, fors geweld wordt toegepast op het hoofd is sprake van een reële niet onwaarschijnlijke mogelijkheid dat daardoor ernstig hersenletsel kan ontstaan, als gevolg waarvan een slachtoffer komt te overlijden. Dit gevolg is in deze zaak ook daadwerkelijk ingetreden. Het meermalen met een houten stok met volle kracht tegen het hoofd slaan is voorts naar zijn uiterlijke verschijningsvorm een handeling die zozeer gericht is op de dood dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het overlijden van [slachtoffer] ook bewust heeft aanvaard. De rechtbank acht de primair tenlastegelegde doodslag op [slachtoffer] wettig en overtuigend bewezen.